Historisch Archief 1877-1940
W:
L*
N
l "*
,«
BBRTA.
. aesn, toch niet; als ik iets van haar heb,£.n is het
aange1, want ze was-een tante van mijn man.
* D'ALBINOS. *
i, juist, ik herinner me, die beste Sivrac sprak me wel eens van...
: BERT A.
n mijn man gekend ? - i
iJ^k^T " i" D'A.LBj(pos. '
?'vQch ja, l|l|| aimf kerel (Btrta. maakt een beweging). Pardon,
me\trpuw,, niet Hat aj arm ?vaaster z$de). De hemel beware me, dan
?jffèik>dat mensch niet ten huwelijk komen vragen (luid). Dat is zoo
~.-y$if wijie van spreken. Ik heb met hem school gegaan; later hebben
i- -"Wip «Ikaar ^||de akademie gekend, maar na dien tijd heb ik hem uit
?- m'"a 'oog verloren, door de vele drukten, die mijn betrekking
medeBgt. ?>! mevrouw, u kunt o geen denkbeeld maken hoe druk ik
1 ,
*^ T*'
'
. TT
W
, .
BERT A.
D'ALBINOS.
V|H', ?,?'-'" > ' l
O miliprrouw ; 't is ongeloofelijk, gewoon ongeloofelijk. En dan
tevÈndiea iemand als ik, die in de behandeling van speciale zaken
, naam het gemaakt
^?l- *s " ,-BERTA.
:'' ^o die, zaken zijn, als ik vragen mag? ^
*> ^ * D'ALBINOS.
ithtocheidingen, mevrouw. Sinds mijn komst in Catpentras, heb ik
gehad.
+, f ' , BERèA. ' .
"vTer en vijftfjf, zoo, zoo; en hoeveel gewonnen?
en Vijftig. Ja, dit klinkt, dwaas, maar 't is toch zoo, want in
«aak kwam oen geval van bigamie voor. O l dat was een
merkival. Mag ik 't u eens even vertellen?
. Het-<3penbajur Ministerie hield zich aan art. 340, en ik stond op
mijn zfnc te verliezen; toen ik eetjftclaps een ingeving kreeg,
' in 'tvuur van mijn improvisatie uitriep:
,(Naeirjdat zjt ge niet doen, ge gaat een krankzinnige veroordeel?;
*-'}«,' *en krankzinnige, want wie anders dan zoo iemand zou de
dwaas' ?
i't
S5V