Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 655
l&Q
is zoo eentonig, zoo vervelend, dat alles,
het grieselige" ter afwisseling en tot
vergretig wordt aangegrepen. Alles wat er op
groote ziekenzaal voorvalt, verschaft den
verpleegde zieken afwisseling en
uitming. Alles uitspanning en vermaak !
r wordt bijv. een kraamschut geplaatst
het bed van een stervende
afwisseBng, uitspanning, vermaak ! Hoe jammer! hem
«f haar te zien sterven, zou zeker erg grieselig
; hoe zouden zij er naar kijken, vol schrik
hoofd afwenden, om terstond daarop de oogen
r op den stervende te slaan ! Welk een
afwis.J Beling, welk een uitspanning, welk een genot zou
'<l»t zjjn! Ja, noemt het zooals gij wilt! Noemt
it wreed I Het is nu eenmaal zoo en niet anders!
van nature gezellige mensch is er nu eenmaal
gesteld, zijn eigen ik in betrekking tot de
anmenschen te voelen ; slechts werkelijk grooten
geesten is het gegeven, schijnbaar los van de
wereldziel, zich zelf als wereldziel te gevoelen".
LEEN VERZAMELAAR VAN OUDHEDEN
J IN VERLEGENHEID.
Manus Luifel is een onzer voornaamste
antiquaren. Als het toeval u door de
OudemanJjnispoort te Amsterdam brengt, "moet gij vooral
niet vergeten naar een ouden heer van ruim
ze&tig jaar uit te kijken. Al de twaalf maanden
an het jaar wikkelt bij zicb in zijn langen
pandmet ouderwetschen gewaarborgden snit. Zijn
ige cilinder, die voor de elfde maal zijne
dekollega's de marteling van vervormen heeft zien
. ondergaan, staat hem diep in de oogen, die met
een gouden bril van de vorige eeuw gewapend
zijn, en vergunt u van achteren het genot eener
tentoonstelling van peper-en-zoutkleurig
polkaoaar. Dat is de heer M. Luifel. Hij zoekt en
snuffelt in die tintrijke boekenstalletjes, hij doet
eens een g'eep en trekt hoofdschuddend zijne
jRïL.cihand" terug, welke dan met de linkerhand
in zijne lendenen geplakt wordt en loopt ten
laatsten den Kloveniersburgwal op met een on
derlip, die naar het derde knoopsgat van zijn
jas wil reiken en met de bovenlip een boog
maakt, welke om de hoeken van zijn mond ein
digt in rimpeltjes, die over de punt van zijn
vooruitstrevenden kin voortgolven. "Gij mist hem
tiooit op eene verkooping van oude boeken en
handschriften met ezelsooren. Van te voren heeft
hij op de aangegeven kijkdagen steeds gebladerd
in die oude lederen bandjes of banden, waarover
zwaar vergulde bloemen en ornernentjes zich
Strengelen en op hun dikgeplcoiden rug een
roodlederen vakje met den wijdschen titel dragen.
Hij genoot, als hij met volle teugen de muffe
lucht uit die antikiteiten opsnoof.
Met den tact eens kunstkenners weet hij voor
11 de zelzaamheden op het gebied van oudheid
OP te sporen uit dien oudbakken rommel van
klassieke boeken, brochures, welke hunne
beteekeuis verloren hebben, omdat zij van ouden datum
zijn, ongerijmde en onzedelijke romans en bedui
melde leerboeken, met iuktmoppen en vetvlekken,
die de stempels hunner studenten zijn.
Maar waar hij een vaste plaats heeft, dat is
op eene verkooping van oude munten, penningen
en medailles.
De heer Manus Luifel heeft al sinds jaren zijn
koetjes op het droge. Toch hebben in dat ren
tenierstijdvak de zorgen zijne haren vergrijsd;
toen hij zijne staatsambtelijken dienst vervulde
genoot hij meer rust. Hij heeft een kabinet van
penningen, munten en medailles en niets is hem
ter wereld liever dan die schat van kleinodieën.
Zijne verzameling is compleeter dan die op het
Rrjks-Muntenkabiuet te Leiden; zij doet den
? Minister van Binnenlandsche Zaken wanhopen
en de penningkundige bewonderaars watertanden.
Om haar dit toppunt van volledigheid te doen
bereiken heeft de beroemde antiquaar langen tijd
in Italië, Engeland, Duitschland en elders ge
reisd.
'Nagenoeg twintig jaren besteedt hij al om een
gouden geldstnk van Keizer Vitellius meester te
worden; de knapste penningkundigen ontkenden
het bestaan van dien munt.
De heer Luifel, overtuigd door de algemeene
aanwijzigingen in de oude catalogussen gegeven,
hield het Voor vast, dat het muntstuk in kwestie
ergens lag, onbekend, vergeten, of onzichtbaa.r
door andere oudheden in eene slechtgeordende
verzameling van een museum of iu liet kabinet
van een ongeletterden verzamelaar.
Nadat hij al de museums van Europa door
snuffeld, en de echtheid van den inhoud der ka
binetten van alle penniugkundigen onderzocht
had, was hij onverrichterzake naar Amsterdam
teruggekeerd.
Hij begon te wanhopen, doch daar vernam hij
dat graaf van Maerlandt van Flevo, een even
hartstochtelijk penningkundige als hij, sedert acht
dagen in het bezit was van den kostbaren munt.
Op dit nieuws valt Manu.-, bijna in onmacht in
zijn fauteuil. Zijne huishoudster, een vervaarlijk,
vierkant vrouwspersoon, die hem al meer hare
tanden had laten zien, werpt hem een kan water
in het aangezicht en in een oogwenk krijgt hij
zijn bewustzijn terug.
Zij zegt maar altijd: »de eenvoudigste midde
len helpen het best."
Nu hij, dank zij deze krachtige besprenkeling,
weder kan denken, gunt mijnheer Manus zich
?"en tijd zijn dank over de uitmuntende werking
" het geneesmiddel te uiten : hij zet y.ijn hoed
':t zijn overjas aan pakt zijn wandelstok
jringt de stoep af op straat. De graaf
>? niet ver weg: de heer Luifel heeft maar
;oek om te slaan.
jnheer Manus vliegt als een pijl uit den
f>n, komt buiten adem bij zijn gelukkigen
Xr aan. Hij schelt aan, en zóó goed,
't den trekker in de hand tegen de
valt; doch dat bagatel van een
on?m niet in de war. Hij zal dat
et gat, waar het uit gekomen
tikt steeds er naast op het ko
dat zijn bril als een gevoelige
ountje van zijn neus staat te
is wat aan de deur en om
'-en, stopt hij den trekker
in zijn zak, zet zijn hoed en zijn brüop hunne
plaatsen en wacht.
Op het luidruchtig bellen komt de graaf, ten
prooi der grootste ongerustheid zelf openmaken.
Manus ijlt de wachtkamer in a's een geweldige
windvlaag.
Mijnheer de Graaf van Maerlandt van
Flevo ! roept hij uit, het voorhoofd afwissende,
waardoor zijn hoed hem verlaat om de bloemen
van het Smirnuansche tapijt te besnuffelen, ik
ben Manus Luifel."
De graaf maakt eene buiging, antwoordt met
hoffelijke beleefdheid, dat de naam hem welbe
kend is en verzoekt vriendelijk hem naar den
salon te volgen.
Manus Luifel wil geen tijd verliezen: hij.
komt in dollen haast in het heiligdom des gra
ven zonder den stoel zelf te zien, die hem aan
geboden is.
Ik heb vernomen mijnheer de Graaf, dat
ge sedert acht dagen in het bezit zijt van een
geldstuk, dat voor mij onwaardeerbaar is. Twin
tig jaren loop ik al te zoeken naar die ongeluk
kige munt; haar mis ik alleen maar iu mijne
verzameling. Ik kom u daarom verzoeken, u
smeeken zelfs haar aan mij af te staan. Doe uw
eisch, ik ben uw kooper.
Maar mijnheer! antwoordt de graaf ver
baasd, ik ben volstrekt niet van plan ..
Haar te verkoopeu. Dat is onmogelijk. Gij
wilt mij toch niet van wanhoop doen sterven, of
een ongeluk aan u begaan? Komaan, 500 gul
den geef ik u er voor. Staat u dat aan ?
Geloof toch, dat. ..
Ge vindt dat te weinig. Laat ik het op
1000 gld. stellen en laat ons daarmede den
koop sluiten. Gij wilt mijn dood of den uwen
toch niet, wat drommel ! want uwe weigering
zou een ongeluk ten gevolge hebben, dat ver
zeker ik u.
Het doet mij innig leed, dat ik uw voor
stel niet kan aannemen, hernam de graaf, die
alle moeite moest doen om zijn lachlust te be
dwingen. Nog eens: mijn Vitellius is niet te
koop. Ik ben geen handelaar in curiositeiten ; ik
koop ze integendeel. Mijn kabinet is mijne eenige
afleiding.
De ongelukkige Manus Luifel weet niet meer,
wat te zeggen. Alles wat hij verteld heeft
uitgestaau en uitgegeven te hebben om dat stuk of
nog te zullen uitstaan, laat den graaf onver
schillig. Hij had deze onaangename ontmoeting
niet kunnen voorzien. Men denkt ook niet aau
alles.
Een snik blijft den heer Luifel in de keel.
Als papier zoo wit wordt hij. O ! d^nkt de graal',
als die man hier iu huis eens sterven moest,
zooals hij zeide.
Graaf Van Maerlandt werd aangedaan. De
stomme smart was iu zijne oogen welsprekender
dan het verleidelijk aanbod van den stervende.
Hij begreep, dat het tijd werd, besluit te nemen.
Ik wil uw dood niet, zeide hij tot den heer
Luifel, dat zou een ramp zijn voor de weten
schap en eene wroeging voor mij.
Mijnheer Manus zag hem aan; een straal van
hoep schitterde in zijne oogen.
Daar gij zoo begeerig naar dat ge'd.-tuk
zijt, vervolgde de graaf met een glimlach, wil
ik het aan u afstaan om u een genoegen te doen
en een ongeluk te voorkomen. Ik stel u echter
eene voorwaarde: gij zult mij uit uwe bibliotheek
het werk laten kiezen, dat mij lijken zal, hetzij
boekdeel of handschrift,
-- Zeer gaarne, antwoordde de waardige anti
quaar, die dadelijk een verheugd gelaat zette,
en ik zal u bovendien nog de bedongen koop
som schuldig blijven. Laat inij nu eindelijk die
drommelsche munt zien.
De graaf scheen verlegen.
Ja!... ja!... als ge rnij nu r.og toestaan
wildet ze u morgen of overmorgen ter hand te
stellen, dit laatste uitstel nog maar.
Waarom niet dadelijk ?
Ja... ik weet niet, hoe ik u dat zeggen
zal; het is mij eigenlijk onmogelijk...
Het zij zoo!... ik zal er niet op
iiandiingen .. . Toon ze mij dan ten minste maar even :
Dat zou ik u wel met pleizier willen doen . .
met veel pleizier ook . . . maar...
Waarom aarzelt gij ? Gij kunt mij toch
waarlijk zulk eene geringe gunst niet weigeren.
Ziet gij dan niet, dat de nieuwsgierigheid mij
martelt. Bedenk toch, gnuif, sedert twiuüg
jaren ...
Ik begrijp u best, maar ik herhaal hit u,
het is rnij onmogelijk . . .
Gij hebt haar dan niet thuis?
O ja, ik heb haar zelfs bij mij maar, och!..
maar.. .
Welnu . . . uwe weigering is onbegrijpelijk !
Er heerschte een oogenblik stilte. De graaf dacht
na. Gelukkig voor den antiquaar die ter prooi
der grootste doodsang>t was, sprak de graaf op
beslisten toon !
Gij zult het begrijpen, doch beloof mij het
geheim te houden, dat ik u vertellen ga.
Afgesproken !
Gi.-terenavond laat kwam ik terug van den
Schouwburg, waar ik de opera de Hugenoten
gehoord heb. Kent gij het stuk? Het is prachtig!
Ik ga nooit naar den schouwburg; ik heb
een afschuw van muziek.
Ah zoo, des te erger voor u, antwoordde
de graaf scherp. Maar verder! ik had mijn
Vitellius in mijn zak. Naar huis gaande door
de Plantage, bemerk ik twee mannen met een
ongunstig uiterlijk, die mij schenen te volgen.
Ik verhaast mijn pas, zij doen het ook Ik ga
de gracht op, zij eveneens. Ik zeide brj mij
zelven: als zij rnij den tijd nog laten
indeAmstelstraat of in de Kalverstraat te komen, dan ben
ik gered. In 't kort: ik taast mij als' de wind,
maar die kerels naderden mij hoe langer hoe
meer en op den hoek van den Dam bespeur ik,
dat zij mij op de hielen zijn. Ik ga de Paleis
straat in en die is zoo verlaten als de woestijn
van c-ahara. Geen hoop rnetr .. . To drommel
ik neem mijn Vitellius en breng hfiar in veilig
heid. Ik zou het nooit hebben verkn -prx r, dat
zij in de handen dier schavuiten was ex-komen.
Uitmuntend idee! Sta mij toe u "geluk te
wenschtn, En waar hebt gij ze we! in
veili"hcid gebracht, waarde heer ?
Ik heb haar ingeslikt. Ik had geen keus
tot andere bergplaatsen. Nu konden zij toch
maar mijn goud en geld riemen. I)P schurken
raakten mij bijna aan. Wat zoudt gij in mijne
plaats gedaan nebben?
Te drommel, hetzelfde waarschijnlijk!
Zooveel te beter. Maar gij weet nog niet
alles. _ Wat nu het verdrietigste tri die belachelijke
geschiedenis wei-d, was, dat de beide kerels'op
hetzelfde oogenblik voor eene deur stilhielden, den
sleutel in het gat staken en bedaard hun huis
binnentraden.
De heer Manus Luifel ontving eenige dagen
later de zoo vurig begeerde munt. Het scheen,
dat hare laatste verhuizing haar bijzonder goed
gedaan had ; zij zag er kostelijk uit.
Graaf van Maerlandt van Flevo, die door eene
lichte ongesteldht-id het bed houden moest, ver
ontschuldigde zich per brief, dat hij het kostbare
kleinood niet zelf had kunnen ter 'hand stellen.
J. J. ILuois TIKPEX.
EEN VROUWELIJKE PI1ILEAS FOGG.
Xelly Bly ahlns heet het dappere meisje,
dat kort geledon ecu reis orn <!e wereld
aauvaardilc. die, zij binnen 70 dagen ten einde wil
brengen Dat wil zoggen, haar werkelijke naam
luidt heel anders. Nell' lily" is een pseudoniem.
Maar hij is zoozeer met zijn draagster
saamgegroeid, zij heeft ilien zoozeer een hoe zal ik
het 70(;o;en een zekere notarife.it, weten to ver
schaffen, dat doze. voor het groote publiek ten
minste, haar werkoliikon naam gehool verdrongen
heeft. In de JV.i.'n1 Lïoi/d deelt F. Steinitz mede
wat do Amerikaanscho bladen omtrent bun geni
ale landgonoote weten te molden. Sedert die
resolute jonge dame in opdracht van den
XcirYt/rk ITernld do reis om do wereld aanvaard heeft.
wordt haar naam in allo couranten genoemd en
reu ieder vraast : Wie is zij '.J Wat is zij r Is zij
jong of oud ? Een geëmansipeerde Id.mwkous, die
voor do rechten dor vrouw strijdt en hot bewijs
wil leveren, dat hetgeen oen man gelukt is, ook
een vrouw moot gelukken, ja door haar kan wor
den overtroffen'? Kon ernstige
ordiTzoekingsreizigsfcr, dio ha ar drang naar kennis tracht to be
vredigen? Of een geestverwante van R'unurn. wirr
voornaamste doel lier is. over zich te doen spreken V
Gerrrudc Athcrton deelt het. volgondo omtrent
haar mede : Ik zag nooit een eenvoudiger, be
scheidener, minder pretentieus meisje, dan deze
jonge, in de uitoefening van haar beroep zoo koene
on zelfstandige journaliste in het dagoüjksch leven
is. Zij heeft dit zoo streng van haar beroepsleven
gescheiden, dat bijna niemand hanr werkelijker!
naam kende. Zij dweept volstrekt niet mot haar
beroep en wanneer zij niet voor h i re. moeder en
voor zich zelve den kost moest verdienen, zou zij
hot reeds lang vaarwel gezegd, ja nimmer gekozen
bobben Zij hooft zeer weinig respect voor hare
mannelijke collega's, want deze maken haar haar
taak moeilijker, daar zij haar steeds dwingen, als
vrouw op hare hoede te zijn. Zij is even in de
twintig jaar, tenger on slard! aebrmwd, heeft zwart,
kroozig haar en CPU donkere teiut. Hare groote
grijze oogen en vierkante kin «even aan haar
overigens kinderlijk jeugdig gelaat iets iu hooge
rnate energioks, maar niets in haai' doen en laten
zon den oningewijde doen vermoeden, dat dit
stille, zachte meisje de knapste, meost beminde,
min of meer beruchte journaliste Nell' iily is."
Omtrent zich zelve zegt miss IJly het volgende:
Ik heh «ecu stijl, en dat juist is het. wat den
menschen in mij bevalt, daarin alleen ligt het
gehcelc geheim van mijn succes. Ik vertel alles
wat ik zie en hoor. zoo ongekunsteld en onopge
smukt mogelijk, ik schets personen, gebeurtenissen
en feiten, zooals zij in werkelijkheid zijn en juist
omdat ik een scherp oog voor alle mogelijke
kleinigheden heb, word ik door de op sensaties
beluste menigte verafgood."
In een volgend nummer hopen wij eenige aan
Amerikaansche couranten ontleende bijzonder
heden aangaande de verschillende phasen van
Nell' Bly's journalistieke loopbaan, vanaf het be
gin harer carrière tot op den dag, waarop zij haar
reis om de wereld begon, mede te deelen.
VOOR DAMES.
JWewre Kupwh. Keizerin
Victorin Aii.r<H*te. Paiuicn.
Gelijk meermalen, hebben do Wcenor kappers
weer besloten, ccne revolutie in de mode van het
haar te dragen to brengen. Wij vermeldden in
dertijd een coiffure Siéphanie die geen succes had:
in do eerste dagen van dit jaar is er weer een
congres gehouden, waar de nieuwe kapsels voor
1890 zijn uitgekozen on geproclameerd". De ver
gadering, uit vakmannen on dames bestaande,
stcldo een vijf'al kapsels vast, die door hen zul
len geleverd worden. Alle hooge kapsels zij;i
vooreerst in Weenen in de ban godaan. Het haar
moet lang of halflang zijn, en wel in de volgende
vcrschcidcidicdon :
1. Coiffure Vindoliona. Het haar wordt als een
kruis gedeeld; van achteren wordt een knoop ge
logd ter bevestiging; hieraan worden twee kleine
vlcehtjes vastgestokcn waarvan men de uiteinden
in papillotten zet, dan frisecrt men het voorhaar.
Het haar wordt dan als oen cntorjan naar achte
ren samengevat, maar loopt in krullen uit. Om
hot voorhoofd loopt een bandean, met een
rozenslinger versierd.
2. Coiffure Piinccsse Metterniclt. Het haar
wordt van boven af in drie deeleu gedeeld; van
ieder deel deel links en rechts wordt oen beetje
gefriseerd op het voorhootd, en verder al het voor
haar in den nek samengevat in een gedraaiden
wrong. Het middelste doel wordt weer in tweeën
gedeeld; daarvan het bovenste gefriseerd tot
halfopstaande randen, en het benedenste tot lussen
en een Engelschcn knoop besteed. Als versiering
dicncu veeren on bloemen in gelijke kleur, die
op den kruin en laag in don nek worden aange
bracht.
«''- Coiffure a la prince^e BAitricf. Hot haar
wordt van voren van oor tot oor gedeeld, naar
achteren gekamd en op do kruin saamgobonden;
hot voorhaar wordt dan licht gecolfd en over een
crêpt' bij het kruinhaar bevestigd. Twee derden
van dit saamgchondene wordt in twee arabesken
naar beneden gefriseerd, en van het overige twee
lussen naar voren aangebracht. Aan heide zijden
golft men het iiaar. Hierbij past als versiering
oen Kranschc voorhoofdband cu een
blocnien-gurrlatide.
4. Coiffure w/ss G runt. Al hot. haar wordt sa
mengenomen en naar achteren gebonden, van
voren naar achteren worden crroote
Htcjdianiogo!ven ingebrand, daarop wordt het haar tot een
Eugolschen knoop opgenomen en uit do haugendo
lokken er oen paar gekruld. Men versiert met
twee halve cirkels van mosrozen.
5. Cni/jiirc VnJi'rir. liet haar wordt van voren
fantastisch gegolfd, van achterin tot rp do helft
gebonden, ingedraaid, dan de punten ais krullen
gearrangeerd, het boncdonhaar voor do beüt iu
lussen opgcfrrseeril. de andere helft ook \voc-r als
krullen naar benoden gelogd, on bet kapsel van
voren in het midden door een met de krullen
verbonden bonqnct versierd.
Do Keizerin van Dnitschland droog o,]) de
nieuwjaarsreceptie oen toilet, d.it zich door
ariistiokon smaak onderscheidde, en aan Titiaan of
l'aul Voroiip.se, deed donken. Op een rok v;m dra\>
d'argcnt, met een rand van goiidhnrduursol be
dekt, droeg zij ecu corsage on halflangcn sloop
van dorkcr blauwgroen fluweel. De mouwen
warou aan de schouders zeer lioo^ ; hot oorsake laag
uitgesneden. Om de hals was do ordekoion van
don Zwarten Adelaar gelogd : on het, hoofd droe.;
de keizerin pon klein kapothocdje van goudknut,
lichtblauwe zijde- en veeren, met een agrafe van
brillanten vastgemaakt.
De keizerin hooft aan de zesjarige prinses Hale,
het jongste dochtertje, van don Su'.hv.i. als Kerst
geschenk oono rijke verzameling popp"u. io.ler
met een volledigcn uitzet, doen toekomen.
Men beweert dat, nu er zooveel diamanten
komen, do parel weer hooger in prijs zal worden,
te, meer omdat paarlen niet, zooals diamanten,
het eeuwige leven hebben. Zij vergaan ; eenaan
tal beroemde parures in Engolsche hcrtogsfamiliën
l G al cl
17 c.'! e2
d i ei i
f 8 c7
Zie diagram.
Eindstelling eener partij gespeeld door
11 Hein, te Maagdeburg.
ZWATR'."
18 f,'! c:!
19 dl b<;
20 d.'i dl
21 b(i e.r>
'22 cl c.'J
2.'! f l cl
'21 cl c2
2f> c:> cl
d(!
2G
'27
'28
29
c'2 X l-'(l
e2 f 4
'M c(!
c8-j;U cS 18 mat.
() u
(18 .17
d7 b
f8 ('7
g7 - pi!
e7 dS
f7 - g7
g'! - «?"'
P'"> X * J
f-l t.'l
i'4 i:;
d8 hl i
g8 --f7
tl. BS c-(i is bete
//. l'outiel' is (17 X
Beter ware f s -- e.r>.
c. ^>u begint ile zwarte looper van wit ecnen nvi rwf^r-n
invloed te ycrlmj^en. Beter ware w-aarsehijnlijlv --e\\r. >t j
voor zwait, zoo hij het paard i-5 op e4 had gebraeht. d,in j
zou deze eoa vrij i;oed oüdersti'Und on unddenpion als 'iu'"ii- ]
wieht hebben gekregen. Buitendien bliil'L zw;>'t->,
t"-'1kelidir n,-l,v.,,.
d e
UIT
De heer P. A. Wennckendonk, pres. der I'tr.
Werkl. M'liaakvorecniging. liet mij ton geschenke
gezonden schaakhoek van bovengenoemde
schaakverecuigir.g blijf ik wachtende, liij voorbaat dank.
r.UlTENLAXDSCU NJEUW.S.
l'it Havana ontvangen wij bericht, dat de in
ons nummer van !.'> Oct. 1.1. aangekondigde match
tusschen do HU. Tschigorin on Giuisthnrj: oen aan
vang heeft genomen, waarin de heer T. drie par
tijen, on <>. de vierde partij heeft gewonnen. Er
blijven dus r;og zes partijen te spelen.
Bij het ter perse gaan ontvangen wij r.og het
bericht dat de vijfde partij remise was.
MEDEDEELING.
Wegens sterfgeval en ongesteldheid
kondPiwij in de vorige week geenc bijdrage voor de
schaakrubriek leveren.