De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 9 februari pagina 4

9 februari 1890 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Ko. 659 moreele gezondheid te letten, een later komen; den schrijver, die de twintigste eeuw wil karakP .terizeeren, in staat zullen stellen, haar te noemen ; de eeuw van moed en oprechtheid! >r, F. J. v. U. VARIA. ? PLASTISCHE KUNST. De Flcmdre liberale heeft een artikel over i"!?- eene ontdekking, door den heer Verboeckhoven / in het Steen-museum te Antwerpen gedaan. ; Van een der nieuwgekochte antieke strijdbijlen'1 'j gelukte het hem de punt af te schroeven, dit , wapen bleek van splinternieuwe constructie te zjjn. Er schijnt te Gent eene fabriek van te zijn; in de stad werden vroeger al veel oude wapens _ --nagemaakt. Een liefhebber van oudheden liet toen door een beeldhouwer oude modellen van bijlen V en knodsen namaken, ze gieten, en, om hun de onvergelijkelijke patina der eeuwen te geven, besproeide de gansche familie ze een paar maal daags op de meest naturalistische wijze meteene ammoniakhoudend vocht. Ook de palina van het r1 stuk in het S een-museum zal wel zoo verkregen zyn. Het museum heeft rog meer valsche stukken. Eene verzameling, twintig jaar geleden door het '^ museum aangekocht, helle baarden, schilden, slag zwaarden, een gansche wapenrusting, bleek het werk van een smid, ook uit Gent, te zijn. Na de ontdekking werd de rommel weggenomen, een ?' proces ontstond dat op niets uitliep, de stukken kwamen op eene veiling, waarbij hunne herkomst in den catalogus werd opgegeven; zij werden ..verspreid, en nn vindt men er weer een aantal .}' VAÜ, als echt gemerkt, in het Steen-museum. TOONEEL EN MUZIEK. --- Men meldt uit Parys: De deugd maakt in de : schouwburgen alhier merkwaardige vorderingen. Evenals in het Palais Royal" het onzedelijke Codenos" gevallen en daarentegen het onschul- dige L?s Moulinards", of liever?sedert een ze kere mjjnheer Moulinard bezwaar tegen dien titel maakte Les Boulinards" zeer in den smaak ge vallen is, zoo volgde dagen in de Boufies Pari' siennes" op het aanstootelyke Le Mari de la Bsine", dat nauwelijks twintig voorstellingen be leefde, het buitengewoon fatsoenlijke Cendrillonnette", dat met zooveel bijval werd ontvangen, ?-\ het het wel tot 200 voorstellingen zal breni fi. De deugd triomfeert hierin op de meest , >usante en dikwijls zelfs zeer geestige wijze. ,A schrijvers van dit stuk zijn dezelfden, aan wie , <e Bouffes haar grootste succes Joiéphinevendue J9«r ses soeurs" te danken hebben, nl. Paul Ferrier <^n de componisten Victor Roger en Gaston Ser1, 'ette. Evenals in laatstgenoemde de lieflijke sage, . "9 is in Cenirillonnette" het sprookje van Asche,«ster voor moderne Parijsche toestanden pasdaar gemaakt. Asschepoester is de jongste nicht ? van eene uit de hano. «-aarzeggeade waschvrouw, die niet, evenals hare beide andere zusters, langs / den weg van het Conservatoire zich in de hoogere galanterie een plaats wil veroveren, doch liever waschvrouw blijft; (Ja ne m' dit rien d'être cocotte", zegt zij, ongeveer iuist als Meilhac's Margot, zij het dan ook met andere woorden. De prins is een jong kapper, Paul Leprince, die eerst slechts oogen heeft voor de schitterende Cornaline, de oudste der drie zusters, en volstrekt niet merkt, dat de kleine Zizi hem lief heeft, terwijl Corna line volstrekt niets voor hem gevoelt. Paul zoekt i vergeefs om aan 10,000 francs te komen, ten ,.Jide een nieuw haarmiddel te lanceeren, Zizi, die aan haar goed gesternte gelooft, laat zich door hem 100 irancs geven, legt zelve 100 francs daarbij en verzocht den baron de Port-Saluce, Cornaline's beschermer, die voor haar bij den Grand-Prix op een der paarden te zetten. De baron laat haar de lijst der paarden zien. Plot seling roept de tante brommend uit het zijvertrek: Ferme donc Ie vasistas.'" (Doe het kijkraampje toch dicht). Het woord mijner tante is ??profetisch!" roept Zizi uit. Zet 200 francs op Vasistas (aldus heette het paard, dat in het jaar 1889 tegen elke verwachting den Grand Prix ge wonnen iie<*V" Te vergeefs verklaart de baron hogS? *Ht zij weinig kans zal hebben. Zij blijft er ~%3l|'en wint daardoor 10,000 francs, die zij den volgenden dag in den" Jercle gaat halen. Er wordt daar"-)tii?t een liefnebberijvoorstelling gegeven, waaraan behalve andere dames, ook Zizi's zusters deelnemen. Het is een jaarlijksche revue, waarin de Eifïeltoren natuurlijk ook een rol speelt. Een der dames was uitverkoren, om hem voor te stel len, maar op het laatste oogenblik heeft zij laten afziggen, omdat zij het beneden hare waardigJieiA vond, in een couplet te zingen, dat zij voor vyf francs bereikbaar was. Zizi is de redster uit den nood, zij trekt het uitstekend geslaagde Eiffelcostuum aan, dat de vormen van den toren heeft en slechts hoofd en armen vrij laat en zingt de coupletten van het blad. In het ,'ïde bedrijf installeert Zizi zich voor hare 10,000 francs als elegante dame en laat hare tante en den coifl'eur by zich ontbieden. Hare tante voorspelt haar uit hare hand, dat zij den uitverkorene baars harten zal huwen en met zes kinderen gezegend zal worder ... Zi/i zingt daarop zeer vroolijke coupletten met het refrein: Gij voorspelt mij een half doz\jn, maar zelfs een vol dozijn zou mij geen schrik hebben aangejaagd". Paul laat zich echter nog 3eds niet verteederen. De 10,000 francs, die Zizi jr hem gewonnen heeft, gebruikt hij niet voor .jn haarmiddel, doch helpt daarmede de trotsche Jornaline uit een tijdelijke geldverlegenheid, liet laatste bedrijf brengt ons in den door Zizi geopenden kapperswinkel. Door dit middel wil zij nu trachten een toenadering met Paul te bewerken. Deze zoekt dan ook, zonder het te vermoeden, dat zij er de eigenares van is, ia haar zaak een ?betrekking. Cornaline is bij haar zuster werkzaam Is parfumeuse, maar Paul is geheel van zijn faartstocht genezen, en slechts zijn armoede houdt er hem van af, Zizi's hand te vragen. Hij ver zoekt per telegram een ouden oom, hem 10,000 francs te leenen. Deze krijgt op het ontvangen van die dépêche, van schrik een beroerte en sterft, alvoren tijd gehad te hebben, zijn neef te ont erven. De slimme Zizi weet een verzoening tot stand te brengen tusschen den baron en Cornaline, door een brief, waarin de baron een aap genoemd wordt, op rekening harer afwezige zuster Ida te schrijven. Tot groot vermaak der toeschouwers worden de uit het Journal Amusant bekende drie modeapen van Mars, Guy, Gaston en Gontran ten tooneele gebracht en zingen een drietal komische terzetten. In een daarvan wordt de lof van den gekleurden rok bezongen; het eindigt aldus: L'Jiabit noir? J' peux pas voir!" De componisten Serpette en Roger hebben het werk zoodanig onder elkaar verdeeld, dat de eer ste de meer muzikale, de laatste de meer bepaald komische gedeelten gecomponeerd heeft. Aan de laatste geven wij de voorkeur. De rol van Cendrillonnette werd door Milly Meyer met veel schalkschheid en goeden smaak gecreëerd. Als Port-Saluce debuteerde de bekende karakterkomiek Dieudonnéin de operette. Hij zong zelfs in een terzet mee en behaalde tamelijk veel succes, maar zal er toch goed aan doen, weer tot de vaudevilie terug te kecren. Keizer Wilhelm I als dramaturg. Naar aanlei ding eener opvoering van Moscr's bekend blijspel Der Veilchenfresser" in het Berliner Theater," deelt de Berliner Börsen-Courier" hot volgende mede: Keizer Wilhelm I vertoefde, zooals bekend is, jaarlijks in de lente eenigen tijd te Ems; hij was een trouw bezoeker van het theater in de koerzaal, en Moser's Veilcheniresser" benevens Benedix' Zartliche Verwandten'' waren de twee blijspelen, die hij het liefst zag, zoodat de op voering er van jaarlijks meer dan eens bevolen werd. Bijzonder veel vermaak schepte de keizer ia het exerceer- en driltooneel in het derde bedrijf van den Veüchenfresser.'-1 De tooneelspeler Albert Eckert, die ook nu in Berlijn voor den onderofficier speelt, vervulde die rol ook te Ems. Daags na de eerste opvoering sprak de monarch den ac teur op de wandeling aan: U was gisteren werkelijk charmant. Maar u mag den recrtmt het wittebrood niet afnemen: een Pruisisch onderof ficier steelt geen wittebrood." Na een korte pauze vervolgde hij; Dat wil zeggen, gij kunt het wel nemen, maar gij moet er bij zeggen, dat gij het hem na de oefening zult teruggeven." Dit keizerlijk extempore ging nu voor goed in Eckert's rol over. Bij de volgende voorstelling knikte de monarch den acteur lachend toe, toen deze voor de eerste maal de kleine verandering aanbracht, Nog bij de tegenwoordige opvoeringen in het Berliner Theater" is Eckert trouw ge bleven aan de door den keizer aangebrachte wijziging. De eerste opvoering van de opera van Reyer Salammbö(naar den Karthaagschen roman van Gustave Flaubert) zal Maandag te Brussel plaats hebben. De beide hoofdrollen, die van Salammb en Mattio, worden door Mad. Rose Caron en den heer Sellier, beide vroeger van de Groote Opera te Parijs, gezongen. LETTEREN EN WETENSCHAP. Met het pas verschenen derde deel is deCatalonische gedichtenverzameling van Joaquin Rnbio '& Ors. Lo Gayter del Llobregat (Barcelona 188ÏI) compleet geworden. De Cataloniër eert als grond slag zijner tegenwoordige poëtische litteratuur de liederen van den Gayter (doedelzakblazer), oen meester in vroolijke wetenschap" en een der eerste prijswinners in de poëtische bloemenspelen van Barcelona. In het derde deel komen verta lingen van Fastenrath voor, vooral een Catalaansche ridderlegende, gelijkend op Lohengrin en onzen Ridder met de Zwaan. De dichter laat haar ook te Keulen spelen; de eer van de gemalin van den Duitschen keizer Hendrik V wordt er door graaf Berenguer den Groote van Barcelona gered. Militaire Zaken. DE NIEUWSTE MILITAIRE OEFENINGEN. Bij de wijzigingen, die gedurende de laatste jareii in de vorming en oefening van den soldaat, en hoofdzakelijk bij de infanterie, in de meeste rijken van Europa zijn ingevoerd, zat als hoofd beginsel voor de even ware als schoone spreuk : >In den oorlog is alleen het eenvoudige te ge bruiken". Was dit beginsel eigenlijk ten allen tijde juist, vooral bij de tegenwoordige verschrik kelijke vuuruitwerking der infanterie en artillerie, waarbij beslist en snel moet gehandeld worden, heeft genoemde stelregel eene onmiskenbare, groote practische waarde. Vandaar, dat hoofdza kelijk het langdurige, machinale en eentonige der eerste oefeningen van den rekruut zooveel mogelijk verminderd worden, en meer op de ont wikkeling van het gezond verstand en op het verkrijgen van duidelijke alhoewel eenvoudige begrippen omtrent hetgeen in den oorlog van den soldaat geëischt moet worden, gewerkt wordt. Men voert hem nu spoediger gewapend en gekleed als in oorlogstijd naar buiten om hem in het veld, op de plaats zelve, door oudere, geoefende kameraden voorgegaan, te doen op merken op welke wijze het gevecht en meer bij zonder het tirailleur-gevecht gevoerd, en daarbij het best partij getrokken kan worden van het terrein. Meer dan ooit toch zal, ten einde van het overstelpend vijandelijk vuur zoo min moge lijk te lijden, de verspreide orde (en tirailleur) de voornaamste gevechtsvorm der infanterie zijn. Bij de verdere oefeningen spelen alarinerrimjfn tegenwoordig eene zekere rol en zijn ten slotte manoeuvres van elk wapen afzonderlijk en daarna de gecombineerde manoeuvres van de drie wa pens (infanterie, cavalerie en artillerie) te zamen eene uitmuntende oefenschool om het geleerde in toepassing te brengen, na te gaan hoe dit bij vredesmanoeuvres werkt en daaruit af te leiden hoe die handelingen in de praktijk (d. i. in werkelijken oorlog) waarschijnlijk zullen voldoen. De onrerwaclitc alarmeeringen, d. i. natuurlijk zonder voorafgaande waarschuwing en liefst niet bij dag, leeren den troep om zich snel tot den strijd gereed te maken, en wekken dus een groote mate van slagvaardigheid op, die alleszins lof waardig is en voor den oorlog groote waarde heeft. lutusschen moet hierbij steeds zoo bedaard mogelijk en vooral zonder overhaasting gehan deld worden, dewijl anders de snelheid van strijd vaardigheid eerder vermindert dan vermeerdert. Zoo werd bijv. onlangs wij meenen 18 De1889. kort na 'J uur des avonds het regiment Gardes du Corps te Potsdam plotseling gealar meerd. Een gedeelte der manschappen was reeds ter ruste gegaan, maar na het alarmsignaal maakte men om het zeerst spoed om op te staan, de paarden te zadelen en uit te rukken. Dit ge schiedde evenwel met zulk een overhaasting, dat ieder ruiter naar gelang hij gereed was, in snellen gang naar de verzamelplaats reed en er niet aan dacht dat des avonds (in het donker) behoed zaamheid noodig is Het gevolg was dan ook, dat door allerlei omstandigheden verscheidene paarden met ruiters stortten, tegen elkander of tegen wagens en rijtuigen aanreden, lansen en sabels braken, enkele manschappen gewond wer den en zelfs 4 a 5 paarden eerst den volgenden morgen buiten de stad opgevangen konden wor den. Een leerrijk voorbeeld niet waar, en eene bevestiging van den van oudsher bekenden en geëerden militairen regel: »overhaasting is nadeelig voor de goede orde en schadelijk voor de snelheid der uitvoering". Voorzeker is bet den Duitsehers een goede les geweest, en vermelden wij het alleen opdat als ook bij ons dergelijke nuttige nachtelijke alarmeringen vooral van cavalerie of bereden artillerie plaats vinden, men zich dan zachlelijk aan een ander spiegele en onnoodige ongelukken voorkomen worden. Bij de zoogenaamde keizermauoeuvres in Westfalen in den herfst vau het vorige j;iar is veel en belangrijke ondervinding opgedaan. Daar toch kwamen de sedert een jaar geleden vastgestelde nieuwe reglementen in toepassing, en naar de berichten luidden, hebben de nieuwe gevechtsvoorschriften enz. voorloopig goed vol daan. Bij deze manoeuvres werd wel het repeteergeweer stelsel Mauser (model 1884) van 'L l mM. kaliber, maar nog niet dat van het onlangs ingevoerde kaliber van 8 mM. gebezigd. Toch zal de nieuwe Duitsche iufanteriebewapening betrekkelijk spoedig voltooid zijn en beweert men zelfs, dat reeds nu de benoodigde hoeveelheid munitie rookvrij buskruit voor geweren en ka nonnen van het geheele Duitsche leger voorhan den en opgelegd is. Naar gemeld wordt, zouden in het laatst van September 1889 de eerste schietproeven op uitgebreide schaal met de nieuwe geweren klein kaliber door den Keizer zijn bij gewoond en voldeden die aan de gekoesterde verwachtingen. Verder werd bij deze oefeningen gebezigd het nieuwe rookvrije (of althans weinig en dunnen rook gevende) buskruit, terwijl door den Keizer zelf in eene verdedigende stelling gebruik werd gemaakt van 8 gepantserde snelvurende veldka nonnen (4 van 37 mM. en 4 van 53 mM. kaliber) stelsel SCHUMAXN. Deze vuurmonden zijn ge plaatst op een wagenstel en worden door (i paar den getrokken Naar gelang van terrein en om standigheden kunnen deze vervoerbare pantser kanonnen, bij het gebruik op den wagen verblij ven, of dewijl zij op -l kleine rollen ruften daarvan afgereden en op geschikte punten, van voren door een aarden wal gedekt, opgesteld worden, zoodat de vuurmonden slechts even boven de borstwering uit komen, en naar be hoefte snel weder opgereden kunnen worden. Om kortelijk een denkbeeld van deze soort van vuurmouden te geven, zij bijv. betreffende het kanon van 37 mM. kaliber het volgende vermeld: Het pantser bestaat uit een vertikaal geplaat sten 50 mM. dikken cylinder van staalplaat met platten bodem (middelliju 1.30 M. hoogte 1.38 M). Van boven wordt het door een draaibaar pant serdekstuk (de gedaante van een bolvormig seg ment bezittende), waaraan het kanon bevestigd (opgehangen) is en dat eene dikte van 40 mM. heeft, gesloten. Dit pantserdekstuk heeft tevens een schietgat, waardoor bet vooreimle van het kanon naar buiten uitsteekt Het aan den achter kant van eene deur voorziene pantserhuis biedt eene zitplaats aan voor den bedieiiingssoldaat. Deze zitplaats kan evenals het 37 K.G. zware kanon met eene verükale spil in het midden der binnenruimte aangebracht gedraaid wor den, zoodat naar alle richtingen heen kan ge vuurd worden. Er wordt geschoten met granaten van O -15 K.G. en kartetsen van 0.50 K.G ; deze laatsten zijn gevuld met 21 kogeltjes van 15 mM. middelliju. De munitie bestaat uit metalen eenheidspatronen. waarbij, evenals voor de ge weren, buskruitlading, projectiel en outstekingsmiddel (slagboedje.) n geheel vormen. Deze pa tronen, waarvan het aantal dat voorhanden is, verschillend wordt opgegeven, doch minstens 100 per vuurmond bedraagt, zijn in plaatijzeren doozen in het pantser geborgen. De vuursnelheid kan tot 40 schoten in de minuut worden opge voerd. De grootste schootsverheid der granaten bedraagt '2500 M., die der kartetsen 300 'M. Het totale gewicht van het uitgeruste pantserkauon niet vervoerwagen bedraagt 1500 K.G. Het pantser beschermt legen gewone (geen stalen pantser; granaten van liet veldgeschut. Iledenkt men nu, dat door cle invoering van de repetcergeweren van zoer klein kaliber (7.05 il 8 m.M.) bij verschillende Europeesche legers, ten gevolge der grootere trefkans en meer bestreken baan van den kogel, op grootere afstanden dan vroeger werkzaam geweervuur wordt gebracht, en in eene betrekkelijk kleine tijdruimte een veel grooter aantal kogels (bijv. per geweer 20 in de minuut, dus minstens de dubbele hoeveel heid van vroeger) op <len vijand kan worden af gezonden ; dat de springuitwcrking der artillerieprojectielen vooral die der granaatkartetsen op groote afstanden vermeerderd is, eu dat tegenwoordig snelrnrende veldkanonnen en rooi,-rrij buskruit gebezigd worden, dan zal het zelfs voor den oningewijden lezer geen betoog behoeven, dat dit zoovele omstandigheden zijn waardoor bij de tegenwoordige krijgsoefeningen beginselen moeten gehuldigd en eene taktiek moet gevolgd worden, in verschillende opzichten afwijkende van die welke vroeger als de besten werden be schouwd. DE WONDERLAMP. Naar PIERKE SA.LES. De familie Perrounet, bestaande uit den heer Jules Perroniiet, gewezen pettenmaker zijne vrouw Leontiuo, en hunne dochter Ainélic, eene c/emoiselle a m ariër, hadden juist hun diner, bijna souper, geëindigd. Amélie Perroniiet, die door hare moeder zeer huishoudelijk was opgevoed, hielp het dienstmeisje in het wegruimen van het servies. Madame Per roniiet greep naar haar dik Imishoudboek, waarin zij gewoon was alle uitgaven van den dag zorg vuldig te noteeren, terwijl de heer des huizes na een vluclitigon blik op de foudscnlijst zich met zijn courant in ceu hoek naast den schoorsteen neerzette, om zich daar in de politiek te verdie pen. Bij de Perronnets bleef men na den eten in de eetkamer, alleen Dinsdag, op den jour", ging men naar den salon. Gedurende de overige dageu der week bleef deze, met zijne zorgvuldig van housseu voorziene meubelen, gesloten, en als men hem even betreden moest, geschiedde dit allecu op de teencn, om het dure tapijt, toch te sparen. Wie echter daaruit had willen besluiten, dat de Pcrronnets gierig waren, zou zich vergist hebbeu. Integendeel, het waren brave mensclien, die met hard werken een aardig sommetje hadden overgcspaard eu ook bij hunne welvaart de gewoonten van vroegercn tijd Iiaildcu behouden. Vroeger had den zij geen salon gehad, en zij gebruikten hem dus ook niet, nu zij bet huis bewoonden, dat monsieur Perroniiet in de Run de la Coudamine gekocht had, cji dat hem een ] 2000 francs 's jaars huur opbracht. Reeds drie maal waren er aanzoeken geweest om de hand van mademoisalle Amélie, maar do ouders waren achterdochtig, /ij meenden, dat de aauzoeken eer de honderdduizend francs van den bruidschat eu het huis in de rue de la Coudamiue golden, dan de dochter, en clan nog de tweemaal honderdduizend francs die het meisje, om in den stijl der huwelijksinakeiaars te spreken //te wachten had." Zij wilden dus verstandig en met zekerheid kiezen. Maar toch maakten zij er ecu beetje haast mee, want zij verlangden beiden zoo spoedig mogelijk kleinkinderen te bezitten, om te vertroetelen. * * * Amélie was klaar met, het afnemen der tafel. Zij bracht haren vader een glaasje cognac en ver diepte zich in de lectuur van haar modejournaal. Vau tijd tot tijd, wanneer deze lectuur haar ge heel in beslag- scheen te nemen, wisselden monsieur eu madame Perroniiet op half]uiden toon een paar geheimzinnige woorden. Zoodra zij echter het hoofdje ophief eu luisterde, zwegen zij of praatten van de noodzakelijke reparatiën aan het huis. | Tegen half tien werden allen op eens stil, en schenen naar iets te luisteren. Dit iets was het geluid van schreden op de trap, vaste, regelmatige schreden, die. zij van de benedenste tot de zesde verdieping met het oor nagingen. Zij zeiden niets, maar alle drie dachten met een zekere voldoening: Ziezoo, hij is 't huis." Terstond daarop zeide Amélie hare ouders goeden nacht en stond op. Toen zij alleen waren, zeide de vader: //Welk een nauwgezetheid!" En de moeder stemde met hem in: Ja, hij schijnt, een zeer fatsoenlijk, orde lievend jong nieusch te zijn." Om tien uur werd er aan de deur geklopt, liet was de vrouw van den conciërge, die het gas had uitgedraaid, en uu kwam, om aan den heer en de vrouw des huizes verslas; te geven van de ge beurtenissen van den dag. Deze waren van zoo onbclangrijken aard, dat men terstond reeds aan de zesde verdieping was, om van den nieuwen huurder daar te spreken, maar zeer zacht, eu nadat men zich overtuigd had, dat. de deur van Amélie's kamer goed dicht was. Nu, madame Mayeux?" Ja wel, hij heeft, mij van morgen zijn petroleumkfui gegeven, met den last ze tegen dezen avond voor hem te vullen.'' liet is ongehoor,l,' zeide madame Perroniiet. Monsieur Perroniiet schoof' het veustergordijn ter zijde eu keek naar boven, naar ecu klein ven ster op de zesde verdieping \an den zijvleugel. Er is al Hebt", zeide hij. Welk een energie!'' merkte madame Per rounet bewonderend op. Hoe ziet toch eigenlijk zijn lamp er uit r" ??Ik zag ze, toen hij hier kwam wonen,'' zeide de vrouw van den conciërge, liet is eene eenvoudige lamp van blauw porselein." De lamp van den arbeider!'' zeide monsieur Perroniiet plechtig. Ha, daar is hij; hij schept een luchtje aaii het raam Jiij steekt een cigarcttc op." ,/Xu, dat, zal hij zicli tocli wel mogen ver oorloven, voordat hij den ganschcn nacht, aan zijn werktal'el doorbrengt!1' kwam madame Perroniiet, bijna gekwetst, tusschen beide, ,,En wat ik zeggen wilde, madame Mayeux, ge zorgt er dan bepaald voor, dat hij morgen on.s zelf komt .spreken over het oiidertceckenen vau liet huurcontract. Goeden nacht !" Een uur later was het gansclie huis Perrouuet in diepe duisternis gehuld, behalve het ne kleine raampje op de zesde verdieping, dat lot den mor gen helder verlicht bleef. Toen den volgenden morgen de zon door bet raam scheen, lag mijnheer Stanislas Ménorval nog in diepen slaap. Ilij ontwaakte eindelijk en stond op. Zijn eerste zorg was, de brandende lamp uit te blazen, toen begon hij zijn eenvoudig' ontbijt Ie bereiden. Hij was te arm om dat door de con ciërge te laten bezorgen. Met voldoening keek hij naar zijn lamp en zeide: zij brandt toch uit stekend. Ik ben over liet nieuwe systeem best tevreden." Toen daalde hij frisch en vergenoegd de trappen af, om naai' zijn kantoor te gaan, want bij was einplovéin eene groote zaak, waar hij 1^0 francs "s maands verdiende. Toen de conciërge hem mededeelde dat liet daar in buis de gewoonte was, bij den eigenaar zelf het huurcontract te komen ouderteckeiien, antwoordde hij: Het, is goed, ik zal er dezen avond heengaan.'' En hij ging' de deur uit, zonder er aan te denken, om te kijken. Had hij omgekeken, dan had hij bemerkt, dat hem uit het venster van inadcinoiseüe Amélie een aardig', bruin kopje nakeek, t'n als

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl