Historisch Archief 1877-1940
.
f:
5
feV
t: ?
-t
t ?
14
* . D'ALBINOS.
O l Mevrouw als u wist . . . geloof me ... 't is mijn vurigste wensch,
malt'.... ik verzeker u..... ik kan met, ik kan onmogelijk. Als ik
dat knaagdier aanraakte, zou ik op de plaats dood blijven.
En, zegt U 't nu zelf, wat zoudt U aan een doode man hebben.
BERTA.
Ja, maar er moer- in iej|fer gevat iets gedaan worden. Ik kan niet
langer in deze positie blijven. Was die deur nog maar open, dan kon
men ons miischien hooren.
' * i D'ALBINOS.
Daar zegt U zoo iets. Ik zal eens met mijn parapluie probeeren.
(Hg probeert '%» opent de 'deur met zijn parapluie).
BERTA.
Bravo. Nu .^moeten we zien dat we het beest er uit krijgen. \Zij
taerpt met haar zakdoek).
D'ALBINOS.
Dat geeft niets (Ay opent zijn parapluie) kisch, kisch
---BERTA.
Dat nog ;minder. (Zy Hapt in 4e kanden).
D'ALBINOS.
En dat geeft ook niet veel. Wacht, een idee (hij miauwt). Miau,
miau. Kijk ze eens gaan, mevrouw. Miau, miau.
(De muis loopt over 't tooneel de deur uit).
BERTA,
Daar gaat ze. Nu spoedig de deur dicht.
D'ALBINOS (komt van de stoel en sluit de deur).
En Buffon beweert nog wel dat beesten zich, bij instict nooit laten
bedriegen .... maar die muis hield mij dan toch voor een kat. Neen,
de Natuurlijke Historie heeft evenals de Grondwet van tijd tot tijd
herziening noodig. \Hy kelpt Berta van den stoel).
«--BERTA (gaat zitten).
Eindelijk ! Nu maar 't werd tijd ; ik ben dood op. * En met dat
al, zult U wel een minder hoog idee van mijn moed hebben gekregen.
D'ALBINOS.
O l Mevrouw, van U is 't nog zoo erg niet, maar ik, ik, die een
kinderachtige vrees niet kon onderdrukken, zelfs voor den hoogsten
-prij*i iw hand, die ge mij aanboodt. Nu zou ik ....