Historisch Archief 1877-1940
No. 660
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
coquette is nog te zwaar voor hare krachten. Het
geen zij van het emplooi deed gelden, waren nog
voornamelijk een paar elegante costumes en de
kleine coquetterieën;waar de rol.b.v in het begin der
derde acte, meer eischt, nftfit zij diepte, en haar
spel wordt onzamenhangend, onbegrijpelijk.De beval
lige jonge actrice voelde zich blijkbaar beter op
haar gemak in de tooneelen met de saletjonkers
dan in die met den hartstochtelijker! graaf Giorgio
of zijn deugdzame vrouw. Eene groote rol wordt
in het stuk aan de praatjes der bedienden gege
ven ; het was. voor den heer Schulze de gelegen
heid om een onbetaalbaar type te geven van een
aanstelleriger, onuitstaanbarcn livreiknecht, die
alleen voor zijn vrouwtje doodsbang is.
Het drama Liefde zonder achtinrj bevat niet
buitengewoon veel nieuws, maar is zeer de ken
nismaking waard. Graaf Giorgio de Montcsilva is
met een schatrijk burgermeisje getrouwd, dat,
ingetogen, deugdzaam, hem alleen op hare een
voudige wijze liefhebbend, hem al spoedig is gaan
vervelen. Hij ontmoet eene coquette weduwe, do
schitterende markizin del Fiore, eene kennis zijner
jeugd, en gaat, door haar op lichtzinnige wijze aan
gemoedigd, haar weldra hartstochtelijk beminnea.
Dit is de liefde zonder achting." Alle hinderpalen
prikkelen hem slechts; de smart zijner vrouw, de
verwijten van zijn schoonvader, de spotternijen
zijner clubgenooten, het beurtelings afstooten en
aanlokken der markiezin brengen zijn hartstocht
tot zulk een hoogte van wanhoop, dat hij zelfs
voor eene misdaad niet terugdeinst. Als de toeleg
om zijne vrouw tot eene afwezigheid van een paar
jaar, om gezondheidsredenen, te bewegen, mislukt
is, en mem onder do geneesmiddelen ook een
flescbje vergiftige druppels brengt, giet hij dit in
het glas dat voor een kalrueerenden drank be
stemd is. De gravin, die naderde, heeft dit ge
zien en is weggeslopen; zij laat zich nu het blad
met den drank in hare vertrekken brengen.
Een schoon, nieuw tooneel is nu dat, waarin de
graaf (Clous) niet wetende of zijne vrouw niet in
het naaaste vertrek ligt te sterven, of wellicht
reeds gestorven is. zich reeds moordenaar gevoelt;
vrees voor de ontdekking angst, berouw, een her
denken aan hare goedheid en hare liefde, haat
tegen de markiezin en toch begeerte naar doze,
wisselen elkander af in weinig oogenblikken. De
kamenier komt binnen; uit zijn verwarde vragen
zou een rechter reeds een bekentenis kunnen op
maken; dan komt de gravin zelve; zij heeft nog
niet gedronken, zij laat zich het blad brengen, en
spreekt hem, met het glas in de hand, toe,
vastbesloten het te ledigen. Zij wil hem eerst
2esgen, hoe zij door een brief, waarin zij het
voornemen te kennen geeft om zich te vergiftigen,
hem voor alle gevolgen gevrijwaard heeft; zij wil
zich de bittere smart gunnen, te zien hoe hij haar
ondanks alles hot glas niet zal ontnemen. In deze
scène is Mevr. Marazzi, evenals in haar gehcele
rol, sober, naar onzen zin treffend genoeg, maar
misschien eenvoudiger dan velen wenschten. Het
eind is, dat de graaf haar toch het vergit niet
laat drinken; eene verzoening volgt en Georgio
'bemerkt dat hij nooit heeft opgehouden zijne
vrouw lief te hebben.
Als daarna de markiezin nog een bezoek komt
brengen, en men deze, om eene flauwte te voor
komen ook het glas vergiftigde limonade toereikt,
begrijpt iedereen dat de coquette desnoods de
verwijten verdiend heeft, die de gravin haar in
de derde acte is komen toevoegen, maar in geon
geval den dood. Het is dus geen verrassing als
de gravin het glas laat vallen, en het stuk is
blijcindend, tot aller tevredenheid.
Door het Nederlandsen tooneel is ter vertooning
aangenomen l^runclscut1^ Huwelijk, eene acte iu
verzen door Alb. J. J. Seidel.
Op de Volksvoorstelling van hot Amxtenlamych
Genootschap van Knngt en Letteren op 's Koniugs
verjaardag, waarvan ik melding maakte, zal niut
vertoond worden Hei/ir/, hot tooneelspel van den
heer Ternooy Apèl, doch kct Wieijje, van Eniile
v. Goethem.
Fr.
HET APPLICATIETOOXEEU"
Verleden Zondag hacl de eerste namiddag-voor
stelling plaats van De Jont/eren der Verceniging
Het Xcd. Tooneel" en eenige leerlingen van de
tooneelschool, iu don Stadsschouwburg, daartoe
door Hot Xed. Tooneel" welwillend afgestaan.
Het Appiicatietoonecl waarom niet - het
proif'touneclufopletdin/jatooneel? bedoelt de
gelelogeiihe'd te openen voor leerlingen, hoogste klasse
Tooueolschool en do jongere krachten van liet
Ned. Tooneel" om zich practisch to oefenen en
rollen te spuien waarin zij bij do gewone
bezettiug der voorstellingen niet kunnen optreden.
Professor A. G. van Hamel opende met een
sierlijke rede, als welkom, de voorstelling en wees
er op dat het hoog tijd wordt een gebiedend:
Place mij; jciutes l te doen hooren.
De voorstelling liep, over 't algemeen genomen.
goed; het eerste Xo. van 't programma, Zij
wil niet trouwen,'' dramatische schors uit het
Xoorscb, vloeiend vertaald door den heer \V. G
Xieuwonkamp, is inderdaad ook itietx meer dan
een aardige schets, maar werd ailerlielst en
be?schaal'd door mqjuiir. Klein en zeer voldoende
ofschoon iets te druk dour den lieer Vérenet
gespeeld.
Het zuivere Ilollandsch van mejult' Klein is
aangenaam voor 't oor eti haar naief en tucli
warm en goed gekleurd spel doet goede verwach
tingen van haar koesteren.
liet .Fragment uit Adolf van Gelre. bewees alweer
dat het zien van een Fragment toch ook maar
een stukje genot en wel een heel erg klein stukje
is. Vóór men in de rechte stemming komt is
het fragment afgespeeld en vóór het gespeeld
wordt kan men niet iu do goede stemming komen
omdat geen voorafgaand tooneel of bedrijf den
toeschouwer daartoe voorbereid.
't Werd vrij goed gespeeld, al deed de holle,
soms gezwollen, toon, waarop de heer Holtrop
voortdurend sprak, niet bepaald aangenaam aan ;
soms meende men den traditioneelen marquéte
hooren. Mej. Bosch en den heer Schwab, vooral
de laatste, begrepen beter aan de heer Holtrop,
dat spelen" op het toontel een eerst vereischte
en dat een tooncelxpéle.r geen redelijker is.
De heer Schwab had a's Coriolanus in het
fragment van dien naam zeer goede oogenblikken,
vooral het pathetische gedeelte van zijn rol werd
zeer goed gezegd en gunstig stak zijn klankrijke,
volle stem af bij de andere, scherpere stemmen.
Mejuffrouw Grader kon ons als Coriolanus' moeder
niet behagen. Voor een patricisehe" was zij n
in houding n in grime n in dictie te burgerlijk;
zij kon ons niet roeren, niet treffen, want zij vond
ditmaal goen tonen, die tot ons hart spraken.
Over mej. Geertje Sixma konden we geen oordcel
vellen, daartoe had zij te weinig te zeggen, te
weinig te spelen wat zij zei was goed gezegd.
Het laatste Xo. van 't programma, de klucht (?)
De bedrogen vader," deed ons onwillekeurig
vragen: Zijn we bij Carréof in den Schouwburg'!1"
en met een zeker medelijden zagen wij de heercn
v. d. Hilst, Vérenet en Holtrop buitelen en hun
lichaam in onmogelijke bochten wringen.
De bedrogen vader" is geen klucht; 't is
minder dan dat. 't Is een ballet waarbij gesproken
wordt als hariekinade zou 't dragelijk zijn
een poppenkastvortooning, die o. i. meer als een
ons getoonde curiositeit of antiquiteit moet be
schouwd worden, niet als een waarlijk vermakelijk
slot van deze namiddagvoorstelling. Wanneer men
een aardig geestig blijspel had opgevoerd zou er
zeker meer zijn gelachen en genoten dan nu bij
de flauwe klucht van Lopo de Vega, die eigen
lijk niet waard was om door de bekwame hand
van den heer Bouberg Wilson te worden vertaald.
en
t dat
tyne van
ZO'.:>T in
door den a-ir.
lancliiïlioke b'Tiistin-r gaar hij
wij ons kunnen voorstellen. Xi
i.s Kla'ychens moeder Als
beken enis van deze met e- n
rospectabiliteif. Ais Egruon
pralen mot. zijn lielje, zrgi de
voelend dat zij hier te vel
iigowozon en biTu.itoüd
alle lauden wel voor
aard zijner Monde
moalios te !ioVv,'n w;iï,
?t niiud.'r \
help/<or
r*'r ont .?;;;
air vai on
een uu!
loopig hare wanhoop uit, en vergiftigt zich in het
bijzijn van Blackenbourg, die steeds meer berustend
is. Deze scène is zeer koel.
Gelukkig is Beethoven er nog. Xadat Claire
de kamer hef ft verlaten om te gaan sterven, blijft
er eeue lamp branden op den achtergrond van
het ledige tooneel; en terwijl het jonge meisje
sterft, gaat de lamp langzamerhand uit. En naar
mate de lamp wegkwijnt, doet het orkest een lijk
zang hooren, oneindig zacht en droevig, waarvan i
de tonen ook wegkwijnen. De laatste klanken
sterven met het wegstervend licht en het afscheid
der ziel van de gestorvene van liefde .... Dat is
zonderling en heerlijk."
De vertolking van de mannenrollen was, volgens
alle critici, uitmuntend Een betere acteur
voor den elcgantcn zorgeloozen Egmont, den
Dumény, was moeielijk te vinden ; Calmettcs als
Alba, en Candéa's Oranje imponeerden het
publiek en de critici. Kaïi Vogt maakt de op- j
merking dat de Fransche beoordeelaars blijkbaar i
allen vóór do voorstelling hun Larous-ic zijn gaan
nazien; in het mecrcndeel der bladen toch vindt ]
men omtrent het stuk dezelfde bijzonderheden,
als; IfyinoiiF is het drama waaraan Göthe het
langst gewerkt heeft," enz. Karl Vogt houdt het
ervoor, dat Beoihovcn's muziek de eenige reden
is, waarom Porel het stuk heeft gekozen ; het or
kest van Lamourcux was er voor aangenomen, voor
slechts twaalf voorstellingen.
EGMONT TE PAUIJS.
De directie van het Théatre de POdéon te
Parijs doet inderdaad bewonderenswaardige dingen.
Zonder tegen moeite of kosten op te zien, mon
teert zij al wat de goede schrijvers van den dag
haar aanbieden, en doet daarenboven alles ver
talen wat de vreemde litteraturen goeds opleveren.
Engelsen, Duitsch, Spaansch. Japansch, Porel's
directie brengt alles op het Fransche tooneel over,
en vaak met veel geluk Waar men vreest vqor
oeno koelere opname dan de buitenlandsebe
klassieken waard zijn, tracht men met muziek en
decor de aandacht te boeien om het publiek niet
te ontstemmen tegen dat het de poëzie zal moeten
genieten. Zoo is aan Göthe's Er/munt de muziek
van Beethoven niet onthouden; de ouverture en'
vooral de muziek na Klarchen's sterven zijn
lichtpunten der voorstelling geweest. Overigens
is de indruk onder de ouderwefsche Franschen,
die het werk niet in het oorspronkelijke kenden,
zeer gematigd geweest. Onder de pen van Sarcey
en Leaiaitre, van Vitu en Denayrouze is het eerste
woord austère". Dan hebben allen een woord
van bewondering voor de scène tussclien Egmont
en Oranje, en voor die tusschsn Egmont en
Fordinand in de gevangenis. Hier is het vrij we! mee
uit. Ik kan mij voorstellen," zegt, Sarcey, dat
een Duitscher, die. zonder hem in het oorspron
kelijke te kennen. Corneille's Ciniui ziet opvoeren.
eene reeks van tooneelen langdradig, vermoeiend,
slecht voorbereid vindt. Ilij heelt geen hart voor
de personen." Zoo is het hem gegaan met Egmont.
Toch vindt hij al de mannenrollen. Egmont,
Oranje, Alva, Ferdinand, uitmuntend geteekend;
zij werden, ook volgens Otto Bramles, uitmuntend
gespeeld, en waren, in de zeer goede vertaling
van Adercr, een medewerker van den 'Icuijix.
volkomen juist weergegeven. liet werk was in drie
bedrijven of twaalf taldeaux gesplitst ; coupures
waren vooral in de eerste iooneeleu en in do
gevangenisscène aangebracht.
De vrouwenrollen behaagden aan de Frsnsche
critici volstrekt niet. Volgens Otto Hrandes bad
ook Adcrer eenige nuanceoringen van Kliircheu's
rol anders opgenomen dan de Dnitsehe traditie
wil; volgens Sarcev had de actrice, Mlle Sanlavillo,
hare rol niet begrepen, zeker is het dat de Claire,
eene groote donkere vrouw, met aanleg voor
heldinncnfiguren. in het. geheel niet aan de blonde
schuchtere, bescheiden Kli'irchen, een zu^je van
GretchtMi, deed denken. Jules Lemaitre steekt
er den gek mede: Het moet iets echt Duitsch
zijn, althans wij begrijpen het niet. Claire beeft
lange vlechten, is sentimenteel, zingt romances
en kijkt naar do sterren. Eu Claire bemint innig
den graaf' van Fgmont die, zij zegt het ons zelf',
zesenveertig jaar is; m.iar. dat bekent zij ons.
en hem ook, zij bemint hem om zijn grootcn
naam, zijn macht, zijn mooie kieeren, kortom zij
bemint hem «/.s dieiniri'x. Zoo houdt G-etchen
ook van Faust, wezenlijk en innig. maar nok om
dat zij hem voor een gro
sel van sterrimdroomeri
geest is alleraardigst. Voor
graaf van zesenvecrtig jaar he
ceiüi;' gewetensbezwaar h:-V'ir
bijna verloofde. Bhickcnbm'g
jonkman begrij
niet over. Dit
minnaar komt
maar waarlijk,
ga met aandoening ons il
maken, want als graaf l
geet mijn dochtertje a
anderen toon. en ge h
Foram: \ovez-vous. inon
c'-t' enlant-in vi
ttit, qii'n n'pciis
Eu later: Tiuiis gekomen snrcekl Ciaire v,
\jilerb'izend
;>an het
:gf zij de
,-srhokto
i je komt
is, zooiels ais : ,,ik
izaain maal
gen'cdmit kompii zal.
ver;" Zet het iu een
iiib'i'schritf van
[iiis, ([iiand
?t dans uil
SALAMMBÓ.
Te Brussel is de Stdummlxj van Rever opge
voerd, een der opera's voor de Groote Opera te
Parijs geschreven, en die evenals J t cehjn,
!L-ro\ diade, Les Teinplier*, hunne premiere te Brus
sel beleefden. De korte inhoud van het libretto is
deze; men zal zien dat van Flaubcrt's roman,
zooals dat gewoonlijk het geval is, eenige der
schoonste gedeelten moesten vervallen. 'Toch is
het libretto door den muziekcriticus Du Locle met
veel talent samengesteld; Flauhert zelf trouwens
had zich Sttlnmmbo ook als onderwerp voor eene
opera gedacht en zelf de verdceling van het
scenario in groote trekken aangegeven.
Eerste bedrijf, het feestmaal der huurtroepen.
Het tooneel stelt do tuinen van Hamilcar voor,
i te Mcgira, een voorstad van Carthago. De sol- ,'
j daten die hij in Siciliëheeft aangevoerd, houden j
j een groot feestmaal om den verjaardag van den ?
slag bij Eryx te vieren. Zij zitten daar,
Liguriërs, Lusitaniërs, lialcareu, negers, Lydiërs.
Grie] ken, Galliërs Kouieinscho deserteurs, allen neer- ]
j gehurkt te zingen. Te midden van den maaltijd !
i ontmoeten elkander Matho. een huurling uit l,y- ;
l die, en Xarr' Ilavas. de kmiiug van Xumidië, en
beloven elkander vriendschap. Matho intusschen (
hoort in de strafgovangenis de klachten dor zwoe
gende slaven van llauiilcsr. Hij geeft hun de
vrijheid; maar onder ben is een Griek, Spendius
j die terstond de huurtroepen tegen Carthago opzet.
l Gisco, door den Itaad der Oudsten gezonden, wordt
| door de opstandelingen beleedigd en mishandeld.
\ De tafels worden verbrijzeld, de tuinen geplunderd.
Dan verschijnt Salammbö, uit haar palcis komend,
te midden van een optocht van priesters van Ta- i
nid. Zij doet aan de barbaren verwijten. Allen ;
vallen, geheel overwonnen, aan haar voeten. Zij |
biedt dan aan Matho een beker aan. waarin zij ;
| wijn geschonken beeft en noodigt hem tot drinken, '
'? ten teeken van vrede en bondgenootschap.
i Maar Xarr' 'lavas is jaloerscb on treft Matho
j met een dolksteek. Speudius nadert den ge- j
i kwetste en fluistert hem in, dat bij hem meester
zal maken van Salammhó en Carthago Op dit
oogonblik verrijst uit de stad een dreigend rumoer,
en Matho neemt het opperbevel over de
huurtroepeu aan. terwijl men op do terrassen van het paleis
Salammbönaar Cartha.;o ziet vluchten.
De tweede acte speelt in den tempel van Tanid.
Een groote binnenhof is met ceders beplant en
omringd met c'ne colonnade, waarop men hot
symbool der godin Tanid (de Maan), ziet prijken.
In net midden is liet heiligdom. Hij het opgaan
der gordijn houden de priesters godsdiensioeti niug ;
Spendius on Matho sluipen den tempel binnen op-j
het oogonhlik dat Shahabarim, do lioogopripster,
er bet zaïmph, den heiligen mantel der godin,
laat aanbidden.
Maak u meester van dien sluier," zegt
Spendius tot Matho, en gij zult machtig zijn als
een god !''
Matho wijkt terug', verschrikt door dit
heiligschcnnend voorstel, Salammböverschijnt. Ge
heimzinnige stommen hebben haar gewaarschuwd j
dat het zaïmph in gevaar is Zj komt den
hoogepricster vragen baar toe to staan het te zien, liet
Ie aanbidden. Shakabarim weigert dit ruw, en
Sal.immbó blijft eenzaam en wui.hopend voor het
heiligdom.
Maar Matho, steeds verscholen, heelt Sabinimbó's
verziek gehoord en treedt lu;t heiligdom binnen.
Als hij weer verschijnt., is hij met den mantel
bedekt, en Salammhó hem voor een god houdend,
vult voor hom op de knieën .Matho zegt dan
dat bij een ba; baar i-;, in opzettelijk voor huur
hot zaïmph gestolen hoi n.
bijsierd, roept Saiamm'ió o
vloekt Mniho, dio vertrok f, stoo,|, mei her z'iïjiioh
bedekt, midden door tic priesii-rs, di.; den sluier
niet uurven aanraken en van schrik niet weten
v»a.t h: doi'ü.
iiec dei'do bodrij!' hooit twee talïeele;!. Het
oer.-1 o. i.s de löuid dor Oudsten. De admiraal
llamiicar is ie Canbago geland en verschijnt te mid- i
de:: der wivnemle grijsaards, iu den tempel v.in
Moloch, De stad is belegerd. Hamilcar,
\ecJioi/ii'ü,! d,,t (ii; huurl/iirpe/i niet óci.iaid W,ULH.
prciestccrt, tegen die Ptiiiische trou«elc.o>hcid:
bj weigert het opperbevel en \oor.~pelt dim
011ilorga.io; der stad Inti!.-sclnjn verneemt hij dat
de sluier der godin gestolen is, dat ile roover zijn
doc!i;or S.uamin!;;, bemint en door haar bemind
wurdt. Vi'uedci.d over deze onthullingen, nei.mt
hij loch nog het opnerbinel aan, en belooft aan :
Molocli twintig zonen van de oudsten der slad i
ten iirandoii'vr : de grijsaards storten zich in wan
hoop aan den voet \au het alUuu' van don giul. ;
Ilit tweede tableau van hetzelfde bedrijf' stelt j
Saiciiiiiiibó's teiras voor. /ij bcichuuligt zich van
al de rampen die hare vaderstad getroffen heb
ben; om haar toch is de heiligschennis gepleegd.
De hoogepriester Shahabarim verschijnt en ver
meerdert haren angst. Zij zal zich opofferen';
zij zal het zaïmph terughalen; zij zal gewapend
in het kamp der barbaren sluipen. Gij moet
anders gaan !" zegt de priester. Gij moet glim
lachend gaan, in uw rijksten tooi!"
Zij kan niet weigeren; zij zal voor Tanid alles
doen. Zij laat zich optooien en in haar
bruidsgcwaad kleedcn. en wacht dan, terwijl zij droef
geestig de witte vlucht der duiven volgt die
Carthago ontvlieden om-onder een anderen hemel
hun nest te bouwen.
De nacht komt. Salammbó wordt door schrik
bevangen, als zij denkt aan den onbekenden af
grond, waarin zij zich s'orten wil. Maar in de
verte klinkt het gezang der priesters van 'Tanid. De
maan godin verrijst glanzend aan den hemel en
Salammbó wijdt zich geheel aan haar dienst.
Ook het vierde bedrijf heeft twee tableaux.
liet eerste vertoont de tent van Matho. Alles
is feest in het kamp der liuurtro^pen. De tent
is open; Xarr, Ilavas komt bij Matho om hem
zijn bondgenootschap aan to bieden, dat aange
nomen wordt. Oierleopers uit Carthago komen,
en brengen een gesluierde vrouw mede. Matho
blijft met haar alleen; do tent valt dicht. De
vrouw werpt haren sluier af; hij herkent Salommbö,
en deze vraagt hem op trotschen toon het heilig
gewaad der godin terug.
Hier volgt het groote duo, terwijl buiten het
geraas van den veldslag verrijst pn zwelt; aan
het eind van het duo vlucht Salammbó uit de
tent, die in vlammen opgaat; zij neemt het zaunph
mede en vloekt hare goden.
Het andere tableau doet het slagveld zien.
Caithago triumfeert. Xarr' Ilavas, dio Salammb
in het kamp der opstandelingen herkend heeft,
heeft Matho verraden en zich bij Ilamilcar aan
gesloten. Te midden van ('e vreugde van den
trinmf', verschijnt Salammbö. bleek en plechtig;
zij brengt den hoogopriester het zaïmph terug.
De gevangen barbaren, onder welke Spendius,
v orden ter strafplaafs gevoerd; Matho zal den
volgenden dag gcnil'erd worden, op het altaar van
'Tanid, en Xarr' Ilavas zal, als loon voor zijn ver
raad, Salammbötot vrouw ontvangen.
In het vijfde bedrijf zal Salaimnbó's huwelijk
gevierd worden. Carlhago is in dolle fcvslvreugde;
de tempels zijn met bloemen versierd ; do wierook
dampt, op de altaren : do priesters /enden dank
gebeden op, en 'Tanid, die zich voor baar volk
ontsluierd heeft, verloont zich als eene s'falende
verschijning, gesierd met het heroverde za.ïmph.
Intusschen moet voor Salnimnbö's huwelijk een
bloedig ofi'er worden gebracht op het al!aar der
godin. Men brengt het offer aan; het is Matho.
Maar op het, oogenblik dat men hem aan den
voet van het, altaar neerwerpt, en Shahabarim
hem met bet heilig oliVrmes zal doorsteken, roept
het. volk: Neen l niet de priester! Zij die den
blnier heroverd heeft, Salammbó !''
Salammböstaat op en neemt het oü'ermcs.
Wie den heiligen sluier heelt aangeraakt,'' zegt
zij. moet sterven!''
Zij treft zich zelve en 'valt neer voor het
altaar van 'Tanid. naast Mnlho. dio na haar het
mes gegrepen heeft en aan hare voeten bterft.
Wat de mnziekale bewerking betreft, is
FSalautiiihn, zooals alle moderne opera's, ec-ne die bij
hot tweede booren boter dan bij bet eerste vol
doet, maar nu reeds toonden eenige gedeelten.
hunne bijzondere schoonheid, liever is echt
Fran.-ch. maar heeft met ai de vindingen, ook der
Imitenlandsclie wetenschap, zijn vorrdiel gedaan.
Du Gluck moderne1' is de uitdrukking, dio twee,
der verslaggevers op zijne muziek to'. pushen : daar
mede bedoelend, dat hij ;ian de declamatie alle recht
1,'üif, wedervaren, aan het orkest eene zoo groot
ino.elijke beteeki'iiis geeft en toch in riiytUiiis,
melodie, het miiziekale in algemeenen zin. ook
bohagelnk, oorspronkelijk, duidelijk, schijnbaar
gceuikkrhjk is. Onder de. schoonste i;u::!i;:er.s wor
den genoemd : In het eerste beilri.it' hei koor der
'b'öiï'troepen: .A'.'.vs ro/r'o/'s' l'^.on- t!>.!,i' coajtex
li'/ir. do droevige klarht van Salamm-iö: <Jii '«re;
/v/','-s l'iiil'l waarvan hei thema baar urder a's
I,i itmoiii'f' dient: dr kreet van Matho: A//c < .v' lar
l;i iih-Hxun'. Hu/ïli.Uc. In bet tweede bedrijf,
muzikaal het mooi-te. - de ii!;ii;ie van de godin
Tanid. de aanroeping van Shaiialaiim tot (ie go
din. >'oil.i r/i'.s /tal*.'... dat a's Leitmofici voorliet
zaïmph later wcerkomt; dan de k'.iriu van
Saiiiiumlió, als zij op de treden van den ttiupei
och U-rbojH: 'V c/r/. an' r";A( sn;'V.'
In het dcrdo bedrijf is een reciefauof van
Hamilcar, Fiilal a ruin d'uLmi'tl. <> ji-ei'.'- d>: In,
/i-iti'ie' waarop mcu niet gcrek'Td h,; !, on ('at
bó o]) net terras: l o; -ltt-/i<: ut, dni:n Ie ctii. ji^uter
ei?/</?..?<(,' niiiifji: en liet. iu'nrige Iniüiiio, do parel
der p.irtiluin : tj-<t u'<' <!'»!;i<'itt. C:V/M;//.-;,'J.V. r^-: (f//r.sf
da. 'o/iii^-u'erd lu-ci'f m.ieteu worden. Iu ;o-; vierde
bi.iliijl bet ibio iir-srh'Mi .V ilmn iii'if.) rn AÏ.ijno in
di.1 lent, en da:u'na t en l w,'de rcriei van ii iiiiücar,
d!i; on het slagveld buMe brengt aan !)?;;!!. De
viji'de acto lun'l't ee.) ib'.nklicd val' Sha'u.ibarim en
ui' dood/ang \an Salammbó oan bot iili.iar; het
mulle! \;in het ;^'in;o:iis iluor deze gen'.'eli.'i;ml:;te
acte heenjij.li-ciit.'ji.
i); ^'.{?\;ii,?.'»<> iii'UN ki'iiisvc.!icr is ih'ii \l: vers
vorige ojiera /.'.i/,7/:/ diirii m;-n nog i.iet In.--;i:->en ;
maar de gel;. '?:?; iiür; ii uur is vol nieuwe, frisse!.,;
i.i'iii.'inhcdeii en h;.jf. werk van een in.'p.-lei1 div:
;. ie r.'s-(UU'c:-s k'ut en ze gebruikt hn-it.
iiit d'-ci.i1.:: iet wa - virn- de l'arij'che criiici,
do; txi>.i: !';,iiii)eri, er o;i nag. lezen IrnMei.1, en
a.in do p:Vi,nv'res i;1, h<:" pah'i.^ der («r...^;1 iijii'i^
diich'.i'n, eei.e (?olouiv.eiling. Xaar hnnn" mei.'iiiiig
hadiicii ('?: i'eci/i'a'.curs niet de moeite g'.-::oMeu
01.1 den roman, i'ie zoo vol details i:;, in !e yi,':i.
Alleen hot terra-, naar do schilderij \a:i i.i c.,:.iie
du 'NOUV, die een /ia,;r of diie goleilon >i.'1:suiie
nmakie, was goed geslaagd. Do ci;.-tm;H s ilü;:re;i.
ii'gen, van Uiancinni, die ze ook voor de Groote
Opera toekent, \varou uitmuntend en volkomen
vulgo;.:- den roman
Dat 'ov. in do laatste acto vau ^.ihuum'ó z.-'ii.e
v,as; het volgende : 'i'iaia van gcëmuiücerd g'ind :uct
l