De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 19 januari pagina 6

19 januari 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

.DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 656 Dé. vrouw richtte nog een paar vragen tot de ongelukkige vreemdelinge" en ontving antwoor den, die het bloed in hare aderen deden verstij ven. Zij wenkte de andere aanwezigen, en in een oogwenk bevond Nell' zich geheel alleen in het armoedige, kleine salon. In de kamer daarnaast ging het echter levendig toe. Men moet de politie roepen", zeide de een. Ik wil den nacht niet met een krankzinnige onder hetzelfde dak door brengen,", riep een tweede uit. Ik ook niet!" klonk het van alle kanten, totdat eindelijk een der vrouwen, een moedig, medelijdend schepsel, .Bet wist door te zetten, dat men het arme, krank} zinnige kind dien nacht nog daar zou laten; zij > zelve zou bij haar blijven, zoodat men voor geen 1 ongeluk bevreesd behoefde te zijn. Dit plan werd goedgekeurd en hoe weinig Nell' Bly zich ook door de geheel overbodige goedheid dier brave zich geroerd gevoelde, of haar daarvoor dank weet, moest zij zich toch in het onvermijdelijke schikken en zich door die vrouw naar haar slaap kamer laten brengen. Zy durfde niet te gaan slapen, uit vrees dat zjj in haar slaap zou kunnen spreken of wanneer zJB plotseling wakker -werd, uit haar rol zou val len en zou verraden, dat zij wel degelijk goed bij haar zinnen was. Zij ging daarom op den rand rjvan haar bed zitten en het gelukte haar zoozeer, j de goede vrouw, die bij haar waakte, door baar gedrag angst en schrik aan te jagen, dat deze, , zoodra de dag was aangebroken, er zelve op aan drong, de waanzinnige onder de hoede der politie / te stellen. In het politiebureau wist zij het diepe ?| medelijden der ambtenaren op te wekken. Zij was i ZOO jong, zoo mooi, en de bekwaamste genees. heeren van New-York verklaarden nog dienzelfden 'dag dat zij ongeneeslijk krankzinnig was! Zij werd voorloopig naar een der ziekenhuizen ge bracht en van daar later naar een krankzinnigen gesticht vervoerd. Gedurende haar verblijf in het ziekenhuis verkeerde zij voortdurend in angst, herkend te zullen worden. Alle reporters uit de stad zochten baar op en alle couranten bevatten /ellenlange berichten, beschouwingen, vermoedens, enz., omtrent het arme, onbekende kind, dat tot teeuwigen waanzin gedoemd was. Soms, wanneer zij onder de vele ernstige en langdurige beraadslagingen der geneesheeren haar lachlast niet meer kon bedwingen, bedacht en schiep haar vindingrijke geest situaties, waarin zij aan haar vroolijkheid den vrijen loop kon laten en waardoor zij het geloof aan haar waanzin nog versterkte. Eindelijk werd zij naar een krank zinnigengesticht getransporteerd. Hetgeen zij daar ondervond was meer interessant dan aangenaam, doch zij had haar doel bereikt. Zij bleef daar \lien dagen en eindelijk, nadat, zij half uitgehon gerd en naar lichaam en ziel uitgeput was door Je inspanning, die het haar kostte, niet uit haar .rol te vallen, gelukte het den heeren Pullitzer en \pockerill, baar de middelen te verschaffen, om de Traakzaaumeid harer oppassers te verschalken. Jfog dienzelfden avond zat zij aan de schrijftafel en begon aan haar achttien kolommen lange be richt voor het Zondagsblad van de World. l Middelerwijl was hare ontvluchting ruchtbaar geworden, doch daar de motieven daarvoor niet gekend werden, verhoogde deze nog slechts de algemewie deelneming en het medelijden voor het arme kind. Die ongelukkige! Waar kon zij toch z\jn ? Waarom had men haar niet beter bewaakt? Misschien was zij wel slecht behandeld? en meer dergelijke vragen vulden de couranten en overal 'werd ijverig naar de ongelukkige gezocht. Daar brak de Zondag aan en verscheen het bewuste Zondagsnummer van de World" en do op sen saties beluste menigte juichte en jubelde. De andere bladen, de doktoren waren woedend, maar Nell' Bly was beroemd of liever, zooals zij zelve verstandig genoeg is te bekennen, berucht geworden. In elk geval was nu haar weg gebaand en al is deze ook geen effen pad, al zouden voorzich tige vaders, bezorgde broeders of minnende echtgenooten, de aan hunne zorgen toevertrouwde meisjes en vrouwen zeer zeker niet gaarne zulke wegen zien bewandelen, Nell' Bly vervolgde daar op hare schreden, er. had de lachers op haar kant. Zij ondernam en volbracht dingen, waar aan een man nog nimmer gedacht, waaraan een vrouw zich nog nooit gewaagd had, dingen, die het ons onmogelijk maken, in haar het naar W\j in ons vorig nummer mededeelden door Gertrude Atherton geschetste, echt vrouwelijke, bescheiden meisje te zien, doch die ons met be wondering voor den moed, de handigheid en het scherpe verstand van deze vrouwelijke reporter ver vullen. Zij heeft zoo wat van alles bij de hand ge nomen, om hare eens verworven beroemdheid te handhaven. Honderde avonturen van den meest gevaarlijken aard, waarin slechts hare koelbloedig heid, haar moed en haar schranderheid haar leven redden, honderde anderen, waarin wij ons moeten vastklampen aan het jezuitische //het doel heiligt de ;«niddelen" om ons beleedigd gevoel van fatsoen en schaamte tot zwijgen te brengen. Zoo liet zij zich b. v. met de verachtelijkste vrouwelijke wezens opsluiten, om iets omtrent het leven in de gevangenissen te kunnen mededeelen, liet zij zich door boos doeners omhelzen en kussen, om hen aan de Straffende hand des rechters te kunnen overleveren. Doch, wat zij ook moge gedaan hebben en hoe ?zjj dit deed, er bestaat alle redenen om hare '" ^ichten omtrent de nu door haar ondernomen 2 fote reis met spanning tegemoet te zien. Als journaliste zelfs in de Arnerikaansche beteekenis van dit woord is Nell' Bly onovertroffen en het hier medegedeelde geeft o. i. genoegzaam 3en antwoord op de vraag, wie en wat zij is. VOOR DAMES. Mad. Juliette Adam. Huwelij ken. Baltoiletten. Mine. Olympe Audouard. Ondanks de zonderlinge politiek der Nouvelle met hare verdachte onthullingen omtrent buitenlandsche diplomatie, is mevrouw Jnliette ?vi nog steeds een der merkwaardige vrouwen it hedendaagscho Frankrijk. Oostelijke grens pleegt men, wegens haar vaderlandsliefde, ook haren kun stlachelijk te maken, en de begunstigster aanspra kelijk te stellen voor de dwaasheden, door hare vroegere begunstigden Paul Déroulède en anderen begaan; dit neemt niet weg, dat Frankrijk in haar een zijner uitstekendste burgeressen te be wonderen heeft. Wat zij te geven had, heeft zij gegeven. In den beginne was de Republiek in discrediet bij al wat op fortuin, geboorte, wereldsche beschaving, kon roemen. Mad. Juliette Adam, schoon, geestig, beminnelijk en schatrijk, opende hare salons voor de welopgevoeden en minder welopgevoeden van de nieuwere mannen en vroeg enkel naar verstand en toewijding aan de Republiek. Gambetta zag hare groote waarde voor het nieuwe régime in, en was de getrouwe bezoeker zoowel op hare feesten als op de ver gaderingen waarmede deze afwisselden. Bij haar deden de dichters en schrijvers der nieuwe gene ratie na den oorlog hun vaderlandsche drama's en liederen hooren; toen er een orgaan noodig was, naast de monarchale Rtcue des deux Mondes, besteedde Mad. Adam schatten aan het oprichten der Nouvelle Revue; niets was haar te veel,noch moeite, noch vriendelijkheid, noch enthousiasme voor allen en alles wat aan de Republiek dien stig kon zijn Toch is zij niet, zooals Gambetta en vele zijner vrienden, een zuidelijke. Mad. Juliette Adam is in Picardie geboren ; haar eerste werk echter, Voyage auteur du Grand Pin, beschrijft het Zuiden, de boorden der Middellandsche Zee, en haar geheele levensbeschouwing is een antiekGrieksche, een bloemrijk pantheïsme vol liefde en emotie, een zonnegodsdienst, een dwoepen met vrijheid, schoonheid en vaderlandsliefde, gelijk in de oude Grieksche republieken. Haar volgende werken behandelden telkens hetzelfde ideaal; Grecque, eer een gedicht dan een roman, dat den vrijheidsoorlog op Creta be zingt; Laide, waarin, op de wijze van Gcorge Sand, philosophie en poëzie vermengd worden, en de schoonheid der vormen tot een warm gods dienst verheven wordt; Païenne, met eene voor rede aan Dumas fils, op zichzelf een poëem, mystiek en zinnelijk, zeer intellectueel en toch frisch, op de wijze der antieken. Wat Mad. Adam (als schrijfster Juliette Lambcr) verder heeft geschreven, bad meest alleen onder geschikt of oogenblikkelijk belang. Mon rillage, Récits d'une pai/sanne, L'Education de Iiaure, La chanfon des nouveaux ponx. Idees antiproudhoniennes. Poètes Grecs contemporaine, La patric hongroise zijn van voorbijgaande waarde, maar iedere bladzijde geeft getuigenis van een kloek verstand, een rijke verbeeldingskracht en een warm hart. Niet lang na den oorlog, op een avond bij Victor Ilugo, gaf de oude dichter zijno verwon dering te kennen, dat gedurende doze onvergete lijke periode, niemand er aan gedacht had, zijno indrukken omtrent de gebeurtenissen van den dag op te schrijven. Ik heb het gedaan", zeide Mad. Juliette Adam: ik heb in brieven aan mijn doch ter, het geheele dagboek van het beleg gegeven". Op Victor Hugo's aandringen zijn toon"de brieven in den Rnppel verschenen en later als bundel, ie siège de Paris, uitgekomen. liet is een indrukwek kend boek. waar do feiten zoo, zonder phrases, zonder vue d'ensemble, in hun ruwe opeenvolging, achter elkaar komen. Het geloei dor vólksmenigte, de bewegingen der troepen, koude, honger, brand, ellende, hier een schoone daad. daar een droevig feit, angst en schrik, portretten van do Communehelden met een paar trekken geschetst, studiën van de nieuwe mannen, waarvan enkelen geble ven, velen verdwenen zijn, vormen een bundel zeer interessante herinneringen. Mad. Adam had toen reeds het oog op wat, worden kon. op het organiseeren der Republiek als geordend so ciaal lichaam, al wat zij later met zooveel ijver en toewijding heeft holpen tot stand brengen. Wat zij al aan de Republiek gedaan heeft, hetgeen deze haar verschuldigd is, bestaat uit zooveel kleinigheden, zooveel toewijding van alle uren, attenties, offers, pogingen, zelfverloocheningen, kleine overwinningen, dat men het nooit voor do helft weten zal Mad. Juliette Adam is nu reeds lang groot moeder ; velen harer vrienden behooren tot het verledene; haar invloed is niet meer wat hij was; men heeft haar in vele opzichten, na van haar geprofiteerd te hebben, slecht gediend ; maar als edele, sympathieke figuur verdient zij eene plaats onder de merkwaardige vrouwen van haren tijd. Naar aanleiding van het huwelijk van de jonge hertogin d'Uzès met den hertog do Luynes. geeft een der Frausche chroniqneurs een classificatie van de huwelijken in do groote wereld, als mariages grandioses, pretentieuze en li'gunts. Tot de eerste soort behoort bet aangehaalde ; bruid en bruigom van ouden adel, schatrijk, en door hun families aan het hoofd der allergrootste wereld staande. Een bisschop komt bet huwelijk inzege nen ; equipages en bedienden zijn voornaam, maar zonder to veel kleuren; voor de kerk zijn vier duizend invitaties gezonden; ruim en sacristie zijn met Oosterscne planten volgezet: het koor wordt gevormd door de muitrise en het koor van het kerspel, geen operazangers. Op de godsdienstoefening volgt een lunch voor een vijthonderdtal invites hoogstens; bet hotel is van beneden tot boven, als voor een bal gedecoreerd; de eetzaal is als buffet ingericht met al het oude i'amiliezilver. Eenige dagen vóór het hu welijk is de soiree de contrat; een geinviteerde receptie, uitstalling der huwelijksgeschenken, een raout waar men zooveel menschen ziet ais mo gelijk is, en waar ieder van de keunissen ge weest moet zijn. Het pretentiense huwelijk heeft eenige details anders, en duurder vooral. Er zijn minder invites bij den lunch, maar alles is geraffineerd kostbaar; de kapel der Nonciatuur is aangevraagd voor de huwelijksplcehtigheid; de solo's, van Pa'estrina, worden gezongen door Lassalle en Jean du iieszké, van de Groofo Opera; de nuntius zelf' houdt een rede, half Fransen, half Italiaanse!): aan hot eind komt per telegram de zegen van den Paus, die aan ieder der genoodigden afzonderlijk wordt meegedeeld. De derde soort, een elegant huwelijk, is een voudig, onberispelijk, on niet kostbaar, liet wordt ingezegend in de kerk van het kerspel die voor de gelegenheid versierd is. Niet te veel mcuschon ; equipagcs eenvoudig, op zijn Enge^eh; livreien zonder extra galon. Voor den coupéder jonggehuwden is een span raspaarden onontbeerlijk. Geen buitengewone zangers; een paar elegante jonge meisjes als r/n<?tmscs; een lunch van hoog stens honderd mcnschon, zonder buitengewone weelde; vooral niets, dat niet met de aanstaande positie van do beide jongelieden en met liet ver leden van hun beide families overeenkomt. * * * Uit de baltoiletten voor dezen winter blijkt weer, hoe hef oog voor kleuren langzamerhand verandert. Combinaties die vroeger gesebokt zouden hebben, doen nu aangenaam aan. Wij vermelden twee costumes, die onverdeeld succes hadden aan het Engelsch hof. waar ze door een Parijscho modiste waren heengezonden. Rok van boitton d'or satijn, en dit goudgeel omgeven met eene niche van zeer bloeke rozen, door een paar lange rozeiiguirlaudes in dezelfde kleur met bet middel verbonden; over den rok en over bet corsage een sluier van gele tulle in dezelfde nuance iiou^on d'or gedrapeerd, en met de bleeko, half verwelkte rozen vastgehecht. Corsage l>fbéir.et niche om den ronden hals en epauletten, alles van dezelfde rozen. Hot andere was bleek grocnblauwe zijde; den onderrand vormt een dikke tonft'e van donker fluweelen riolc/les de Puniie; een overkleed van tulle in donzelfden vorm als bij bet vorige costuum is van de kleur der viooltjes, terwijl het gladde zijden corsage een Zouavcn-jakjo heeft vau flnweelon viooltjes. Te Nico is Madame Olympo Audouard overleden. Zij bad een zeer onrustigen levensloop en heeft, ocriige jaren geleden, veel van zich doen spreken. In 1830 schoren, was zij nog zeer jong met een notaris te Marseille getrouwd ; onvcroenigbaarheid van do beide humeuren leidde echter tot een scheiding, en Olympe Audouard ma;tl:ie terstond van do herkregen vrijheid gebruik om eenige jaren lang te gaan reizen, vooral in Turkije en Egypte. Toen kwam zij te Parijs terug, zette er een modewinkel op. maar ook dit verveelde haar. Zij maakte kennis met Alexaudre Dnmas fils het was in de periode van tv.o-la!" on wierp zich mot hem in den strijd voor de rechten der vrouw en bare positie tegenover den man. Zij gaf een roman uit: Cnmmc-nt ciiment les ttommes, waarin zij de sterke sekse zeer onaangename, dingen toevoegde, die zij later in hare conférences herhaalde. Zij richtte tijdschriften op, de Rente Coxmopnlite. de PnpiJJon, en sprak steeds over de emancipatie der vrouw. Een reis naar Amerika, waar zij in alle groote steden voordrachten hield, bezorgde, haar groot succes, vooral door haar talent als spreekster: in Parijs teruggekomen rond zij er ceuige teleurstel ling. Zij wendde zich nu tot het spiritisme, en schreef een boek, dat oud.-r de volgelingen van Allan Kardec een groote reputatie geniet. Olympe Audouard bad een leveudijren geest en een goed hart; bij bet, beien; van Parijs ma,akte zij zich maanden lang als ziekenoppasster verdienstelijk. E?e. Allerlei, De, <lneh van liismarck. De Rente accidémique mcnsuelle beeft uit Berlijn inlichtingen ontvangen omtrent eenige bijzonderheden uit Uismarck's jeugd, bijzonderheden, die een eigenaardig licht op diens karakter werpen. Men meldt baar name lijk, dat Bismarck gedurende zijn studententijd ongeveer zestigmaal geduelleerd heeft. Daarbij werd hij slechts eenmaal gewond; het litteeken is nog zichtbaar. De student, die hem die wonde toebracht, heette Biedenweg, was te Bremen gebo ren en overleed als procureur-generaal te Stade. Donderdag werden in de Menagerie Ptzon, die haar tenten had opgeslagen in hét Panorama op den _ Boulevard du Ilainaut te Brussel, een ver schrikkelijk drama afgespeeld _ In twee aangrenzende kooien waren een prach tige Numidisehe leeuw en een groote gevlekte hyona opgesloten. De laatste kon baar buurman niet verdragen en droeg hem een woesten haat toe. Dag en nacht zocht zij naar een uitgang, om de kooi van baar buurman te kunnen binnendrin gen. De leeuw stoorde zich volstrekt niet aan hot gejank van zijn vijand en bejegende dit mot koninklijke minachting. Donderdag hadden de bedienden juist de kooien schoongemaakt, toen zij eensklaps een verschrikkelijk gebrul vernamen. Zij kwamen toesncllen en nu zag men, dat de bycna zich op den leeuw geworpen "en bas r klau wen diep in den nek van den koning der dieren had geslagen. Mevrouw Castanel, de dierentemstcr, dio mede was komen toeschieten, aarzeide geen oogenblik; in hare gewone kleeding, slechts gewapend met eeu karwats, begaf zij zich in de kooi, trad op de hyena toe en gaf baar zulk een barden slag met de karwats op den muil. dat het beest in zijn eigen kooi vluchtte. Inmiddels was de leeuw naar de dierentemster toegekomen en sloeg haar mot zijn poot ter aarde. Die slag was vreeselijk aangekomen, de Weeren der moedige vrouw waren aan Harden gescheurd on baar linkerbeen was tot op het been ontvleescht. Mevrouw Castanel wist echter met bewonde renswaardige energie weer overeind te komen en diende nu op haar beurt den leeuw met haar karwats zulk een dracht slagen toe, dat bij ach teruit deinsde, en zij daardoor de gelegenheid kreeg, de kooi te verlaten. In bewusteloozcn toestand werd zij naar bare woning vervoerd. Haar toestand is niet veront rustend, hoewel hare wonden haar verschrikkelijke pijnen veroorzaken. Omtrent een iconderJcuitr, het genezen van een doofstomme, die onlangs in Engeland door een soort van homoöpafhischen doctor Eiscnbart ver richt werd, dcelen Engelsclie bladen bet volgende mede: Een mijnwerker uit Rhonoda, David Davies genaamd, was in het, jaar 1880 een offer van de ontploffing van I'eu-y-Craig geworden on sedert dien tijd vier jaar lang aan bet ziekbed gekluis terd geweest. Eindelijk was bij weer in staat zich op de been te houden en zich te bewegen, maar door de ontploffing bad bij bet gehoor en de spraak verloren. Toen kwam de dokter, die hem behan delde, op den gonialcn inval, hem te genezen, door hetzelfde middel, dat hem doofstom gemaakt bad en plaatste daarom bij zijn patiënt dezer dagen zoo dicht mogelijk bij een kanon, waarmede schietoefeningen zouden gehouden worden. Boem daar ging bet kanon af! De zieke hoorde niets, verroerde zich niet. En boem ! boem ! ten twee den eu ten derden male. Langzamerhand scheen do luidruchtige taal van den metalen mond toch indruk op den doofstomme te maken : en ja, het was zon, na bet zesde schot hüd bij bet gehoor teruggekregen ! Voorloopig bleef hij wel is waar nog stom, maar verleden Zondag, toen iemand hem door een onbeschaamd gezegde woedend gemaakt ba.d, spande hij als eeu wanhopige alle krachten in en zij bet nu instinctief of' opzet telijk stiet bij een kracbtigen vloek uit. Hij had nu ook liet spraakvermogen teruggekregen. Se i iion rero.. .. De rir/li'fnnrtt lieerde influenza. Naar men aan de Kiihiifclie '/.ciiuntj meldt, werd dezer dagen in deu Poolscbeii schouwburg te Posen eeu blijspel. getiteld Die Influenza" feu toonccle gebracht. Men zal nu misschien meeneii. dat dit de eerste maal is. dat een handig dichter deze ziekte tot onderwerp voor een dramatischcn arbeid koos. Dit is echter niet zoo en ook op dit ireval is hot gezegde van den ouden rabbi Hen Akiba: Es int Alle» acht)»* eininal drtr/eii'exe.n! van toepassing. In een bericht aan de Nmte l'reic Prcxw deelt namelijk de directeur van de Realscbulc" te Kaden, de beer Emill Ilaucis het volgende niede ?. Het was in het begin van de vijftiende eeuw. dat zich in Duitscbland een ziekte verspreidde, waarbij zich in bet algemeen dezelfde verschijnselen voordeden, die men ook nu opmerkt. Oud en jong, hoog eu laag, rijken on armen werden erdoor aangetast. Zij begon met zware dnuVkingen in bet hoofd en werd daarom in Frankrijk I,e borion". d. i. de slag voor bet hoofd, in Duitscb land Tauaweschel", wat hetzelfde beteekeude, genoemd. Dat in het jaar 1414 die ziekte bccvsclite, blijkt uit, gelijktijdige berichten in een Augsburger en Nürnbcrger kroniek on uit een van die popu laire dramatische spelen, die tijdens de vasten door jonge handwerkslieden en gezellen in do 16 17 18 19 20 21 22 23 fl el c3 d 5 d4 X có b3 a4 a4 X a7 a7 a4 c3 - g5 13 X gi"> Om d7 f8 to kunnen spelen, indien wit zet 24 a4 h4 a4 c4 Anderssen, langen tijd Duitschlands beste schaakspeler, speelt deze partij zeer schoon en sterk. d7 f8 d5 f G! Een fraai offer kroont bet werk. De volgende '2 Probleems II. Mende/s da Costaj alhier. Wit begint en geeft in ZWART zijn van 2 zetten don mat. beer Wit begint en geeft in ZWART 'i zetten mat. 8 25 20 27 28 2f> HO c4 f 7 f 6 el f.7 f7 ! c8 f<> g8 h8 h8 g.S g8 h8 c7 cG opgeseve-» d e WT.T JL' ede WIT f g h

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl