De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 16 februari pagina 6

16 februari 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

, DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 660 »Top1" riep hare resolute vriendin uit, »leve '<d* burgerlijke stand! En ga riu met mij mee Daar buis, dan zullen wij daar eens een lekker k glaasje slaappons klaar maken! In vertrouwen gezegd," voegde zij er fluisterend aan toe, terwijl tjj haar arm moederlijk om hare nieuwe vriendin sloeg mijn levensverzekeringsman komt ook. Haar die zal het ons niet lastig maken. Die arme, vlijtige sukkel is 's avonds zoo moe, dat bij reeda na zijn eerste glas in slaap valt. Hij zal een voorbeeldig echtgenoot worden." Het was nu stil en eenzaam in de kleedkamer van h«t corps de ballet; slechts de zoete, be dwelmende geuren van het blanketsel en de reukwateren vervulden als lichtzinnige lucht geesten de vreedzame ruimte en spraken van - liefdesluet en liefdesleed, van al het mooie, en verbodene, wat zij ook heden avond weer hadden afgeluisterd. * * Lange, lange jaren waren vervlogen sedert den avond, waarop Gretchen Naumann besloot, een soliede huisvrouw te worden en Rothe I haar ambtenaar op een glaasje slaappons wachtte. Wat is er van haar geworden ? Waar zijn ze allen gebleven, de gezellinnen dezer beide jonge meisjes, al die frissche meisjesgestalten van den hofschouwburg te X., die als voorjaarsvlinders zorgeloos dansende rondfladderden en ons oog .boeiden? Wat is er van haar geworden! Laten wij dat niet navorschen. Het is niet steeds verkwikkelijk den sluier, die het lot der menschen dekt, op te lichten, en dikwijls is bet daar zeer duister, waar de eens schitterende loopbaan van een tooneelkind, haar langs een helling naar beneden voert. Laten wij dus het doode verleden rusten en houden wij ons aam het bloeiende heden! Le?roi est mort vire Ie roi.' Juffrouw Ella was sedert kort ballerina assoluta aan den kleinen hofschouwburg te Y., frisch als een lentedag, liefelijk als een rozenknop, zorgeloos als een dartele vlinder, de gepersonifieerde gratie, kortom een danseres, waarmede iedere intendant zich .veilig geluk kon wenschen. En niet slechts de intendant van den Y'schen schouwburg achtte zich gelukkig in het bezit van zulk eene kun stenares, ook de vorst. De regeerende vorst van Y. ging niet alleen door voor een kenner en beschermer van het ware talent, maar ook voor een groot vereerder van vrouwelijke schoonheid. Hij was niet jong meer; integendeel op hem was het T>les jours da fète sont passrs", voor zoo verre dit bij zulke hooggeplaatste haren tenminste mogelijk kan zijn, zeer zeker toepasselijk. Niettemin bracht hij met het vuur van een jon geling hulde aan het talent en de schoonheid zijner ballerina, en daar de aldus onderscheiden jonge kunstenares zich in hare naïeve onbe vangenheid en kinderlijke ijdelheid ten zeerste in bare zegepraal verheugde, niets slechts kende noch vermoedde, zouden de tot nu toe onschul dige betrekkingen van den vorst tot de danseres toch eindelijk zeer zeker de kwaadsprekende ton gen der wereld in beweging gebracht hebhen, wan neer niet een cherub met vlammend zwaard over haar gewaakt wanneer Ella niet onder de be scherming van een goeden genius gestaan had! De danseres had een moeder: Weet gij, geachte lezer, wat een tooneelmoe? der is? Een perpetuum mobile in dienst van haar kind, een engel of een furie, dat hansrt van ?omstandigheden af. Zij beschermt haar kleinood, haar kind, als een klokhen haar kuikens; als een pelikaan voedt zij het geliefde wezen met haar eigen bloed. Om het een gunstig contract te bezorgen, ligt zij met alle regisseurs overhoop, valt zij zelfs de intendanten lastig, speel zij f rere compagnon met eiken tooneelknecht, krabt zij hatelijke recensenten de oogen uit of kust zij eene geheele redactie. Wee hem, die den kunstroem of den goeden . naam barer lievelinge aantast! Wie hij ook wezen moge, hij zou een verloren man zijn. f Slot volgt). N PREMIÈRE TEGEN WIL EN DANK. Een huis wordt vau beneden af opgetrokken, menig boek en menig tooneelstuk echter is ge schreven bij een «pakkenden titel". Dit was, naar Ernest Legouvévertelt, ook het geval niet zijn eerste blijspel. Hij werd vervolgd door de gedachte: hoe een geheim zich voortplant." Er was daarbij geen sprake van het aer/tiirit v tres eundo, zooals Virgilius van de faam /.egt, of van de wijze, die door La Fontaine iu Lrs femmes et Ie secret geschetst wordt, noch van het aan wa«sen van den laster, dat door eaumnrchais iu . den Barbier do Siciliëzoo karakteristiek en drastisch is voorgesteld. In eeu aaneengesloten handeling zou worden aangetoond, uit welke gronden men zich bewogen kan voelen, een ge heim, zij het van zichzelf of van anderen, prijs te geven, in n woord : de physioh.gie der in discretie. Legouvébedacht daarvoor een inkleeding en onderwierp zijn plan san het oordeel van zijn vriend Goubaux (de schrijver vau IJiehard Dading-ton" en Dertig jaren of het leven van een speler"). Het tooneel is een badplaats in do Pyreneeën. Twee, nauwlijks twintig jaar oude, vrienden treden op. t>e eene is onrustig, zijn oojrori schitteren, zijn wangen zijn hoog geld tin), hij geeft halve, dikwijls onbegrijpelijke en onver staanbare antwoorden, doch eindelijk vlooit zijn mond over van dat waarvan zijn luivt vol is; het geluk dreigt hem te verstikken; hij komt juist van het eerste rcntla-i-uiix met een ji'iiggehuwde vrouw! Hij eischt natuurlijk dat xiju vriend op eerewoord zal verklaren net diepste stilzwijgen te zullen bewaren, maar dan gelijk een bergstroom" enz .... De indiscretie der jeugd en deiliefde De vertrouwde verkeert zelf in een derg.-'iijkcn, zij het clan ook veel minder gunstigeu toe.-tainl. Hij heeft een jonge weduwe lief, maar deze xcu't jH" noch neen". De jonge man h-efi inmiddels, leeft als een god, van het voorschot, dat het geluk met open doch dikwijls bedriegclijke hand schenkt: de hoop. De dame van zij:i havt heeft een flauw vermoeden van dal, wal er tussehen liet andere paar wordt ivf^espout'.en; zij \v duurvan het jue weten en hoort daarom haar aanbidder uit. Deze verbergt dan ook hetgeen hij weet niet meer dan een kuiscb jong meisje de volle vormen harer buste. Zij dringt meer aau; hij biedt nog steeds tegenstand; de zaak neemt een ernstiger keer, hij geeft zijn spel niet op; daar speelt zij ' haar hoogsten troef uit: Gij hebt mij niet liet! Als gij mij lief hadt, zoudt gij mij alles zeggen. Dat zou een bewijs van vertrouwen zijn, zooals ik dat zou mogen en moeten verlangen vau hem, dien ik ..." zij zwijgt en slaat de oogeu verlegen neer. Ach, wie kau daaraan weerstand bieden ? Hij biecht alle op ... De indiscretie van het egoisme doch voordeel brengt deze niet, want glim lachende staat de dame op: »God beware mij er voor, mijn eer toe te vertrouwen aan een man, die het geheim van zijn vriend verraadt!" Wat zal de jonge vrouw er mee doen? Het weer is prachtig, alle badgasten hebben de gele genheid aangegrepen om uitstapjes te maken. Zij is alleen met een iet of wat hardhoorigen ouden oom, dien de jicht tot thuisblijven dwingt. Dien man moet men toch den tijd verdrijven; wacht, die geschiedenis zal hem afleiding verschuilen. De namen behoeft zij hem niet mede te doelen, het kan immers even goed te Baquères als te Cauterets gebeurd zijn ! Zij vertelt. . . De indiscretie uit vervclinij. De avond valt. De badgasten keeren terug; zij komen iu de koerzaal bijeen : er wordt over alles en nog wat gebabbeld. »0n, een alleraar digste geschiedenis !" roept de oom uit. Tever geefs trekt zijn nicht hem aan den pand vau zijn jas »Wees maar niet bang \ Men kau alles zeggen, wanneer men weet te spreken en te zwij gen." En hij weet zoo goed te zwijgen, dat er vijf minuten later bij geen der aanwezigen meer eenige twijfel bestaat omtrent de iu zijn verhaal betrokken personen en een der heeren opslaat en zegt: »Gij hebt nog slechts n ding vergeten, den naam te noemen vau den echtgenoot! Die i ben ik". j De indiscretie uit achteloos h ei d. Goubaux keurde het plan in allo deelen goed. Het wordt nog dien zelfden avond nauwkeurig besproken en 's nachts schrijft Legouvéhet ge heele stuk. Den volgenden dag verzoeken zij, het leescomitévan het Theatre Francais het blij spel in n bedrijf: »De ondergaande zon" te mogen voordragen. Legouvéleest, en men weet wat het wil zeggen, wanneer deze meester zijn l stem laat hooren. Geeu enkel teeken van goed- l keuring of bijval! Geen flauwe glimlach zelfs ! l Twaalf zwarte balletjes: eenstemmig afgewezen. Legouvéwil zich met waardigheid iu het on vermijdelijke schikken, doch Goubaux heeft daar geen vrede mee; hij leest het stuk voor aan j Etienne Arrago, den schranderen en geestigen l directeur van dtn Vaudeville-schouwburg. Deze \ verklaart zich bereid het blijspel terstond op to i voeren, schitterend te montecren, goed te bezetten. Voor een knap, jong tooneelspoler, j die tevens een goede .stem heeft, schrijft l Goubaux als entree een romleau, dat dadelijk wat aantrekkelijks aan het stuk zal geven . . . i Drie weken later wonen de beide schrijvers oen ' der laatste repetities bij. De chef vau de claque spreekt den jonge mannen moed in: Er is wel niet zoo heel veel aan, maar wij zullen liet toch wel klaarspelen." Na afloop zegt Legouvétot zijn ! medewerker: Wat denk je ervan?" Wat ik ervan donk? Dat het een akelig prul is!"?,l)at ben ik volkomen niet je eens." Wanneer ik een sleutel bij mij gehad had, zou ik gefloten hebben. \Vij kunnen het niet laten opvoeren."?j »Voor geen geld ter wereld. Ik zal Arrago wel meedeelen, dat wij het stuk tetugnemen." : Den volgenden morgen gaat Legouvénaar de woning van den directeur en laat, daar deze uit t thuis is, een paar regels achter, om hem met hetdoel van zijn komst bekend te maken; daarop spoedt hij zich naar Goubaux, zij vallen elkaar in de armen en danken don hemel aan bet drei gende gevaar ontsnapt te zijn. Twee dagen later wandelt Legouvéover den Koulevard. Zijn oog ? valt op een groot aanplakbiljet: Hedenavond eerste opvoering van >l)e ondergaande zon'"'Hij vliegt naar Arrago's woning. Dezelfde meid, die zijn briefje heeft aangenomen, doet de deur open »Üch God, mijnheer, ik heb vergeten den brief te geven. Hier is bij. Zog er toch, alsjeblieft. . niets van, want dan krijg ik knorren." De kosrel was door de kerk. De voorstelling begint. Het eerste tooneel, het gesprek tussehen de jonge '. lieden, wordt tamelijk goed opgenomen. Een oogenblik later deed een zonderlinge toen de lucht trillen. Wat is dat? Kr wordt . . . gelloten, j Briudeau had hot rondeau valsch er-zongen. Nu | was er geen houden meer aan. Aan het gefluit i paarden zich a'! spoedig stommen, die den tooneelspelers allerlei spotternijen i:a»r hi't liootu wierpen. Er was geen ilenkeu aan. het stuk ten einde te spelen; onder een onbeschrijfelijk geraas en getier moest de gordijn vallen. Legouvéontving als zijn aandeel in de tantièmes zeven francs vijftig centimes. Bi-ste vriend", zeide hij tot Goubaux; in het vervolg wil ik nog slechts in het Theatre Francais en voor stukkeu van niet minder dan vijf bedrijven, wor den afgemaakt." Twee jaar later werd van dezelfde schrijvers Louise de Lignerolle.-i" gespeeld, met mlle. Mars iu de titelrol. Het tantième voor elk hunner be droeg toen meer dan zeven francs vijftig centimes. DE ANTISPIRITISTEN EX GEDACIITENKUNSTEXAREX DE HR. KREl'S EN ZIJNE DOCHTER, In de voreeniging Vrije werkkring" te Am sterdam gaven op Zaterdag 8 Februari in het lokaal Flora, de hoer Kreps on zijne dochter eene zeer belangwekkende séance. Eenige zeer handig uitgevoerde en zeer toege juichte tours d'adrosse, tot begin een kleine pauze on dan de verbazingwekkende antispiritistischo proeven. Verschillende briefjes door de be zoekers geschreven en in ondoorzichtige enve loppen gesloten worden zonder fout n voor een door den hr. Kreps gelezen. Met touwen aan oen stoel gekneveld, terwijl de knoopen verzegeld waren wist do hr. Kreps tocii verschillende muziekinstru menten te bespelen enz. enz. a la miss Fay, en daarna zelfs zich van zijn rok te ontdoen en ovenzoo gebonden en gekneveld in hemdsmouwen te verschijnen om een oogenblik daarna weer in gala" maar steeds goed gebonden on verzegeld zichtbaar te worden. Al die proefnemingen on toeren echter staan verre achter bij het belangwekkende Doubl vue, dat door hem en zijne dochter wordt ver toond De jonge dame, geblinddoekt en bovendien nog bedekt met een groofen zwart liuweelcn zak, noemt zonder fout ieder voorwerp, dat door do bezoekers heimelijk aan don hoer Kreps wordt aangegeven. De hoer Kreps spreekt geen woord, hij legt eenvoudig het voorwerp in een doosje, houdt dat doosje in do uitgestrekte band, geeft n enkel tikje op oen timbre on mej. Kreps zegt b.v.: oen gouden horloge ; 't staat op drie minu ten over negenen" of oen gnblon van hot jaar 18-18 met den beeldenaar van Willom II", enz., enz.; kortom, zonder dat do qnasi-soniimmbnle iets zien kan ziet zij toch alles en beschrijft alles tot zelfs do détails van een das of een dasspeld. diu iemand op do achterste rij stoelen gezeten draagt. Inderdaad, we slagen zelden noy in zulk eene volkomenheid het tweede gezicht, voorgesteld. !)-? bekende Oostenrijkscho gedachtonkiinstonaren Homo on Vay die hier voor circa zes jaren zulk een opzien baarden, kunnen gerust nog oen lesje bij den hoor Kreps en zijne dochter nomen. Tot nog too beoefende do boor Kreps zijn kunst .slechts als diliottant. maar naar wij vernomen zal hij zich weldra ook beschikbaar stellen om hier of elders o;:gagemo:iion voor soirees aan to nomen Nu de bekende Slot-Tn'i in Zwitserland een welverdien de rust geniet, zal het voor vee! sociëteiten en vereenigingcH hier on in de provincie aangenaam zijn te vernemen, dat er een opvolger gekomen is die zeker niet minder dan Stot-Ta'i het publiek zal kunnen boeien en voldoen. VOOR DAMES. Jlarciti*. Hoi':; d' ocitrrc. Onder do damos-handworkon dïo in Engeland moor on moor in cebruik kornon. behoort het versieren van gonliir.cn. portie-ros, overtrekken van stoelen on sofa's, achterzijden van piano's. enz. mot schilderwerk Hei- is eeniire jaren ge leden «lat men er modo begon, on sedert is de kunst, van vrij voriiiehm-/o groeven, tot eene aar dige hoogte gekomen. Men gebruikte; vroeger eene soort van grof linnen, waarop do kleuren waterverven. ---- in dunne laqon werden aangebracht, tot de voroNehle diepte verkregen v/fls. liet werk was dan oen tijdlang fijn. zacht, smaak vol, maar webira verschoten do los opgebrachte. kleuren; do schilderijen werden sfotiig on koudon niet afgenomen worden: ^n wat vooral Irelijk stond. door den aanl van bot weefsel verloren. do dikkere draden eer hun kleur dan de andere on bot wf.'k '-ebeen na weinig weken reeds verwelkt. een bijtmiddel, aluin; zij wordt in de winkels ook reeds geheel geprepareerd verkocht, en zelfs, als men voorheeft gobelins na te maken, kan men een wollen weefsel krijgen dat geheel op gobelinweefsel gelijkt. De kleuren hechten zeer gemak kelijk in de stof; en om ze, voor zoover mogelijk, onveranderlijk te maken, wordt na de bewerking de stof in stoom gebracht, waarna zij behoorlijk af'geborsteld, en zelfs met omzichtigheid gewasschen kan worden. Op zijde en zijden fluweel wordt het werk nog fraaier; schilders als Walter Gratie, Colo man, Rischgitz, hebben prachtige stukken m dat genre geleverd. Eene uitrusting van twee en twintig kleuren is ongeveer wat men noodig heeft; eenige kunnen gemengd worden. Do wollen s! o!' is in «U; breedte van 4i> en 54 Kngelscbe duimen (een Ei'gesche duim is 2% centimeter) te krijgen; men moet ze zoo trachten te nemen, dat men do breedte ook als breedte gebruikt, omdat de keper dwais loopt en dit ook het gemakkelijkst schildert. Wil men dus een kamerschnt schilderen, dan neemt men van de stof van 4(i Eng. duim breed, zooveel lengte als men het kamerdebat hoog wil hebber!: men hooit dan drie bladen van lf> Eng. duim breed! De kleuren worden aangcmengd met een vloei stof die daarvoor special bereid is; zij blijvia allen doorschijnend op de warme roomkieur van den grond: men mag ze daarom genist wat zwaar opleggen. Zij zijn ook, als zij opgedroogd zijn, veel lichter dan in natten toestand. Daar ieder streepje dat gozot is, omütwischbaar er op blijft, is het zaak, zijn patroon zor;vuldig (e teekencn, alvorens het over te brengen. Calqueerpapier is daarvoor niet aan te radon; hel maakt het weeisel allicht groezelig ; hot beste is, do lijnen van het patroon ointeprikken en dan met wat poeder door te stuiven ; de aldus gevormde lijnen werkt men terstond met een lichte tint, paars, grijsblauw, lichtbruin, na, zoodat men zijn geheele tcckening in omtrokken klaar heeft. Do kleuren die voor het werk gebruikt worden, zijn allerprachtigst; de slot on de kleur van hot weefsel geven hun terstond een rijk on gedistingeerd aanzien Een nieuwe combinatie is nog. als men een maal hot schilderwerk, bloemen vogels, gcstyl seerdo figuren, gereed heeft, hier en daar mot eenige steken kleurige zijde aan het patroon 10lioi te geven. Men kan ook do figuren niet goud draad of brillantinc afzetten ; het werk lijkt dun ou -email clüisouiii"'. Terwijl in hef Westen do vrouw mot icdercn. dag oen nieuw recht verovert, berust do Oosterscbo maatschappij nog steeds op de slavernij der vrouw. Toch worden ook te Constant ir.opel u-een slavinncnmarkto-'.i meer gehouden. Hoe <_raat daar dan do handel, die ze- r levendig moet zijn. in zijn werk'/ Do, schrijver van do Oosterscho cor respondentie in de ItcKiiu JirUtiuutiiiuc deelt het volgende mede : \ ulwas.seii mannen worden niet meer verkocht: voor seraiiwachtcrs mogen geen knapen ouder dan negen jaar meer geschikt jcuiaakt -.vorden. Wat slavinnen betreft, men vindt ze in do groote hsroins" on in ile harems van particulieren. Da grooto harems" zijn het ciiremloin van vrouwen, een soort opvoedingsgestichten, waaruit de mirticuüercn zich voorzien. De opvoeding wordt'al ot niet verzorgd, naar de mindere of meerdere bcgaatdheden van het meisje; do leelijke worden voor dienstbode opgeleid, do mooie- loeren dansen, benevens talenten van nut on smaak'. Fi'i'.nsch cu pianospelen. Deze meisjes worden zee-r goed behamlcld; dit is toch hot belang der Ilanocm die do inrichting be.-fuurt. i'ij verkoopt ook haar sujetten eerst als dozo den leeftijd der grootste schoonheid bereikt hebben, hetzij aan d^n snUan ot aaüparticulieren. Jv-ii mooie slavin is bij voorbeeld een zeer uewoou vcijtiarsiro.-fhtmk van eene Turksche moeder aan ha:u' zonen. Sedert Rusland bijna al do landen waaruit vroeger do blanke slavinnen kwamen, hooft ge annexeerd, is de aanvoer ;''er beperkt gowonlen ; in al de landen aan Tr.rkije ^r;mjende, i.- do handel ia kinderen afgo.-chnit; lioo vult men nu do sorails aan "'. Ue eeiiigo- aanvoer zi-u dan uit l'ci'zii-. on via IVrziëuit Turkcstan of Afghanistan moeten l;on>en. luaar «loze mi'i-jos zijn woir.ïj; gezochte waar. Men voer/iet ziel', dan milc or^ons anders. Kr wordt beweerd, dat de ('uva-si!-;-:-; nogsteeds hun kinderen aan Tuikije verknopen, nüuir hotgoen zij \ri,ogon hot moest verkochten, waren go.-tolen Kus.sischo kn deren en zoo is hot nog. De pensionnaires oer gruote harems /:!n nog meest ge-.tohjii. in Xuhl-uiisl.uni, in :'(>i-!i!i'.!j<:, van 'I. II. Davis, 2 W A: '<:? van den heer U. Mende:; da Co,ia. alhier. !. l-:-; - \:> Ei ; L', tï!I7 fmr.f. ?r:i»KDr.;-'L!X(.EN. In den rua'vh 'l'clii^oriu- ('Oaisboi" Febr. de staial goliil:." Heide hobb»if ge\vü:ü:ei!. en do laatste is rcr.ihe uv,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl