De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 23 februari pagina 5

23 februari 1890 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

U Ei A JX1 O J. Cj n Is A. al SU. Ui IV, TT £4 .du. D IJ A .LT XI XU U IZJ IV XJ «n het gevolg daarvan is, dat de vrouw zich door de overvloedige verzen van een armzaligen poëtaster laat inpakken, terwijl .de man verschalkt wordt door de praatjes van een vrouwelijke esprit fort, die hem aan het verstand brengt, dat hij juist de man is om haar bestaan aan te vullen Beide paartjes 'besluiten te vluchten; zij nemen echter op denwelfden dag hun intrek in hetzelfde logement in do provincie. Daarheen volgt hen een oude notaris, die zich gaarne in allerlei familieaangelegenheden mengt en hierin stof voor lucratieve echtscheidingsfirocessen meent te zien; h\j wordt door de beide voortvluchtige dames voor den vervplgenden echt genoot gehouden, en deze verwisseling geeft aan leiding tot dolle scènes en eindelijk tot verzoening -der beide echtgenooten, die slechts tydelijk ge brouilleerd waren. Feitelijk heeft er geen oneenigheid bestaan, en alleen de poëtaster en de vrou welijke esprit fort" blijven ongetrouwd; want deze hebben een termijn-huwelijk gesloten en zyn twee maanden na de bruiloft weer gescheiden. Miss issy Grahame speelde voortreffelijk voor de jonge vrouw. LETTEREN EN WETENSCHAP. De couranten hebben het overlijden bericht van ?den Duitschen uitgever Karl von Hallberger; bij het groote publiek vooral bekend door zijn Ueber Land und Meer. Hij was de jongste zoon van den fabrikant en Jateren boekhandelaar Ludwig Hallberger en in 1823 te Stuttgart geboren. Na de burgerschool afgeloopen te hebben, kwam hij in de zaak van zijn vader, die in 1830 den boekhandel van Frankh had gekocht en van dien tijd af zich bijzonder op het uitgeven ging toeleggen. Als uitgever van de werken van Spindler, Weber en andere schrijvers van naam, wist Ludwig Hallberger van 1830 tot 1850 een «erste plaats in te nemen in de Duitsche uitge verswereld. Karl ging in 1850 naar Amerika, om zich daar een eigen werkkring te scheppen. Gedurende zgn drie-jarig verblijf daar te lande gaf hij onder anderen een geïllustreerd blad uit. Hij leerde daar de grootsche, breed opgevatte Amerikaansche manier van zaken doen, uit eigen ervaring kennen. Toen hij dau ook in 1853 terugkeerde en in de zaak van zijn broeder Eduard trad, bracht hij de Amerikaansche inrichting van den boekhandel naar Duitschland over. Na den dood van zijn broeder in 1880 nam hij diens plaats geheel in. Toen in het volgend jaar het huis Hallberger een maatschappij op aandeelen werd, kwam hij in den raad van beheer der nieuw opgerichte Deutsche Verlag.°anstalt" Omstreeks dezen tijd trad zü''.e dochter in het huwelijk met den bekenden Zweedschen orientalis graaf Carlo Landberg. Door het bodriegelijke lentezonnetje verlokt, had Hallberger van Frankfort uit oen uitstapje gemaakt naar Offenbach maar op de terugreis zulk een zware kou gevat, dat er binnen enkele dagen de dood volgde. Militaire Zaken. VERWONDINGEN DOOR DE NIEUWSTE SOORT VAN GEWEERKOGELS TOE GEBRACHT. Vooral in de laatste jaren was men er bij de meeste legers van Europa op uit om de vuursnelheid van het geweer zoo hoog mogelijk op te voeren. Hierdoor werd het vanzelf noodzakelijk om het aantal patronen dat door den soldaat gedragen wordt, te vermeerderen, en opdat hij j iet te zwaar belast zou zijn, die zoo licht mo gelijk te maken. Daar men tevens naar een vol doend indringingsvermogen ook op groote afstanden en naar eene zooveel mogelijk be streken (gestrekte) baan zocht, was het gevolg hiervan, dat men het kaliber (inwendige middel lijn) van het wapen verkleinde en hierbij zelfs tot 8 en 7.5 mM. terugging. Al spoedig deed iaën de ondervinding op, dat noch de in gebruik zijnde zacht- of hardlooden puntkogel, noch het gewone buskruit voor zulk een klein kaliber ge schikt was. Wat het projectiel betreft, zoo was dit te zwak om bij de groote aanvankelijke snelheid, welke daaraan gegeven moest worden, de (vereischte) sterk hellende trekken behoorlijk te volgen. Bovendien had er sterke aanlooding van de ziel plaats, waardoor, na een betrekkelijk gering aanMl schoten, de juistheid van schieten zeer ver minderde. Om dit bezwaar op te heffen, kwam men op bet denkbeeld, de meestal hardlooden kern van den kogel met een mantel van hard metaal (koper, messing, nikkel, staal) te omgeven, en werkelijk is het aan den heer Lorenz, welke eene patroonfabriek te Karlsruhe bezit, gelukt, dezen zoodanig aan te brengen, dat hij met de kern een onafscheidelijk geheel vormt en de trekken nu natuurlijk zonder aanlooding te veroor zaken goed volgt. Het beste schijnt een zacht stalen mantel te voldoen, die, ten einde op den duur het roesten te voorkomen, bovendien nog vernikkeld kan worden Tegen het gebruik van koperen mantels, meenen wij te moeten opkomen, daar deze, in ver gelijking met die van staal, niet alleen duurder zijn en minder indringiogsvermogen bezitten, maar waarschijnlijk ook wonden toebrengen, die voor den patiënt onnoodig pijnlijker en gevaar lijker worden Het gewone buskruit voldeed niet, dewijl het, bij een gasdruk die niet mocht overschreden worden, geene voldoende aanvankelijke snelheid aan het projectiel mededeelde en te veel vuil (overblijfsel) in den loop achterliet. In verband met het vorenstaande naar eene doelmatige buskruitsoort zoekende, werd het eerst door den Franschen ingenieur Vieille voor het Fransche LeieZgeweer van 8 mM. een buskruit uitgevonden, hetwelk schijnt te voldoen, en dat tevens zon der dat hiernaar evenwel opzettelijk gestreefd werd weinig rook en een zachten knal geeft. Na dien tijd zijn meerdere soorten uitgevonden, die voor de verschillende geweren van verkleind kaliber van andere legers gebezigd worden of zullen worden: wij behoeven hier slechts te noe men Duitschland, Zwitserland, en naar men beweert, ook België, Italiëen Oostenrijk. Beschouwen wij boven besproken militaire technische quaestie als geheel of grootendeels opgelost en nemen wij al aan, dat door het Snelvuur der nieuwste repeteergeweren van zeer klein kaliber, het aantal gewonden van de oor logvoerende partijen zal toenemen hetgeen evenwel door de uitkomsten van verschillende proeven in Rusland en Zweden niet alleen niet bevestigd, maar zelfs tegengesproken wordt , daarentegen kunnen wij de menschheid geluk wenschen dat in den regel elke woud op zich zelf lichter, d. i. minder gevaarlijk dan vroeger, en spoediger genezen zal zijn. Door den nieuwen kogel wordt een kleiner wondkanaal gemaakt. Zoo geeft bijv. een kogel van 11.(J mM. middttllijn (zijnde de gemiddelde middelliju van het projectiel der bijna algemeen in gebruik zijnde voorlaatste geweersoort) eene wondopeniog dubbel zoo groot als die, welke door eeu projectiel van 8,2 mM. middellijn (ge middelde middellijn van den kogel der nieuwste geweersoort) wordt veroorzaakt. Bovendien werkte de zachtlooden kogel (zouder hard metalen man tel), door de vervorming welke deze bij het ver wonden verkrijgt, als een soort van sprinyprojectiel. I u eene door dr. M. W. C. Gori gehouden voordnicht aan de uiversiteit te Amsterdam naar wij verrneenen in 1885 getiteld : »Eene bladzijde uit de moderne oorlogaeliirurgie" deelt deze mede, dat in den oorlog van 1870/71, van Duitsche zij'Ie de waarneming was gedaan, »dat naast de verwondingen met zeer gering verlies van zelfstandigheid eu kleine ingangs- en uit gangsopeningen" (waarschijnlijk alleen op zeer kleine afstanden) :>verwoudingen waren voorge komen, die met eeue kleine inganysopening, eene uitgebreide verwoesting in den loop ran liet luondkanaal en een opvallend groote uitgangaopening vertoonden," Bij de projectielen met hurd metalen mantel wordt de springuitwerkiug op de grootere af standen geheel opgeheven en is zij op de korte afstanden veel minder. De harde, met zeer groote snelheid geschoten kogels van zeer kleine mid dellijn der nieuwste vuurwapenen bleven zelden of nooit in de wond steken, stuiken daar/» niet op en maken eene kleine ingangs- en uitgangs opening. Wonden door deze soort van projec tielen toegebracht, zullen dan ook gemakkelijker en sneller dan die van de gewone looden pnutkogeis en meestal zonder misvorming of vermin king te veroorzaken, genezen. Op dit gebied zijn door dr. II W. C. Gori te Amsterdam in 18S5 belangrijke proeven ge nomen, waarvan de uitkomsten, in een vlugschrift getiteld : » De uitwerking der moderne geiccerprojectielen" (uit de boven reeds vermelde voor dracht overgenomen), liet licht zagen. Door die proefnemingen worden de ook elders gedane waarnemingen bevestigd en wel: »lr>. Dat het projectiel Lorenz, vooral dat met stalen mantel, een groot doordringingsvermogen bezit en tegelijkertijd geene of geringe vormver anderingen ondergaat, en »2". dat dit projectiel dus op dien grond groote voordeelen zoowtl uit een zuiver militair- :Us heelkundig oogpunt zal opleveren." Tevens wordt evenwel door den schijver eene Duitsche uitspraak beaamd >ganz human ist auch die Wirkung solcher Geschosse immer noch nicht". Neen, natuurlijk! Kortelings is door dr. P. Bruns, professor in de chirurgie en voorzitter der heelkundige kli niek te Tübingen (Wurtemberg) een belangrijk geschrift uitgegeven, getiteld »Die Geschosswirkung der neuen Kleinkaliber Gewehre". Reeds gedurende verscheidene jaren had genoemde noogleeraar er eene studie van gemaakt om op verschillende afstanden de uitwerking van ge schoten geweerkogels en laatstelijk ook die van nieuwe geweersoorten op het menschelijk lichaam te leeren kennen. Hiertoe werd wel is waar op doode lichamen geschoten en zal of kan de uit werking hiervan afwijken van die, welke de schoten op een levend organisme zouden gehad hebben, maar toch de aard der verwondingen en vooral het groote onderscheid dat er bestaat tusschen de wond door een gewonen zacht- of hardlooden puntkogel van 11 m M. en van een mantelpro\eciie\ van 8 mM. middellijn veroor zaakt, kon duidelijk worden opgemaakt. Deze laatste soort van kogels, vooral die met stalen mantels, dringen tot op 2000 M. door het men schelijk lichaam heen, zonder daarin te blijven steken. Op 100 M. gaan zij door vier, op 400 M. door drie a vier, op 800 M. door twee d drie gelederen. Terwijl de looden kogels zonder mantel bij het treffen der ice.eke deelen van het menschelijk lichaam tot 300 M. en bij het treffen van been deren zelfs op 1200 M. afstand vervormd worden, leeren de nieuwste proeven dat de kogels met nikkelraantel slechts op zeer korte afstanden en alleen bij het treffen der hardste beenderen be schadigd worden, en daarbij dan opstuiking en afplatting van den kogel of afstrooping van den mantel plaats heeft. De kogels met stalen man tel zijn in deze opzichten het doelmatigste, de wijl de mantel zich bij de proeven althans nimmer van de kern scheidde en daarmede steeds n geheel bleef uitmaken. Van het bovenstaande is dus het gevolg, dat met uitzondering van de wonden op korte af standen, d. i. op 300 M. en daarbeneden, de van hard metalen mantels voorziene kogels van zeer klein kaliber slechts xuiecre schietwonden ver oorzaken, waarbij geene verbrijzeling of vernie ling der inwendige daar omheen gelegen deelen plaats vindt, terwijl op bovengenoemde korte afstanden de zoogenaamde spring (of pers) uit werking van het projectiel veel geringer is dan bij de geheel looden kogels van vroeger. In verschillende rijken van Europa is feitelijk of in beginsel een geweer met zeer klein kaliber (omstreeks 8 mM.) aangenomen, waarbij kogels met hardlooden kern omgeven door een mantel van hard metaal gebezigd worden. Zoo is bij in Frankrijk en Belgiëeen mantel van nikkel; in Oostenrijk, Duitschland en Zwit serland een van staal; in Zweden, Portugal en Denemarken een koperen mantel aangenomen. Rusland, Spanje en Nederland bezitten nog hardlooden kogels (meestal eene legering van lood en tin of antimoon) zonder mantel. Wel is in ons land sedert het begin van 1888 tot eene wijziging van het »geweer klein kaliber" (U mM.) in een repeteergeweer met pakjeslading stelsel Viiali besloten, maar de hardlooden kogel blijft onveianderd en om verschillende redenen kon dit ook niet anders. I n tusschen schijnt deze transformatie niet bijzonder te vlotten noch te bevallen, althans den 2Gsten November J8SÏ) waren er volgens mededeeling van den Minister van Oorlog in zijne memorie van antwoord op het Voorloop'ig verslag van de Tweede Kamer der Staten-Generaal nog slechts 153U8 geweren veranderd (als 123(38 door de wapenfabriek te Maastricht en 3000 door de werkplaatsen voor draagbare wapenen). Verder zegt de Minister, dat, in verband met de keuze van een nieuw geweer van kleiner kaliber en het zoeken naar eeue geschikte buskruitsoort, die, zoo mogelijk, rookvrij moet wezen, het voorshands niet in zijn voornemen ligt om met de trans formatie der geweren verder voort te gaan dan het voorgenomen aantal van 50,000 stuks, en zulks in het vertrouwen, dat men na eenigen tijd tot de invoering zul kunnen geraken van een srottl geweer van verkleind kaliber, met het daarbij behoorend vertrouwbaar buskruit. Do transformatie onzer geweren gaat dus eigenlijk niet door; want het getal dat gewijzigd zal worden, bedraagt slechts een derde van den aanwezigen voorraad. Nederland kan dus in de toekomst ook rekenen op ecu geweer van ver kleind kaliber en projectielen met hardmelalen i mantels. [ Zijn nu naar aanleiding van hetgeen wij ver2de Jaargang. Schaakspel. 23 Februari 1890. TWEE-PAARDSPEL IN DE NA1IAND. Wij geven nog eens een partij, van de gro'ote meesters Van der Lasa en C. Maijet, van dezelfde opening, die wij in onze vorige nummers behan delden, om de opvattingen der verschillende spe lers te doen kennen, on die opening recht door en ?door te leeren waarderen. v. d. Lasa. C. Maijet. Wit. Zwart. l e2 e4 e7 e5 2 gl f3 b8 d! ?! f l _ c4 g8 f (i a 4 i'3 g5 (17 d.r> 5 e4 X d5 f G X do b G go X <7c c8 x f7 7 dl f3 f d f7 - e<; 8 bl c3 e c(i e7 !) d2 (14 ? 1)7 b5 g 10 c3 X 1)5 7* <;7 -?('G' 11 1,5 _ c3 (18 _ b7 12 d4 X e5 i 08 1)7 ;' 13 c3 e4 h(i b4 & 14 cl d2 l b4 X c4 15 f3 g4f cG X e5 »» 1G f2 f4 f c5 (14 n 17 c2 c3 -j- (15 X c.'! 18 (12 X c3f d4 X c-t 19 f4 f5 f c4 d5 Stand der partij na den 14den zet van wit. , V-» l Stand der partij na den 2()sten zet van wit, i de iwniade. l ZWART a c d c f WIT 20 0 0 Of 21 b2 1)4 -;22 a2 a-tf 23 g4 X c-l 24 cl b2 25 dl al 2G al X a- t meldden, de verschillende rijken van meening, dat een geweer van omstreeks 8 mM. middellijn en een kogel met aardmetalen mantel uit een taktisch en technisch oogpunt tegenwoordig het beste oorlogswapen is, zoo mag men tevens aan nemen, dat deze soort van vuurwapenen ook uit een humaan oogpunt het meest gewenscht is. Daar deze overweging evenwel bij de aanneming van een nieuw geweer en daarbij behoorende munitie natuurlijk niet in aanmerking is geko men, verdient het opmerking, en verheugen wij er ons over, dat juist het streven om in een zelfde tijdruimte meer vijanden buiten gevecht te stellen, om eene groote aanvankelijke snelheid, goede trefkans, veel bestreken ruimte en een groot indringingsvermogen te verkrijgen, er te vens toe geleid heeft om den oorlogvoerenden natuurgenoot minder blijvend te schaden. Februari 1890. UIT HET LEVEN EENER BALLET DANSERES. (Wandlungen im Bühnenleben.) van Marie K n au f f. Een kleine herinnering. (Slot) Ella's moeder heette mevrouw Rieger, en werd aan den schouwburg kortweg moeder Rieger ge noemd. Tot voor kort, zoolang Ella nog niet vol wassen was, had zij aan alle kleine schouwburgen het emplooi van komische oude" vervuld, van daar dat zij haar gesprekken nog steeds gaarne met poëtische ontboezemingen, brokstukken ont leend aan vroegere rollen, kruidde. Wat het uiter lijk betreft, verheugde moeder Rieger zich in een fiksen embonpoint, dat aan haar kleine, stevige gestalte een zekere waardigheid en autoriteit ver leende, en haar volle, ronde wangen straalden in zulk een purperen glans, dat een Bosdorfer appel daarbij vergeleken, slechts een ffauw kleurtje scheen te hebben. Ons oudje was een goedhartig mensen; het leven had haar menig poets gespeeld, zooals zij zeide, maar haar nog tot schadeloos stelling op rijperen leeftijd dat goede kind ge schonken, haar Ella, die lieve engel, dat genie, hot eenige dat zij van haar achttal had mogen behouden, de troost van haar hart, sedert zij haren dierbaren man tijdens hun engagement te Inowrazlaw had moeten begraven. Het gebeurde tijdens een balletvoorstelling te Y. Zijne Doorluchtigheid babbelde achter de eerste cou lisse metdejeugdige danseres on maakte haar allerlei complimentjes, terwijl moeder Rieger geheel op den achtergrond den ouden tooneélknecht allerlei vertrouwelijke mededeelingen deed. De vorst heeft. uw dochter als blijk zijner hooge goedkeuring zoo even een gouden armband met paarlenaangeboden", zeide nu de tooneélknecht. Paarlen beteekenen tranen!" antwoordde de oude vrouw op doffen toon. Wat beteekenen die hofmakerijen ? Dat geeft maar aanleiding tot gebabbel, dat verliezen zulke voorname heeren geheel uit het oog! Neen zoodoende wordt hot mij hier te benauwd. In de eerste plaats moet mijn dochter haar goeden naam ongeschonden bewaren, in de tweede plaats er voor zorgen dat zij fatsoenlijk aan den man komt. En in de dorde plaats is er aan die balletspringerij steeds gevaar verhonden. Menigeen heeft zich daarbij al het een of ander vcrstuikt. Het is voor ons hoog tijd, dit engagement op te geven; dat heb ik den intendant dan ook al geschreven.'' Let op, wat ik je zeg," antwoordde de andere, hij zal uw dochter niet loslaten; dat kan en durft hij niet." Hij zal wel moeten," zeide de oude dame min of meer driftig. Ik heb nu eenmaal bij mij zelf gezworen, dat wat mijn kind betreft, alles steeds in den haak moet zijn. Ge looi' mij, Kiekehusch, er zijn in het mensehelijke leven kritieke oogenhlikkon, waarop men zonderaanziens des persoons flink moet doortasten. Je zult eens zien, of ik het ook doorzet, dat men haar het gevraagde ontslag verleent." Inmiddels waren de vorst en Ella de twee babbelende oudjes genaderd. De tooneélknecht sprong snel zijwaarts, en moeder Uiegcr maakte een ouderwetsdie diepe neiging. ., De door uwe dochter behaalde triomfen; doen uw hart zeker goed, niet waar, lieve mevrouw V" zuide do vorst óp do hem eigen minzame ridderlijke wijze, zij hoeft zooeven weer verrukkelijk gedanst". Daar voor wordt zij betaald," antwoordde moeder Kicger; zeer zeker beleef ik veel pleizier van haar, de eenige, die ik van mijn achttal mocht behou den. Ik zou het niemand aanraden, haar te na te komen!" Zij het nu dat moeder Rieger de laatste woorden eenigszins mot nadruk uitsprak, oi dat andoru redenen den vorst er toe noopten, | het gesprek at' te breken, hoe dit ook zijn moge ! hij maakte plotseling een vluchtige buiging en i een haastig rechtsomkeert. Nu sprong de jeugdige danseres op hare moeder toe en omhelsde haar. De vorst heeft mij zoo even een armband ten geschenke gegeven", riep l zij overgelukldg uit. Kind, kind'', luidde het verdrietige antwoord der moeder, wat zie je er weer gerchauti'eerd uit! Komt dat alleen van het dansen V Kom, gauw naar de kleedkamer en een beetje poudre opgelegd. Trek ook je keursje wat hooger op; ik heb je gezegd dat ik geen blooto schouders wil zien; wanneer je mij niet onmiddelijk gehoorzaamt, dan weet je - !'' bloeder l'icger maakte op dat oogunulik zulk een ver dachte, opvallende beweging met haar hand. dat men gerust kon aannemen, dat zij ondanks Pestalozzi en l.avater er eeu zeer bepaald st-i's :1 van opvoeding op na hield, dat haar een handtastelijk optreden vergunde. Klla keek verbaasd op en wist niet, wat i ij hoorde. Om hare moeder weer te i kalmecren, deelde zij deze nu vol trots mede, dat | Zijne Doorluchtigheid haar morgen in het hotel ; een bezoek wilde komen brengen, om Ella, wier j stem men bij hem geprezen had, aan de piano te hooren zingen. Hier!" alsof er een bran dende fakkel in het hart der oude vrouw geslin gerd werd, stoot' zij op eens op. (ia naar de kleedkamer!'' luidde haar bevel. Klia gehoor zaamde bevende. Daarop wenkte mevrouw Kieper haar vertrouweling den ouden tooneélknecht. tot zich, die uit de verte moeder en duehter met

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl