De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 9 februari pagina 2

9 februari 1890 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 659 Buys Ballot, in 1817 te Zalt-Bommel geboren, werd in 1845 aangesteld tot lector in de mineratogje en de geologie aan de Utrechtsche Hoogeschool. Twee jaren later werd hij buitengewoon Iwegleeraar; in hetzelfde jaar stichtte hij op eigen kosten het observatorium op den Zonuenfoorg, een van Utrecht's oude bolwerken, om er s*ei Dr. Krecke zijne hoogst belangrijke meteoro logische waarnemingen en studiën te beginnen. In 1847 verscheen ook zijn werk: C/tanyeme/its périodiqices de tempérntiure> dépendant de la na ture du so'.eil et de la lunc, -mis en rapport areo te pronostie dn temps, déduits d'observalions tteerlandvises de 1729 a 1846. Men kan dit werk, we! k s inhoud uit den titel blijkt, veilig poquefflskend noemen. Buys Ballot schreef indien tijd, behalve afzonderlijk uitgegeven werken, een aan tal zeer belangrijke bijdragen in Pogynndorfs Annalen. In 1849 werd hij benoemd tot directeur Tan het, geheel volgens zijne plannen ingerichte «Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Institittit." Het jaar 1857 bracht hem eene dubbele wetenschappelijke voldoening: zijne benoeming " tot gewoon hoogleeraar en de openbaarmaking TOD de naar hem genoemde, de geheele meteo rologische wetenschap beheerschende wet, welke tnt de bestaande barometerver-chillen de richBgen van den te verwachten wind afleidt. Stel, dat in het zuiden van ons land, in Maas tricht bijvoorbeeld, de barometerstand 4 milliawtere hooger is dan in liet noorden, in GroMngen of Delfzijl. Buys Ballot zegt u: «Keer fcw gezicht naar de zijde der depressie, dan fcomt de wind van den linkerkant. Ge hebt dus westelijken wind te wachten, en die wind zal te krachtiger zijn, naarmate het verschil in baroneterstand grooter is Het is voornamelijk aan deze wet te danken, dat de nog jeugdige meteo rologische wetenschap thans reeds aan scheepTaart en landbouw groote diensten bewijst. Ue door Buys Ballot uitgevonden aëroklinoskoop verhoogde de praktische beteekenis van deze wet, Het zou ons te ver voeren, hier omtrent de teelomvattende, ook in het buitenland hoogge waardeerde werkzaamheid van den beroemden meteoroloog in nadere bijzonderheden te treden. Hij is op dit gebied steeds de man van het fcrtiatief geweest en heeft dnarbij van zijn organi seerend talent schitterende biijken gegeven. Moge de herinnering aan liet geen deze warme vaderlander, deze veelzijdige geleerde neeft tot stand gebracht, velen aansporen om zijn voorfcecld, zij het dan ook op bescheiden afstand, te volgen! BRIEVEN VAN JAN VAN 'T STICHT. In het laatst der vorige week is hier een man ten grave gebracht, wiens naam misschien meer bekend is geworden in ons land, dan ooit aan eenig burger in zijn leven is te beurt gevallen En het merkwaardigste is, dat deze man alles gedaan heeft wat in zijn vermogen was ? iets wat werkelijk beroemde mannen nooit gedaan hebben om volkomen onbekend te blijven. Want in de voornaamste rollen, die hij in zijn leren vervulde, trad hij steeds op als anony»ms"; in het dagelijksch leven steeds als pseuouymus" en slechts in de registers van den burgerlijken stand veroorloofde hij zich de weelde te paraisseeren onder den nanm zijns vaders, welke ook die zijns grootvaders was. Abraham van Veenendaal was de afstamme ling van een oude, patricische Utrechtsche fami lie, wier naam men reeds met ecre vermeld vindt in de eeuw toen op Selmddekorfsdag hier aan de behoeftigen brooden werden uitgedeeld en toen de oudere leden dezer familie benijd werden om de -behendigheid waarmede zij steeds «eer brooden wisten mnchtig te worden dan htm toekwamen; en de jongeren om de vlugheid en grdepigheid, waarmede zij bij het grabbelen em de vruchten uit den verbranden schuddekorf het grootste deel aan hunne kameraden wisten te ontrooven. Deze Abraham van Veenend ia!, alias Bram de Mop, nog alliasscher Beer bij studentenoptochten, zeicle Mr Peters, terwijl hij op Hans' adver tentiebord wees. Hans volgde de richting van zijn vriends wijsvinger en werd oogenblikkelijk eerst rood, toen geel en eindelijk groen van kwaadheid. Op zijn bord had namelijk iemand uit het woord »N O T I C E'' de »T" weggekrabd, zoodat het céne woord »NOTIC.E" in de twee woorden N O I C E (geen ijs) was veranderd. »D(mncricette.r.'" schreeuwde Hans en vloog jaedend van toorn juffrouw Neumann's win kel binnen. >Dat is een lage, een schurkaehtige, een gemeene streek, een ongepermit...." midden in dat woord sloeg zijn stem over. Toen hij die weder in orde had gebracht, vervolgde tij, meer in den bastoon overgaande: =>Hoe durft de juffrouw zich vermeten mijn letter uit het midden weg te krabben ?'' >Wat heb ik uit uw midden weggekrabd ?" vroeg juffrouw Neumann sclialks. »De T, de letter T, zeg ik de T hebt u weggekrabd! Maar, (joddim en alle duivels ! dat mag zóó niet blijven. De juffrouw moet mij voor de T eu voor het ijs betalen ! <! addam! Goddam.'" tierde en vloekte Hans, zijn gewone koelbloedigheid op eenmaal geheel verliezend. Juffrouw Neumann vergastte zich ecnige minuten lang aan dit ongewone schouwspel, totdat zij het eindelijk tijd rond om in een eorverscheurend moord- en hulpgeroep uit te barsten. Da voorbijgangers schoten ngs toe. 'Help! Help! Moord!" gilde juffrouw Xeumann.»De Dutchman is gek geworden hij zegt dat ik iets uit zijn midden heb gekrabd dat is niet waar ja! zijn oogcn zou ik hem wei uit zijn hoofd willen krabben, als ik kon joaar anders ook niet. Ik ben een arme, hulpelooze vrouw, zonder beschermer, zonder steun. Hij zal mij nog te lijf' gaan! Hij zal mij vermoorden!" riep zij tot bet toegesnelde pabliek en trok, om den indruk liarer toe spraak te verhoogen, haar zakdoek te vooris dezer dagen aan de keizers- en koningsziekte overleden op bijna zes-en-tachtig-jarigen leeftijd. De man heeft zijnen roem overleefd en zoo komt het vermoedelijk, dat, of.choon van zijn verscheiden door de dagbladen nog vrij veel melding is gemaakt, in de stad zijner inwoning aan de ramp uiet zooveel aandacht is geschonken als ongetwijfeld voor een tien- of vijftiental jaren het geval zou zijn geweest. Ue studenten, tot wier feestelijke stemming hij gedurende het grootst gedeelte van zijn leven h^t meest h^eft bijgedragen, zijn heinde en ver, hier en hiernamaals verspreid. Die van het te genwoordig geslacht kenden Bram nauwelijks : hij was slechts een schaduw van hetgeen hij placht te zijn voor dezen. Een akelig voortstrompelend oud manneke achter een karretje met mosselen of garnalen, ziedaar alles wat er nog overgebleven was van den eens zoo kranigen Bram de Mop. Er werd dan ook van zijne teraardebestelling in 't geheel geen notitie genomen door diegenen, die door velen geheel ten onrechte -?geacht werden in de eerste plaats geroepen te zijn be wijzen van belangstel li ug te geven bij het heen gaan van den man, die op zijne wijze tot den roem der Utrechtsche universiteit zooveel had bijgedragen. Hij begon zijn loopbaan aan de academie na behoorlijk afgelegd admissie examen voor de maskerade commissie in het jaar 1835 bij het tweehonderdjarig bestaan der hoogeschool als ijs beer in een traliehek bij de toen gehouden gecostumeerden optocht. Ik heb niet het genoegen gehad hem deze eerste schrede op zijnen roem rijken levensweg te zien zetten, maar volgens overlevering, moet hij op dien gesvichtigen dag met zoo'o woedende;) ijver tegen het hem sar rende publiek gebruld hebben, dat zijne stem het nimmer meer is te boven gekomen, wat de reden zou geweest zijn dat hij na dien tijd nooit meer in staat was om op verstaanbare wijze aan te kondigen dat hij »ZeeIandsche" mosselen te koop had. Het was een klein kereltje, Bram men kon het aan het kistje wel zien waarin zijn stoffelijk overschot in den kuil werd gelaten, boven op dat van zijne echtgenoote, die hem slechts dertig uren had overleefd. Maar, was hij klein, hij was dapper ook. D,>n sterksten student van zijnen tij'l, Memeling heette hij, geloof ik, en deze is, wat ik niet geloof maar zeker weet, al lang dood ging hij niet uit den weg. Deze had de ge woonte om als hij met zijn reuzenlicliMam huis waarts keerde in den vroegen ochtend, iedereen terug te jagen die hem in Utrecht's straten de eer aandeed hem tegen te komen. Metselaars, timmerlui, slagersknechts, allen keerden terug als zij dien kolossalen knaap zagen aankomen en hem het bevel hoorden uit bulderen: t?rua;! Maar Bram, die bij ervaring wist, dat oen flink op treden van groenen en andere afhankeiijken der studenten, ten siotte toch nog met waardeering beloond werd, kreeg het eens in den zin om bij zulk eene ontmoeting niet terug te gaan en schepte" den vol verontwaardiging op hem toeschiettnden reus met zulk eene behendigheid, dat deze met bebloed gezicht achter hem neerttii melde. Desniettemin bleef' Bram de onverdeelde achting der studenten, ook van Memeling behouden. Het laatst dat Bram nog in actieven dienst gezien is, was bij het voorlaatste studentenfeest, toen hij op een schoonen middag tusschen twee studenten in bij eene matinee der Guides uit Brussel, Tivoli kwam binnenstappen, en danr met een hoogen wit vilten hoed op het hoofd, door zijn geschreeuw: Z'claodsc'r' moes ! het geheele concert/ kwam verstoren. Men vond dat toen minder aardig. ... van de twee studenten, vooral o-ik omdat de/en een oogenblik later met hem plaats namen aan een tafeltje nu't dames, die zich haastig verwijderden, maar ofschoon dit aan Bram niet kon worden verweten, men begon toen toch die figuur vervelend te vinden, daar hij dikwijls tot d"fcmnntel van would-be aardigheden begon zich te laten gebrui ken. In de kracht van zijn leven deed hij dat niet. schijn, om daarin een stroom van tranen te vergieten. De mensehen wisten volstrekt niet wat er aan de hand was. Z j zagen slechts een man. en een vrouw, die tranen om dien man ver goot. En daar in het go/.egende Amerika een vrouw, die tranon stort, altijd gelijk heeft, vroegen zij niet lang, maar pakten hun mede burger Hans eenvoudig bij den kraag en expedieerden hem met weergalooze snelheid de deur uit. II(j wilde zich verzetten, maar tevergeefs! Als uit een kanon gescholen vloog hij uit juffrouw Neumann's witikelileur. dwars over de straat, zijn eigen openstaanden winkel binnen. Hans bleet' het antwoord niet schuldig. Toen S truc k Oil City een week daarna op zekeren morgen ontwaakte, zag het boven Hans' winkelpui een nieuw uithangbord p rij gen. Dat uithangbord maakte een geweldige sensatie. liet was in de bontste, schreeuwendste kleuren geschilderd en stelde in koene, artistieke trekken een aap voor, die een grijs gestreepte japon droeg, met een rosc lint om den hals en een wit boezelaar met een coour'tje voor, in n woord het allerwegen bekende kostuum van Miss Neumann. Onder dit kunst werk stond in groote letters te lezen : Urocery: In de Aap". Geheel Struek Oil City schoolde voor de deur samen, om het kunstproduct f o bewon deren. De aanwezige herren gaven de eene bulderende lachsalvo na de andere, terwijl do dames met hare schelle sopraansteintneii de pauzen aanvulden. JuilVouw Neumann werd door die algemecnc vroolijkheid op straal ge lokt. Zij trad do deur uit, wierp ecu blik naar boven en verbleekte. Maar ook slechts n oogwenk. Zij herstelde zich oogenblikkeüjk. »Grocery: Fn de Aap!" riep zij mot duidelijk hoorbare stem de eensklaps doodstil geworden menigte toe. »Dat wil ik gelooven, daar is mijnheer ITans immers gelogeerd!" En met een langgerekten schoon ietwat gedwongen schaterlach, keerde zij zich fier om en verNeen, meneer, zei hij dan, een aardigheid is goed; maar flauwiteiten, daar hou ik me niet mee op. Onder de aardigheden rangschikte Bram ook, om bijvoorbeeld op den vóóravond van Palmpaardemarkt, als hij den gansenen nacht in den Nieuwen Bak had meegejoold, tot den een of anderen royalpn student te zeegen : jongen, me neer, nou mosten we bij u op de kamer met de muzikanten nog een afzakkertje gaan nemen. En als dan de student zwarigheid maakte van wege zijn ploerterij, dan was Bram bij de hand met zijn verzekering dat die mannen hunne laar zen wel zouden uittrekken bij het naar boven gaan, zoo gebeurde het clan, dat die zwaargebouwde rijdende artiileristen met de tuba's en andere koperen instrumenten op den arm in het nachtelijk uur op de stoep der woning van den student hunne zware stevels uittrokken en vooraf gegaan door Bram, die door een aanhoudend ssst. . . hen tot stilte aanmaande, de kamer be reikten waar een gul onthaal hen wachtte. /Maar nauwelijks daargekomen kwam Brams studentenhart iri opstand tegen deze stilte. Hij sloot de deur op dubbel slot, stak de pennen op de ven sters opdat er ook geen enkele noot zou kunnen ontsnappen en dan, terwijl de half bedwelmde gastheer op de sofa zat te dommelen, kommandeerde hij : allo jongens, nou het lövivat' Boven en beneden sproug dan alles te bedde uit en Bram juichte: Lang zullen ze leven! Men ziet, dat Bram nog wel eens misbruik van zijn positie maakte. Hij deed dit ook, toen hij eenige bekendheid begon te krijgen en schilders of teekenaars hem eene geschikte figuur begonnen te achten om hun als model te dienen. Toen begon hij zulke exorbitante prijzen voor zijne scóances te eischen, dat dit waarschijnlijk de oorzaak is dat enkele jonge schilders maar liever fantastische kabouter mannetjes en palmbladeren op omslagen van boekjes teekenen, dan hunne krachten te beproe ven aan uit ons volksleven gegrepen personen en zaken. Voorts is van Bram de Mop ook nog bekend dat hij het misbruik zijner positie zoover uit strekte, om op zijn nuchteren maag" een le vende bot te verslinden. Men mag dit kauui» baalsch vinden, maar men denke er aan dat Bram haast zijn geheele leven met bot had om gegaan en daaruit dus allicht een vertrouwelijk heid te verklaren is die onder gelief len zich uit in de woorden (maar niet in de daad) »ik zou je wel kunnen opeten." Bram kon aardig zijn ook! Hij was eens op een studenten kast zeer fideel ontvangen. Den volgenden avond kwam hij er voorbij en z;ig er nog meer licht op, dan toen hij er was en hoorde er ook nog luider juichtonen. Daar behoorde hij toch ook bij, was zijne meerling, en hij stapte dus den winkel binnen boven welken do studio sus zijne tabernakelen had opgeslagen. »\Vel, waar moet jij naar toe ?" vroeg de juffrouw ach ter de toonbank. En Bram antwoordde met een leuk gezicht: -Ik moet even mijn handschoenen gaan halen, die ik gisteren heb laten liggen." Door zulke fratsen heeft Bram zich bekend en bemind gemaakt bij de studeerende jonge lingschap vau zijnen tijd, die hem, wel is waar, het meest met drinkbare waar vo >r zijne dien sten heeft beloond, maar toch ook op zijn gouden huwelijk-.feest, dat voor eenige jaren plaats vond, volstrekt niet op andere wij/re onbetuigd heeft gelaten Karakteristiek was bij die gelegenheid, dat Bram, zelf niet op de hoogte zijnde hoelang hij eigenlijk in den echtelijke staat verkeerd had, op het stadhuis ging inforiu'eren wanneer hij nu eigenlijk zijn goudon bruiloft vierde; en toen den ambtenaar, die hem verzekerde dat dit hetichelijk feit pas over een jaar zou plaats grijpen, zeer ernstig terechtwees met de opmerking: /dat kan niet, want ik heb al een z cju van vijftig jaar!" ..... Deze Bram is thans niet meer! 1) Hij lnat wel geen leemte achter die moeilijk zal te ver vullen zijn (zooals de geijkte term bij andere d ween van het tooneel. De hoop van Struek Oil City, die 's mid| dags uit de scholen word losgelaten, toonde in Hans' schepping evenveel behagen, als hun voorgeslacht, dien ochtend aan den dag had gelegd en juffrouw Neumann moest van achter hare uitstalling zien en hooren, hoe de | lieve jeugd met alle leekenen van verrukking voor het uithangbord bleef' staan en bet uitgihle van de pret. l "O.' lli'tl'x J/'.s'.v Avc.ww,.' (lood J<jrciiii>g, Mixn \finnrni !' Dat doed haar smartelijk aan. 's Avonds bracht zij een bezoek aan liet redactie-bureau der SriliinJiiij IIV^/,7// lfric.n'. ! -Die aap ben ik,'' zeide zij tol don aunwei zigen redacteur. JOn toen deze het haar galant j wilde tegenspreken, herhaalde zij: Jawel, ik - weet het zeer goed; doe dus geen moeite.... ? maar ik hoop,'' vervolgde zij, !<lat u een on gelukkige vrouw don steun van uw machtig orgaan niet /-uit. onthouden." De directeur logde alle kolommen van zijn blad zonder voorbehoud aan Miss Newman's i voeten. Zij had slechts te hevelen, hij zou l gehoorzamen. Wat verlangde zij? j ? Xiots dan een kleine genoegdoening. IIij ; moet don aap omlaag halen on met zijn eigen j tong allikken.'1 i De redacteur maakte ha ar opmerkzaam, dat i de invloed der pers nier toereikend was om de tong eens lezers tot eene andere bezigheid dan spreken te bewegen. De juffrouw moest i liet liever eerst mot don vrederechter probeeren. i Goed! dan zal ik naar don vrederechter j gaan." Don volgenden morgen trad zij op Hans toe, die zich gemoedelijk voor de deur zijner i/rijr-rr/j in do zon Mond te koesteren. »lloor eens, mijnheer do Dutehman, ik begrijp j heel goed, dat ik die aap bon ik ontken hot niet.... maar u zult dadelijk met mij naar don vrederechter gaan, en dan zullen wij eens zien, wat die daarvan zegt." doode menschen luidt) maar we hebben toch op het oogeublik maar geen andere Bram, die aan onze straten een beetje karakter geeft. In alle standen en klassen der maatschappij verdwijnen de typische lui! We worden uni form allemaal in dezelfde mal gegoten ! Of verdwijnt ons vermogen om het verschil op te merken ? De hemel geve van niet! JAX VAN 'r STICHT. 1) Ik heb hem gekend als beer, als duivel, als commissaris van politie, als cupido met 'twee zwanenvleugels op den rug, als Jan IClaasen, als Pierrot als Harlckijn, a's aap, als cocu, als stu dent zelfs een gesjeesde als-dijk" en laatsteiijlc als doode eu ik heb toch altijd met eenige sympathie gedacht aan den man, die zoo hard werkend voor zijn brood zoolang het dag was, ook des nachts nog iets poogde te verdienen aan hen voor wie de dag is gelijk de nacht eu om gekeerd. Kunst en Letteren. HET TOONEEL TE AMSTERDAM. Theatre Tivoli: Dr. Kluns. Amsterdamsen Genootschap voor Kunst en Letteren: lledifj en de Seitoolnjdster. Mej. Frida llcrberich, vroeger leerlinge der Tooneelsctiül do tneorio ontloopnn, om van de praktijk lessen te ontvangen, is uit Antwerpen, waar zij eenige maanden in den Vlaamsunen schouwburg werkzaam was, overgekomen, oui in Tivoli eenige astvoorsteilingeri te geven. De directeur, de heer Charles de la Mar, had voor de eerste voorstelling het welbekende blijspel Ui'. Klaus gekozen, ei! mej. Herberied trad daarin op als de jeugdige lïinnia Klaus, de dochter van den geneesheer. Mej. iierüerich is, zij weet liet zelf ook wel, een aardige figuur voor het voetlicht, doch naar mijne iiiecning, gat zij het publiek te veel Mej. Herbenen en te weinig EHIIIM Klaus te zien. Deze lïiHtna was wel wat te bij de hand in spreken eu oogopslag, wat coijuet, niet schuchter genoeg, zij hei/ dan ook, dat men toch best be grijpen kon. dat l'aul irersid (de heer Kremer) haar onweerstaanbaar voiu-i, en haar in het aardig tf.'e a ti'te, als mama in den dut is geraakt, zijn liefde moet openbaren! In het gesprek met haar ouders, vóór net gaan naar het bal, m haar wrevel en haar onwil om zich mal toe te takelen, was zij anders zeer goed; ook bij het luisteren naar | het verhaal van den heer Iviatis uit zijn eerste doktersjaren. Haar houding op het tooneel is zeer gemakkelijk ; en ongedwongen ; iiare costuines waren smaakvol. i Vau de andere medespeleiiden is niets dan i goeds te zeggen. De heer do la ilar was een ! goede, soms wel wai, erg strenge Dr. Klaas, de heer Vos een begrijpelijke (jri'ie.-siiiyer. Mevrouw v. Olleien was ais Julic, zijne dochter, bekoorlijk. De baron, de heer v. biteteu, voegt nog steeds zijne woorden wel wat erg aan elkaar. Mevrouw de la Mar speelde de rol van J\farianne, de huishoudster, eu Mevr. Kley die van Mcrrouw Klaus. De heer Thónisseii stelde tot algemeen gej nocgeii Liubontrakt voor, docli ook hij was te vaak en te veel, naar mijne mcening, die Th nisj sen." Doch ik heb mee gelachen om zijn optreden en ik hoop hot nog dikwijls te doen. * * * Donderdag-avond gal het Amsterdamsen. GeJ nootschap voor Kunst en Letteren een tooneeli uilvoering in het lokaal l'jora aan de Wetering schans. ! Dit Genootschap wijdt zich niet alleen aan de | beoefening vau kunst en letteren, zooals de naam i aanduidt; doch draagt, waar het kan, ook een i steentje hij tot do voiksoeschaving. j /uo hield het dezen winter up bepaalde avonden voordrachten voor werklieden, en de voorstelling van Donderdag-avond zal op 's Koniri^s-verjaardag herhaald worden als volksvoorstelling. "Hij zal zoggen, dat liet mij vrijstaat boven mijn winkel te schilderen wat ik verkies," antwoordde Hans mot een innemend glim lachje Dat staat nog te bezien!" riep juffrouw Xeumanii. Maar hoe weet de julfrouw zoo zeker, dat zij die aap is?" vroeg Hans. Dat zogt mij mijn geweten," antwoordde zij, zoo slagvaardig als haar opgewonden toe stand hel haar veroorloofde. N>AÏaar Jiu gaat u dadelijk moe naar den rechter," vervolgde zij rad, »eu als u niet gewillig gaat, zal de sheriff er u geboeid heensleepen ?" Nu goed, ik ga. Als u zoo op mijn geleide gesteld is, zie ik niet in, waarom lis u dat genoegen zou weigoren." Keitïon sloten hun winkel en togen op weg naar don rechter. Vlak voor zijn woning viel het hun echter plotseling in, dut zij geen vau. tweeën genoeg Kngelsch kenden, om hun zaak te kumieii voordragen, /ij bleven staan en overlegden. Wat nu gedaan 't Hans vondeen uitweg. Do sheriff is een l'ool eu verstaat Duitsch. Hij moet als tolk fungeereii. Omge keerd dus, naai'don sheriff toe. Toon zij zijn deur naderden zat hij op zijn wagon en was op het punt weg te rijden. Met een paar woorden brachten zij hom op de hoogte. Hij verroerde zich niet. * Loopt naar de maan!" klonk zijn advies, ?'Jelui brengt de heele stad in rep en roer, met je eeuwig gehaspel ; en daarbij ben jelui .slechte burgety. Heen van beiden doet iets orn don bloei van Struek Oil City's ontlui kende industrie te bevorderen, want je loopt jaar in jaar uit ineen en het/elfde paar schoe nen. Als je. nieawe schoenen wilt koopen, bon ik cot je dienst, maar voor rechtszaken ben ik op het oogenbiik niet te spreken. Ik moot nieuw zoolleèr inslaan- duod bye!' Hij legde de zweep op de paarden en het voertuig ratelde voort. (Slot rolf/t).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl