Historisch Archief 1877-1940
^
u*
.
f
:- v*
?»?*._
(fKt^het verhaal gAiolgd heeft, terwijl xy haar kluwens telde,
laat op du mgenblik haar werkmand vallen, waatuit de muis
springt, ty slaakt een kreet en valt flauw).
O God l daar is ze.
i * D'ALBINOS, (die met den rug naar haar toegekeerd heeft
gestaan, zich omkeerende).
Komt einjlelijk recht op mij toe
(Haar 'ziendel. Och lieve Hemel, daar valt ze nu flJuw van. Wat
heb ik toch een theatikal talent. Mijn verhaal is zeker te impressionis
tisch, geweest.... Mevrouwtje, mevrouwtje, (hij grijpt haar hand).
"t Is heusch niet waar gebeurd! heusch niet; 't was maar een grapje
' om n bezig te houden, mevrouwtje.
Och I och ^ is toch wat te zeggen, als men zoo'n talent van voor
dragen heeft. Maar wat moet ik doen. Zou zij tegen de gewoonte
van vrouwen in, een werkelijke flauwte gekregen hebben ?
{Tot fferta.) Och toe mevrouw, stel u nu niet langer aan; 't maakt
<% me zoo zenuwachtig; 't is nu mooi genoeg geweest.
" Neen ze is flauw, en ze Wijft flauw; en wat moet men nu met een
flauwe vrouw doen? ^ .
Wacht eens da's een baantje voor den knecht^fiellen (niet het gebro
ken koord). Gebroken; ook dat nog.... Misschien vind ik water in
de, andere kamer. (af).
?ff,' VIJFDE TOONEEL.
,, . " 4. BERTA, (alleen, komt*by).
Waar ben ik ? O ja, nd herinner ik mij.... Mijnheer d'Albinos...
?jt was vertrokken ? dus ben ik alleen, wat moet ik nu beginnen ?
Mft ellendige beest heeft natuurlijk geen andere bedoeling dan in mijn
rokken-te kruipen, (zjr staat. op).
O God, daar zie ik haar bewegen. Daar is ze. (springt op een stoel).
ZESDE TOONEEL.
D'ALBINOS. BE#TA.
Jfc D'ALBINOS, (met een karaf water opkomende).
Ik heb niets anders kunnen vinden dan dit, mevrouwtje. (Ziéthóa
op een s&ef). *
O l dtt moe er nog bij komen. Nu is ze stapelgek geworden.
'?ter
C