De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 12 januari pagina 4

12 januari 1890 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 655 ?witte en roo.de magie van Sardou, noch e's heerlyke ironie zullen ze mij weerA -allen samen kunnen ze mij mijn korte weefgeven, met mijn onwetendheid en i"*er«ron derde oogen, die het leven gingen fijj. Het was in het cirque Franconi, gede kermis in de Maliebaan. Een paarddie mij goddelijk schoon voorkwam, ver. «p een scnimmel, op een zadel zoo breed als t'.oür. De dame was des te indrukwekkender, vyf of zes costumes over elkaar droeg. het groote witte paard de renbaan afile, stelde zij eerst de herderin voor, die 1 Aen fecfenboom de hemelsche stemmen hoort. trok zij het grove boerinnenkleed uit en den herdersstaf weg. Nu was zy de krijgsen zwaaide het zwaard, het onschuldig -dat geleidt, maar niet doodt, alleen een _ Eeerd crucifix. Dan trok zij het harnas uit ftó" wierp den degen ver van zich (een stalknecht ,,|Hftpt& ze zeker op, maar hem zag ik niet) en fcdrtees weer, als bij de kroning te lieims, geheel *|tt 't wit met leliën; hoog en rechtop hield zijde banier met gouden leliën geborduurd. En al wel wist, dat de bloemen van Frank_ 'de, bloemen van onze koningen waren, 'dia al in eene vaderlandsche geschiedenis portret-medaillons had gezien, zelfs dat koning Pharamond, die misschien nooit heeft," ik was vol vreugde in mijn wlyks ontloken hart ; ik voelde met een zekere «temde fierheid, dat ik, het kleine knaapje er jaar, zooveel eeuwen van glorie, van lijden , Zelfopoffering achter mij had. Intusschen trok paardrijdster het triomfkleed uit, en zij was t slechts een arme gevangene, met een rok aan fljürden, ea droeg om haar tengere polsen een lange """'" dia als een bloemslinger wiegelde. Toen Ik het niet langer uit, mijn gezichtje beik schreide van medelijden. Eindelijk verde schóone dame, die steeds smaller werd, kleed der martelares, een wit gewaad, met "koord om, het middel, de oogen ten hemel, naar borst een klein houten kruisje drukmet de haren achter haar uitgespreid golals een banier, in de roode apotheose van '.«t -Bengaalsch vuur, op den regelmatigen galop «D het witte paard, dat maarsteedsronddraafde, .? wddraafde. ... ik had gewcnscht dat dat maar tilttoos, altoos voortduurde. ''ÏJu dat is zeker het schoonste gedicht, dat ik ? Mfc over Jeanne d' Are ontmoet heb." * * De Jeanne d? Are van Barbier was reeds in ..?Ü73, toen zij gedurende eenige maanden gespeeld \'9rd, van de muziek van Gounod voorzien, die ? >k nu zooveel heeft bijgedragen om de heldin 6t een heiligenglorie te omgeven. Het drama zeer eenvoudig, maar het leent zich zoowel tot L-it vertoonen van grootsche tooneelen als tot het n-tspreken van heldhaftige vaderlandsche woorden; ' it is in drie deelen verdeeld, de zending, de U tornt en de marteldood, ee:i soort van gewijd ___ ^_ _^ et eerste tooneel stelt -de "hut tèTjomréiy v tor. .De oude Jacques ft' Are zit peinzend en ?i^evig in een grooten ste/ei bij den haard ; Jeanne .stipt haar - spinnewiel o^ weinige schreden van a hm. Als, na de eerj'L0 t lachten van den ouden *lto' . zr<*. Sarcey njeanne zich omkeert, en zegt: j-Üwierl is er in haar klaren diepen blik, haar Wchte duidelijke stem, zooveel onpchuld, ernstige sfitHroud, zooveel dichterlijke vroomheid, dat het H: bliek diep geroerd was." Als altijd waren weer P!,- zachte, bekoorlijke eerste tooneelen Sara's .fixrtste triomf van de kenners. Er komen op de achtergrond boeren aan, die lo-.jr' den oorlog uit hun verbrand dorp gejaagd ?;!M.' Jeanne laat ze binnenkomen; haar oog ? 'dt vol gloed bij het verhaal van het lijden dat :'.', te verduren hebben gehad; de oude Jacques )( i nort haar, om de belangstelling die zij heeft 1 ? dingen welke een jong meisje niet aangaan. ?'?'.:? art lang maakt hij zich al ongerust over haar. wilde wel dat zij trouwde, om minder hare .achten met hersenschimmen bezig te houden. -iieeft een flinken schoonzoon gekozen, Thi: , it, die haar ten huwelijk heeft gevraagd. TM1 \:it komt, de vader laat hen alleen, en Jeanne ? rteit hem met opgewondenheid en toch een ieimzinnigen schrik, van de stemmen die : gehoord heeft, van de verschijningen van heii; 3n, die haar bevelen den koning naar Reinis ?. geleiden en Frankrijk uit de handen der En,;ischen te redden. Nu sinds eenigen tijrt heb? de heiligen haar niet toegesproken ; zij heb??. tl haar dus zeker niet meer uoodig, eu dan zal ?, haren vader gehoorzamen, maar zij moet nog as bidden en hen raadplegen. Zij knielt, de < htergrond opent zich en men ziet in de verte ? twee vrouwen verrijzen. Hetgeen zij Jeanne te 'ggen hebben wordt gezongen, terwijl Gounod aar woorden van tijd tot tijd laat ondersteunen <x>r een geheimzinnig koor, dat bevelend en mig den naam Jeanne!" roept. Jeanne geknield, i*ekt als meegesleept de armen tot haar uit, zij :istert in verrukking, de lippen als in extase Jf geopend, met stralend gelaat; Sarah Uernardt was daar bewonderenswaardig, het publiek as tot tranen toe bewogen. In de tweede acte is men aan het hof van jning Karel "VII. Zijne maitresse Iseult sleept em mee tot allerlei vermaken ; als Jcanno ver:hijnt is de favorite zeer tegen haar ingenomen, aar Jeanne's bezield woord weet zoowel haar ?" koning te bekeoren. Vroeger was daar jen groot koor van Gounod, God wil het" ; ^t nu door Jeanne reciteeren, met sleepte in zijn vaderlandsche zaal mede. Sarcey intusschcn ?echt, dat men Sarah, in plaats ?dere klanken die aan haar ke geforceerde krachttirades moet er de stem onnatuurlijk Je zuiverheid van haar harmo;r onder. >,u is bijna enkel muziek. Als n -weii'elen of zij den oorlog 1(-, Jeanne eene toespraak 't aan. Vervolgens komt onvergelijkelijk prach?hèmuziek, terwijl Saat, aan een hoek, ii. Na de kroning wenkt de koning haar, laat haar knielen en geeft haar den ridderslag. Een zeer schoon tooneel als poëie is het begin van bet derde bedrijf, Jeanne's verhoor. Birbier heeft hier de eenvoudige treffende woorden der historie zonder meer tot een dialoog geschikt; bet is zoo eenvoudig, tier, en zelfs geestig in zijn eenvoud, wat het meisje zegt, dat beter dia loog niet te bedenken ware geweest; de dichter voegt er dan een groote vaderlandslievende tirade aan toe, die door Sarah weer met meer kracht dan zy eigenlijk in zich heelt, maar met aandoe ning en enorm succes werd uitgesproken. Toch" zegt Sarcey, is zij daarin niet het best. Onvergelijkelijk is zij alleen in de dichterlijke gratie van haar persoon. Zij heeft houdingen van ongeëvenaarde,fierheid en bekoorlijkheid. Al hare gebaren zijn even juist als elegant. Zij is Jeanne, de Jeanne van ieders drooraen, en dat zonder moeite en zonder onnatuurlijkheid; op alle oogenblikken is zij de levende legende. Eu dat juist is het bewonderenswaardige, die wetenschap om een persoon samen te stellen, zoodat de geheele rol ervan doordrongen wordt". Het slot, de brandstapel, waar zij langzaam en kalm opklimt, en zij op het gezicht der beulen, die het vuur aanleggen, in tranen en snikken uit barst, was een volledige triomf voor Sarah. Ook Jules Lemaitre betreurt het, dat de actrice haar stem forceert voor de groote heldhaftige kroten ; maar ook hij bewondert dat harmonische, hiëratische, naïeve, dat de figuur geheel in het verleden der legenden terugvoert. Eerst speet het mij", zegt Lemaitre. dat Sara de Jeanne zou spelen ; nu zou het mij zeer gespoten hebben als zij haar niet gespeeld had. Deze vrouw heeft eene macht in zich." OVER DEN DUIK-ALMANAK. Misschien baart het den lezer van den Amster dammer eenige bevreemding, dat ik de aandacht kom vragen voor een woorde over een Almanak. Ik zou het ook niet doen allerminst in een wetenschappelijk blad indien 't niet ware een woordje over den Duik-AIinanak." Trouwens reeds de naam kan doen vermoeden, dat wij hier niet te doen hebben met een kalender van de gewone soort. Wat dien naam betreft, de schrijver geeft er zelf de verklaring van: omdat al de bladeren er van «p malkaar liggen en het een bet andere verbergen, op de wijze van den duik, van den don of van den doodboek, in 't kaartespel". 't Kan den lezer bekend zijn, dat men hier en ginds het stapeltje kaartjen, die bij het rondgeven overblijven en ter zijde worden gelegd, den duik noemt. Deze duikalmanak nu, die zoowel als scheurkalender, als ook in boekformaat (duodecimo) te verkrijgen is, bestaat uit 364 blaadjes, aan ne zijde bedrukt, waardoor dit gekit natuurlijk het boekformaat hij zich tevens leent tot het maken van aanteekeningen bij iederen datum. ledere bladzijde bevat behalve opgave van dag en datum en stand der maan, den naam van den heilige, wiël de <!ag gewijd is, voorts een of andre mededeeling omtrent dien "persoon en vciuCï>'.;, volksnamen, onder welke de dag bekend is, do traditioneele spijzen en gewoonten, zooals die op de verschillende dagen gebruikt worden en in zwang zijn, terwijl ten slofte eenige spreuk wordt vermeld, opgevangen uit den mond des volk?. Als voorbeeld schrijf ik af: Vrijdag V.M. den 5en Febr. ten 1.23 v.m. 31 S. Petrus. Volgens bet oud wangeloove en zouden op van dage, morgen ca overmorgen niets anders als knapekinderen geboren worden, wier lichaam na hun dood niet on bederft. Het leven is een winterpad, na weinig droogs, is 't weerom nat. Lauwe, l Januari. Zoo lees ik onder Vrijdag 4 April: Witte Vrijdag, pijnvrijdag. Men lost ecnen gevangene 't goevrijdagkind men kruipt ten kruisewaard, naar 't crupende Cruus, men geeft den kruispcnning. men stort geen bloed, men ontbunselt de kleene kinders, eet waterpap, water brood, brandt goevrijdag aschen enz. Men wordt zonder klokke begraven. Eertijds de eerste dag van 't jaar.'' Zooals men ziet, is hier heel wat wetenswaar dig» neergelegd in weinige woorden. Ook worden nog op atzonderlijke bladzijden alle gebruikelijke of eertijds in gebruik zijnde namen der maanden opgegeven. *) Begrijpt iemand niet, waarom October Bamesse bavomis wordt genoemd, hij zie op den eersten van deze maand, en leest dat deze dag gewijd is aan den heiligen Bavo, lieer Allewin, geb. in llaspengau, patroon van Gent. Wat was het doel, dat de schrijver ? do heer Dr. Guido Gczelle met de uitgave van dozen Almanak beoogde? Geen ander als den beoefenaar der Folklore eenige wenken te geven, en hem eenige zaken onder de aandacht te brengen, die betrekking hebben op volksgeloof en volksgebruik, verbonden aan de verschillende dagen dos jaars. Ik meen, dat dit boekskc verschenen bij A Sift'er te Gent, prijs l fr. uitnemende diensten bewijzen kan bij het onderzoek naar verouderde of nog bestaande gebruiken en eertijds of nog heer- :hend volksgeloof. Voor den beoefenaar der wetenschap in 't algemeeu, voor hen, die zich meer bepaald bezig houden met de Folklore in 't bizonder, is de Duik-Almanak een onmisbaar boekskc. F. W. DRIJVER. *) Voor dit onderwerp verwijs ik den lezer nog naar hetgeen is er over schreef' in do verschillende Afleveringen van Gouverneur's Ouden Huisvriend, Jaarg. 1SS9. V A U I A. PLASTISCHE KUNST. Den laatsten dag van het vorige jaar overleed te Milaan Giuseppe Brentano aan de gevolgen van een hevigen typhus. Do jeugdige, eerst ~£l jaar oude kunstenaar heeft zich door zijn vo'or het bouwen van een dom te Siena en vooral door zijn met den eersten prijs bekroond plan voor de facade van den dom te Milaan als een talent van den eersten rang doen kennen en een groote en schitterende toekomst scheen voor hem weggelegd. Van moederskant was hij aan den bekenden uitgever Ricordi verwant. Het lyk van den niet alleen door zijn kunst, maar ook door persoonlijke beminnelijkheid uitmuntenden architect werd door een talrijke schare ten grave gedragen. Naar de Allg. Zhj. meldt, overleed te M nchen op 61 jarigen leeftijd de bekende hoftooneelschilder Angelo Quaglio. Hij stamde uit een be roemd schildersgoslacht, waarin de kunst van het decoratieschilderon sedert Giulio Quaglio, die in 1601 te Laino geboren werd, met steeds toene mend succes werd uitgeoefend Angelo Quaglio was jaren lang een trouw medewerker vau zijn oom Atigelo senior en vau ziju vader Simou en ook hij laat een zoon als erfgenaam van zijn roem na. Angelo schilderde de meeste nieuwe deco raties voor de hofschouwburgen te München, Ber lijn, Dresden, Stuttgart en Meiniugen; de eerst onlangs voor het publiek toegankelijk geworden prachtige decoraties voor de afzonderlijke voor stellingen voor Korting Ludwig 11 zijn mede alle uit zijn atelier afkomstig. Den Isten Dacember 1S89 vierde hij zy'u 40jarig jubileum. Pierre Olieier Coomans. Op 73jarigen leeftijd is de bekende Belgische schilder, Pierre Olivier Coomans, te Bonlogne sur Mer overleden. Coomans was een leerling vau P. vau Hasselaere, de Kcyzer eu Wappers en trok reeds op jeugdigen leeftijd door twee historiedoeken, De inneming van Jeru zalem" en De slag bij Ascalon", de aandacht. Tusschenl840 en 18')0 ging hij met de Fransche troepen naar Algiers en maakte daar de campagne tegen Abdclkader mede. Na veelvuldige reizen in Italië, de Krim en Griekenland, schilderde hij in het jaar 1855 de Slag van Alma" en het Feest der Philistijnen". Voor laatstgenoemde schilderij werd hem in den Haag de gouden medaille toegekend. Een bezoek aan de opgravingen van Pompei en Horculauura bracht een algeheele verandering iu het tot toen door hem bij voorkeur beoefende genre. De resultaten daarvan waren o. a.: De laatste gelukkige dag te Pompei" en De deliukwent"'. Ook heeft Coomans zich als geestig illus trator doen kennen. De hoeren W. P. vau Stoekum en Zonen te 's-IIage zonden ons een catalogus van een door hen op 30 eu 31 Januari as. te houden verkooping van oude platen eu gravures. Kijkdagen 17 en 23 Januari o. k. van 10?4 uur in Pulchri Studio", Prinsengracht 57 aldaar. De catalogus, is met eenige fraaie reproducties van te veilen prenten versierd en ziet er keurig uit. TOONEEL EN MUZIEK Julüni Gmjarï". Hen meldt uit Madrid: Gis termorgen e j 4 uur is Juliari Gayarréaan de p<*vo!guii van een door longontsteking gecompli ceerde influenza overleden en niet slechts Spanje, maar misschien wel (ie geheele wereld verliest in dezen zanger den grootsten tenor van den tegenwoordigeu tijd. Op slechts 4ü-jarigen leef tijd Gayarréwerd in 1848 in het dal van lioncal in de provincie l'amplona, geboren rukte de dood hem midden uit zijn schitterende loopbaan. Gayarréwas de zoon vau een armen herder; hij zelf hoedde eerst do geilen vau zijn vader en werkte daarna bij een smid te Pamplona, waar hij tevens lid was van Or/co»., een zangvereeniging. Aldaar ontdekte hem de maestro Eslava, die toen aan het hoofd van hot conser vatorium te Madrid stond. Eslava woonde een uitvoering van Orteon te l'amplona bij; Gayarrézong een tolo eu Eslava was verrukt over zijn stem. Hij drong er bij hem op aan. te Madrid te komen, bezorgde hem daar een beurs en gaf hem Lazaro l'uig als onderwijzer. Met de revolutie, toen lluiz Zorilla minister van onderwijs werd, werden die beurzon ingetrokken en was Gayarrégenoodzaakt, voor 2 pesetas per dag in het Teafro de la Zarzuclla mede te werken. Door bet geven van eenige concerten bracht hij daarop zooveel geld bij elkaar, dat hij naar Italiëkon gaan, waar bij nog lang onder allerlei ontberingen studeerde en eindelijk in don schouwburg van Barese in den Khsire d'amore zijn eerste groote succes behaalde. Van dien avond dateert het begin van den triomftocht, dio de koning der tenors" door Italië, Knsland. Oostenrijk, Engeland Frankrijk en Amerika ondernam. Kerst in het jaar 1877 kwam hij weer te Madrid, waar hij daarop in het 'leatro Heul tot aan zijn dood verbonden was. Het publiek van Madrid, ja van geheel Spanje droeg hem als het ware op de handen; zijn zoete stem sn didse roz greep de toehoorders, de beschaafden zoowel als de groote massa, onmiddelijk in de ziel en zij vergaten, dat de groote zanger een waardig vertegenwoordiger van den bel canto noch mooi noch een goed acteur was. In Zargoza, waar Gayarréeens, om een gelofte te vervullen, bij de feesten van de gevierde .Maagd van de zuil?Vin/en del l'ilar?? gezongen had. vond de algeineene geestdrift uiting in een liedje, dat daar tot volkslied geworden is; bet naieve gedicht luidt aldus: ]>fni co.yta htnj en el munilu fine tencmos f\ne at'or«r, el tenor, Jiiltan (Sityum', ij In Yinjen del Pdur. of in onze taal overgebracht: Twee dingen hier op aarde, Mo'eten aangebeden worden; J)e tenor Julian Gayarr En de Maagd van d"e zuil. Piichard Wagner zeide tot den zanger, na bom te Londen gehoord te hebben, dat hij do Lohengrin was, dien hij gedroomd had en Gounod be weerde door hem zijn Faust eerst te hebben lecren kennen. De groote zanger stierf bij volle bewustzijn; de geneesbeeren, die van den eersten dag zijner ziekte ai, zeer bezorgd waren voor bun patiënt trachtten zijn leven door inhala ties van kunstmatige zuurstof, inspuitingen van cofcine enz, tc verlengen; alles tevergeefs. De geen weerstand bieden aan de macht der ziekfe. Hij overleed na een langen zwaren doodstrijd. Zijn nalatenschap bedraagt 3 a 5 millioen francs. Een deel van zijn vermogen heeft hij aan wel dadige instellingen in zijn geboortedal Roncal, waar hij reeds een ziekenhuis en een school stichtte, vermaakt. Voor zich en zijn familie liet hij daar een mausoleum bouwen, waarheen zijn lijk heden van hier vervoerd werd. BIJ PROT. Waarschijnlijk ook al mede ten gevolge van de influenza was het gisteravond in Frascati minder vol dan anders bij een première aldaar het geval is. Les ubsents ucaient tort. Olicette'', operette in 3 bedrijven van Henri Chivot en Alfred Duru, muziek van Edraond Aiidran, den componist van De Mascotta" is een van die luchtige Frausdie werk jes die door het gezelschap vau do hecre» Prot steeds zoo vlug en vlot gespeeld, door ons publiek zoo gaarne gezien wordon. Ditmaal moeten wij ons tot een korte vermelding bepalen. Da hoofd rollen waren in handen van de dames Kulp-Kichl en Buderman eu de hoeren Kreeft, Kelly. Dekeukelaere en Buderman. Een aantal nummers o. a. het Lieve vader ! Ik ben gjbeel van streek," (door Mevr. Buderman gezongen) en het Zee mans-madrigal" van de Mérimac (Kelly; in het Ie bedrijf', de farandole in het '2e en hut matrozenlied van Olivette in, het 3e werden gebisseerd. De fraaiste nummers waren o. i. de finales van het 1ste en iJo bedrijf. De hoeren Prot hadden voir deze gelegenheid weer nieuwe decoraties geschilderd, waarvan vooral de feestzaal in het kasteel Koussillon uitmuntte. De cosiumes waren als altijd keurig; de regie en mise- en scène van den heer Prot Jr. lieten niets te wenschen over. Het aantal schouwburgbranden neemt op schrik barende wijze toe; Budapest, Ziirich. Brussel ? drie groote schouwburgen in luttele dagen tijds afgebrand en verwoest! En nu komt daar nog een vierde bij; het Théatre Alcazar te Ilavre, dat mede dezer dagen tot den grond toe afbrandde. 's Nachts om twee uur werd de brand door een voorbijganger ontdekt eu een uur later stond het geheele gebouw in lichtelaaie. Niettegenstaande (lat de brandweer onmiddellijk ter plaatse was, werd het geheele gebouw een prooi der vlammen. Voor zoover tot nu bekend is, ontstond de brand op het tooneel. Het Alcazar was een van do fraaiste en oudste provinciale schouwburgen in Frankrijk. De chef der clüqiiz te Parijf. Men meldt uit Parijs ddo. 3 dezer: Gister overleed hier een in tooneelkvingen al gemeen bekende persoon, wiens bezigheden een eigenaardig licht op sommige Parijsche tooneeltocstandeu werpen. De overledene boette Fournier en was van beroep chef van de claque. Dat is nu op zich zelf niet zoo merkwaardig; van meer beteekenis is het, echter, dat Fournier een vermogen van ruim een millioen francs nalaat. Dit vindt echter in de eerste plaats een verkla ring hierin, dat het door hem uitgeoefende beroep in den laatsten tijd zeer gecentraliseerd is; zoo stond de overledene bijv. aan het hoofd van de claque van zeven Parijsche schouwburgen, nl de groote Opera, bet Odéon, de BoufVes l'arisiennes, het Ambigu, de Folics-Dramaïiques, de MenusPlaisirs eu den Dejazet schouwburg. In de tweede plaats echter was Fournier tevens handelaar in entréebiljetten. Als zoodanig ont ving hij in de schouwburgen, waar hij tevens chef van de claque was, onmiddelijk van de directie, jaarlijks voor een zekere som. gemiddeld :iO,()0<) francs, entréebiljetten. Natuurlijk werden hem deze biljetten met een behoorlijk rabat, juecstal van O procejit, verkocht. Wanneer nu het stuk dat gegeven werd, succes had, dan stak Fni rnier natuurlijk een deel van de winst daar van in zijn zak. Hiervan ging eciitor weer een gedeelte af voor huur van een lokaal, waarin zijn ondergeschikten hunne biljetten aan den man brachten. De verkoop hiervan vindt namelijk steeds plaats in een vlak bij den schouwburg gelegen kroeg, bier- of koffiehuis; naai' men zegt moet Fournier o.a. voor buur van een tafel in een koffiehuis vlak bij de grooto Opera. 1800 francs per jaar betaald hebben. De directeuren der Grocte Opera te Parijs, de de IIII. Kitt en Gailhard, oogsten thans de vruch ten van hun werkeloosheid gedurende de Tentoon stelling. Zij hebben maar steeds laten spelen en niets nieuws laten instudeeren. Nu regenen op hen de boeten van 2000 en 4000 francs. Als nouvcautés hebben zij in bet gehce'e jaar alleen een ballet van Thomas, Lu 'J'eiii/ictc (r.aar Sbakespeare's Tempest) gegeven, en twee onde opera's nieuw gemonteerd, de liomén et Jitlielle van Gou nod, die van de Opéra-comique Kwam, en de Lneie van Donizetti. Volgens bun contract moe ten zij ieder jaar een nieuwe groote opera geven en een stuk in twee acten (opera of ballet), liet laatste moet om de twee jaar afkomstig zijn van een nog niet op bet tooucel vei schenen jn'u; de Home. De prix de Home nu is de heer Vcronge de la Ntix, wiens Z'i'ire men visluik-ert. Di; di recteuren en hij beschuldigden elkander weder zijds van de vertraging. Zij wil! n nu den llomfo als nieuw werk, en Isi Tempéte als bet werk iu twee acten doen beschouwen. De eigenlijke noureuutébad moeten zijn de Aseuiiio van Saint-Saëns. Hier is de moeilijkheid deze, dat men sedert het vertrek van Itenée Hichard geen groot e alt meer aan de opera heeft en de directeuren beweren dat o r geen te krijgen is. De eenige is volgens ben Mlle Cbavennes te Dresden, wier verbintenis nog 14 maanden te loopen beeft. De directeur Gailhard heeft eene kunstreis gemaakt door Europa, alle alten gehoord, en is zelfs met Rosa Papier uit Weenen en Frl. Luger te Frankfort niet tevreden. Er is wel iets voor hunne bewering tc zeggen. In de nieuwere opera's zijn weinig werkelijke altpartijen, zooals bv. in (icn Ifeuri VIII vau Saint Saëus de partij van Anna, vandaar dat de meeste alten hare stem l'oreeeren om als zoogenaamde, drama tische sopraan op te treden. Ook heeft de l.e.'r ' Gailhard ondervonden dat de meeste zangeressen in Duitschland door do declameercnde Wagnerm,,-/;,,].- i,o,.~ ,.<-.- voor ilet Fransche repertoire,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl