Historisch Archief 1877-1940
N°. 662.
DE AMSTERDAMMER
A°. 1890.
WEEKBLAD YOOE NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 2 Maart.
Abonnement per 3 maanden ?1.125, fr. p. post/7 1.27'
Voor Iridiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10
Adverlentiëri van 1?5 regels /'l.iO, elke regel meer . . . 0.20
Reclames per regel . O.-iO
I IT H O U D:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON: Blonde Saar, door Leo Ter A., (Slof).
KUNST EN LETTEREN: Het tooneel te Am
sterdam, door Fr. Broederschap onder kunste
naars, door Justus van Maurik Jr. Muziek in
de hoofdstad, door Von Brucken Fock.
Aanteekeningen Schilderkunst, door V. De jonge
meisjes in Molières werken, I. Nieuwe uitga
ven. VARIA. WETENSCHAP:
DubbelIndividuen. MILITAIRE ZAKEN: De jongste
militaire maatregelen in Rusland. SCHAAK
SPEL. Echo's uit de Riviera, door Thérèse.
Rood-poesje. Siberische gevangenen. Voor
Dames, door E-e. ALLERLEI. INGEZON
DEN. RECLAMES. BEURSOVERZIC1IT.
ADVERTENTIEN.
Van verre en van nabij.
De in ons vorig nummer uitgesproken ver
wachting, dat de verkiezingen voor den
Duitschen Rijksdag voor de sociaal-democraten
eene belangrijke aanwinst zouden opleveren,
is in ruime mate bevestigd. Vergelijkt men
het aantal stemmen, in 1887 en in 1890 op
hunne eandidaten uitgebracht, dan blijkt het.
dat dit van 774,182 is gestegen tot 1,341,587
en dus met 567,405 is vermeerderd. Dit is
zeker het meest kenmerkende feit van de
laatste verkiezingen, en tevens de meest dui
delijke veroordeeling van de uitzonderings
wetgeving, die sedert 1878 op de socialisten
is toegepast. Slechts voor een klein deel is
dit resultaat te verklaren uit de omstandig
heid, dat de sociaal-democraten thans meer
dan vroeger »telcandidaten" hadden gesteld.
Het door hunne partij uitgebracht aantal
stemmen zou hun, indien het Duitsche kies
stelsel iets _ toeliet wat op evenredige verte
genwoordiging geleek, in den nieuwen Rijks
dag 78 zetels moeten verzekeren. Zooveel
zullen zij uu wel niet verkrijgen, maar er
bestaat toch groote kans, dat het hun inder
tijd door vorst Bismarck toegewenschte Aderde
dozijn" hun niet zal worden onthouden.
Na de sociaal-democraten hebben de
Duitsch-vrijzinnigen het meest gewonnen
(202561 stemmen). Ook voor hen staan de
kansen bij de herstemming gunstig, ofschoon
de regeering door eene vernuftige indeeling
van kiesdistricten hunne rechten aanmerkelijk
heeft besnoeid. Wij behoeven slechts te wijzen
op het feit, dat, in strijd met den regel, die
voor elke 100.000 inwoners n vertegenwoor
diger voorschrijft, Berlijn, met zijn bevolking
van anderhalf millioen, in plaats van vijftien
slechts zes afgevaardigden naar den Rijksdag
y.endt. Door zulke ongerechtigheden is het
mogelijk geworden, het aan tal afgevaardigden
der oppositie-partijen veel kleiner te maken
Feuilleton.
BLONDE SAAR.
(Herinneringen van een oud-student).
DOOR
LEO M. TER A.
(Slof)
De meesten, met de ellebogen op de knieën
en het hoofd op de handen geleund, staarden
somber naar den grond, tusschenbeide een
paar hevige trekken aan de Goudsche pijp
doende, terwijl dikke Piet vergeefsche pogin
gen aanwendde om een gesprek te beginnen,
en nog de eenige was, die zich over de
crambamboli ontfermde.
De gebroeders Verkaai, zoons van doctor
Verkaai, die beiden eigenlijk pp katechisatie
hadden moeten zijn, hadden juist een heirleger
fleschjes met geneesmiddeltjes en potjes met
zalf, uit papa's apotheek ontvreemd, op tafel
uitgestald, toen een zware tred op de trap
vernomen \yerd.
Dikke Piet, 't dichtst bij de deur op den
grond gezeten, sprong op om te onderzoeken
wie ons kwam storen.
»O, ben jij 't Piet; hoe gaat het de zieke?"
en van midden op de trap, drong dokter
Verkaais zware stem tot ons door.
Als door een panischen schrik aangegrepen,
zagen ZEds. zoons elkaar angstig vragend
aan, en een volgend oogenblik waren ze met
de fleschjes, die ze zich in der haast meester
konden maken, de alkoof ingestormd door
bijna alle overigen gevolgd, en als dokters
vriendelijk gelaat, met moeite door den dik
ken tabaksdamp zichtbaar werd, was 'k alleen
in 't vertrek met hem en dikken Piet.
Zou hij ook al komen geluk wenschen ?
dan dit bij eene slechts eenigermate even
redige vertegenwoordiging moest zijn.
Groot is het verlies, door de eigenlijke
regeeringspartijen geleden. In vergelijking met
het jaar 1887 verloren de conservatieven
274858 stemmen, de vrij-conservatieven
(rijkspartij)235.259 en de nationaal-liberalen489 446.
iiet Kartell is geslagen, en niettegenstaande
heden (Zaterdag) nog in bijna 150 districten
herstemmingen moeten worden gehouden, kan
men met zekerheid zeggen, dat het zich van
dien slag niet zal herstellen.
Op de eandidaten van het centrum zijn
minder stemmen uitgebracht dan bij de vorige
verkiezing. Toch verkreeg het centrum reeds
bij de eerste stemming zooveel zetels, dat zijne
positie eer versterkt, dan verzwakt zal worden.
Het is niet te ontkennen, dat deze resul
taten, waarvan wij hier slechts de meest in
het oogloopende noemen, eene veroordeeling
beduiden van vorst Bismarck's
binnenlandsche politiek. En de vraag ligt voor de hand:
wat zal de heer Von Bismarck nu doen ? Dat
hij, zooals sommigen hebben beweerd, niet
slechts als voorzitter van het Pruisisch mini
sterie, maar ook als rijkskanselier zou aftre
den, komt ons minder waarschijnlijk voor. De
heer Von Bismarck is geen man, die handelt
onder den invloed eener oogenblikkelijke op
welling vau spijtigheid of teleurstelling. Nu
de keizer met zijne rescripten een weg heeft
ingeslagen, dien de rijkskanselier hem zeker
niet heeft aangewezen, nu de verkiezingen de
verwachtingen van de vrienden der regeering
ten eenen male hebben beschaamd, zal hij
zich niet als Achilles in arren moede in
zijne tent terugtrekken, tenzij hij de overtuiging
heeft verkregen, dat ook thans zijn raad niet
zal worden opgevolgd. AVat er in de laat
ste dagen tusschen den keizer en den heer
Von Bismarck is besproken, is natuurlijk ge
heim gebleven, maar indien er eene kanse
lierscrisis heeft bestaan, dan is zij zonder
twijfel tot nader order verdaagd. Het is trou
wens reeds eene zeer belangrijke concessie
aan den heer Von Bismarck, dat de tegen half
Maart door den keizer bijeengeroepen inter
nationale conferentie over de wettelijke rege
ling der arbeidersbescherming niet zal bestaan
uit de gevolmachtigde diplomatieke vertegen
woordigers der betrokken mogendheden, maar
uit technische ambtenaren, adviseurs,
fabrieksinspecteurs enz Dat de debatten daardoor in
grondigheid zullen winnen, betwijfelen wij
niet, maar het gevolg van zulke overleggingen
kan alleen een advies, en nooit een bindend
besluit zijn, zelfs geen besluit, waarvan de
ratificatie moeielijk kan worden geweigerd.
Aangenomen, dat de heer Von Bismarck,
al laat hij het praesidium van deze hem waar
schijnlijk onwelkome conferentie over aan zijn
jongsten ambtgenoot, den nieuwen Prnisischen
minister van handel en nijverheid Von
Berlepsch, toch den keizer met raad en daad zal
blijven ter zijde staan, waar zal hij dan in
>Wel ter A, hoe gaat het ? 'k Hoorde van
Gerrit dat je niet lekker waart en wilde eens
zien of je ook wat noodig had. Heb-jcpijn?"
Daar zat ik in de val.
»Hm ! hm, hm ! Neen, ja, dokter, een beetje
hm! maagpijn, geloof ik!''
«Geloof je dat? 'k Meende dat Gerrit van
kiespijn sprak, maar dan heb ik hem zeker
niet goed begrepen. Waar yoel-je pijn ?"
Arme, goede dokter, wat jokte ik u voor ....
en kreeg toch nog een drankje!
»Maar je moet hier niet in zoo'n dvvalm
blijven zitten. Heb jelui zamen hier zoo zit
ten dampen?''
»Fnies ! Afnies!" gaat het in de alkoof, en
'k zit op heete kolen als dokters oogen vra
gend 't vertrek doordwalen.
«Heb-je buren hiernaast''"
«Jawel dokter."
»Kan je 't daar nogal mee vinden ?''
»Jawel dokter."
»'k Wist niet dat hier nog meer luidjes in
woonden. Ook studenten ?"
«Jawel dokter."
«Dan heb-je 't nieuwtje zeker al verno
men, hèT'
Gelukkig dat Zijn Edel Geleerde onder
wijl opstond, en den anderen kant uitzag,
vanwaar een onderdrukt lachen tot hem door
drong, en hij dus mijn kleur niet bemerkte.
O, anders ware hij stellig aan mijn maagpijn
of wat ook, gaan twijfelen en had de waarheid
vermoed !
»O, u meent van juffrouw van Vorsten ?
Jawel dokter; maar 't was voor mij geen
nieuwtje: ze is verloofd met mijn oom."
«Drommels, is hij een oom van je? een kra
nige kerel, dat moet ik zeggen. Blonde Saar
heeft goed uit de oogen gezien."
Ook dat nog!
Nu, ik kom nog wel eens aan en stuur
me jongens bij je. Adieu, dag Piet," en nog
niet bekend op het nieuwe terrein, slaat hij
de hand aan den deurknop van de alkoof.
«Adieu, hoor!" en nauwelijks heeft hij do
den nieuwen Rijksdag zijne meerderheid zoe
ken en vinden'.'1
Ziedaar voorloopig de groote vraag. liet
Centrum is de partij die in den aanstaanden
Rijksdag zeker het talrijkst zal zijn en stellig
den doorslag zal kunnen geven. Denken wij
ons een oogenblik een meerderheid, gevormd
uit de Kartelt partijen en het Centrum, dan
zou deze zeker in getalsterkte de sociaal-de
mocraten en duitsch-vrijzinnigen met de au
dere oppositie-partijen erbij gerekend, verre
overtreffen. Maar welke concessiën zon de
heer von Bismarck zich niet moeten getroos
ten, om zich de hulp van het Centrum te
verzekeren ! Alle pogingen, om in die partij
verdeeldheid te brengen en haar aan den
machtigen invloed van Windthorst te ont
trekken, zijn jammerlijk mislukt. Een deel
der Kalhoiieken heeft zich vroeger ongetwij
feld geneigd getoond, om zich aan de auto
ritaire clericaal-opportunistische leiding van
den heer Windthorst te onttrekken en eene
met de richting der regeering overeenstem
mende, principieel conservatieve politiek toe
te passen. Maar deze dissidente fractie heeft
met den onlangs overleden Beierschen
clericaal von Hammerstein haren hoofdman ver
loren, en liare andere leiders hebben bij de
verkiezingen een gevoelige les gekregen, daar
zij tot de betrekkelijk weinige eandidaten van
het Centrum behooren, die niet reeds bij de
eerste stemming zijn herkozen DeLiciiic
Kn-rllen\-za\ dus weer de groote man zijn, en onder
zijne leiding zal het Centrum even als vroe
ger, de politiek van het do ut den blijven toe
passen, nu eens met de conservatieven, dan
eens met de liberalen stommen, maar steeds
in majprein ylorimn Ewlexifte, blijven handelen.
Toch is eene samenwerking van blijvenden
aard met de regeering niet uitgesloten, doch
zij is slechts te verkrijgen op de voorwaarden,
die de heer Windthorst uitdrukkelijk heeft
gesteld: vervulling van de wenschen der Ka
tholieken in de schoolquaestie en in de
zoouaamde Romeinsche quaestie.
Dat de staatsman, die den Ki/lliirkaiiipf met
den gang naar Canossa besloot, desnoods
ook den strijd om de school met een com
promis zou doen eindigen, is denkbaar, schoon
niet bepaald waarschijnlijk. Moeielijker is het,
echter aan te nemen, dat de heer Von Bis
marck ter wille van het Centrum Italië's
bondgenootschap zou opgeven hetgeen hij
zeker zon moeten doen, als hij zich in de
quaestie der wereldlijke macht van den paus
schaarde aan de zijde der Katholieken.
Andere partij-combinatiën laten wij voor
loopig onbesproken, omdat zij ons nog on
waarschijnlijk er voorkomen dan de boven
aangegevenc. Maar, met den heer Von
Bismarck is alles mogelijk, zelfs een i-mi/i
d'El at.
deur geopend of een verward geschreeuw, en
zoo iets als schuiven van gordijnringon over
een ijzeren roede treft ons oor, en een kreet
van verbazing treft den goeden dokter, als zijn
oog slechts een heirleger beenen ontwaart, die
als uitroep! ngsteekens ten hemel wijzen.
«Aha, zijn dat je buurtjes ? Leuke kereltjes
hoor; 'k heb ze geloof' ik wel eens meer ont
moet. Als ik niet zeker wist, dat mijn jongens
naar katechisatie waren, zou 'k zweren, dat in
die grijze broekpijpjes de kuiten van mijn
Gerrit steken ! 'Nu, amuseert je. Maar hoeren,
niet te druk hoor: denk om den patiënt"; en
mijnheer Verkaai verdwijnt, nu door de jniste
deur.
Of hij zijn jongens herkend had ?
Om half twaalf vertrok het gezelschap ;
dikke Piet maakte de achterhoede uit, en zich
opde trap bezinnende, kwam hij nogmaals terug
om afscheid te nemen.
Naarmate de erambamboli in den loop van
den avond verminderde, scheen zijn
vroolijkheid te stijgen, om eindelijk in't aandoenlijke
over te slaan.
Ook nu stonden hem de tranen in de oogen,
en als hij me de hand krampachtig drukte,
klonk het op huilerigen toon : »Noti, nacht
ter A, wel te rusten hoor, je bent een eeuwig
fideele vent, en als je je ooit eens in nood
mocht bevinden, reken dan altijd op Piet K.
hoor. Houd je maar taai verder; we willen je
nog niet missen, ter A. En, hoor eens, als
blonde Saar zich nog mocht bedenken, of je
oom doodgeschoten wordt of in de lucht
springt, trakteer ik jelui allemaal op cram
barn?bain" : een snik belette hem verder te
gaan. En. als hij een poging aanwendde me
te omhelzen, biggelden dikke tranen hem uit
de kogeltjesblauwe oogen langs de bolle, roodc
wangen.
»Piet'. dikke Piet! Kom je haast!'1 klonk
het van beneden.
«Ja, jawel, 'k ben er al," en knikkend, nog
maals omziende verdwijnt hij. »Nu, nacht ter
A, nacht, nacht, nacht Leo ! 'k Trek de deur
Kunst en Letteren.
HET TOONEEL IN AMSTERDAM.
Snton dvs Vurietés. Donna Diana.
Kon. Vcrecniijiny. Het Nedcrlandsch
Toonccl.
In den Salon des Variétés is Maandag en Dins
dag voor de vierde abonnemenls-voorstelling
vertoond Donna Diana, blijspel in vier bedrijven
((i tafereelen) vuu dun Spaanschen schrijver
Moreto, naar de Hoogduitsche bewerking van C. A.
West (Scbreyvogeï) metrisch vertaald door W.
G. Nieuwen kamp.
Dit blijspel is niet nieuw, liet is zelfs zeer
oud. De schrijver was tijdgenoot van Calderou,
docli het komt. nog steeds voor op de repertoire
zoowel vau Spaansche als Duitsche theaters.
f het in het tipaansch letterkundige waarde
heeft, deze vraag zullen wij maar ter zijde stel
len. De vertaling uit de tweede hand kan ons
hierover geen inlichting geven. Zeker is het
echter dat het blijspel een frisehheid bezit, waar
aan het ongetwijfeld zijn lang leven dankt.
Overigens zoeke men er geen diepe gedachten
in, maar in goede zetten en leuke opmerkingen
is de guitige dienaar ./'<?r/« rijk. Tussclien Donna
Diana en Don Cf.S'ir wordt voortdurend een
scherpe, soms geestige woordenstrijd gevoerd.
De intrige is zeer eenvoudig. Don Ccsrtr be
mint Donna Diana, erfpriiues van Barcelona,
vvier vader Don Dirrjo een geschikt echtgenoot
voor zijn kind zoekt.
Donna tJianri veracht ec'.iter de liefde, bespot
heo, die door den kleinen God getroffen worden,
en legt hare nicht Fe/t/xr, die er openlijk voor
uitkomt dat zij wel kennis zou willen maken
met dat heerlijke, rafidseh'olle gevoel, dat men
liefde noemt, met eeu bestraffend woord het
zwijgen op.
Tusseheu Donna Diana en Do» Ccsrtr vertoont
zich nu de vertrouwde vun de eer.-te. fiie
landsman van den laatste i.«, I'm'n, half Fiyiro half
Mi'jt/H'ntojilifii'ü, die zich voorgenomen heeft zijn
prins mei zijne mee-teres samen te brengen.
Hij weet zich in Donna Diana'x gunst te drin
gen door haat voor e liefde te veinzen, schoon
hij Florelie, het aardige kampmertje ai'.ubuit.
Zijn rand aan Don Ccxrti- luidt ook koelheid te
tuouen tegenover de sehoone erfprinses, hoe zijn
hart ook in gloed mocht staan, en door zijne
koelheid de hare te overwinnen. Don Ccfttr gaat
op het voorstel in en als hij met 2.1 ju neven aan
lu-t hof der prinses komt om naar hare hand te
dingen, geef; l.ij haar te kennen, dat hij meedoet
uit liol'.'eijjkhf i l, doch dat hij hare liefde niet
begeert.
FJijt/ro-I'cr/ii redeneert aldus : -Men behoeft
alleen aan eene vrouw te zeggen, dat men hare
liefde niet hegeen, om te maken dat zij alles
zal doen om zich te dom beminnen wi« met
vuur speelt, brandt zich vóór Donna Diana
het zelve weet, is xij in mijn net gevangeTi."
Donna DKI/HI j/eemt uu het besluit, Don Cesar
wel dicht, hoor !"
En van het bezoek blijft slechts de herin
nering over en een regiment, vuile glazen.
Twaalf statige slagen klinken van de St.
Pietei', als ik, op hel punt van in bed te
stappen' bezin, dut me nog een treurig werkje
rest,
De kachel brandt nog helder, doch 't licht
is reeds uit en in donker strompel ik, op 't
gevoel, naar de tafellade. en haal eenige daar
verborgen schatten te voorschijn.
Met bevende handen, de lippen opeenge
klemd, terwijl alles in mij klopt, en bonst,
nader ik do kachel en open het deurtje.
»Ssss ! !" en een cotillon-insigne wordt door
de vlammen verteerd ! Een blauwzijden
haarlint, een kaartje garen, en een zakdoekje,
geteekend H. v. W (een en ander op meer of
min eerlijke wijze bemachtigd) ondergaan het
zelfde lot, gevolgd door een briefje, een
invitatie bevattend, en een langen, witten glac
handschoen.
De vlammen flikkeren hoog op, en met treu
rig genoegen zie ik ze al die schatten met
vurige tongen aantasten: een dikke rookwolk
gaat vooraf, en het veriiieliiigswerk neemt
ook bij den handschoen een aanvang.
't Moeilijkst valt het scheiden van een klein
blaadje, papier, uit een zakboekje gescheurd,
waarop het portret van blonde Saar
getetkend is.
Wat geleek het toch sprekend ! O, niet voor
niet had ik teekenen geleerd. En al meende
Verkaai ook er de dikke dame van de kermis
in te herkennen: voor mij was het blonde
Saar op-en-top !
Een langen, innigcn blik op het schoone
gelaat, met geen ander gebrek, dan dat de
oogen wat wijd uit elkaar zijn. Doch wat
hindert zoo'n kleinigheid ; de krullen waren
zoo juist, de mond zoo sprekend ; ook de broche
was zóó uitnemend weergegeven, dat de rest
wel iets te wenschen over mocht laten.
lSTog een laatstcn, hartstochtelijke]! kus tot