Historisch Archief 1877-1940
BERTA.
O ja, Mijnheer l Maar da's nu een afgedane zaak. Laten we daar
na niet meer over spreken, 't Is misschien een groot geluk voor ons
'beiden. *
1 D'ALBINOS.
\ Ik zal mij natuurlijk naar uw wil schikken. Ik voel dat ik uwer
"onwaardig ben. Maar het hindert mij, dat ik bij U den indruk moest
achterlaten, dat ik geen moed heb.
BERTA.
O volstrekt met meneer. Laat U dat niet hinderen. Ik heb een veel
te goed idee vB U. Maar voor 't geval dat ik er aan mocht twijfelen,
houd ik mij overtuigd, dat U mij op dit oogenblik het tegendeel zoudt
willen bewijzen.
D'ALBINOS.
Hoe dan Mevrouw? Gij hebt slechts te bevelen.
BERTA. '
Wel "keel eenvoudig. Om te vertrekken op de manier waarop gij
gekomen rijt (zy loyst naar hit venster) (ter ayde) dan kan dat beest
niet meer binnenkomen. *
Door het raam .... Uitstekend ....
(Gaat naar het raam.) O ja, mevrouw, weet U dat het laddertje is
weggenomen?
y BERTA.
- Jawel, dat weet ik.
"? * D'ALBINOS.
" -Zoo, weet n dat? .... (kykt uit het raam en zuchf).
Komaan dan maar.... Pardon, mevrouw, nog ne vraag, heeft U
ook ten logeerkamer disponibel met een opgemaakt bed ?
BERTA.
? JĀ» zeker, de blauwe kamer, hoe zoo ?
, '? . D'ALBIUOS (ter zijde).
Hm, de blauwe kamer, bittere ironie. Bont en blauw in de blauwe
kamer. ' * ' .
(Luid). Och neen, ik vraag het zoo maar. Ik ben natuurlijk zeker
dat ik minstens n been breek. Misschien beide. Hoogstwaarschijnlijk
mijn heele lichaam. 'Maar in 't gunstigste geval ben ik er toch een
maand mooi mee. . '
"l
it'*
H.U.