De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 16 februari pagina 4

16 februari 1890 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, \V EEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 660 een diadeem van edelgestecnten, waarin als me daillon een blinkend zilveren vrouwcnhoofd; de haren op zijn Ethiopisch iu tallooze kleine vlechtjes verdeeld; draperie van witzijdcn mous seline, midden op de barst vastgehecht en langs de heupen neervallend; voordraperie van goud geel ciêpe de Cliine met zilver bezaaid, en met een bonedcnrand van goud en pauwenveeren; borststuk zeer hoog aan don bals, geheel met kleurige cdelgesteenten bedekt; lange sluier van z\jden mousseline met goud, mot broeden gcborduurden rand van onderen ; zeer sluitend corsage, van blauw schildpad, met gordel van goud en cdelgesteenten; puntige sandalen met vergulde zolen ; al de vingers van beide handen, zelis de duimen, met ringen overdekt. Wat den zang betreft, is er rfaar ne stem over Mad. Rose Caron. Zij is de gedroomde Salamrabövan Reyer, maar ook volgens degenen die Flaubert tegenover Rcyer stellen, zou zij eveneens die van Flaubert geweest zijn. Zij'is geheel de zon derling aantrekkelijke figuur uit den vreeselijken roman, baar epel is volmaakt en haar zang al ?wat men wenschen kan. Van acte tot acte werd haar succes steeds grooter. Da mannenpartijen ?waren niet alle even goed bezet. Matlio (Seilier) had van den Carlhaagschon held vooral den forfchen lichaamsbouw; zijn tenorstem was noch frisch, noch indrukwekkend Ook een tenor was de hoogepriester Suahabarim, (Vcrgnet) die beter voldeed. De Griek Spendius (d<; barylou Bouvot) was als zanger en acteur zeer goed, de, bas Sentein als de Numidisclic koning Narr' Ilavas weer minder. Het groote succes onder de zangers was echter voor den prachtigen baryton Re-nam!, die als Hamilcar van eene rol, waarop men weinig ge rekend had, eene schitterende creatie maakte. Do koren waren beter wat zang dan wat actie be treft, bet orkest viel niet mee, er kwam bij dat Rcyer tegen het eind der opera misbruik gemaakt heelt van het koper, zoodat de vermoeide ooren minder voor genot vatbaar waren. De opvoering van een zoo ernstige en grootsche opera als SalammbO te Brussel is eene nieuwe grief tegen de directeuren der Groote Opera te Parijs, Kitt en Gaiihard, die in plaats daarvan de oude Lucie van Donizetti gemonteerd hebben, maar zich nu met den Ascanio van SaintSaëns dubbel zullen haasten. MUZIEK IN DE HOOFDSTAD. Voor de muziek in de hoofdstad schijnt weder een goede tijd aan te breken. In tegenstelling met de meeste struiken daarbuiten (ach, dat «daarbuiten" beteekent voor de Amsterdammer niet veel meer dan het Vondelpark !), aan welker vroegtijdige uitbotsels de ijzige 'wind van de laat*te dagen een ruw: »tot hiertoe en niet ver der" toeriep, vertoont de struik van de muziek in de hoofdstad, d. w. z. een terrein, begrensd door de gemeenten Nieuwer Amstel, Sloten, Buiksloot en eenige andere (hoe is het mogelijk, dat te mHden van onmuzikale klanken al deze de muziek kan leven!) allerlei veelbelovende knop pen, op het pur-t van uit te loopen, of reeds uitgeloopen. Zulke nieuwe knoppen, die straks hun teedere blaadjes tot heerlijke bloemen zullen ont plooien, zijn b. v. de Amsterdainsche lezer raadde het reeds Sigrid Arnoldson en Rosa Papier, die bier weldra zullen optreieu; terwijl een reeds ontloken ?bloem aan onzen ruuziekstruik de Kamermiixickx'iirécs-Kr-s zijn, eene bloem, die hare eerste geuren in den avond van Woensdag begon te verspreiden. Voor het overige niets dan de bekende bloemen, verschillend in geur en schoonheid overigens, zeoals b. v. de kamermuzieksoirées van Toonkunst, waarvan er Zaterdag jl. weder eene plaats voricl (ditmaal met mede werking van mevr Bosmans Benedicts, piano) en de Hoogduitsclic Opera van Eottordam, die Dinsdag Die. Glickcn ron Cornn'ill'' gaf, De oiiée van Toonkunst heb ik, dien de bloemengpur (welke hoe aangenaam Lij ook/dj n moge, t och scha delijk, ja doodelijk kim worden!) van 22 Decem ber '89 tot 11 Februari 'iiO bedwelmde, niet bij gewoond. Ik kan du* van niets anders verslag geven dan van Die lockcn ron Cornerille en de crenerale repetitie van de soin'r van Kes, want de soiree zelve kon ik, die Woensdagavond vast bezet ben, niet bezoeken. Die Glocl.cn run Cornerille is een niet onaardige operette. Over den tekst zal ik maar niet uitweiden ; zooals die van de meeste nieuwere operettes, schijnt mij ook deze veel te overladen, zoowel met personen als gebeurtenissen, toe. De geschiedenis van niet minder dan 10 p-rsonen be.shiat in het »kortc (!) overzicht" van de 3 bedrijven, zooals dit in het tekstboekje voorkomt, niet minder dan 25 blad zijden ! Het effect van den tekst staat dan ook tot de aangewende drukte in geenerlei normale verhouding. Men denkt hierbij aan een man, die, om zijn tuin te illiimineeren l o vetglazen van bergkristal zou laten vervaardigen en vervolgens voo'r het noodige vet op de robbenvangst zou uit gaan. Men zou toch meenen, dat de tekst van een operette iets eenvoudigs en doorzichtigs moet wezen, maar tegenwoordig eischt hij om ontward te worden een inspanning gelijk aan die uoodig is om Kant te ver.-taan! De muziek treedt hierbij hoe langer hoe meer op den achtergrond. In den >-struggle for life" met pretentieuze teksten legt de muziek het regel matig af. Het is misschien dit onbedriogelijk vooruitzicht op eene nederlaag, dat den huidigen operette-componisten de vleugelen verlamt. Hoe het zij, alle karakterteekening of stemming ont breekt in de tegenwoordige operette. Er is geen sprake van typeering van personen ef toestanden. De walsen en polka's van den BcUel-tudcnt zouden evengoed voor Die (Hacken van Cornerille, zoowel als die van Boceaccio, Der lustige- Krirg en duizend andere operettes kunnen dienen. Tracht daarentegen eens eene noot aan den Figaro uit den Barbier van Rossiui te veranderen, zonder tevens het geheele type te schenden! Maar ach, de Barbier is ook een meesterwerk, dat in zijn genre op iemands kunstgevoel (althans het mijne) een even grooten invloed uitoefent als eene Kymphonic van Beet hoven in baar genre. Ach, waarom zijn niet alle operette-i Barbier de Scrille's '' Evenwel is, zooals ik al begon te zeggen, de operette Les clocltes de Cornerille niet onwaardig, en geenszins eene der minste ouder hare zusteren. l'ianquette is, blijkens sommige nummers, b. v. de Gacot/e vóór het 2e tableau, Ie bedrijf, het lied van Oaspnrd iu het 3e bedrijf en eenige andere, een man, niet van talent ontbloot, schoon zijn gevoel zich dan al meestal in vroolijke me lodieëu en op dans- en marschrhytmen uit. Toch bewijst het reeds aangehaalde lied van Gnspurd, dat er ook voor meer ernstige, ja dramatische, stemming plaats bij hem is, en valt het te be treuren, dat hij hier en elders van die vatbaar heid Liet een wat minder bescheiden gebruik maakte. De opvoering van het werkje door de Duitsche Opera kan zeer voldoende geacht wor den; vooral werd de geest zeer aardig door den heer Worins gespeeld. De bezetting van de hoofd partijen was als volgt: Ifcnri de C'ori/ci'illc.Cnrl Dietrich; Gaspard, Ferdinand Worms; Gerinafnc, Marie Bendel; llaiderosc, Fugenie von Mick, Jean Grcnii-hcux, Carl Kronek; Der Aiutniann, Gustav Seiffertitz. Met ernst dienen vervolgens de Knnterimi~ieksoirécs van den heer Kcs e. s. besproken te worden. Zooals ik reeds zeide, hoorde ik slechts eene repetitie, doch kan naar aanleiding hiervan ten volle instaan voor het allergurstig.-te oordeel, dat een mijner vrienden over de uitvoering zelve velde. Het samenspel toch was dien morgen voortreffelijk ; klaarblijkelijk was er enorm geslud erd, vooral op het verbazend zware str-ijkkicartct op 131 (Cis mol) van Beethoven. (De andere uitgevoerde wei ken waren : het strijkkicartet, C dur met 2 violoncellen. op 103 van Schubert en het nonet op 31 voor viool. alt. cel, contrabas, fluit, hoboe, clarinct, hoorn en fagot van Spohr) De klank van het kwartet van Beethoven in 't bijzonder was zeer schoon ter wijl de zuiverheid bij geen der spelers een oogenblik iets te wenscheu overliet, en vooral de heer Kes uitblonk door edelen en warmen toon. Doch niet slechts de heer Kes, ook de HH. Wol/f, 2e viool, Mossel, violoucel en II. Meerloo alt, zij allen speelden als oudgedienden in het kwartetspel (wat zij toch niet allen zijn), en hieruit kan men afleiden hoe er gestudeerd moet zijn! Om een enkel détail te noemen was het overnemen van de achtstenfiguur in de Ie en 2e violen in het laatste Allegro van het strijk kwartet bewonderenswaardig. De twee violisten toonden zich hier aan elkaar gewaagd. Ook de heeren Mossel en Meerloo wedijverden in schoouen toon. Het ensemble was uitmuntend. Zooeven van het Concert in het Concertgebouw thuiskomend, kan ik hierover aan dit verslag nog een woord toevoegen. Bt-halve de rijkgekleurde Ouverture Fingalshöhle, in welker diepe accoordeu men zoo verrukkelijk de zee hoort dreunen, de warme en schitterende Ouverture König Mttnfeed van Reinecke en den staligen Trmterinarist.lt uit Kiegfried, welks machtige harmonieën voor mij evenwel niet het gemis aan bouw vergoeden, hoorde ik nog den hter Frariz Rurnmel uit Ber lijn het Es dur Pianoconcert van Beethoven, een Concertstiick van Liszt en de Bcrccusc van Cbopin spelen, en eindelijk een danvskoor, onder leiding van m "j. CUteau Es-ser eenige liederen zingen. De heer Hummel is niet alleen een tech nisch zeer degelijk ontwikkeld, maar ook een z^er smaakvol pianist. Het Concert van Beethoven luid iets genialer gespeeld kunnen zijn ; het eerste Allegro en het lïimdo werden me daarenboven iets te langzaam genomen. De duidelijkheid won hierdoor echter ontegenzeggelijk. Zonder kracht was het werk geenszins, ges pit rd werd o. ». de beroemde passage iu het Ie Allegro met de acht sten triolen, Staccato, in de linkerhand en 'l hoofd motief in tertsen in de rechterhand voorgedragen. Kortom de heer Hummel is een uitstekend pia nist en musicus, zonder een buitengewoon warm pianist en musicus te we.!en. In het Courertsfiick van Liszt en de Be>-ceiisc van Ohopiri toonde hij al de voortreffelijkheid van zijn weeken aanslag en uiti.emende vingers. Hij had een beslist en welverdiend succes. Het dameskoor, dat in het Ilalieniselies Kammerdutll van Handel klaarblij kelijk nog niet volkomen op haar gemak was, zong het volgend nummer. X/iiiic van Schumann daarentegen heel schoon. Interessant was de ken nismaking met La mort d'Ojihclie (Ballade) van Berlioz, een eenigszins vaag doch stemmingsvol werkje, waarin de halsstarrige figuur in de be geleiding eigenaardig is. In l^cs Xorregicnnca van Delibes liet de duidelijkheid van het hoofd motiefje iets te weuschen over. De klank vau het koor was somtijds zeer mooi; vooral die van sommige alten, men zou verlangen die stemmen nader te heren kennen. De sopranen hebben zich te hoeden voor te laag te. zingen en dienen in 't algemeen haar hooge tonen (m \\ci K-imi/tcrdiictt f en g b.v.) gemakkelijker te leeren aan spreken. Zonder twijfel kan een voortreffelijk dames koor zeer diepe en bijzondere indrukken teweeg brengen, dit bewezen sommige gedeelten van de uitgevoerde werkjes; mej. E<ser en haar koor streven dus ixiar verdere volmaking, zij zullen genoegen vmi haar werk belever.: hiervoor strekt de sympathieke ontvangst, die het publiek haar deed geworden, ten overtuigend blijk. 13 Ft-br. Vox RI:U<:KI;\ FOOK, AANTEEKENINGEN SWIILDEUKfXST. De kwestie van hot winnen der Olympia van Manet voor tien Staat, en verder van het winnen der Fransche Regecring voor de Olympia, schijnt mij allerbelangwekkcndst. Zij bewijst dat in het Frankrijk, waar vijftig jaar geleden naar do groote schilders van dien tijd weinig werd omgezien of waar het dien mannen op allerlei manier werd lastig gemaakt, de toestanden nog niet veel ver anderd zijn, en dat men zelfs zeven jaren na zijn dood een der grootste schilders die Frankrijk in de laatste dertig jaar heelt voortgebracht geen plaats in wjl ruimen in een openbare verzame ling, waar zooveel nietswaardige modeschilderijen gaarne worden toegelaten. Geen wonder dan ook dat een groot aantal ar tiesten, critici en kenners door het steunen der door Claude Monet geopende inteokening tot aan koop der Olympia tegen dezo blinde orthodoxie krachtig heeft willen protcsteeren. Op de lijst van hen die tot den aankoop bijdroegci vindt men de schilders Albcrt Besnard, Jean Bcraud, Jacques Blanchc, Cazin, Eugène Carrière, Degas, Carolus Dnran, Duez, Fantin Latotir. Gervex, Lhermitte, Lerolle, Puvis de Chavannes, Camille Pissarro, Th. Kibot, Renoir, J. F. liaffaölli. Ary Renon, lïoll, Sargent, de etsers Bracquemond, Dcsboiitins. Guérard, Félicien Rops, den liihograaf Thornley, de beeld houwers Dalou en odin, de kunstcritici Philippe Burty, Théodore Durct, Gnstave Gcffroy, J. K. Iluysmans, Maurice Hamel. Stéphane Mallarmé. Octave Mirheau, do kunstkoopers Bing, Dnrand Rnel, Georges Petit. Claudo Monet zelf heeft ract Camille Pelletan den minister een door den eersten opgesteld stuk overhandigd, waarin de Olympia feitelijk den Staat wordt aangeboden. Het stuk schijnt mij belangrijk genoeg om hier weer te geven. In naam van een groep inteekenaars heb ik de eer aan den Staat do Ofympia van Edouard Manet aan te bieden. Wij zijn zeker hier de vertegenwoordigers on de tolken fe zijn van oen groot aantal kunstenaars, schrijvers en verzamelaars, flie sedert lang erkend hebhen welk een belang rijke plaats in de kunstgeschiedenis wordt inge nomen door den te vroeg aan zijn kunst en zijn land ontrukten schilder. De discussie waartoe de schilderijen van Manet aanleiding hebben gegeven, en de aanvallen die zij hebben moeten verduren, zijn thans gekal meerd. Maar ook als de krijg nog aan den gang was tegen zulk een persoonlijkheid, zouden wij niet minder overtuigd zijn van de belangrijkheid van Manets werk en zijn eindelijko zegepraal. Wij zouden kunnen volstaan met ons, om slechts enkele eertijds uitgejouwde en thans beroemde namen te noemen, te herinneren hoe het gegaan is met kunstenaars als Delacroix, Coiot, Courhet, Millct, hoe rncn hen bij hun optreden alleen liet staan, en hoe groot thans na hunnen dood hun l roem is. Maar, naar getuigenis der groote meer- i derhcid van hen die belangstellen in de Fransche i schilderkunst, is de invloed van Edward Manot l heilzaam en stellig geweest. Niet enkel heeft hij persoonlijk een belangrijke plaats ingenomen. maar hij is bovendien de vertegenwoordiger ge weest ecner groote en vruchtbare evolutie. liet sch nt ons dus onmogelijk dat zulk een werk geen plaats zou vinden, in onze nationale verzamelingen, dat men den meester niet bin nen zou laten daar waar de leerlingen reeds toe gang kregen. Wij hebben bovendien mot onrust de voortdurende beweging gadegeslagen in de kunstmarkt, de concurrentie die ons door Amerika in aankoopen wordt aangeboden, en voorzien nog het vertrek naar een ander werelddeel van zoo veel kunstwerken die de vreugde en den roem van Frankrijk uitmaken. Wij hebben voor Frankrijk een der meest ka rakteristieke doeken van Manet willen behouden, datgene waar hij als overwinnaar uit den strijd verschijnt, meester van zijn zienswijze en zijn métier. De Oh/mpia wordt door ons iu uwe han den gesteld. Onze wenseh is dat zij naar tijds orde in het Louvre een plaats vindc, tnsschcn de voortbrengselen der Fransche schilderkunst. Indien ds reglementen dit echter niet toela ten, indien niettegenstaande hierop bij Courhet geen acht geslagen werd, wordt aangemerkt dat liet tijdsverloop van tien jaren na den dood van Manet nog niet verstreken is, achten wij dat het Luxembourg geheel aangewezen is om de (o ontvangen en haar waren. Wij hopen dat gij wel uwen steun zult wil len verleeneu aan een werk waar wij ons aan gewijd hebben met de voldoening eenvoudig een daad van rechtvaardigheid te bedrijven. Aan vaard etc. Cl.AVDK MONF.T. liet Museum van de Yerecniging voor Geschie denis en Kunst te Rotterdam zal met l Mei a.s. worden opgeheven. Op verzoek der artistcn zal de driejaarlijkschc tentoonstelling te Brussel dit jaar, later dan ge woonlijk, in het najaar worden gehouden Den l Ken Februari wordt, naar de N. Kolt.Cl. meldt, in Arti"' te Amsterdam een tentoonstel ling van werken van Jozef Israöls geopend. Te Leiden zal de nieuwe zaal, die bij het Mu seum in de Lakenhal getrokken is. worden inge wijd met oon J,'t<;j'i«<ie-teiitoonstclling van. hedendaagsche Nederlandsche kunst In Pulchri te 's I lage volgen onder het nieuwe beheer de belangrijke tentoonstellingen elkaar. Thans heeft inon er een expositie van 32 schil derijen en een aantal teekeningen en etsen van Daubigny, toehehoorende aan de heeren Mesdag, van Wisseling!1, en dr. Blom Coster In welke stad van Europa zou men zooveel werken van Dau bigny bij elkaar vinden ? Deze tentoonstelling zal vooral welkom zijn aan hen, die een studie wcnschen te maken van de moderne Fransche kunst en die Danbigny dezen zomer op de Ki'pusition Ceniennnle te Parijs zoo onvoldoende vertegonj woordigd hebben gevonden. Ter gelegenheid van deze tentoonstelling is door mej. A. C. Croiset van der Kop een hiograliesche schets van Daubigny uitgegeven, waarbij de heer II. W. Mesdag een inleidend woord heeft gevoegd De heer Mesdag die hiermede, zoover ons bekend is. als schrijver debuteert, heeft dus, evenals vóór hem de heeren Bosboom Ter Meuien. Israëls, gebroken met het dwaze en tamelijk algeniccno vooroordeel, dat de mannen van de kwast geen pen moaten hantceren. l,'i Fc.hr. '90. V. T A 11 I A. PLASTISCHE KUNST. Aiitoivo S/ilciali. de hersehepper der Venefiaansche glasindustrie, is dezer dagen te Veneti in den ouderdom van 74 jaar gestorven. Hij word in lol'! te Yincer.za gehoren, studeerde in de rechten en werd advocaat: van toen at echter wijdde hij zijn beste krachten aan de Yenetiaansc'hc glasfabricatio, met het doel om de midi! glasmozaïekcn weder in het leven te roepen. Op Murano bij Ycr.etièstichtte hij in 18'I!> een fabriek, en hij mocht de voldoening smaken, (lat zijn poging om zelf de Yenetiaanschc bekers uit de IGe en 17e eeuw na temaken, uitmuntend gelukteIn 18G7 verhond hij zich met een Engelsche maatschappij op aandeelen, maar reeds tien jaar daarna maakte hij een einde aan deze verbinte nis, om in vercenigin^fcnet een Duitsch industrieel te Berlijn een magazijn van glasmozaïekcn op te richten, dat nog bestaat. Te Superga, waar het lijk van prins Arnadeo van Savoye is bijgezet, is het oude familie Taf der koningen van Sardinië. Het ligt op nauwelijks een uur afstands van de oude hoofdstad van Piemorit, en heeft zijne stichting super tcrga montium", G50 meter hoog, aan eene gelofte te danken. liet was in den Spaanschen succcssie-oorlo»' Turijn werd door de Fran-clien in het nauw gebracht, tot prins Engonius van Savoye in 1706 zijn neef Vittorio Amedeo II te hulp ijlde. Het was hoog tijd. Op het punt waar nu het familie graf is. stond prins Engenius met den Sjavooischen hertog, overzag de positiën en maakte het plan voor den slag op Yan hier werd aan den bevel hebber der burgerwacht door een groot vuur het sein gegeven, dat hulp in aantocht was en hij zich nog eenige dagen moest staande houden. luns Eugemns was tevreden over zijne waarne mingen en zeide den hertog, dat hij hoopte te slagen, foen viel prins Vittorio-Atucdeo op de knieën en dood de gelofte aan de Madonna della Grazie, die op den houvel en kapelletje had dat hij haar een prachtigen tempel zon schenken, als hij do overwinning behaalde. De Madonna wist hare kerk te verdienen, en deze werd van 1718 31 naar plannen van Juvara gebouwd. In 1778 werd het eerst de crypt als familiegraf gebruikt. Aan den ingang der groeve staat een marmeren aartsengel Michael van Finelli; Victor-E-nmanuel het dien er in 1879 heenbrengcn De grafkapel heeft den vorm van een Latijnsch kruis, en wordt door eene eeuwige lamp mat verlicht In de vier zijmsscn staan de marnieren standbeelden van Geloof, Barmhartigheid, Genade en Kunst; de wanden zijn met kleurig marmer hekleed en met basrehels en verguld stuc versierd. In het midden der groeve bevindt zich een marmeren sarkop'iaa", waarop het lijk van den gestorven koning blijft rusten, tot zijn opvolger sterft. Yijf koningen en acht koninginnen zijn in den grafkelder bijgezet; een opschrift aan den ingang vermeldt, dat koning \ ictor-Emmanncl in hot Pantheon te Rome rust. Een kettingspoorwcg voert van Sassi naar den heuvel, van waar men een praditi»- uitzicht op Mont-Céms on den Monte-Rosi heelt. In het hotel Dronot heeft deze weck de ver kooping plaats gehad van cenigo schilderijen van oude meesters, toehehoorende aan den heerNicolaeff Deze verkoop bracht (il,170 francs op. Onder deze belangrijke collectie vinden v. ij ver meld ecu merkwaardig stuk vau David Tcniers den jongere, Dorpsbruiloft, dat voor 14.900 francs ging. liet portret van Charlotte van Mecklenburg Strelhz, vrouw van koning Gicorgo III van En geland, door IJcynohls, heeft niet de volle waarde opgebracht ; er werd slechts 8,500 francs op ge boden. Een Winter in Holland, door Alhert van der Neer, en figuren van Alhert Cuyp, is iu 188G op de verkooping Wombwell voor 3150 francs gegaan, nu voor 5.400 francs Jje JOIK/C /"t/er, van Alhert Cuyp, 4000 francs. De scltuiiimel 'een denistuk van Deshayes, ;{.250 francs. UK drink'plaats, van Nicolaas Borchem. .000 francs. Jjiudfcltap met dieren, van Pijnakcr. in 1881 j op de verkooping Wombwell met 820 ' francs betaald, werd nu voor 2,000 francs verkocht, en De Alcity mint van Th. Wijck, voor 3.350 francs. TOONEEL EN MUZIEK. Robert Btiehanau's lai-g beloofde en veel be sproken dramatische bewerking van Richardson's roman Clarissa" is den 9n Februari het eerst opgevoerd in het Vmtderille TJte/ttre to Londen. en had dadelijk een beslist succes. Dit is niet het eerste tooneelstnk, dat getrokken wordt uit dezen roman in acht of negen deelen, een roman, dien men het prototype van Klaasje Zevcnstcr ' kan noemen, en waarvan Dr. Johnson placht te zeg gen: als men ter wille van liichardson liet \erhaal leest, wordt men zoo ongeduldig, dat men zich reeds vóór de vijftigste bladzijde' aan den i eersten den besten spijker ophangt.'1 Didcrot dacht er anders over; zelfs noemde hij den senti incntcelen Richardson in n adem niet Mozes, Homerus, Enripides en Sophoeles. Iticliardson's verdienste bestond eenvoudig daarin, dat hij den sentimenteelon roman uit het burgerlijk leven in voerde; maar de moderne lezers bedanken voor een roman in zooveel deelen, zelfs tot op drie doelen gereduceerd is Clarissa hun nog te mach tig. Daarentegen hebben de Franschon reeds in 1812 het, dramatisch effect der intrige vau d>;zeu roman erkend; een tooneelbewerking van Dumanoir, Giilard en Clairvillc werd in het Gymiifine opgevoerd, en liobert Buehanan heeft van | dit stuk gebruik gemaakt voor de belangrijkste scènes. De intrige bestaat in hoofdzaak uit eene schaking, twee verleidingen en twee sterfgevallen, waaronder een gewelddadige dood. Jiuclia' a» is van meening, dat voor het Engolsche schouwburgpubliek n schaking genoeg is. Ook heeft hij verder wel den geest van het hoek behouden. maar de oorspronkelijke intrige niet letterlijk overgenomen. In het eerste bedrijf maakt men kennis niet de door haar ouders geplaagde Cla rissa Ilarlowe, die niets wil weten van de aan zoeken van den rijken vrijer Solmes, welke door haar vader gesteund wordt; daarentegen geelt zij gehoor aan het voorstel van Lovelace, die haar l bepraat met hem (e vluchten. Dan komt: de vlucht naar Londen, waar in een marktkraam de onge lukkige Ilettie Bc-lford. ecu vroeger slachtoffer van Lovelace. wordt aangetroffen. Deze goed gtslaagde figuur is eene schepping van Buehanan; zij gaf' den heweiker een uiterst, effectvol draniatisch motief aan de hand, want haar broeder, j l'hilipp Belford, die Lovelace trouw zijn schandelijk ' plan heeft helpen uitvoeren, wordt zoodra hij 1 ontdekt dat ziju vriend zijne zusier onteerd heelt, haar wreker en tracht Clarissa weer uit zijne, handen to redden Hij drinyt de kamer binnen. waar Clarissa, die tot het inzicht van haar toe stand gekomen is, door Lovelace gevangen wordt gehouden; Philipp wordt echter met een slaap

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl