Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 659
Buys Ballot, in 1817 te Zalt-Bommel geboren,
werd in 1845 aangesteld tot lector in de
mineratogje en de geologie aan de Utrechtsche
Hoogeschool. Twee jaren later werd hij buitengewoon
Iwegleeraar; in hetzelfde jaar stichtte hij op
eigen kosten het observatorium op den
Zonuenfoorg, een van Utrecht's oude bolwerken, om er
s*ei Dr. Krecke zijne hoogst belangrijke meteoro
logische waarnemingen en studiën te beginnen.
In 1847 verscheen ook zijn werk: C/tanyeme/its
périodiqices de tempérntiure> dépendant de la na
ture du so'.eil et de la lunc, -mis en rapport areo
te pronostie dn temps, déduits d'observalions
tteerlandvises de 1729 a 1846. Men kan dit werk,
we! k s inhoud uit den titel blijkt, veilig
poquefflskend noemen. Buys Ballot schreef indien tijd,
behalve afzonderlijk uitgegeven werken, een aan
tal zeer belangrijke bijdragen in Pogynndorfs
Annalen. In 1849 werd hij benoemd tot directeur
Tan het, geheel volgens zijne plannen ingerichte
«Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch
Institittit." Het jaar 1857 bracht hem eene dubbele
wetenschappelijke voldoening: zijne benoeming
" tot gewoon hoogleeraar en de openbaarmaking
TOD de naar hem genoemde, de geheele meteo
rologische wetenschap beheerschende wet, welke
tnt de bestaande barometerver-chillen de
richBgen van den te verwachten wind afleidt.
Stel, dat in het zuiden van ons land, in Maas
tricht bijvoorbeeld, de barometerstand 4
milliawtere hooger is dan in liet noorden, in
GroMngen of Delfzijl. Buys Ballot zegt u: «Keer
fcw gezicht naar de zijde der depressie, dan
fcomt de wind van den linkerkant. Ge hebt dus
westelijken wind te wachten, en die wind zal te
krachtiger zijn, naarmate het verschil in
baroneterstand grooter is Het is voornamelijk aan
deze wet te danken, dat de nog jeugdige meteo
rologische wetenschap thans reeds aan
scheepTaart en landbouw groote diensten bewijst. Ue
door Buys Ballot uitgevonden aëroklinoskoop
verhoogde de praktische beteekenis van deze wet,
Het zou ons te ver voeren, hier omtrent de
teelomvattende, ook in het buitenland hoogge
waardeerde werkzaamheid van den beroemden
meteoroloog in nadere bijzonderheden te treden.
Hij is op dit gebied steeds de man van het
fcrtiatief geweest en heeft dnarbij van zijn organi
seerend talent schitterende biijken gegeven.
Moge de herinnering aan liet geen deze warme
vaderlander, deze veelzijdige geleerde neeft tot
stand gebracht, velen aansporen om zijn
voorfcecld, zij het dan ook op bescheiden afstand, te
volgen!
BRIEVEN VAN JAN VAN 'T STICHT.
In het laatst der vorige week is hier een man
ten grave gebracht, wiens naam misschien meer
bekend is geworden in ons land, dan ooit aan
eenig burger in zijn leven is te beurt gevallen
En het merkwaardigste is, dat deze man alles
gedaan heeft wat in zijn vermogen was ? iets
wat werkelijk beroemde mannen nooit gedaan
hebben om volkomen onbekend te blijven.
Want in de voornaamste rollen, die hij in zijn
leren vervulde, trad hij steeds op als
anony»ms"; in het dagelijksch leven steeds als
pseuouymus" en slechts in de registers van den
burgerlijken stand veroorloofde hij zich de
weelde te paraisseeren onder den nanm zijns
vaders, welke ook die zijns grootvaders was.
Abraham van Veenendaal was de afstamme
ling van een oude, patricische Utrechtsche fami
lie, wier naam men reeds met ecre vermeld
vindt in de eeuw toen op Selmddekorfsdag hier
aan de behoeftigen brooden werden uitgedeeld
en toen de oudere leden dezer familie benijd
werden om de -behendigheid waarmede zij steeds
«eer brooden wisten mnchtig te worden dan
htm toekwamen; en de jongeren om de vlugheid
en grdepigheid, waarmede zij bij het grabbelen
em de vruchten uit den verbranden schuddekorf
het grootste deel aan hunne kameraden wisten
te ontrooven.
Deze Abraham van Veenend ia!, alias Bram de
Mop, nog alliasscher Beer bij studentenoptochten,
zeicle Mr Peters, terwijl hij op Hans' adver
tentiebord wees.
Hans volgde de richting van zijn vriends
wijsvinger en werd oogenblikkelijk eerst rood,
toen geel en eindelijk groen van kwaadheid.
Op zijn bord had namelijk iemand uit het
woord »N O T I C E'' de »T" weggekrabd,
zoodat het céne woord »NOTIC.E" in de twee
woorden N O I C E (geen ijs) was veranderd.
»D(mncricette.r.'" schreeuwde Hans en vloog
jaedend van toorn juffrouw Neumann's win
kel binnen.
>Dat is een lage, een schurkaehtige, een
gemeene streek, een ongepermit...." midden
in dat woord sloeg zijn stem over. Toen hij
die weder in orde had gebracht, vervolgde
tij, meer in den bastoon overgaande:
=>Hoe durft de juffrouw zich vermeten mijn
letter uit het midden weg te krabben ?''
>Wat heb ik uit uw midden weggekrabd ?"
vroeg juffrouw Neumann sclialks.
»De T, de letter T, zeg ik de T hebt u
weggekrabd! Maar, (joddim en alle duivels !
dat mag zóó niet blijven. De juffrouw moet
mij voor de T eu voor het ijs betalen ! <!
addam! Goddam.'" tierde en vloekte Hans, zijn
gewone koelbloedigheid op eenmaal geheel
verliezend.
Juffrouw Neumann vergastte zich ecnige
minuten lang aan dit ongewone schouwspel,
totdat zij het eindelijk tijd rond om in een
eorverscheurend moord- en hulpgeroep uit
te barsten. Da voorbijgangers schoten
ngs toe.
'Help! Help! Moord!" gilde juffrouw
Xeumann.»De Dutchman is gek geworden hij
zegt dat ik iets uit zijn midden heb gekrabd
dat is niet waar ja! zijn oogcn zou ik hem
wei uit zijn hoofd willen krabben, als ik kon
joaar anders ook niet. Ik ben een arme,
hulpelooze vrouw, zonder beschermer, zonder
steun. Hij zal mij nog te lijf' gaan! Hij zal
mij vermoorden!" riep zij tot bet toegesnelde
pabliek en trok, om den indruk liarer toe
spraak te verhoogen, haar zakdoek te
vooris dezer dagen aan de keizers- en koningsziekte
overleden op bijna zes-en-tachtig-jarigen leeftijd.
De man heeft zijnen roem overleefd en zoo
komt het vermoedelijk, dat, of.choon van zijn
verscheiden door de dagbladen nog vrij veel
melding is gemaakt, in de stad zijner inwoning
aan de ramp uiet zooveel aandacht is geschonken
als ongetwijfeld voor een tien- of vijftiental jaren
het geval zou zijn geweest.
Ue studenten, tot wier feestelijke stemming
hij gedurende het grootst gedeelte van zijn leven
h^t meest h^eft bijgedragen, zijn heinde en ver,
hier en hiernamaals verspreid. Die van het te
genwoordig geslacht kenden Bram nauwelijks :
hij was slechts een schaduw van hetgeen hij
placht te zijn voor dezen. Een akelig
voortstrompelend oud manneke achter een karretje
met mosselen of garnalen, ziedaar alles wat er
nog overgebleven was van den eens zoo kranigen
Bram de Mop.
Er werd dan ook van zijne teraardebestelling
in 't geheel geen notitie genomen door diegenen,
die door velen geheel ten onrechte -?geacht
werden in de eerste plaats geroepen te zijn be
wijzen van belangstel li ug te geven bij het heen
gaan van den man, die op zijne wijze tot den
roem der Utrechtsche universiteit zooveel had
bijgedragen.
Hij begon zijn loopbaan aan de academie
na behoorlijk afgelegd admissie examen voor de
maskerade commissie in het jaar 1835 bij het
tweehonderdjarig bestaan der hoogeschool als ijs
beer in een traliehek bij de toen gehouden
gecostumeerden optocht. Ik heb niet het genoegen
gehad hem deze eerste schrede op zijnen roem
rijken levensweg te zien zetten, maar volgens
overlevering, moet hij op dien gesvichtigen dag
met zoo'o woedende;) ijver tegen het hem sar
rende publiek gebruld hebben, dat zijne stem het
nimmer meer is te boven gekomen, wat de reden
zou geweest zijn dat hij na dien tijd nooit meer
in staat was om op verstaanbare wijze aan te
kondigen dat hij »ZeeIandsche" mosselen te koop
had.
Het was een klein kereltje, Bram men kon
het aan het kistje wel zien waarin zijn stoffelijk
overschot in den kuil werd gelaten, boven op
dat van zijne echtgenoote, die hem slechts dertig
uren had overleefd. Maar, was hij klein, hij was
dapper ook. D,>n sterksten student van zijnen
tij'l, Memeling heette hij, geloof ik, en deze is,
wat ik niet geloof maar zeker weet, al lang dood
ging hij niet uit den weg. Deze had de ge
woonte om als hij met zijn reuzenlicliMam huis
waarts keerde in den vroegen ochtend, iedereen
terug te jagen die hem in Utrecht's straten de
eer aandeed hem tegen te komen. Metselaars,
timmerlui, slagersknechts, allen keerden terug als
zij dien kolossalen knaap zagen aankomen en
hem het bevel hoorden uit bulderen: t?rua;! Maar
Bram, die bij ervaring wist, dat oen flink op
treden van groenen en andere afhankeiijken der
studenten, ten siotte toch nog met waardeering
beloond werd, kreeg het eens in den zin om bij zulk
eene ontmoeting niet terug te gaan en schepte"
den vol verontwaardiging op hem toeschiettnden
reus met zulk eene behendigheid, dat deze met
bebloed gezicht achter hem neerttii melde.
Desniettemin bleef' Bram de onverdeelde achting
der studenten, ook van Memeling behouden.
Het laatst dat Bram nog in actieven dienst
gezien is, was bij het voorlaatste studentenfeest,
toen hij op een schoonen middag tusschen twee
studenten in bij eene matinee der Guides uit
Brussel, Tivoli kwam binnenstappen, en danr met
een hoogen wit vilten hoed op het hoofd, door
zijn geschreeuw: Z'claodsc'r' moes ! het geheele
concert/ kwam verstoren. Men vond dat toen
minder aardig. ... van de twee studenten, vooral
o-ik omdat de/en een oogenblik later met hem
plaats namen aan een tafeltje nu't dames, die
zich haastig verwijderden, maar ofschoon dit aan
Bram niet kon worden verweten, men begon toen
toch die figuur vervelend te vinden, daar hij
dikwijls tot d"fcmnntel van would-be aardigheden
begon zich te laten gebrui ken.
In de kracht van zijn leven deed hij dat niet.
schijn, om daarin een stroom van tranen te
vergieten.
De mensehen wisten volstrekt niet wat er
aan de hand was. Z j zagen slechts een man.
en een vrouw, die tranen om dien man ver
goot. En daar in het go/.egende Amerika een
vrouw, die tranon stort, altijd gelijk heeft,
vroegen zij niet lang, maar pakten hun mede
burger Hans eenvoudig bij den kraag en
expedieerden hem met weergalooze snelheid
de deur uit. II(j wilde zich verzetten, maar
tevergeefs! Als uit een kanon gescholen
vloog hij uit juffrouw Neumann's witikelileur.
dwars over de straat, zijn eigen openstaanden
winkel binnen.
Hans bleet' het antwoord niet schuldig.
Toen S truc k Oil City een week daarna op
zekeren morgen ontwaakte, zag het boven
Hans' winkelpui een nieuw uithangbord p rij
gen. Dat uithangbord maakte een geweldige
sensatie. liet was in de bontste,
schreeuwendste kleuren geschilderd en stelde in koene,
artistieke trekken een aap voor, die een grijs
gestreepte japon droeg, met een rosc lint om
den hals en een wit boezelaar met een coour'tje
voor, in n woord het allerwegen bekende
kostuum van Miss Neumann. Onder dit kunst
werk stond in groote letters te lezen :
Urocery: In de Aap".
Geheel Struek Oil City schoolde voor de
deur samen, om het kunstproduct f o bewon
deren. De aanwezige herren gaven de eene
bulderende lachsalvo na de andere, terwijl do
dames met hare schelle sopraansteintneii de
pauzen aanvulden. JuilVouw Neumann werd
door die algemecnc vroolijkheid op straal ge
lokt. Zij trad do deur uit, wierp ecu blik naar
boven en verbleekte. Maar ook slechts n
oogwenk. Zij herstelde zich oogenblikkeüjk.
»Grocery: Fn de Aap!" riep zij mot duidelijk
hoorbare stem de eensklaps doodstil geworden
menigte toe. »Dat wil ik gelooven, daar is
mijnheer ITans immers gelogeerd!" En met een
langgerekten schoon ietwat gedwongen
schaterlach, keerde zij zich fier om en
verNeen, meneer, zei hij dan, een aardigheid is
goed; maar flauwiteiten, daar hou ik me niet
mee op.
Onder de aardigheden rangschikte Bram ook,
om bijvoorbeeld op den vóóravond van
Palmpaardemarkt, als hij den gansenen nacht in den
Nieuwen Bak had meegejoold, tot den een of
anderen royalpn student te zeegen : jongen, me
neer, nou mosten we bij u op de kamer met de
muzikanten nog een afzakkertje gaan nemen.
En als dan de student zwarigheid maakte van
wege zijn ploerterij, dan was Bram bij de hand
met zijn verzekering dat die mannen hunne laar
zen wel zouden uittrekken bij het naar boven
gaan, zoo gebeurde het clan, dat die
zwaargebouwde rijdende artiileristen met de tuba's en
andere koperen instrumenten op den arm in het
nachtelijk uur op de stoep der woning van den
student hunne zware stevels uittrokken en vooraf
gegaan door Bram, die door een aanhoudend
ssst. . . hen tot stilte aanmaande, de kamer be
reikten waar een gul onthaal hen wachtte. /Maar
nauwelijks daargekomen kwam Brams
studentenhart iri opstand tegen deze stilte. Hij sloot de
deur op dubbel slot, stak de pennen op de ven
sters opdat er ook geen enkele noot zou kunnen
ontsnappen en dan, terwijl de half bedwelmde
gastheer op de sofa zat te dommelen,
kommandeerde hij : allo jongens, nou het lövivat' Boven
en beneden sproug dan alles te bedde uit en
Bram juichte: Lang zullen ze leven!
Men ziet, dat Bram nog wel eens misbruik van
zijn positie maakte.
Hij deed dit ook, toen hij eenige bekendheid
begon te krijgen en schilders of teekenaars hem
eene geschikte figuur begonnen te achten om
hun als model te dienen. Toen begon hij zulke
exorbitante prijzen voor zijne scóances te eischen,
dat dit waarschijnlijk de oorzaak is dat enkele
jonge schilders maar liever fantastische kabouter
mannetjes en palmbladeren op omslagen van
boekjes teekenen, dan hunne krachten te beproe
ven aan uit ons volksleven gegrepen personen
en zaken.
Voorts is van Bram de Mop ook nog bekend
dat hij het misbruik zijner positie zoover uit
strekte, om op zijn nuchteren maag" een le
vende bot te verslinden. Men mag dit kauui»
baalsch vinden, maar men denke er aan dat
Bram haast zijn geheele leven met bot had om
gegaan en daaruit dus allicht een vertrouwelijk
heid te verklaren is die onder gelief len zich uit
in de woorden (maar niet in de daad) »ik zou je
wel kunnen opeten."
Bram kon aardig zijn ook! Hij was eens op
een studenten kast zeer fideel ontvangen. Den
volgenden avond kwam hij er voorbij en z;ig er nog
meer licht op, dan toen hij er was en hoorde er
ook nog luider juichtonen. Daar behoorde hij
toch ook bij, was zijne meerling, en hij stapte
dus den winkel binnen boven welken do studio
sus zijne tabernakelen had opgeslagen. »\Vel,
waar moet jij naar toe ?" vroeg de juffrouw ach
ter de toonbank. En Bram antwoordde met een
leuk gezicht: -Ik moet even mijn handschoenen
gaan halen, die ik gisteren heb laten liggen."
Door zulke fratsen heeft Bram zich bekend
en bemind gemaakt bij de studeerende jonge
lingschap vau zijnen tijd, die hem, wel is waar,
het meest met drinkbare waar vo >r zijne dien
sten heeft beloond, maar toch ook op zijn gouden
huwelijk-.feest, dat voor eenige jaren plaats vond,
volstrekt niet op andere wij/re onbetuigd heeft
gelaten
Karakteristiek was bij die gelegenheid, dat
Bram, zelf niet op de hoogte zijnde hoelang hij
eigenlijk in den echtelijke staat verkeerd had,
op het stadhuis ging inforiu'eren wanneer hij
nu eigenlijk zijn goudon bruiloft vierde; en toen
den ambtenaar, die hem verzekerde dat dit
hetichelijk feit pas over een jaar zou plaats grijpen,
zeer ernstig terechtwees met de opmerking: /dat
kan niet, want ik heb al een z cju van vijftig
jaar!" .....
Deze Bram is thans niet meer! 1) Hij lnat
wel geen leemte achter die moeilijk zal te ver
vullen zijn (zooals de geijkte term bij andere
d ween van het tooneel.
De hoop van Struek Oil City, die 's
mid| dags uit de scholen word losgelaten, toonde
in Hans' schepping evenveel behagen, als
hun voorgeslacht, dien ochtend aan den dag
had gelegd en juffrouw Neumann moest van
achter hare uitstalling zien en hooren, hoe de
| lieve jeugd met alle leekenen van verrukking
voor het uithangbord bleef' staan en bet
uitgihle van de pret.
l "O.' lli'tl'x J/'.s'.v Avc.ww,.' (lood J<jrciiii>g,
Mixn \finnrni !'
Dat doed haar smartelijk aan.
's Avonds bracht zij een bezoek aan liet
redactie-bureau der SriliinJiiij IIV^/,7// lfric.n'.
! -Die aap ben ik,'' zeide zij tol don
aunwei zigen redacteur. JOn toen deze het haar galant
j wilde tegenspreken, herhaalde zij: Jawel, ik
- weet het zeer goed; doe dus geen moeite....
? maar ik hoop,'' vervolgde zij, !<lat u een on
gelukkige vrouw don steun van uw machtig
orgaan niet /-uit. onthouden."
De directeur logde alle kolommen van zijn
blad zonder voorbehoud aan Miss Newman's
i voeten. Zij had slechts te hevelen, hij zou
l gehoorzamen. Wat verlangde zij?
j ? Xiots dan een kleine genoegdoening. IIij
; moet don aap omlaag halen on met zijn eigen
j tong allikken.'1
i De redacteur maakte ha ar opmerkzaam, dat
i de invloed der pers nier toereikend was om
de tong eens lezers tot eene andere bezigheid
dan spreken te bewegen. De juffrouw moest
i liet liever eerst mot don vrederechter
probeeren.
i Goed! dan zal ik naar don vrederechter
j gaan."
Don volgenden morgen trad zij op Hans
toe, die zich gemoedelijk voor de deur zijner
i/rijr-rr/j in do zon Mond te koesteren.
»lloor eens, mijnheer do Dutehman, ik begrijp
j heel goed, dat ik die aap bon ik ontken
hot niet.... maar u zult dadelijk met mij
naar don vrederechter gaan, en dan zullen
wij eens zien, wat die daarvan zegt."
doode menschen luidt) maar we hebben toch op
het oogeublik maar geen andere Bram, die aan
onze straten een beetje karakter geeft.
In alle standen en klassen der maatschappij
verdwijnen de typische lui! We worden uni
form allemaal in dezelfde mal gegoten ! Of
verdwijnt ons vermogen om het verschil op te
merken ?
De hemel geve van niet!
JAX VAN 'r STICHT.
1) Ik heb hem gekend als beer, als duivel, als
commissaris van politie, als cupido met 'twee
zwanenvleugels op den rug, als Jan IClaasen, als
Pierrot als Harlckijn, a's aap, als cocu, als stu
dent zelfs een gesjeesde als-dijk" en
laatsteiijlc als doode eu ik heb toch altijd met eenige
sympathie gedacht aan den man, die zoo hard
werkend voor zijn brood zoolang het dag was,
ook des nachts nog iets poogde te verdienen aan
hen voor wie de dag is gelijk de nacht eu om
gekeerd.
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL TE AMSTERDAM.
Theatre Tivoli: Dr. Kluns.
Amsterdamsen Genootschap voor Kunst en Letteren:
lledifj en de Seitoolnjdster.
Mej. Frida llcrberich, vroeger leerlinge der
Tooneelsctiül do tneorio ontloopnn, om van de
praktijk lessen te ontvangen, is uit Antwerpen,
waar zij eenige maanden in den Vlaamsunen
schouwburg werkzaam was, overgekomen, oui in
Tivoli eenige astvoorsteilingeri te geven.
De directeur, de heer Charles de la Mar, had
voor de eerste voorstelling het welbekende blijspel
Ui'. Klaus gekozen, ei! mej. Herberied trad daarin
op als de jeugdige lïinnia Klaus, de dochter van
den geneesheer.
Mej. iierüerich is, zij weet liet zelf ook wel,
een aardige figuur voor het voetlicht, doch naar
mijne iiiecning, gat zij het publiek te veel Mej.
Herbenen en te weinig EHIIIM Klaus te zien.
Deze lïiHtna was wel wat te bij de hand in
spreken eu oogopslag, wat coijuet, niet schuchter
genoeg, zij hei/ dan ook, dat men toch best be
grijpen kon. dat l'aul irersid (de heer Kremer)
haar onweerstaanbaar voiu-i, en haar in het aardig
tf.'e a ti'te, als mama in den dut is geraakt, zijn
liefde moet openbaren! In het gesprek met haar
ouders, vóór net gaan naar het bal, m haar wrevel
en haar onwil om zich mal toe te takelen, was
zij anders zeer goed; ook bij het luisteren naar
| het verhaal van den heer Iviatis uit zijn eerste
doktersjaren.
Haar houding op het tooneel is zeer gemakkelijk
; en ongedwongen ; iiare costuines waren smaakvol.
i Vau de andere medespeleiiden is niets dan
i goeds te zeggen. De heer do la ilar was een
! goede, soms wel wai, erg strenge Dr. Klaas, de
heer Vos een begrijpelijke (jri'ie.-siiiyer. Mevrouw
v. Olleien was ais Julic, zijne dochter, bekoorlijk.
De baron, de heer v. biteteu, voegt nog steeds
zijne woorden wel wat erg aan elkaar.
Mevrouw de la Mar speelde de rol van J\farianne,
de huishoudster, eu Mevr. Kley die van Mcrrouw
Klaus. De heer Thónisseii stelde tot algemeen
gej nocgeii Liubontrakt voor, docli ook hij was te
vaak en te veel, naar mijne mcening, die Th
nisj sen." Doch ik heb mee gelachen om zijn optreden
en ik hoop hot nog dikwijls te doen.
* *
*
Donderdag-avond gal het Amsterdamsen.
GeJ nootschap voor Kunst en Letteren een
tooneeli uilvoering in het lokaal l'jora aan de Wetering
schans.
! Dit Genootschap wijdt zich niet alleen aan de
| beoefening vau kunst en letteren, zooals de naam
i aanduidt; doch draagt, waar het kan, ook een
i steentje hij tot do voiksoeschaving.
j /uo hield het dezen winter up bepaalde avonden
voordrachten voor werklieden, en de voorstelling
van Donderdag-avond zal op 's Koniri^s-verjaardag
herhaald worden als volksvoorstelling.
"Hij zal zoggen, dat liet mij vrijstaat boven
mijn winkel te schilderen wat ik verkies,"
antwoordde Hans mot een innemend glim
lachje
Dat staat nog te bezien!" riep juffrouw
Xeumanii.
Maar hoe weet de julfrouw zoo zeker, dat
zij die aap is?" vroeg Hans.
Dat zogt mij mijn geweten," antwoordde
zij, zoo slagvaardig als haar opgewonden toe
stand hel haar veroorloofde. N>AÏaar Jiu gaat
u dadelijk moe naar den rechter," vervolgde
zij rad, »eu als u niet gewillig gaat, zal de
sheriff er u geboeid heensleepen ?"
Nu goed, ik ga. Als u zoo op mijn geleide
gesteld is, zie ik niet in, waarom lis u dat
genoegen zou weigoren."
Keitïon sloten hun winkel en togen op weg
naar don rechter. Vlak voor zijn woning viel
het hun echter plotseling in, dut zij geen vau.
tweeën genoeg Kngelsch kenden, om hun zaak
te kumieii voordragen, /ij bleven staan en
overlegden. Wat nu gedaan 't Hans vondeen
uitweg. Do sheriff is een l'ool eu verstaat
Duitsch. Hij moet als tolk fungeereii. Omge
keerd dus, naai'don sheriff toe.
Toon zij zijn deur naderden zat hij op zijn
wagon en was op het punt weg te rijden. Met
een paar woorden brachten zij hom op de
hoogte. Hij verroerde zich niet.
* Loopt naar de maan!" klonk zijn advies,
?'Jelui brengt de heele stad in rep en roer,
met je eeuwig gehaspel ; en daarbij ben jelui
.slechte burgety. Heen van beiden doet iets
orn don bloei van Struek Oil City's ontlui
kende industrie te bevorderen, want je loopt
jaar in jaar uit ineen en het/elfde paar schoe
nen. Als je. nieawe schoenen wilt koopen,
bon ik cot je dienst, maar voor rechtszaken
ben ik op het oogenbiik niet te spreken. Ik
moot nieuw zoolleèr inslaan- duod bye!'
Hij legde de zweep op de paarden en het
voertuig ratelde voort.
(Slot rolf/t).