Historisch Archief 1877-1940
springt tegen mijn beenen op ; ik geef een gil, grijp instinctmatig
naar mijn werftmand, en terwijl Justine komt aanloópen, vlieg ik door
de anti-chambre en de eetkamer, en hier ben ik nu.
(Zij neemt een handspiegeltje van de- tafel; bekijkt zich ; daarna
opstaande): En in wat voor toestand; lieve hemel ik zie er uit als
een gekkin, en dat nu ik juist vandaag Mr. d'Albinos verwacht, den
advocaat van Carpejptras, een der meest volhardende pretendenten naar
mijne hand, die mij sinds drie maanden met zijn brieven overstelpt,
en dien ik tot nog toe heb geweigerd te ontvangen.
Eindelijk is hij er ia- geslaagd, hoe weet ik oog niet, om zich in te
dringen bij déoude barones De Sisiphe, een erf tante die ik in geen
acht jaren , heb gezien ; het schijnt dat hij haar zaken behartigt ; en
nu heeft hij mij voor zeer dringende aangelegenheden een onderhoud
verzocht, dat ik om der wille van tante natuurlijk wel verplicht ben
toe te staan.
Het is natuurlijk een krijgslist, : maar ik zal hem ronduit zeggen,
eens voor altijd, dat ik niet wil. hertrouwen .... ik heb met dien man
volstrekt geen complimenten te maken, en zijn voortdurende corres
pondentie zou mij kunnen compromitteerén. Natuurlijk zal ik hem
heel beleefd ontvangen. Maar .... hoe zal ik hem in Godsnaam
kunnen ontvangen vóór dat ellendige beest gevangen is? .
Eene stem (achter de deur).
Mevrouw!
BKRTA.
Is zij gevangen?
Stem.
Neen mevrouw, een mijnheer.
BERTA. *?'.
Wat, is er een mijnheer gevangen?
Stem.
Neen mevrouw, er is een mijnheer die U bepaald' moet spreken.
BERTA.
Dat mankeerde er nog aan. Hftr zijde). Da' s natuurlijk mijnheer
d'Albinos.
Stem.
Mier B zijn kaartje, mevrouw. (Geritsel aan 't deurslof).
??.ar de, deur snellend). O, doe niet open ; niet open. Schuif het
> maar onder de deur. (Zij neemt het kaartje).