De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 12 januari pagina 1

12 januari 1890 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

ir. 055; DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDEEL Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 12 Januari. Abonnement per 3 maanden f 1.12', fr. p. postfHjf* Voor Indiëper jaar mail 10.Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . ' Adverlenliën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer , . . Reclames per regel ) 0.4 l INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ. Keizerin Augusta. FEUILLETON: Mijn eerste liefde door Louis de Haes. - KUNST EN LETTEREN Het tooneel te Amsterdam. Muziek in de hoofdstad, door F. George du Maurier. Aan teekeningen Schilderkunst, door V. Jeanne d'Are. Over den Duik-Almanak, door F. W Drijver. VARIA. SCHAAKSPEL. MI LITAIRE ZAKEN: Het gebruik van luchtballons en valschermen tot militaire doeleinden. (Slot) WETENSCHAP: Karl August von Hase. Billroth over de humaniteit in ziekenhuizen. Een verzamelaar van oudheden in verlegenheid door J. J. Harms Tiepen. Een vrouwelijke Phileas Fogg. Voor Dames, door E-e AL LERLEI. INGEZONDEN. RECLAMES. BEURSOVERZICHT. ADVERTENTIEN. Van verre en van nabij. Wanneer men zich uit de mededeelingen van sommige bladen een denkbeeld wilde maken van den stand der diplomatieke onder handelingen, tusschen Portugal en Engeland gevoerd naar aanleiding- van de beschuldi gingen, die majoor Serpa Pinto en consul Johnston elkander naar het hoofd werpen, dan zou men meenen, dat de oorlog op het punt stond van uit te barsten. De Times ver zekert, dat Lord Salisbury heeft gedreigd, de diplomatieke betrekkingen met Portugal af te breken, en geeft te verstaan, dat de En gelsche eska'ders, die zich thans bij Gibraltar en bij de Kaap-Verdische eilanden ophouden, wel eens onverwacht bij de monding van den Taag zouden kunnen verschijnen, Fransche bladen verzekeren, dat de rivier bij Lissabon door Duitsche ingenieurs van torpedoversperringen wordt voorzien. Het Journal des Débuts, voorzichtig en degelijk als altijd, stelt zich geen partij, maar geeft zijnen lezers een paar artikelen vol feiten en cijfers over Portugal's leger en vloot. De Pall Mail Oaxette, zich een e oude grief herinnerd, vindt dat Engeland thans eene schoone gelegenheid heeft om de Delagoa-baai te bezetten. ^ Of Lord Salisbury aan al deze vreeselijke dingen heeft gedacht, weten wij niet. Doch zoo ja, dan heeft hij begrepen, d'at het daar: voor altijd later nog tijd genoeg zou zijn. Wie al te snel en al te heftig is met zijn bedreigingen, ziet zich later dikwijls genood zaakt, op zijne woorden terug te komen, en voor een ernstig staatsman, die het volle besef zijner groote verantwoordelijkheid heeft, is zulk eene retraite altijd pijnlijk, terwijl zij Feuilleton. MIJN EERSTE LIEFDE, DOOR LOUIS DE HAES. Toen ik vijftien, zestien jaar was, vond ik 't ook noodig om verliefd te worden. Och, dat is zoo wat de leeftijd niet waar? Er wordt dan over gesproken, onder de heeren van dien leeftijd op school. Komt men thuis dan merkt men 't aan zijn zusters, die zoo lang zamerhand naar de twintig loopen, en zwermen amateurs in de plooien van haar japon hebben En in de schemering worden er fluisterende ge sprekken gevoerd. Ernstig : dan zijn ze van papa en mama,, die overleggen of de bezoeken van mijnheer Door drijver of mijnheer de luitenant niet een zekere beteekenis krijgen. Zenuwachtig, giggelend: O, da's de stem van een van mnn zusters, en nu zij weer; en nu zij; och God wat hebben ze 't weer druk van avond. Ja, en dan moet je daarbij nog school werk af te maken hebben. Als men nu in zqo'n omgeving wordt opge voed, dan vraag ik ieder redelijk denkend mensch: Had ik recht om ook verliefd te worden of niet ?" Maar ik was anders als mijn zusters; ik toonde met mijn vijftien jaren meer levenswijs heid te bezitten, dan zij met al hare jaren. tournures en kapsels. Ik werd verliefd ; erg verliefd ; dol verliefd ; on die liefde deelde ik met onzen knecht die müleerde schaatsenrijden: ik werd verliefd op 't ijs. Onze knecht was een Fries, die mij voor de eerste maal met een zekeren schroom op het ijs bracht,, alsof 't heiligschennis ware, zulke onbedreven Hollandsche voeten daarop in te wijden: 't ijs was zijn liefje, zei hij altijd. Nu toen ik er tweemaal op was geweest, deelde ik volkomen de teedere gevoelens van in negen en negentig van de honderd ge vallen aan het voor hem zoo onmisbare prestige afbreuk zal doen. Het gaan over ijs van n nacht laat Lord Salisbmy wijse lijk over aan de Jingoe's en hunne organen. Voor eenige dagen is door de African Lakes Compamj, die in Afrika geweldig breede riemen snijdt uit andermans leer, en die daarbij met loffelijke onpartijdigheid de rech ten der inlanders en die der Portugeezen even ge,ring schat, een brief zonder dagteekening gepubliceerd van een ongenoemden agent, die vertelt, dat de Portugeezen op den Schiréof het meer Nyassa Engelsche sche pen hebben doorzocht, de Engelsche vlag, zoo te water als te land, hebben omlaag ge haald en haar met voeten hebben getreden. Waarschijnlijk is dit eene uiterst phantastische lezing van de grieven, die reeds weken geleden door den consul Johnston waren aangevoerd De Engelsche regeering heeft van deze ophitsende en verre van authentieke mededeeling geen notitie genomen, maar de pers destemeer. Eene loffelijke uilzondering maakt het orgaan van den heer Gladstone, de Daily News, die voor de kalme politiek van Lord Salisbury een woord van waar deering heeft, en er op wijs.t., dat al die ge ruchten van dreigende noti's uit de lucht zijn gegrepen, en dat de premier alleen de Portugeesche regeering heeft verzocht, haren agenten instructie» te geven ter voorkoming van handelingen, die eene kalme diplomatieke bespreking der hangende quaestiën zeer zou den bemoeilijken. Waarschijnlijk zal de Por tugeesche regeering- zich hiertoe gaarne bereid verklaren, mits van Engelsche zijde de/.elfde reserve in acht genomen wordeGeheel zonder voorbehoud is de lof van de Daihi News natuurlijk niet. Het blad doet uitkomen, hoe bedenkelijk het is, de taak van een minister-president, zooals Lord Salisbury doet, te vereenigen met de in onze dagen zoo bezwaarlijke van minister van buitenlandsche zaken. Lord Salisbury heeft influenza gehad als nu de onder-secreta rissen Sir James Fergusson en Sir Philipp Carrie in dien tijd het land eens in een oorlog hadden verwikkeld ? Zeer behartigenswaard is de slotopmerking van de Daily News Het blad wijst er op, hoe gevaarlijk het is, zich van het thans zoo ge liefkoosde woord »spheer van invloed'' te be dienen. Als men zegt: »dit stuk land behoort aan mij" dan kan dit waar of onwaar zijn, maar het is in elk geval duidelijk Maar wat beduidt het, als men zegt: »hièr oefen ik invloed uit?" Het gebruik van het woord "in vloed" geeft te kennen, dat men geen eigenaar beweert te zijn. Zulk een toestand kent het internationaal recht niet. »Die toestand geeft onzen knecht ten opzichte van hel ijs, en was ik dol verliefd. Gelukkig was de baan doorgaans ruim genoeg om mijn medeminnaar op een behoorlijken af stand te houden, want eerlijk gezegd was ik een klein beetje bang van hem Mijn zusters waren verliefd op heeren. Ik was verliefd op 't ijs. Als ik een ganschen dag naar hartelust ge reden had, dan keerde ik terug met een vol daan gevoel; met een zweem van een lintje op mijn anders bleeke wangen; met een straal van levenslust in mijn oogen; met spierkracht in mijn beenen, en met een gevoel van moed in mijn borst. Ik verbeeldde mij, dat zich zoo een jongmensch moest gevoelen, die zijn meisje had bezocht. Hij kon geen grootcr verlangen hebben naar haar dan ik naar het ijs. Ik had mijn weg met haastige, driftige schre den afgelegd, verlangend naar 't oogenblik waarop ik mijn .schaatsen zou aanbinden. Honger voelde ik niet; vermoeienis evenmin. Ik joeg met driftig verlangen, het oog tintelend van het wachtend genot. Zoo gaat ook een verliefd man naar zijn meisje niet waar ? H;j heeft baar bereikt; de uren zyn in el kanders gezelschap omgevlogen; het oogenblik van afscheid komt. Nog n lange, vurige, harts tochtelijke kus, en dan met mannenmoed het lot weerziens" uilgesproken. Wat^ een verhoogde levenskracht spreekt er dan uit dat oog; wat een flikkerend vuur, dat tegen niets schijnt op te zien; dat geen be zwaren telt, Dat is het vuur van den hartstocht. Een trolsch gevoel. En zooals nu een minnaar van zijn liefste komt, zoo kwam ik altijd van 't ijs. Was ik nu verliefd of niel ? O, 'k was er dol op" zouden mijn zusters gezegd hebben, maar ik was meer hartstochte lijk uilgevallen en ik verklaarde, dal ik verliefd was op 'l ijs. En was dal nu zoo heel gek ? Het ijs is immers als een meisje: zoo verleidelijk, zoo schoon, zoo verraderlijk. aanleiding tot misbruik van de Britsche vlag, welke steeds onder bescherming van Britsche soldaten moet staan, en niet mag worden uit geleend aan Afrikanen of Europeanen, die haar kunnen hijschen waar zij lust hebben en waar zij ongestraft kan worden beleedigd. Verder moet het verzoek van zendelingen om bescherming door den sterken arm altijd zeer nauwkeurig worden onderzocht. De beste zendelingen dienen zulk een verzoek zelden in, want zij weten, dat hun rijk, even als dat van hun meester, niet is van deze wereld. Zij die met zulke verzoeken voor den dag komen laten zich niet zelden gebruiken als werktuigen van minder geestelijke en minder nauwgezette agenten. Niemand behoeft zich op het oogenblik ongerust te maken, dat GrootBrittanniöeen te klein deel van Afrika onder zijn beheer zal hebben.'' De werkstaking in de Belgische kolendistricten blijft aanhouden. De openbare meening is in dit geval geheel op de band der werkstakers, wier eischen beperking van den arbeidsduur onder den grond tot acht uren en loonsverhooging van vijftien percent uiterst bescheiden schijnen in verhouding tot de reusachtige winsten, die de directiën der mijnen in de laatste maanden tengevolge van de plotselinge stijging der kolenprijzen heb ben gemaakt. De werkgevers beweren, dat zij eene loonsverhooging eerst zouden kun nen toestaan, indien de vroeger gesloten con tracten zijn afsreloopen, die hen dwingen, ver onder den tegenwoordigen marktprijs te leveren Maar dit argument beteekent niet veel, want de behoefte aan kolen is op het oogenblik zoo groot, dat zelfs de ruimste productie nog met een goeden prijs gepaard zou kunnen gaan. Het geval heeft zich reeds voorgedaan, dat de gezamenlijke mijndirectiën, om maar niet aan de eischen harer werklieden te moeten toegeven, weigerden in te schrijven op eene aanbesteding van steen kolen ten behoeve der staatsspoorwegen, ter wijl diezelfde spoorwegen tegen een buiten gewoon laag- tarief' de Belgische kolen, die zij zei ven niet kunnen krijgen, naar het bui tenland vervoeren. Zelfs wanneer men de winstderving buiten rekening laat, die het fevolg is van bet ophouden der productie, an bedraagt het verlies, door het ophouden van het noodzakelijk dagelijksch onderhoud der mijnen veroorzaakt nog meer, dan het toegeven aan de eischen der arbeiders aan de directiën zou kosten Bedenkt men hierbij, dat de arbeiders verklaard hebben reeds te vreden te zullen zijn, wanneer de duur van den werkdag tot negen in plaats van tot Eens reed ik voor 't windje op een mooie, breede baan, mot oogen die vonkten van 't genot, en beenen waar de spieren bovenop lagen, met lange slagen de baan zigzagend. 't Was lekker vriezend weer met een helderen hemel en een vrpolijk zonnetje. Alles goud, kristal en brillant. Ik was de wereld te rijk : ik zweefde in een toverpalcis van milioenen schitterende kleuren. Ik was toch zoo goedig en zoo lief. Ik lachte tegen iedereen, en als 't niet Ie prozaisch was geweest, en ik gevreesd bad, mij daardoor uit mijn hemel te halen, had ik even stilgestaan en den baanveger een dubbeltje gegeven. Doch ik wilde mijn illusie niel verstoren, en riep maar: straks, als ik terugkeer," Neen ik had nog nooit zoo goed en zoo mooi gereden. Mijn meisje was van daag dan al bij zonder lief voor mij. Ik dachl dat ik de beste rijder van de baan was. En hoe 't nu kwam dat mijn oogen die niets zagen, en maar in het onbestemde dwaalden om onbewust te genieten, zich eensklaps op n punt gingen vestigen, weet i_k niet; maar lang zamerhand voelde ik mij in de wereld terug keeren, met mijn volle bewustzijn, waar ik was en wat ik dachl; en ik begreep nu dst ik al een heelen lijd gekeken had naar een slank, vlug meisjcsfigimrtje, dat geheel alleen, de handjes in een mof, met (linke lange slagen elegant voor müuit reed ik kwam haar een beetje op zijde, en zag een lijn, mooi profiellje, met een lief hoedje en een coquct strak gespanne voiletje over het neusje, met kleine bevroren pareltjes van den warmen adem. O! zoo'n lief, teer poppetje. En dat zoo geheel alleen : moet dat straks nog tegen den wind op; 't was onverantwoordelijk. Wacht ik zal me eens laten kijken, en met een paar slagen was ik haar voor, en zwierde met een gratie over de baan, waarvan ik mij zelf nooit bewust was geweest. Niet waar, ik was onweerstaanbaar. Wat is er voor een meisje nu prettiger dan een goed walseur of een flink rijder; en ik dacht er maar niet heel veel langer over, maar mijn slagen inhoudende beschreef ik een mooie, elegante bocht, en ik stond voor haar, eer zij 't wist. tien uren wordt bekort, dan heeft men l)|fc derdaad het recht om het verzet der di tetien willekeur te noemen >f* Het maakt een pijnlijken indruk, dat f&y geeringsorganen zooals het JournaldeBnfS^j^, in deze zaak de partij der mijiiirmatse»«||jfc pijen kiezen, ofschoon de minister van opeS^ bare werken reeds genoodzaakt is gejn aan te kondigen, dat het exceptioneel tarief' van vervoer voor steenkolen, £1 enkele lijnen naar het buitenland zonden, met lo Maart zal worden verin De verhooging had trouwens een jaarl ger moeten intreden, omdat reeds toeal'' prijs der steenkolen geen aanleiding meer . gaf, om den uitvoer van dit artikel door fle bijzonder laag tarief van vervoer te begun stigen. */ KEIZERIN AUGUSTA. De weduwe van den Duitschen Willielm I, de nu overledene keizerin (Marie Louise Aiigustn Katharine) had den tijd van ruim 78 jaren bereikt. Zij was den 3(!i* Ti September i811 als de dochter van den groot-" hertog van Sachsen- W einaar, Carl Friedrich en diens gemalin, de hoogbegaafde Maria PauloWna, grootvorstin van Rusland, geboren. Toen in den winter van 1826?27 aab Jaet hof' te Weirnar do verloving van prins Kart van Pruisen mot prinses Marie van SachsenWeimar gevierd werd, schreef Wilhelm von Humboldt aan Stein o. a, : De zuster der bruid, prinses Augusta, moet, hoewel nauwelijks den kinderschoenen ontwassen, een vaster en meer zelfstandig karakter hebben dan "deze. Haar,Ie» veudige en scherpe geest spreekt uit haar bjlk;, hare trekken zijn in hooge mate sprekend, en' hare geheele gestalte zal zich, wam'.eer zij" niet iet of wat te gezet woidt, binnen enkele jaren nog fraaier dan zij nu resds is ontwikkelen." Een tweede verbintenis tusschen"-V.^ vorstenhuizen van ?'Veimar en Hohenzollern d. -** dan ook niet lang op zich wachten. Den lldeni Februari 1829 had .Je plechtige verloving tn?schen prins Wilhelm ta prinses Augusta plaats', den J Oden Jaui daaropvolgende hield de prinses huar intocht te Berlijn, o?n Uden werd het huwelijk van het vorstelijk paa^ in de domkerk . aldaar voltrokken. De toenmalige kroonprinses Elizabeth, bijgestaan door de keizerin van Rus land, Alexandra Feodorowna, en de groothertogin van Saxen-Weimar bevestigden de kroon op het hoofd der bruid. Den 12den Juni nam het jonge paar zijn intrek in het zoogenaamde sTauentzienschen Haus" Unter den Linden, dat kort daarna tot een paleis verbouwd werd en waarin de grijze keizerin nu is overleden. Het eerste feest dat de prinses aan het Puissische hof bijwoonde, was het beroemd geworden De manoeuvre was prachtig gelukt. En ik vroeg haar naïf, eenvoudig, of ze mij 't genoegen wilde doen een eindje samen te rijden. Op 't ijs, zei ik, was toch zoo'n onge geneerde kennismaking geoorloofd. De brunette (want 't was een brunette) nam het dan ook heel goed op, alsof ze niet anders van mij had verwacht. Doch, terwijl ze mij haar handjes toestak, en wij, bras dessus, bras dessous,^ den tocht voortzetten, flikkerde er iets duiyels in haar bruine oogjes, en zij vroeg mij of ik graag reed, en ik zei natuurlijk, dat ik verliefd was op 't ijs. Nu, dat was toch waar. Maar o ! toen voelde ik het in dien enkelen schalkschen blik, dien zij mij toewierp: er zweefde mij een ongeluk boven 't hoofd: ik: zou in een bijt raken, of zoo iets, maar er goed afkomen zou ik niet; ik was in handen van een ... ja, wel een heel lieve ... maar toch een demon. Maar 't ging toch altijd nog goed, en omdat ik 't zoo graag zoo goed wilde houden, en we nog een heel eindje tegen den wind in terug moesten, stelde ik voor, terug te keeren. 'Geen antwoord. Alleen een vastere kneep met. dat kleine gehandschoendc handje. Ik voelde het, terwijl er mij een ijskoude rilling langs den rug liepV ik zat als in'kleine ijzeren boeltjes, o! zoo lief, maar o! zoo knellend. Wilt u 't dan zelf maar bepalen, als u ter'11» ? wilt keeren, juffrouw ?" Ja dat was haar plan ook. Ik werd in niet moe, dan moest ik maar allepgaan. Wel neen voor geen geld ter w haar immers tegen den wind ? O, dat was heel lief; bad 'n borst, en zaten mijn schaatse; het was een hecle haal. Ja, dat begon, ik zelf ook in . Het tooyerpaleis was als cv oneindigheid opgegaan; de m sneeuw koud wit; de iucht ischerp ; en toen ik mijn h voelde ik, wat ik strak halen. vroeg nog eens -> r.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl