De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 9 februari pagina 3

9 februari 1890 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 659 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. De zaal van Flora was Donderdag bezet door talrijke genoodigden, die de vertooning van de beide tooneelstukjes gaarne toejuichten. Eerst werd voor het voetlicht gebracht een tooneelspel in drie afdeelingen, geschreven door den heer Mari J. Ternooy Apèl, en daarna de Schooirijdster. In het tooneelspol van den heer Ternooy Apel, dat de naam draagt van Heilig, worden twee stellingen behandeld: Ten eerste, dat men zonder godsdienst braaf kan zijn, en met godsdienst slecht; ten tweede dat het een meisje, die uit liefde hare hand reikt aan een jongen man, niet vrijstaat de verloving te verbreken, al neemt de man harer keuze niet die plaats in de wereld in, die men dacht. De bespreking dezer motieven gaf blijken van nadenken, doch de gedachtenloop van den schrijver vormde nog niet zulk een aaneengeschakeld ge heel, dat de toestand het publiek steeds volkomen helder was De dames en de heeren, die de rollen vertolk ten, deden dat niet onverdienstelijk. Vooral mej. M. Schut, die voor het jonge meisje, dat weigert van haar verloofde af te zien. speelde, komt een woord van lof toe. Zij gaf blijk van veel studie. Zoowel haar gebaren als haar sternbuiging waren wel overdacht. Dit was modo het geval toen zij optrad als Imrones Nitoeh in de Schooirijdster. Deed zij in Heilig soms aan me vrouw Frenkel denken, als barones Nitoeh herin nerde zij aan mevrouw Rössing?Sablairolles. Klaarblijkelijk heeft zij bij liet bezoeken van onze schouwburgen goed toegezien, en er haar voordeel mee gedaan. Bovendien heeft zij haar uiterlijk en haar orgaan in haar voordeel. Van de heeren beviel mij de heer Schut, die in Heil/f/ voor Alfred van Buren, en in de ftchoolTijdster, door verhindering van den heer Wester man voor Enqelhurdt van Menninyhauwn spoelde, Let besfe. Hij bewoog zich wel wat breed, maar toch gemakkelijk. De beer Ternooy Apel trad in het laatste stukje als Otto op, en hoewel hij zich als bediende wel wat te veel op don voorgrond stelde, deed hij het komische gedeelte van zijn rol toch goed uitkomen. De dames ontvingen ruikers, de auteur van het eerste stukje kransen Naar ik vernam, werd de regie bestuurd door den heer Wonsma van de Kon vereeniging het Nederlundsch Tooneel. die al Ie eer van zijn werk had. In Heüifl was de mise en scène zeer te roemen. Kalm en bedaard, en niet te veel meubelen. * s * In den Salon des Variétés gaat eennieuw shik: Koii-~Pion Donderdagavond was het bij de eerste voorstelling een benefice-avond voor den orkcstdirpctenr. den heer Benard Over dit stuk een volgende keer. FR. A ANTEE KENINGEN SCHILDERKUNST. Wat men moge zeggen van de jaarlijkscbe ex posities na den wedstrijd-Willink van Collen, zij zijn toch maar de meest pikante die Arfi ons te zien geeft. Ik weet wel dat dat niet door hun mooi is. maar men gaat er dan toch maar naar j toe en kijkt en vergelijkt, en vraagt, en snuffelt en overweegt, en lacht misschien eens, en gist, en praat er eens met een ander over. en tracht j alles dan nog weer eens goed te zien. Het is l een amusement zooals men het van een betrek- j kelijk klein aantal schilderijen, en dan nog wel l van meestal beginnelingen op geen andere manier j kan hebben. Als er de namen op stonden, zou ! de aardigheid er af zijn De bekroonden, al ver- ! beelden ze zelfs nog wel de besten, hebben heel weinig aandeel in onze belangstelling Maar dat onbekende en toch half bekende, dat onzekere. ... De exposities-Willink van Collen hebben voluit i de kittelende charme van een bal-masquê. Wat drommel, denkt men dadelijk, die komt me hekend voor, en toch weet ik 'm niet thuis ' te brengen maar uit dien hoek moet i dan ; toch komen in alles ziet dat er zoo Haagsch j uit en die lijst zoo hebben ze juist die jonge Hagenaars verleden jaar was er ook j zoo'n lijst ik geloof waarachtig dat 't dezelfde ; is neen maar dat kan niet, want dan zou 't van hem moeten zijn en daar is dut bepaald j van. Als ik maar eens even een tipje kon oplich- j ten. Maar ik weet toch zoo ten naastenbij wel \ wie er bij ons zooal schildert. Neen 't moet dan toch wel van Item zijn maar daar is 't dan toch te slecht voor zou die soms ook al weer volgelingen hebben. -Die zegt stellig zeker te zijn dat 't van dien is. maar me dunkt hij kan dat ook zoo zeker niet weten. Eri zoo voorf, een amuzant spelletje, een ware puzzle. Zoo heb ik moer dan een half uur, alleen over die zeven en dertig schilderstukken, waarvan 't meerendeel letterlijk te gek was om alleen te loopen. heel genoe,gelijk zitten praten met een zeldzaam serieus artiest, die anders nog al kies keurig is op zijn onderwerpen van diskoers, en die even nieuwsgierig bleek te zijn als ik naar dingen, die hem zeker niets zouden kunnen schelen als hij ze van zelf had kunnen weten. De nieuw-Duitsche schilder Fritz von Uhde schijnt het in zijn rationeel opgevatte Bijbelsche sujetten te blijven zoeken Hij schildert nu een Gang naar Betblehem, begrepen als een eenvou dige timmerman en zijn vrouw, die door een nevelig ! landschap trekken. Bij de Fleurs du Mal van Charles Brudelaire zijn acht interpretaties in lithogratie geteekend door Odilon Kedou De bundel, waarvan vijftig exemplaren gedrukt worden, zal in deze maand verschijnen. Op de Tudor-expositie in de New Gallery te Londen vindt men een nige gelegenheid niet minder dan drip-en-tachtig teekeiiingen van Holbein. door do koningin uit do Windsor-biblio- , theek geleend. j De firma C. M, van Gogh op de Keizersgracht l exposeerde deze week voor haar raam een zeer aantrekkelijke krijtteekcning van den beer Alleb van het jaar '67. Aan de door de firma Roos te houden schilde rijen-auctie is nog toegevoegd het schilderij van Mauve: Een vrouwtje in het koolveld, dat vijf of zes jaar geleden in Arti was en het laatst in Adrian Hotel" hing. De opening van I'ictwa door de nieuwe firma Preijer en Co. te Amsterdam is tot 10 Februari uitgesteld. De Tentoonstellingen in de provincie zullen weer komen. De Vereeniging Uit het volk voor het volk" te Middelburg heeft hare uitnoodigingen verzon den ter deelname aan de vierde tentoonstelling van schilderijen van levende meesters in het Schutlerohof daar ter stede. De expositie zal worden gehouden van 2 tot 20 April. Men zal aankoopen doen voor het museum te Middelburg. In Arnhem zal, nogal kras voor zoo'n groote stad de eerste schilderijen-tentoonstelling komen. De vereeniging tot bevordering van het Vreemde lingen-verkeer organiseert haar. Zij wordt van 15 Juli tot 15 September gehouden In het Pro gramma trekt de aandacht art 0. De Commissie zal bij de llegeering aanzoek doen om van Rijks wegen stukken aan te koopen, die voor Rijksver zamelingen waardig worden gekeurd". Men denkt: zegt dat iets? Zou dat aanzoek veel balen';1 En zijn er bovendien wel Rijksverzamelingen van moderne kunst 'i Het Schilder- en Teckenktindifl Genootschap Kunstliefde" te Utrecht schrijlt voor leden zijn jaarlijksche tentoonstelling uit, te houden van O April tot 4 Mei. In de Cfazette des Beaiix-Arts van februari : een artikel van Emile Michel over de Jeugd van Rcmbraudt. In the nieuwe Mnr/azhie of Art oen kurieus stuk van den schilder Ford Madox Brown over de National Gallery, en wat hij daar het mooist vindt. Do Art Journal, do Art Review en Art and Literatwe geven verschillende por tretten van Robert Browning. De verklaring van Antonin Proust aangaande den aankoop der Olympia van Manet, we spraken daar verleden week over, heeft nogal wat tegenspraak gevonden. Ten eerste schrijft de zuster van Manet aan den Figaro, dat do bedoeling der aankoopers feitelijk geen andere geweest is dan om. voor Frankrijk een schilderij te behouden, dat haar broeder en zijn vriend n als een kapitaal stuk beschouwde. De weduwe Maiiet zelf schrijft verder dat haar betrekkingen zeker met verba zing gelezen zullen hebben dat zij in ongunstige omstandigheden verkeerde. Volgens haar is hier geen sprake van. De aankoop der Olympia be schouwt zij als een treffende betooging ten gunste van de kunst en de nagedachtenis van haar echtgenoot Eindelijk schrijft ook Octave Mir beau dat de verklaring van den heer Pronkt bezijden de waarheid was. Claude Monct cu de zijnen openden de inschrijving, die nooit anders ten doel had dan hot schilderij voor het Louvre-museum te winnen, eoi>t nadat zij zich van de sympathie en do medewerking van Fronst verzekerd hadden. Van den heer l'roust was toen, volgens hem, alles gedaan te krijgen omdat zijn portret door Mimet hooi mooi midden op een vak prijkte op de Kxposition Centenuale. Nu de heer l'roust echter bemerkt dat de deuren van het Louvre zich voor Manet nog niet zoo gemakkelijk openen, zou de Oud-Minister van Scboone Kunsten louter om politieke redenen van mcening veranderd zijn. Voor den omslag van de maandelijks te verschreven Figaro Ill«*tiéis een prijsvraag uitge schreven met een prijs van duizend, en een premie van vijfhonderd francs Bovendien wordt het den eventueele mededingers ais eeu kostbare reclame voorgehouden dat do oplaag van die uitgave niet minder dan ir,0,000 exemplaren groot zal zijn. G Febr. '00. V. PROF. TVNüALL OVER CARLYLE. Onder de onverklaarde .schrijVersfiguren, waar aan de E'igelsche letterkunde steeds rijk geweest is, tolt de persoonlijkheid van Carlyle zeker in de eerste plaats inede, en dit is te opmerkelijker, omdat hij uog zoo kort dood is, en er reeds zoo veel over hem geschreven is. (irillig en bijna ziekelijk als zijn stijl, is ook veel wat meii van zijn karakter weet; en ondanks de vele biographieën en bijzonderheden, die omtrent hem medegedeeld zijn, is dut karakter nog steeds eer geheimzinnig dun aantrekkelijk. Ook de beroemde geleerde prof. Tyudall heeft nu ziju herinneringen aan deu schrijver van Surtur Hesartus doen verschijnen, en daardoor iets bij gedragen tot verklaring van deze complexe figuur. Tyudall werd L'iter eerj vertrouwd vriend van Carlyle, muar begon met hem op een afstand te bewonderen, en beschouwt hem ook uu uog als -een der genieën der wereldlitteratuur. Ondanks dat schijnt het beeld dut hij van Curlyle geeft, geheel dnt van een kind, onbekwaam om in het leven, op te treden, bedorven, nukkig, niet buien van dolle vroolijkheid en onbeteugeld slecht hu meur, onbillijk eii uitersl lastig voor zijne om geving. De eerste m:iul (lat Tyndull met Carlyle keu nis niuukle, was bij lord Asbburton. Er werd gesproken over homeopathie, en de geleerde trachtte uiteen te zulten, hoe kleine oorzaken, uu elkander komend, reusachtige uitwerkingen kunnen hebben. Muur Curlyle's meeniiig was gevestigd omtrent de honuiöputhie, en in plaals van naar iets te willen luisteren, schreeuwde hij over kwakzalverij en boeren bed rog, zoodat inrs. Curlyle hem het zwijgen moe>t opleggen. Hij lachte muar luid en voortdurend en brucht allerb-i paradoxen te berde om tegeutespreken eu gelijk te hebben Omtrent alles wat hij eenmual aangenomen had, was bij onver/ettelijk; voor hem was b.v. Uothe een onfeilbaar genie in alle wetenschappen. Hij wilde er idcts over hooreu. »Kent gij een man aan wien ('md zich geopen baard beeft, eu door hem aan de men.-ehen? Ju, en zijn uuurn is (üithe " Van vergissingen iu Cïi'itbe's wetenschappelijke werken wilde hij niets weten. Zijn Leven van Frederik den Groote had hem zeer vermoeid. »Deze man,''1 zeide hij van ziju held, »is de grootste bestuurder van de wereld geweest, maar ik kan niet van hem houden." Toen het werk af was, nam hij den eeretitel van rector der Ediiiburgsche universiteit aau, die hem door de studenten was aangeboden. Aan Tyudall werd door mrs. Carlyle de taak opgedragen hem naar Edinburg te brengen; hij moest altoos geleide hebben, underskwaui bij nietten cht. Onder weg zou men een dag of uoht te Freyston, in Yorlohire doorbrengen, bij lord Houghton ; maar Curlyle kon er den eei>,teu nacht niet slapen en wikle daarom terstond maar verder guau. Eerst op het oogenblik van het vertrek, toen alles gereed was, stemde bij toe te blijven, en Tyndall deed alle moeite om hem in de di.-eussiëu voor grof heden en uitvallen te bewaren ; hij stopte maar steeds Curlyle's pijpen eu zette hem iu ?zachte fauteuils en bewoog hem zoo lot büjveu. Te Ediuburg was het nog lastiger, Carlyle moest eene rede houden tot de studenten, eu kou het daaromtrent niet met zich zelf eens wor den. Hij wus toen uiterst onaangenaam en Tyndall dacht dut alles xou misloopen, tot op liet laatste oogenblik de inspiratie kwam, bij zeer goed sprak en uitbundig werd toegejuicht. Men telegrafeerde onmiddellijk aan Mrs. Curlyle, die met Wükie Collins eu Dickens aan tafel zat. en zeer ongerust was geweest. Benige diigeu later was Mrs. Carlyle overleden. Carlyle kwam haas-lig naar Chelsea en beschuldigde zich bitter en wan hopig van al het verdriet dat zijne grillen haar hadden aangedaan. Volgens Tyndall heeft deze openhartigheid in tegenwoordigheid van vele getuigen, Curlyle veel J kwaad gedaan, want al was hij nukkig, Mrs. Carlyle had ook hare fouten ; zij hield veel van hem en was goedig, maar haar toon was bits en zij was plaagziek, hetgeen Curlyie niet verdra gen kon. Na zijn vrouws dood was Curlyle als een schip zonder roer. Tyndall geleidde hem naar Menton ; een nacht te Parijs doorgebracht, iu ecu hotel in de Rue Saint llonoré, bracht hem tot wan hoop; men moest haastig verder. De Zuiderzon deed hem goed, en een puur dagen na zijn kornet te Mentor], kon CarJyle weer naar hartelust reJeneeren, paradoxen opwerpen en met Tyndull over pbysicu en litteratuur disputeeren. Den volgenden zomer logeerden builen op Melchet, bij lady Ashburton : daar was etn hoekje boscli, waar Carlyle bijzonder veel van hield. i Hij bracht er Tyndall he^-ii, ging er op dorre bladen zitten, liet zich pijpen st-ppen en op steken, eu het reJeneerr-ii begon weer. Carlyle's meeriing was b. v. dut de muderne denkbeelden vooral daarom den mc-nsch i:\lukkiger gemaakt hadden, omdat zij hem de vrees voor de hel hadden ontnomen ; dut nooit het zwarte ras de eigenschappen vau het blanke zou kunnen be zitten, dat de Ieren enkel ondankbare en on billijke weuscheu koesterden, enz. Darwiu zelf vond hij «eeu alleraangenaamst ineüsch", maar van zijne leer kon hij nooit het geiingste toege ven : liij bssehouwde haar als een vergrijp tegen liet spiritualisme eu het zedelijkheidobi.'giip der niensciiheil. De laatste jaren waren heel treurig; het ge heugen verdween, de lamheid in de ledematen verergerde. Zelfs iu ziji.e lief.-te verstrooiingen, redeneeren, brandy-and-soda eu tabak, had Car lyle geen siuuak meer. Hij stierf 5 Februari lS81, reeds vooiuit bad Carlyle gezegd, dut hij niet | in de Westminster abdij begraven wilde worden ; Tyndall en Froude bestelden hem ter aarde op een dorpskeikh>;f, zonder e'.-nige pkchüghcid. Al het kwaad, door Carlyle in zijn Ri'iitiiiisfcnccs over zijn vrienden, vooral over Froiuie ge zegd, wordt door Tyndall vergoelijkt. Hij wijst vooral op Carlvle's lichaamslijden. Voor deu lezer is het echter nog duidelijker dat Curlyle, een kind in hei ieveu als hij was, prikkelbaar j eu overdreven, na een discussie waarover hij niet tevreden was, vau zij'ie redeneerende vrienden allerlei kwaads opschreef eu het goede vergat, geheel onder deu indruk van bet oogoublik, eer eeri dichterlijke eu vrouwelijke natuur dau eeu wijsgeer. DE EEUW" DER HUICHELARIJ Ligt ze ver van ons, die eeuw? Volgeus Paul l Marnegazzu, het italiaausche parlementslid, ziju wij er midden in eu iu is het de eenig sieekhoudeude qualilieulie vau deze eeuw, haar die der huichelarij te noemen. Eene Duitscue ver taling vau ziju pas verschenen betoog is in Jenu uitgekomen, ouuer deu tiie-1 >-l)üs licueiilcrisc-ltc Ja/iiitaiidert" von Paul Munlegazza, uii.s deui Itulieuincheii vou lluldu Meister." Mei eeu soort van koude oprechtheid worden j de schijnheiligheid eu het bedrog, die in het orij derliug verkeer, in onze kleeding eu iu ons deu[ keu zoowel uls in ous voelen heersenen, iu het licht ge.-teld en besproken. Door die nuchterheid iu de voorstelling heeft liet werkje iiiet gewonnen; vau gloed of verontwaardiging is geen sprake, maar daardoor krijgen de meegedeelde l'eiteu eeu soort van falalit-tisciieu tint, die ze treffend maakt. Noch wat inhoud, noch wat vorm betreft is het werkje op ne lijn. te stellen met Nordau's »Ltiycii da' G'cy<.7/.sf//u/r', muur toch zal mUschieu het volgende, nu een proces vau exiruheereu verkregen, do belangstelling der lezer» van het \\'ci-IMa<l wekken. Huichelarij iu zake van politiek heelt de >clarijver, die reeds bijna vijf-en-twintig jaren lid is vau de volksvertegenwoordiging, bij iedere ndireUe j waargenomen en eeu puur staaltjes daarvan /ijn j iu verband met ouze zetten op bet Nederlundsclie ! staatkundig schaakbord dezer dagen niet onver makelijk. Eens'", verhaalt Mautegazza, stelde de partij, waartoe ik de eer had te behooren, een ontwerp vau een zeer slechte wet voor, die geeri enkelen weuscli vuu bet gozoud verstand bevre digde. Ik prolcsteerde en weigerde er mijne stem aau te geven. Ken der lioufdcn van mijne partij, eeu goed vriend van mij, hield toen eeu lang betoog, om mij te bewijzen, dat de riaaüele ! zijde der wet Volstrekt geen gewicht iu de schaal l legde tegenover den poiitieken kant der qiwe.stie ui dut meu het mindere moest opoil'eren, om het meerdere te verkrijgen. Werd de wet ver worpen, dan zou onze tegenpartij aan het roer komen en zouden onberekenbare rampen over ! het land worden gebracht! Hij kon mij echter niet overtuigen en ik beloofde mijn stem niet, waarna hij de verklaring aflegde mij in alles voor een fiiuken en heldereu kop, maar iu de politiek voor een domoor te houden." En later toen Mantegazza zich al mser van zijne partij had vervreemd, omdat zij harea staa! kuudigen kringloop had voltooid en zich nog alleen in het Parlement voor levend hield, ter wijl ze dood was in het land, toen kwam hij ia verzet tegen eeu voorstel vuu wet, dat het top punt vau huichelarij was, doordieu het de tegeapartij noodzaakte, dankbaar te zijn voor de ro zen, waarmee ze werd bekranst, vóór ze naarde (iil'erplaats werd gebracht, en zich losscheuread van zijne vrienden, stemde hij tegen. Eu *"öer sprak eeu vriend: >-Maar lieve man. wees toch niet zoo dwaas, 't i.s imuiers een politieke wet, dus toch maar een handvol leugens." Doch deze leugens zijn slechts kleine oribed ideude anecdottu, vergeleken bij de groote bedriegerijeu. die met reusachtige gouden lett/ers in onze nuiat^enapjielijke gewoonten eu in onze grondwet zijn geschreven. En het ergste is, dat de huichelarij in de rechte reden met ue bescha ving toeneemt eu dat zij overbodig is, waar nog liet geweld beerscht. Waar echler de vrijheid al die tegenovergestelde krachten eerbiedige, die wij de belangen van het individu of het maat schappelijk welzijn, of natuutlijke i.eigingen, of idealisme of eiscben der werkelijkheid noemen, duur ont.^laau de duizend en nogmaals duizend trans acties, die het boivondertii.swaardig eveinvicht vor men, waaraan de huichelarij het aanzijn dunkt. Ea waarom zouden wij klagen, dat zij ons iu slaap wiegt, wanneer we piju hebben, ons amuseert, wanneer we ons vervelen eu ons in den waan brengt, allen vrij eu goed en gelukkig te ziju. Zij rondt de doornen voor ons af eu effent de liobbfeligheden van ons pad, bedekt de roest met vernis, stopt de reten onzer hui/.eri dicht, maakt de hitte koel eu het ijs lauw, bedekt ons li chaam met kleederen, den laster met mooie phra-, ten, het verraad met beleefdheid m al wut e; vuil is om ons heen met welriekende omhulsels Laat onze eeuw physiek eene zeuuwlijderes zijr wat nood. zij is moreel de huichelachtigste alkv eeuwen, door en door Tartuffe eu dus de beminnelijkste eu medeiijdeiidste verpleegster voor onzd kwalen. Voorbeelden vau de leugens, dagelijks in ss lons eu theaters, in ziekenkamers, op straat er op school geuit, geeft de schrijver bij menigte. zonder eeu nieuw gezichtspunt daarop Ie opene», dus hier niet der vermelding waard. Eene aan haling- t c hier, die hij doet uit Leopardi, willen wij niet achterwege houden. Wanneer /,iju de ' merschen eerst recht belachelijk V »Dan'', zegt de Italiaan-ehe denker, als ze ' oor iets willet dooigaun, dat ze iu werkelijkheid niet zijn. Wit arm of dom of ziek of oud i,-, is daarom nie1 belachelijk, maar wordt het zeer zeker v.el, afcs hij gebiek wil verbergen onder den schijn van bezit, als dus de arme rijkdom, de zieke gezond heid, de domme gelecrdhtid en de oude jeugd huicbelt. Met zijne lange beenen legt Tartuffe den korten afstand lus -cht n het verhevene eu ht-t belachelijke telkens met groot gemak af. De burgerlijke wet veibiedt het onderzoek :iaar het vaderschap, doch als het wel geoorloofd is dut der eeuwen uit te vorschen, dan blijkt de 10e eeuw een kind van het jaar 1781) en een allesouderzoekende, overmoedige, ouge uddige wetenscliap. I.'it «leze verbiiitoni.-s is een zenuwzwr. onrustig, grillig schepsel voortgekomen, dat OL tevreden i.s met het tegenwoordige, omdat zijp' moeder htm altijd een ver verwijderd, schooi. , en beter panorama voor oogeu houdt, waaraati het heden wordt getoetst. En de kinderen van het nieuwe geslacht werden gedoopt, niet met wijwaler, muar met het bloed vuu 'SO en kregen allen tot stempel de drie profetische woorden : vrijheid, gelijkheid en broederschap. Nieuwe wet boeken werden gedrukt en de vaandels werden nieuw geverfd, maar met de menscbeu bleek het minder gemakkelijk te guau, by-t bloed, dat ii hunne aderen vloeit en het a .^ P^o^ oc;r been deren kunnen slechts zeer, z'^ f*'1^ Gli //,'rdeii. gewijzigd en dun niet door ' >>e,f e/,-/J^'('f£ ^'^o, maar door bet gestadig "*/ l* ' c/e fyfcl.-j geslachten. Wij kennel. ''' i--,-,./Q'aleu en zien ver bo"en ons dea .. . ujuoideu rein, hoog <_eluk, maar onze handen kutmeti hem niet beieiken en onze oogen kunnen het zelfs niet, als ze door de krachtigste telescopen wofden gesteund. Er is maar n middel, om de komende eeun beter te maken dan de tegenwoordige; wij moe ten namelijk die idealen, die we tot nu toe illeet in onze wetboeken eu op onze vaandels h^bt geschreven, met onuitwischbave leekenen schr ven in de harten en de denkbeelden van al. meu>cheu. Dan zullen minder superlatieva worden gebruikt, die iu waarheid nog niet eens de beteekenis vuu eenen positief hebben, maar soms in deu omgang moeten worden aangewend. ook in heiligen ernst, omdat de banale beleefd heid, waarachter de onverschilligheid of zelfs de tegenzin zich verbergt, reeds den stellenden trap voor haar leugens heeft verbruikt. Ouze huiche larij iu gevoelens eu geducbteu, onze koketterie met denkbeelden worden scherp gegiapt; onder wijzers eu leerlingen, examens en getuigschriften geleerden en vromen, alles is deu schrijver beivijs voor de huichelachtigheid vau ouze ee Dat bij de tentoonstelling vau zooveel or,e< lijks de vroiiiveiikleediug eu de sehoonbei aan eene veroordeeling zouden ontsnappen, wi wel niet te verwachten eu werkelijk worden ; dan ook niet gespaard; wat valscb. i.s of kan zi wordt alles opgenoemd en uls etiriosiini voe^ de schrijver aan ziju boeke eene lange lijst vai scliooubeidsniiddeleu toe, waaruit dus de schoon* heidsleugeu kracht put. Hij heeft met ziju l roemden collega, dokter Kleucke, de zeer lan£ lijst die ril. v. blz. 1IJO lot 170 loopt, opgeste! en waar 't mogelijk was, de chemische same stelling der middelen opgegeven. Of er niet zij voor wie liet werkje daardoor in waarde wint '? De schrijver denkt het mei, want aau het slot spreekt hij de verwachting uit, dat wij, doorzeb' ijverig uuur waarheid te streven en op oni,fc

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl