Historisch Archief 1877-1940
DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Ko. 659
moreele gezondheid te letten, een later
komen; den schrijver, die de twintigste eeuw wil
karakP .terizeeren, in staat zullen stellen, haar te noemen
; de eeuw van moed en oprechtheid!
>r, F. J. v. U.
VARIA.
? PLASTISCHE KUNST.
De Flcmdre liberale heeft een artikel over
i"!?- eene ontdekking, door den heer Verboeckhoven
/ in het Steen-museum te Antwerpen gedaan.
; Van een der nieuwgekochte antieke strijdbijlen'1
'j gelukte het hem de punt af te schroeven, dit
, wapen bleek van splinternieuwe constructie te
zjjn. Er schijnt te Gent eene fabriek van te zijn;
in de stad werden vroeger al veel oude wapens
_ --nagemaakt. Een liefhebber van oudheden liet toen
door een beeldhouwer oude modellen van bijlen
V en knodsen namaken, ze gieten, en, om hun
de onvergelijkelijke patina der eeuwen te geven,
besproeide de gansche familie ze een paar maal
daags op de meest naturalistische wijze meteene
ammoniakhoudend vocht. Ook de palina van het
r1 stuk in het S een-museum zal wel zoo verkregen
zyn.
Het museum heeft rog meer valsche stukken.
Eene verzameling, twintig jaar geleden door het
'^ museum aangekocht, helle baarden, schilden, slag
zwaarden, een gansche wapenrusting, bleek het
werk van een smid, ook uit Gent, te zijn. Na de
ontdekking werd de rommel weggenomen, een
?' proces ontstond dat op niets uitliep, de stukken
kwamen op eene veiling, waarbij hunne herkomst
in den catalogus werd opgegeven; zij werden
..verspreid, en nn vindt men er weer een aantal
.}' VAÜ, als echt gemerkt, in het Steen-museum.
TOONEEL EN MUZIEK.
--- Men meldt uit Parys: De deugd maakt in de
: schouwburgen alhier merkwaardige vorderingen.
Evenals in het Palais Royal" het onzedelijke
Codenos" gevallen en daarentegen het
onschul- dige L?s Moulinards", of liever?sedert een ze
kere mjjnheer Moulinard bezwaar tegen dien titel
maakte Les Boulinards" zeer in den smaak ge
vallen is, zoo volgde dagen in de Boufies
Pari' siennes" op het aanstootelyke Le Mari de la
Bsine", dat nauwelijks twintig voorstellingen be
leefde, het buitengewoon fatsoenlijke
Cendrillonnette", dat met zooveel bijval werd ontvangen,
?-\ het het wel tot 200 voorstellingen zal
breni fi. De deugd triomfeert hierin op de meest
, >usante en dikwijls zelfs zeer geestige wijze.
,A schrijvers van dit stuk zijn dezelfden, aan wie
, <e Bouffes haar grootste succes Joiéphinevendue
J9«r ses soeurs" te danken hebben, nl. Paul Ferrier
<^n de componisten Victor Roger en Gaston
Ser1, 'ette. Evenals in laatstgenoemde de lieflijke sage,
. "9 is in Cenirillonnette" het sprookje van
Asche,«ster voor moderne Parijsche toestanden
pasdaar gemaakt. Asschepoester is de jongste nicht
? van eene uit de hano. «-aarzeggeade waschvrouw,
die niet, evenals hare beide andere zusters, langs
/ den weg van het Conservatoire zich in de hoogere
galanterie een plaats wil veroveren, doch liever
waschvrouw blijft; (Ja ne m' dit rien d'être cocotte",
zegt zij, ongeveer iuist als Meilhac's Margot, zij
het dan ook met andere woorden. De prins is
een jong kapper, Paul Leprince, die eerst slechts
oogen heeft voor de schitterende Cornaline, de
oudste der drie zusters, en volstrekt niet merkt,
dat de kleine Zizi hem lief heeft, terwijl Corna
line volstrekt niets voor hem gevoelt. Paul zoekt
i vergeefs om aan 10,000 francs te komen, ten
,.Jide een nieuw haarmiddel te lanceeren, Zizi,
die aan haar goed gesternte gelooft, laat zich
door hem 100 irancs geven, legt zelve 100 francs
daarbij en verzocht den baron de Port-Saluce,
Cornaline's beschermer, die voor haar bij den
Grand-Prix op een der paarden te zetten. De
baron laat haar de lijst der paarden zien. Plot
seling roept de tante brommend uit het
zijvertrek: Ferme donc Ie vasistas.'" (Doe het
kijkraampje toch dicht). Het woord mijner tante is
??profetisch!" roept Zizi uit. Zet 200 francs op
Vasistas (aldus heette het paard, dat in het jaar
1889 tegen elke verwachting den Grand Prix ge
wonnen iie<*V" Te vergeefs verklaart de baron
hogS? *Ht zij weinig kans zal hebben. Zij blijft er
~%3l|'en wint daardoor 10,000 francs, die zij den
volgenden dag in den" Jercle gaat halen. Er wordt
daar"-)tii?t een liefnebberijvoorstelling gegeven,
waaraan behalve andere dames, ook Zizi's zusters
deelnemen. Het is een jaarlijksche revue, waarin
de Eifïeltoren natuurlijk ook een rol speelt. Een
der dames was uitverkoren, om hem voor te stel
len, maar op het laatste oogenblik heeft zij laten
afziggen, omdat zij het beneden hare
waardigJieiA vond, in een couplet te zingen, dat zij voor
vyf francs bereikbaar was. Zizi is de redster uit
den nood, zij trekt het uitstekend geslaagde
Eiffelcostuum aan, dat de vormen van den toren
heeft en slechts hoofd en armen vrij laat en zingt
de coupletten van het blad. In het ,'ïde bedrijf
installeert Zizi zich voor hare 10,000 francs als
elegante dame en laat hare tante en den coifl'eur
by zich ontbieden. Hare tante voorspelt haar uit
hare hand, dat zij den uitverkorene baars harten
zal huwen en met zes kinderen gezegend zal
worder ... Zi/i zingt daarop zeer vroolijke coupletten
met het refrein: Gij voorspelt mij een half
doz\jn, maar zelfs een vol dozijn zou mij geen schrik
hebben aangejaagd". Paul laat zich echter nog
3eds niet verteederen. De 10,000 francs, die Zizi
jr hem gewonnen heeft, gebruikt hij niet voor
.jn haarmiddel, doch helpt daarmede de trotsche
Jornaline uit een tijdelijke geldverlegenheid, liet
laatste bedrijf brengt ons in den door Zizi
geopenden kapperswinkel. Door dit middel wil zij nu
trachten een toenadering met Paul te bewerken.
Deze zoekt dan ook, zonder het te vermoeden,
dat zij er de eigenares van is, ia haar zaak een
?betrekking. Cornaline is bij haar zuster werkzaam
Is parfumeuse, maar Paul is geheel van zijn
faartstocht genezen, en slechts zijn armoede houdt
er hem van af, Zizi's hand te vragen. Hij ver
zoekt per telegram een ouden oom, hem 10,000
francs te leenen. Deze krijgt op het ontvangen
van die dépêche, van schrik een beroerte en sterft,
alvoren tijd gehad te hebben, zijn neef te ont
erven. De slimme Zizi weet een verzoening tot
stand te brengen tusschen den baron en Cornaline,
door een brief, waarin de baron een aap genoemd
wordt, op rekening harer afwezige zuster Ida te
schrijven. Tot groot vermaak der toeschouwers
worden de uit het Journal Amusant bekende drie
modeapen van Mars, Guy, Gaston en Gontran ten
tooneele gebracht en zingen een drietal komische
terzetten. In een daarvan wordt de lof van den
gekleurden rok bezongen; het eindigt aldus:
L'Jiabit noir? J' peux pas voir!"
De componisten Serpette en Roger hebben het
werk zoodanig onder elkaar verdeeld, dat de eer
ste de meer muzikale, de laatste de meer bepaald
komische gedeelten gecomponeerd heeft. Aan de
laatste geven wij de voorkeur.
De rol van Cendrillonnette werd door Milly
Meyer met veel schalkschheid en goeden smaak
gecreëerd. Als Port-Saluce debuteerde de bekende
karakterkomiek Dieudonnéin de operette. Hij
zong zelfs in een terzet mee en behaalde tamelijk
veel succes, maar zal er toch goed aan doen, weer
tot de vaudevilie terug te kecren.
Keizer Wilhelm I als dramaturg. Naar aanlei
ding eener opvoering van Moscr's bekend blijspel
Der Veilchenfresser" in het Berliner Theater,"
deelt de Berliner Börsen-Courier" hot volgende
mede: Keizer Wilhelm I vertoefde, zooals bekend
is, jaarlijks in de lente eenigen tijd te Ems; hij
was een trouw bezoeker van het theater in de
koerzaal, en Moser's Veilcheniresser" benevens
Benedix' Zartliche Verwandten'' waren de twee
blijspelen, die hij het liefst zag, zoodat de op
voering er van jaarlijks meer dan eens bevolen
werd. Bijzonder veel vermaak schepte de keizer
ia het exerceer- en driltooneel in het derde bedrijf
van den Veüchenfresser.'-1 De tooneelspeler Albert
Eckert, die ook nu in Berlijn voor den onderofficier
speelt, vervulde die rol ook te Ems. Daags na
de eerste opvoering sprak de monarch den ac
teur op de wandeling aan: U was gisteren
werkelijk charmant. Maar u mag den recrtmt het
wittebrood niet afnemen: een Pruisisch onderof
ficier steelt geen wittebrood." Na een korte pauze
vervolgde hij; Dat wil zeggen, gij kunt het wel
nemen, maar gij moet er bij zeggen, dat gij het
hem na de oefening zult teruggeven."
Dit keizerlijk extempore ging nu voor goed in
Eckert's rol over. Bij de volgende voorstelling
knikte de monarch den acteur lachend toe, toen
deze voor de eerste maal de kleine verandering
aanbracht, Nog bij de tegenwoordige opvoeringen
in het Berliner Theater" is Eckert trouw ge
bleven aan de door den keizer aangebrachte
wijziging.
De eerste opvoering van de opera van Reyer
Salammbö(naar den Karthaagschen roman van
Gustave Flaubert) zal Maandag te Brussel plaats
hebben. De beide hoofdrollen, die van Salammb
en Mattio, worden door Mad. Rose Caron en den
heer Sellier, beide vroeger van de Groote Opera
te Parijs, gezongen.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Met het pas verschenen derde deel is
deCatalonische gedichtenverzameling van Joaquin Rnbio '&
Ors. Lo Gayter del Llobregat (Barcelona 188ÏI)
compleet geworden. De Cataloniër eert als grond
slag zijner tegenwoordige poëtische litteratuur de
liederen van den Gayter (doedelzakblazer), oen
meester in vroolijke wetenschap" en een der
eerste prijswinners in de poëtische bloemenspelen
van Barcelona. In het derde deel komen verta
lingen van Fastenrath voor, vooral een
Catalaansche ridderlegende, gelijkend op Lohengrin en
onzen Ridder met de Zwaan. De dichter laat haar
ook te Keulen spelen; de eer van de gemalin van
den Duitschen keizer Hendrik V wordt er door
graaf Berenguer den Groote van Barcelona gered.
Militaire Zaken.
DE NIEUWSTE MILITAIRE OEFENINGEN.
Bij de wijzigingen, die gedurende de laatste
jareii in de vorming en oefening van den soldaat,
en hoofdzakelijk bij de infanterie, in de meeste
rijken van Europa zijn ingevoerd, zat als hoofd
beginsel voor de even ware als schoone spreuk :
>In den oorlog is alleen het eenvoudige te ge
bruiken". Was dit beginsel eigenlijk ten allen
tijde juist, vooral bij de tegenwoordige verschrik
kelijke vuuruitwerking der infanterie en artillerie,
waarbij beslist en snel moet gehandeld worden,
heeft genoemde stelregel eene onmiskenbare,
groote practische waarde. Vandaar, dat hoofdza
kelijk het langdurige, machinale en eentonige
der eerste oefeningen van den rekruut zooveel
mogelijk verminderd worden, en meer op de ont
wikkeling van het gezond verstand en op het
verkrijgen van duidelijke alhoewel eenvoudige
begrippen omtrent hetgeen in den oorlog van
den soldaat geëischt moet worden, gewerkt wordt.
Men voert hem nu spoediger gewapend en
gekleed als in oorlogstijd naar buiten om hem
in het veld, op de plaats zelve, door oudere,
geoefende kameraden voorgegaan, te doen op
merken op welke wijze het gevecht en meer bij
zonder het tirailleur-gevecht gevoerd, en daarbij
het best partij getrokken kan worden van het
terrein. Meer dan ooit toch zal, ten einde van
het overstelpend vijandelijk vuur zoo min moge
lijk te lijden, de verspreide orde (en tirailleur)
de voornaamste gevechtsvorm der infanterie zijn.
Bij de verdere oefeningen spelen alarinerrimjfn
tegenwoordig eene zekere rol en zijn ten slotte
manoeuvres van elk wapen afzonderlijk en daarna
de gecombineerde manoeuvres van de drie wa
pens (infanterie, cavalerie en artillerie) te zamen
eene uitmuntende oefenschool om het geleerde in
toepassing te brengen, na te gaan hoe dit bij
vredesmanoeuvres werkt en daaruit af te leiden
hoe die handelingen in de praktijk (d. i. in
werkelijken oorlog) waarschijnlijk zullen voldoen.
De onrerwaclitc alarmeeringen, d. i. natuurlijk
zonder voorafgaande waarschuwing en liefst niet
bij dag, leeren den troep om zich snel tot den
strijd gereed te maken, en wekken dus een groote
mate van slagvaardigheid op, die alleszins lof
waardig is en voor den oorlog groote waarde
heeft. lutusschen moet hierbij steeds zoo bedaard
mogelijk en vooral zonder overhaasting gehan
deld worden, dewijl anders de snelheid van strijd
vaardigheid eerder vermindert dan vermeerdert.
Zoo werd bijv. onlangs wij meenen 18
De1889. kort na 'J uur des avonds het regiment
Gardes du Corps te Potsdam plotseling gealar
meerd. Een gedeelte der manschappen was reeds
ter ruste gegaan, maar na het alarmsignaal
maakte men om het zeerst spoed om op te staan,
de paarden te zadelen en uit te rukken. Dit ge
schiedde evenwel met zulk een overhaasting, dat
ieder ruiter naar gelang hij gereed was, in snellen
gang naar de verzamelplaats reed en er niet aan
dacht dat des avonds (in het donker) behoed
zaamheid noodig is Het gevolg was dan ook,
dat door allerlei omstandigheden verscheidene
paarden met ruiters stortten, tegen elkander of
tegen wagens en rijtuigen aanreden, lansen en
sabels braken, enkele manschappen gewond wer
den en zelfs 4 a 5 paarden eerst den volgenden
morgen buiten de stad opgevangen konden wor
den. Een leerrijk voorbeeld niet waar, en eene
bevestiging van den van oudsher bekenden en
geëerden militairen regel: »overhaasting is
nadeelig voor de goede orde en schadelijk voor de
snelheid der uitvoering". Voorzeker is bet den
Duitsehers een goede les geweest, en vermelden
wij het alleen opdat als ook bij ons dergelijke
nuttige nachtelijke alarmeringen vooral van
cavalerie of bereden artillerie plaats vinden,
men zich dan zachlelijk aan een ander spiegele
en onnoodige ongelukken voorkomen worden.
Bij de zoogenaamde keizermauoeuvres in
Westfalen in den herfst vau het vorige j;iar
is veel en belangrijke ondervinding opgedaan.
Daar toch kwamen de sedert een jaar geleden
vastgestelde nieuwe reglementen in toepassing,
en naar de berichten luidden, hebben de nieuwe
gevechtsvoorschriften enz. voorloopig goed vol
daan. Bij deze manoeuvres werd wel het
repeteergeweer stelsel Mauser (model 1884) van 'L l
mM. kaliber, maar nog niet dat van het onlangs
ingevoerde kaliber van 8 mM. gebezigd. Toch
zal de nieuwe Duitsche iufanteriebewapening
betrekkelijk spoedig voltooid zijn en beweert men
zelfs, dat reeds nu de benoodigde hoeveelheid
munitie rookvrij buskruit voor geweren en ka
nonnen van het geheele Duitsche leger voorhan
den en opgelegd is. Naar gemeld wordt, zouden
in het laatst van September 1889 de eerste
schietproeven op uitgebreide schaal met de nieuwe
geweren klein kaliber door den Keizer zijn bij
gewoond en voldeden die aan de gekoesterde
verwachtingen.
Verder werd bij deze oefeningen gebezigd het
nieuwe rookvrije (of althans weinig en dunnen
rook gevende) buskruit, terwijl door den Keizer
zelf in eene verdedigende stelling gebruik werd
gemaakt van 8 gepantserde snelvurende veldka
nonnen (4 van 37 mM. en 4 van 53 mM. kaliber)
stelsel SCHUMAXN. Deze vuurmonden zijn ge
plaatst op een wagenstel en worden door (i paar
den getrokken Naar gelang van terrein en om
standigheden kunnen deze vervoerbare pantser
kanonnen, bij het gebruik op den wagen verblij
ven, of dewijl zij op -l kleine rollen ruften
daarvan afgereden en op geschikte punten, van
voren door een aarden wal gedekt, opgesteld
worden, zoodat de vuurmonden slechts even
boven de borstwering uit komen, en naar be
hoefte snel weder opgereden kunnen worden.
Om kortelijk een denkbeeld van deze soort
van vuurmouden te geven, zij bijv. betreffende
het kanon van 37 mM. kaliber het volgende
vermeld:
Het pantser bestaat uit een vertikaal geplaat
sten 50 mM. dikken cylinder van staalplaat met
platten bodem (middelliju 1.30 M. hoogte 1.38 M).
Van boven wordt het door een draaibaar pant
serdekstuk (de gedaante van een bolvormig seg
ment bezittende), waaraan het kanon bevestigd
(opgehangen) is en dat eene dikte van 40 mM.
heeft, gesloten. Dit pantserdekstuk heeft tevens
een schietgat, waardoor bet vooreimle van het
kanon naar buiten uitsteekt Het aan den achter
kant van eene deur voorziene pantserhuis biedt
eene zitplaats aan voor den bedieiiingssoldaat.
Deze zitplaats kan evenals het 37 K.G. zware
kanon met eene verükale spil in het midden
der binnenruimte aangebracht gedraaid wor
den, zoodat naar alle richtingen heen kan ge
vuurd worden. Er wordt geschoten met granaten
van O -15 K.G. en kartetsen van 0.50 K.G ; deze
laatsten zijn gevuld met 21 kogeltjes van 15
mM. middelliju. De munitie bestaat uit metalen
eenheidspatronen. waarbij, evenals voor de ge
weren, buskruitlading, projectiel en
outstekingsmiddel (slagboedje.) n geheel vormen. Deze pa
tronen, waarvan het aantal dat voorhanden is,
verschillend wordt opgegeven, doch minstens 100
per vuurmond bedraagt, zijn in plaatijzeren
doozen in het pantser geborgen. De vuursnelheid
kan tot 40 schoten in de minuut worden opge
voerd. De grootste schootsverheid der granaten
bedraagt '2500 M., die der kartetsen 300 'M. Het
totale gewicht van het uitgeruste pantserkauon
niet vervoerwagen bedraagt 1500 K.G. Het
pantser beschermt legen gewone (geen stalen
pantser; granaten van liet veldgeschut.
Iledenkt men nu, dat door cle invoering van
de repetcergeweren van zoer klein kaliber (7.05 il
8 m.M.) bij verschillende Europeesche legers, ten
gevolge der grootere trefkans en meer bestreken
baan van den kogel, op grootere afstanden dan
vroeger werkzaam geweervuur wordt gebracht,
en in eene betrekkelijk kleine tijdruimte een
veel grooter aantal kogels (bijv. per geweer 20
in de minuut, dus minstens de dubbele hoeveel
heid van vroeger) op <len vijand kan worden af
gezonden ; dat de springuitwcrking der
artillerieprojectielen vooral die der granaatkartetsen
op groote afstanden vermeerderd is, eu dat
tegenwoordig snelrnrende veldkanonnen en
rooi,-rrij buskruit gebezigd worden, dan zal het zelfs
voor den oningewijden lezer geen betoog behoeven,
dat dit zoovele omstandigheden zijn waardoor bij
de tegenwoordige krijgsoefeningen beginselen
moeten gehuldigd en eene taktiek moet gevolgd
worden, in verschillende opzichten afwijkende
van die welke vroeger als de besten werden be
schouwd.
DE WONDERLAMP.
Naar PIERKE SA.LES.
De familie Perrounet, bestaande uit den heer
Jules Perroniiet, gewezen pettenmaker zijne
vrouw Leontiuo, en hunne dochter Ainélic, eene
c/emoiselle a m ariër, hadden juist hun diner, bijna
souper, geëindigd.
Amélie Perroniiet, die door hare moeder zeer
huishoudelijk was opgevoed, hielp het dienstmeisje
in het wegruimen van het servies. Madame Per
roniiet greep naar haar dik Imishoudboek, waarin
zij gewoon was alle uitgaven van den dag zorg
vuldig te noteeren, terwijl de heer des huizes na
een vluclitigon blik op de foudscnlijst zich met
zijn courant in ceu hoek naast den schoorsteen
neerzette, om zich daar in de politiek te verdie
pen. Bij de Perronnets bleef men na den eten in
de eetkamer, alleen Dinsdag, op den jour", ging
men naar den salon. Gedurende de overige dageu
der week bleef deze, met zijne zorgvuldig van
housseu voorziene meubelen, gesloten, en als men
hem even betreden moest, geschiedde dit allecu
op de teencn, om het dure tapijt, toch te sparen.
Wie echter daaruit had willen besluiten, dat de
Pcrronnets gierig waren, zou zich vergist hebbeu.
Integendeel, het waren brave mensclien, die met
hard werken een aardig sommetje hadden
overgcspaard eu ook bij hunne welvaart de gewoonten
van vroegercn tijd Iiaildcu behouden. Vroeger had
den zij geen salon gehad, en zij gebruikten hem
dus ook niet, nu zij bet huis bewoonden, dat
monsieur Perroniiet in de Run de la Coudamine
gekocht had, cji dat hem een ] 2000 francs 's jaars
huur opbracht.
Reeds drie maal waren er aanzoeken geweest
om de hand van mademoisalle Amélie, maar do
ouders waren achterdochtig, /ij meenden, dat de
aauzoeken eer de honderdduizend francs van den
bruidschat eu het huis in de rue de la Coudamiue
golden, dan de dochter, en clan nog de tweemaal
honderdduizend francs die het meisje, om in den
stijl der huwelijksinakeiaars te spreken //te wachten
had."
Zij wilden dus verstandig en met zekerheid kiezen.
Maar toch maakten zij er ecu beetje haast mee,
want zij verlangden beiden zoo spoedig mogelijk
kleinkinderen te bezitten, om te vertroetelen.
*
* *
Amélie was klaar met, het afnemen der tafel.
Zij bracht haren vader een glaasje cognac en ver
diepte zich in de lectuur van haar modejournaal.
Vau tijd tot tijd, wanneer deze lectuur haar ge
heel in beslag- scheen te nemen, wisselden monsieur
eu madame Perroniiet op half]uiden toon een paar
geheimzinnige woorden. Zoodra zij echter het
hoofdje ophief eu luisterde, zwegen zij of praatten
van de noodzakelijke reparatiën aan het huis.
| Tegen half tien werden allen op eens stil, en
schenen naar iets te luisteren. Dit iets was het
geluid van schreden op de trap, vaste, regelmatige
schreden, die. zij van de benedenste tot de zesde
verdieping met het oor nagingen. Zij zeiden niets,
maar alle drie dachten met een zekere voldoening:
Ziezoo, hij is 't huis."
Terstond daarop zeide Amélie hare ouders goeden
nacht en stond op.
Toen zij alleen waren, zeide de vader: //Welk
een nauwgezetheid!" En de moeder stemde met
hem in: Ja, hij schijnt, een zeer fatsoenlijk, orde
lievend jong nieusch te zijn."
Om tien uur werd er aan de deur geklopt, liet
was de vrouw van den conciërge, die het gas had
uitgedraaid, en uu kwam, om aan den heer en de
vrouw des huizes verslas; te geven van de ge
beurtenissen van den dag. Deze waren van zoo
onbclangrijken aard, dat men terstond reeds aan
de zesde verdieping was, om van den nieuwen
huurder daar te spreken, maar zeer zacht, eu nadat
men zich overtuigd had, dat. de deur van Amélie's
kamer goed dicht was.
Nu, madame Mayeux?"
Ja wel, hij heeft, mij van morgen zijn
petroleumkfui gegeven, met den last ze tegen dezen
avond voor hem te vullen.''
liet is ongehoor,l,' zeide madame Perroniiet.
Monsieur Perroniiet schoof' het veustergordijn
ter zijde eu keek naar boven, naar ecu klein ven
ster op de zesde verdieping \an den zijvleugel.
Er is al Hebt", zeide hij.
Welk een energie!'' merkte madame Per
rounet bewonderend op. Hoe ziet toch eigenlijk
zijn lamp er uit r"
??Ik zag ze, toen hij hier kwam wonen,''
zeide de vrouw van den conciërge, liet is eene
eenvoudige lamp van blauw porselein."
De lamp van den arbeider!'' zeide monsieur
Perroniiet plechtig. Ha, daar is hij; hij schept
een luchtje aaii het raam Jiij steekt een
cigarcttc op."
,/Xu, dat, zal hij zicli tocli wel mogen ver
oorloven, voordat hij den ganschcn nacht, aan zijn
werktal'el doorbrengt!1' kwam madame Perroniiet,
bijna gekwetst, tusschen beide, ,,En wat ik zeggen
wilde, madame Mayeux, ge zorgt er dan bepaald
voor, dat hij morgen on.s zelf komt .spreken over
het oiidertceckenen vau liet huurcontract. Goeden
nacht !"
Een uur later was het gansclie huis Perrouuet
in diepe duisternis gehuld, behalve het ne kleine
raampje op de zesde verdieping, dat lot den mor
gen helder verlicht bleef.
Toen den volgenden morgen de zon door bet
raam scheen, lag mijnheer Stanislas Ménorval nog
in diepen slaap. Ilij ontwaakte eindelijk en stond
op. Zijn eerste zorg was, de brandende lamp uit
te blazen, toen begon hij zijn eenvoudig' ontbijt
Ie bereiden. Hij was te arm om dat door de con
ciërge te laten bezorgen. Met voldoening keek
hij naar zijn lamp en zeide: zij brandt toch uit
stekend. Ik ben over liet nieuwe systeem best
tevreden." Toen daalde hij frisch en vergenoegd
de trappen af, om naai' zijn kantoor te gaan, want
bij was einplovéin eene groote zaak, waar hij
1^0 francs "s maands verdiende.
Toen de conciërge hem mededeelde dat liet daar
in buis de gewoonte was, bij den eigenaar zelf het
huurcontract te komen ouderteckeiien, antwoordde
hij: Het, is goed, ik zal er dezen avond heengaan.''
En hij ging' de deur uit, zonder er aan te denken,
om te kijken. Had hij omgekeken, dan had hij
bemerkt, dat hem uit het venster van inadcinoiseüe
Amélie een aardig', bruin kopje nakeek, t'n als