Historisch Archief 1877-1940
U Ei A JX1 O J. Cj n Is A. al SU. Ui IV,
TT £4 .du. D IJ A .LT
XI XU U IZJ IV XJ
«n het gevolg daarvan is, dat de vrouw zich door
de overvloedige verzen van een armzaligen poëtaster
laat inpakken, terwijl .de man verschalkt wordt
door de praatjes van een vrouwelijke esprit fort,
die hem aan het verstand brengt, dat hij juist de
man is om haar bestaan aan te vullen Beide paartjes
'besluiten te vluchten; zij nemen echter op
denwelfden dag hun intrek in hetzelfde logement in
do provincie. Daarheen volgt hen een oude notaris,
die zich gaarne in allerlei familieaangelegenheden
mengt en hierin stof voor lucratieve
echtscheidingsfirocessen meent te zien; h\j wordt door de beide
voortvluchtige dames voor den vervplgenden echt
genoot gehouden, en deze verwisseling geeft aan
leiding tot dolle scènes en eindelijk tot verzoening
-der beide echtgenooten, die slechts tydelijk ge
brouilleerd waren. Feitelijk heeft er geen
oneenigheid bestaan, en alleen de poëtaster en de vrou
welijke esprit fort" blijven ongetrouwd; want deze
hebben een termijn-huwelijk gesloten en zyn twee
maanden na de bruiloft weer gescheiden. Miss
issy Grahame speelde voortreffelijk voor de
jonge vrouw.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
De couranten hebben het overlijden bericht van
?den Duitschen uitgever Karl von Hallberger; bij
het groote publiek vooral bekend door zijn Ueber
Land und Meer.
Hij was de jongste zoon van den fabrikant en
Jateren boekhandelaar Ludwig Hallberger en in
1823 te Stuttgart geboren. Na de burgerschool
afgeloopen te hebben, kwam hij in de zaak van
zijn vader, die in 1830 den boekhandel van Frankh
had gekocht en van dien tijd af zich bijzonder op het
uitgeven ging toeleggen. Als uitgever van de werken
van Spindler, Weber en andere schrijvers van naam,
wist Ludwig Hallberger van 1830 tot 1850 een
«erste plaats in te nemen in de Duitsche uitge
verswereld. Karl ging in 1850 naar Amerika,
om zich daar een eigen werkkring te scheppen.
Gedurende zgn drie-jarig verblijf daar te lande
gaf hij onder anderen een geïllustreerd blad uit.
Hij leerde daar de grootsche, breed opgevatte
Amerikaansche manier van zaken doen, uit eigen
ervaring kennen. Toen hij dau ook in 1853
terugkeerde en in de zaak van zijn broeder Eduard
trad, bracht hij de Amerikaansche inrichting van den
boekhandel naar Duitschland over. Na den dood van
zijn broeder in 1880 nam hij diens plaats geheel
in. Toen in het volgend jaar het huis Hallberger
een maatschappij op aandeelen werd, kwam hij
in den raad van beheer der nieuw opgerichte
Deutsche Verlag.°anstalt" Omstreeks dezen tijd
trad zü''.e dochter in het huwelijk met den bekenden
Zweedschen orientalis graaf Carlo Landberg.
Door het bodriegelijke lentezonnetje verlokt,
had Hallberger van Frankfort uit oen uitstapje
gemaakt naar Offenbach maar op de terugreis
zulk een zware kou gevat, dat er binnen enkele
dagen de dood volgde.
Militaire Zaken.
VERWONDINGEN DOOR DE NIEUWSTE
SOORT VAN GEWEERKOGELS TOE
GEBRACHT.
Vooral in de laatste jaren was men er bij de
meeste legers van Europa op uit om de
vuursnelheid van het geweer zoo hoog mogelijk op
te voeren. Hierdoor werd het vanzelf noodzakelijk
om het aantal patronen dat door den soldaat
gedragen wordt, te vermeerderen, en opdat hij
j iet te zwaar belast zou zijn, die zoo licht mo
gelijk te maken. Daar men tevens naar een vol
doend indringingsvermogen ook op groote
afstanden en naar eene zooveel mogelijk be
streken (gestrekte) baan zocht, was het gevolg
hiervan, dat men het kaliber (inwendige middel
lijn) van het wapen verkleinde en hierbij zelfs
tot 8 en 7.5 mM. terugging. Al spoedig deed
iaën de ondervinding op, dat noch de in gebruik
zijnde zacht- of hardlooden puntkogel, noch het
gewone buskruit voor zulk een klein kaliber ge
schikt was.
Wat het projectiel betreft, zoo was dit te zwak
om bij de groote aanvankelijke snelheid, welke
daaraan gegeven moest worden, de (vereischte)
sterk hellende trekken behoorlijk te volgen.
Bovendien had er sterke aanlooding van de ziel
plaats, waardoor, na een betrekkelijk gering
aanMl schoten, de juistheid van schieten zeer ver
minderde.
Om dit bezwaar op te heffen, kwam men op
bet denkbeeld, de meestal hardlooden kern van
den kogel met een mantel van hard metaal
(koper, messing, nikkel, staal) te omgeven, en
werkelijk is het aan den heer Lorenz, welke eene
patroonfabriek te Karlsruhe bezit, gelukt, dezen
zoodanig aan te brengen, dat hij met de kern
een onafscheidelijk geheel vormt en de trekken
nu natuurlijk zonder aanlooding te veroor
zaken goed volgt. Het beste schijnt een zacht
stalen mantel te voldoen, die, ten einde op den
duur het roesten te voorkomen, bovendien nog
vernikkeld kan worden
Tegen het gebruik van koperen mantels,
meenen wij te moeten opkomen, daar deze, in ver
gelijking met die van staal, niet alleen duurder
zijn en minder indringiogsvermogen bezitten,
maar waarschijnlijk ook wonden toebrengen, die
voor den patiënt onnoodig pijnlijker en gevaar
lijker worden
Het gewone buskruit voldeed niet, dewijl het,
bij een gasdruk die niet mocht overschreden
worden, geene voldoende aanvankelijke snelheid
aan het projectiel mededeelde en te veel vuil
(overblijfsel) in den loop achterliet. In verband
met het vorenstaande naar eene doelmatige
buskruitsoort zoekende, werd het eerst door den
Franschen ingenieur Vieille voor het Fransche
LeieZgeweer van 8 mM. een buskruit uitgevonden,
hetwelk schijnt te voldoen, en dat tevens zon
der dat hiernaar evenwel opzettelijk gestreefd
werd weinig rook en een zachten knal geeft.
Na dien tijd zijn meerdere soorten uitgevonden,
die voor de verschillende geweren van verkleind
kaliber van andere legers gebezigd worden of
zullen worden: wij behoeven hier slechts te noe
men Duitschland, Zwitserland, en naar men
beweert, ook België, Italiëen Oostenrijk.
Beschouwen wij boven besproken militaire
technische quaestie als geheel of grootendeels
opgelost en nemen wij al aan, dat door het
Snelvuur der nieuwste repeteergeweren van zeer
klein kaliber, het aantal gewonden van de oor
logvoerende partijen zal toenemen hetgeen
evenwel door de uitkomsten van verschillende
proeven in Rusland en Zweden niet alleen niet
bevestigd, maar zelfs tegengesproken wordt ,
daarentegen kunnen wij de menschheid geluk
wenschen dat in den regel elke woud op zich
zelf lichter, d. i. minder gevaarlijk dan vroeger,
en spoediger genezen zal zijn.
Door den nieuwen kogel wordt een kleiner
wondkanaal gemaakt. Zoo geeft bijv. een kogel
van 11.(J mM. middttllijn (zijnde de gemiddelde
middelliju van het projectiel der bijna algemeen
in gebruik zijnde voorlaatste geweersoort) eene
wondopeniog dubbel zoo groot als die, welke
door eeu projectiel van 8,2 mM. middellijn (ge
middelde middellijn van den kogel der nieuwste
geweersoort) wordt veroorzaakt. Bovendien werkte
de zachtlooden kogel (zouder hard metalen man
tel), door de vervorming welke deze bij het ver
wonden verkrijgt, als een soort van
sprinyprojectiel.
I u eene door dr. M. W. C. Gori gehouden
voordnicht aan de uiversiteit te Amsterdam
naar wij verrneenen in 1885 getiteld : »Eene
bladzijde uit de moderne oorlogaeliirurgie" deelt
deze mede, dat in den oorlog van 1870/71, van
Duitsche zij'Ie de waarneming was gedaan, »dat
naast de verwondingen met zeer gering verlies
van zelfstandigheid eu kleine ingangs- en uit
gangsopeningen" (waarschijnlijk alleen op zeer
kleine afstanden) :>verwoudingen waren voorge
komen, die met eeue kleine inganysopening, eene
uitgebreide verwoesting in den loop ran liet
luondkanaal en een opvallend groote
uitgangaopening vertoonden,"
Bij de projectielen met hurd metalen mantel
wordt de springuitwerkiug op de grootere af
standen geheel opgeheven en is zij op de korte
afstanden veel minder. De harde, met zeer groote
snelheid geschoten kogels van zeer kleine mid
dellijn der nieuwste vuurwapenen bleven zelden
of nooit in de wond steken, stuiken daar/» niet
op en maken eene kleine ingangs- en uitgangs
opening. Wonden door deze soort van projec
tielen toegebracht, zullen dan ook gemakkelijker
en sneller dan die van de gewone looden
pnutkogeis en meestal zonder misvorming of vermin
king te veroorzaken, genezen.
Op dit gebied zijn door dr. II W. C. Gori
te Amsterdam in 18S5 belangrijke proeven ge
nomen, waarvan de uitkomsten, in een vlugschrift
getiteld : » De uitwerking der moderne
geiccerprojectielen" (uit de boven reeds vermelde voor
dracht overgenomen), liet licht zagen. Door die
proefnemingen worden de ook elders gedane
waarnemingen bevestigd en wel:
»lr>. Dat het projectiel Lorenz, vooral dat met
stalen mantel, een groot doordringingsvermogen
bezit en tegelijkertijd geene of geringe vormver
anderingen ondergaat, en
»2". dat dit projectiel dus op dien grond groote
voordeelen zoowtl uit een zuiver militair- :Us
heelkundig oogpunt zal opleveren."
Tevens wordt evenwel door den schijver eene
Duitsche uitspraak beaamd >ganz human ist
auch die Wirkung solcher Geschosse immer noch
nicht". Neen, natuurlijk!
Kortelings is door dr. P. Bruns, professor in
de chirurgie en voorzitter der heelkundige kli
niek te Tübingen (Wurtemberg) een belangrijk
geschrift uitgegeven, getiteld »Die
Geschosswirkung der neuen Kleinkaliber Gewehre". Reeds
gedurende verscheidene jaren had genoemde
noogleeraar er eene studie van gemaakt om op
verschillende afstanden de uitwerking van ge
schoten geweerkogels en laatstelijk ook die van
nieuwe geweersoorten op het menschelijk lichaam
te leeren kennen. Hiertoe werd wel is waar op
doode lichamen geschoten en zal of kan de uit
werking hiervan afwijken van die, welke de
schoten op een levend organisme zouden gehad
hebben, maar toch de aard der verwondingen en
vooral het groote onderscheid dat er bestaat
tusschen de wond door een gewonen zacht- of
hardlooden puntkogel van 11 m M. en van een
mantelpro\eciie\ van 8 mM. middellijn veroor
zaakt, kon duidelijk worden opgemaakt. Deze
laatste soort van kogels, vooral die met stalen
mantels, dringen tot op 2000 M. door het men
schelijk lichaam heen, zonder daarin te blijven
steken. Op 100 M. gaan zij door vier, op 400
M. door drie a vier, op 800 M. door twee d drie
gelederen.
Terwijl de looden kogels zonder mantel bij
het treffen der ice.eke deelen van het menschelijk
lichaam tot 300 M. en bij het treffen van been
deren zelfs op 1200 M. afstand vervormd worden,
leeren de nieuwste proeven dat de kogels met
nikkelraantel slechts op zeer korte afstanden en
alleen bij het treffen der hardste beenderen be
schadigd worden, en daarbij dan opstuiking en
afplatting van den kogel of afstrooping van den
mantel plaats heeft. De kogels met stalen man
tel zijn in deze opzichten het doelmatigste, de
wijl de mantel zich bij de proeven althans
nimmer van de kern scheidde en daarmede steeds
n geheel bleef uitmaken.
Van het bovenstaande is dus het gevolg, dat
met uitzondering van de wonden op korte af
standen, d. i. op 300 M. en daarbeneden, de van
hard metalen mantels voorziene kogels van zeer
klein kaliber slechts xuiecre schietwonden ver
oorzaken, waarbij geene verbrijzeling of vernie
ling der inwendige daar omheen gelegen deelen
plaats vindt, terwijl op bovengenoemde korte
afstanden de zoogenaamde spring (of pers) uit
werking van het projectiel veel geringer is dan
bij de geheel looden kogels van vroeger.
In verschillende rijken van Europa is feitelijk
of in beginsel een geweer met zeer klein kaliber
(omstreeks 8 mM.) aangenomen, waarbij kogels
met hardlooden kern omgeven door een mantel
van hard metaal gebezigd worden.
Zoo is bij in Frankrijk en Belgiëeen mantel
van nikkel; in Oostenrijk, Duitschland en Zwit
serland een van staal; in Zweden, Portugal en
Denemarken een koperen mantel aangenomen.
Rusland, Spanje en Nederland bezitten nog
hardlooden kogels (meestal eene legering van
lood en tin of antimoon) zonder mantel. Wel
is in ons land sedert het begin van 1888 tot eene
wijziging van het »geweer klein kaliber" (U mM.)
in een repeteergeweer met pakjeslading stelsel
Viiali besloten, maar de hardlooden kogel blijft
onveianderd en om verschillende redenen kon
dit ook niet anders. I n tusschen schijnt deze
transformatie niet bijzonder te vlotten noch te
bevallen, althans den 2Gsten November J8SÏ)
waren er volgens mededeeling van den
Minister van Oorlog in zijne memorie van
antwoord op het Voorloop'ig verslag van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal nog slechts
153U8 geweren veranderd (als 123(38 door de
wapenfabriek te Maastricht en 3000 door de
werkplaatsen voor draagbare wapenen). Verder
zegt de Minister, dat, in verband met de keuze
van een nieuw geweer van kleiner kaliber en het
zoeken naar eeue geschikte buskruitsoort, die,
zoo mogelijk, rookvrij moet wezen, het voorshands
niet in zijn voornemen ligt om met de trans
formatie der geweren verder voort te gaan dan
het voorgenomen aantal van 50,000 stuks, en
zulks in het vertrouwen, dat men na eenigen
tijd tot de invoering zul kunnen geraken van
een srottl geweer van verkleind kaliber, met het
daarbij behoorend vertrouwbaar buskruit.
Do transformatie onzer geweren gaat dus
eigenlijk niet door; want het getal dat gewijzigd
zal worden, bedraagt slechts een derde van den
aanwezigen voorraad. Nederland kan dus in de
toekomst ook rekenen op ecu geweer van ver
kleind kaliber en projectielen met hardmelalen
i mantels.
[ Zijn nu naar aanleiding van hetgeen wij
ver2de Jaargang.
Schaakspel.
23 Februari 1890.
TWEE-PAARDSPEL IN DE NA1IAND.
Wij geven nog eens een partij, van de gro'ote
meesters Van der Lasa en C. Maijet, van dezelfde
opening, die wij in onze vorige nummers behan
delden, om de opvattingen der verschillende spe
lers te doen kennen, on die opening recht door en
?door te leeren waarderen.
v. d. Lasa. C. Maijet.
Wit. Zwart.
l e2 e4 e7 e5
2 gl f3 b8 d!
?! f l _ c4 g8 f (i a
4 i'3 g5 (17 d.r>
5 e4 X d5 f G X do b
G go X <7c c8 x f7
7 dl f3 f d f7 - e<;
8 bl c3 e c(i e7
!) d2 (14 ? 1)7 b5 g
10 c3 X 1)5 7* <;7 -?('G'
11 1,5 _ c3 (18 _ b7
12 d4 X e5 i 08 1)7 ;'
13 c3 e4 h(i b4 &
14 cl d2 l b4 X c4
15 f3 g4f cG X e5 »»
1G f2 f4 f c5 (14 n
17 c2 c3 -j- (15 X c.'!
18 (12 X c3f d4 X c-t
19 f4 f5 f c4 d5
Stand der partij na den 14den zet van wit.
,
V-»
l Stand der partij na den 2()sten zet van wit,
i de iwniade.
l ZWART
a
c d c f
WIT
20 0 0 Of
21 b2 1)4
-;22 a2 a-tf
23 g4 X c-l
24 cl b2
25 dl al
2G al X a- t
meldden, de verschillende rijken van meening,
dat een geweer van omstreeks 8 mM. middellijn
en een kogel met aardmetalen mantel uit een
taktisch en technisch oogpunt tegenwoordig het
beste oorlogswapen is, zoo mag men tevens aan
nemen, dat deze soort van vuurwapenen ook uit
een humaan oogpunt het meest gewenscht is.
Daar deze overweging evenwel bij de aanneming
van een nieuw geweer en daarbij behoorende
munitie natuurlijk niet in aanmerking is geko
men, verdient het opmerking, en verheugen wij
er ons over, dat juist het streven om in een
zelfde tijdruimte meer vijanden buiten gevecht te
stellen, om eene groote aanvankelijke snelheid,
goede trefkans, veel bestreken ruimte en een
groot indringingsvermogen te verkrijgen, er te
vens toe geleid heeft om den oorlogvoerenden
natuurgenoot minder blijvend te schaden.
Februari 1890.
UIT HET LEVEN EENER BALLET
DANSERES.
(Wandlungen im Bühnenleben.)
van
Marie K n au f f.
Een kleine herinnering.
(Slot)
Ella's moeder heette mevrouw Rieger, en werd
aan den schouwburg kortweg moeder Rieger ge
noemd. Tot voor kort, zoolang Ella nog niet vol
wassen was, had zij aan alle kleine schouwburgen
het emplooi van komische oude" vervuld, van
daar dat zij haar gesprekken nog steeds gaarne
met poëtische ontboezemingen, brokstukken ont
leend aan vroegere rollen, kruidde. Wat het uiter
lijk betreft, verheugde moeder Rieger zich in een
fiksen embonpoint, dat aan haar kleine, stevige
gestalte een zekere waardigheid en autoriteit ver
leende, en haar volle, ronde wangen straalden in
zulk een purperen glans, dat een Bosdorfer appel
daarbij vergeleken, slechts een ffauw kleurtje
scheen te hebben. Ons oudje was een goedhartig
mensen; het leven had haar menig poets gespeeld,
zooals zij zeide, maar haar nog tot schadeloos
stelling op rijperen leeftijd dat goede kind ge
schonken, haar Ella, die lieve engel, dat genie,
hot eenige dat zij van haar achttal had mogen
behouden, de troost van haar hart, sedert zij haren
dierbaren man tijdens hun engagement te
Inowrazlaw had moeten begraven.
Het gebeurde tijdens een balletvoorstelling te Y.
Zijne Doorluchtigheid babbelde achter de eerste cou
lisse metdejeugdige danseres on maakte haar allerlei
complimentjes, terwijl moeder Rieger geheel op
den achtergrond den ouden tooneélknecht allerlei
vertrouwelijke mededeelingen deed. De vorst heeft.
uw dochter als blijk zijner hooge goedkeuring zoo
even een gouden armband met paarlenaangeboden",
zeide nu de tooneélknecht. Paarlen beteekenen
tranen!" antwoordde de oude vrouw op doffen
toon. Wat beteekenen die hofmakerijen ? Dat
geeft maar aanleiding tot gebabbel, dat verliezen
zulke voorname heeren geheel uit het oog! Neen
zoodoende wordt hot mij hier te benauwd. In de
eerste plaats moet mijn dochter haar goeden naam
ongeschonden bewaren, in de tweede plaats er voor
zorgen dat zij fatsoenlijk aan den man komt. En
in de dorde plaats is er aan die balletspringerij
steeds gevaar verhonden. Menigeen heeft zich
daarbij al het een of ander vcrstuikt. Het is voor
ons hoog tijd, dit engagement op te geven; dat
heb ik den intendant dan ook al geschreven.''
Let op, wat ik je zeg," antwoordde de andere,
hij zal uw dochter niet loslaten; dat kan en
durft hij niet." Hij zal wel moeten," zeide
de oude dame min of meer driftig. Ik heb nu
eenmaal bij mij zelf gezworen, dat wat mijn kind
betreft, alles steeds in den haak moet zijn. Ge
looi' mij, Kiekehusch, er zijn in het mensehelijke
leven kritieke oogenhlikkon, waarop men
zonderaanziens des persoons flink moet doortasten. Je
zult eens zien, of ik het ook doorzet, dat men
haar het gevraagde ontslag verleent."
Inmiddels waren de vorst en Ella de twee
babbelende oudjes genaderd. De tooneélknecht
sprong snel zijwaarts, en moeder Uiegcr maakte
een ouderwetsdie diepe neiging. ., De door uwe
dochter behaalde triomfen; doen uw hart zeker
goed, niet waar, lieve mevrouw V" zuide do vorst
óp do hem eigen minzame ridderlijke wijze, zij
hoeft zooeven weer verrukkelijk gedanst". Daar
voor wordt zij betaald," antwoordde moeder
Kicger; zeer zeker beleef ik veel pleizier van haar,
de eenige, die ik van mijn achttal mocht behou
den. Ik zou het niemand aanraden, haar te na
te komen!" Zij het nu dat moeder Rieger de
laatste woorden eenigszins mot nadruk uitsprak,
oi dat andoru redenen den vorst er toe noopten,
| het gesprek at' te breken, hoe dit ook zijn moge
! hij maakte plotseling een vluchtige buiging en
i een haastig rechtsomkeert.
Nu sprong de jeugdige danseres op hare moeder
toe en omhelsde haar. De vorst heeft mij zoo
even een armband ten geschenke gegeven", riep
l zij overgelukldg uit. Kind, kind'', luidde het
verdrietige antwoord der moeder, wat zie je er
weer gerchauti'eerd uit! Komt dat alleen van het
dansen V Kom, gauw naar de kleedkamer en een
beetje poudre opgelegd. Trek ook je keursje wat
hooger op; ik heb je gezegd dat ik geen blooto
schouders wil zien; wanneer je mij niet
onmiddelijk gehoorzaamt, dan weet je - !'' bloeder
l'icger maakte op dat oogunulik zulk een ver
dachte, opvallende beweging met haar hand. dat
men gerust kon aannemen, dat zij ondanks
Pestalozzi en l.avater er eeu zeer bepaald st-i's :1 van
opvoeding op na hield, dat haar een handtastelijk
optreden vergunde. Klla keek verbaasd op en wist
niet, wat i ij hoorde. Om hare moeder weer te
i kalmecren, deelde zij deze nu vol trots mede, dat
| Zijne Doorluchtigheid haar morgen in het hotel
; een bezoek wilde komen brengen, om Ella, wier
j stem men bij hem geprezen had, aan de piano te
hooren zingen. Hier!" alsof er een bran
dende fakkel in het hart der oude vrouw geslin
gerd werd, stoot' zij op eens op. (ia naar de
kleedkamer!'' luidde haar bevel. Klia gehoor
zaamde bevende. Daarop wenkte mevrouw Kieper
haar vertrouweling den ouden tooneélknecht. tot
zich, die uit de verte moeder en duehter met