De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 2 maart pagina 2

2 maart 1890 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, W EEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 662 aan hare voeten te brengen, en hem als hij ge heel verteederd zijne lief Ie woorden stamelt, uit te lachen tot zijn straf. Zij eischt hem op als haar cavalier en door een echt vrouwelijke list zorgt zij ook, dat hij aan hare zijde komt, ter wijl de andere mededingers zich hare nichten als dames zien toegewezen, iets wat hun wel eerst niet bevalt, doch waarover zij zich al heel spoedig troosten. De schoone erfprinses is nog minder sterk dan men dacht. Don Cesar begaat eerat een fout en bekent haar zijn liefde, zij roept reeds «over winning"; doch haar aanbidder weet haar te overtuigen, dat het slechts scherts was en wa pent zich na deze eerste nederlaag zoo sterk, dat Donna Diana-, na alles aangewend te hebben om hem te boeien en te bekoren, ten slotte ruiterlijk voor hare liefde uitkomt en Don Cesar - tot gemaal kiest. Een blijde verrassing is het dan, dat hij ook haar bemint. Dat Perin echter heel wat moeite heeft om het minnende paar, waarvan hij steeds de ver trouwde blijft, tot elkaar te brengen, is te gelooven. Hij is altijd om en bij hen. Hij spreekt Don Cesar moed in, als deze door ontijdig zijn mas ker af te riemen, alles bederven zou. Hij prijst in Diancis bijzijn steeds dien man Vfn steen en staal, en prikkelt haar daardoor des te meer. Als zij op de luit speelt, vertelt Perin haar dat Cesar gevraagd heeft: »wiedaar zto gruwelijk knoeit1', en hij zorgt, dat als Cesar zich wel aan hare voeten zou willen werpen, hij baar toch met een onbewogen gelaat voorbijgaat. Teze Perin heeft, als Figaro in Ie Barbiet de Gevitte, de draden van het spel in handen, hij maakt de geestige opmerkingen, die het stuk kruiden; hij is het leven, de kracht ervan; de prins en Donna Diana zijn de figuren die hij beweegt, de andere mede.-pelenden Don I MIX, en Don Gaston, Donna Laura eri Donna Fenise, die zich. twee aan twee verloven, nit-t meer dan stoffage, die opkomen als zij noodig zij n en heen gaan als zij een buiging gemaakt hebben; Florette'is er om Perin aan te vullen, doch zij blijft veel meer op den achtergrond. De heer Henri Poolman stelde nu dezen Perin op voortreffelijke wijze voor. Met een duidelijke uitspraak der woorden, en zijn mooie klankrijke stem, met welgekozen gebaren en goede houdin gen vertoonde hij era Perin, die dezen ook hier door tot de hoofdpersoon van het stuk maakte. Alleen reeds de stand dien hij aannam aan het einde van de tuinscène, toen hij met veel moeite don Cesar in toom had gehouden, en eindelijk Donna Diana wanhopend, in vuur en vlam, weg was geloopen, zou kunnen bewijzen, dat de heer Poolman een onzer beste acteurs is. Na hem moet mej. Roelofsen in de titelro.1, genoemd worden. Zij trok onmiddellijk bij het opgaan van het gordijn de aandacht door den fraaien kop, dien zij gemaakt had. Het Rembrandtrood van het haar stond in bekoorlijke te genstelling met haar teeder teint en hare (lonkere oogen; zij heeft niet de aangenaamste rol, die vorstin, die eerst zoo heftig hare stelling verde digt en zoo spoedig bekeerd wordt. Hare woor'denrijkheid noch rmre overtuiging kunnen haar redden. Mej. Roelofsen had dan ook niet dat genoegen van haar optreden, als wanneer zij Nora vertolkt. Mij hinderde gisteravond bijzonder een leelijkharde trek, dien zij dikwijls op haar gelaat bracht, dat zij met den heer Rooyaards gemeen heeft. Dat men zijn oogen sluit, 't zij heel of half, kan ik begrijpen, doch dat men dit doet door het onder-ooglid op te halen, vind ik leelijk. Bovendien 'dreigt de gewoonte ervan een rimpel aan, die een frisch, fijn gelaat als dat van mej. Roelofsen, niet ontsieren mag. Toen ik den heer Royaanis zijn eerste woorden hoorde zeggen, heni de eerste maal in zijn Spaariseh costuum zag, was het mij alsof ik Veltman zag en hoorde. Witman »van het Leidsche plein", in zijn kracht en zijn talent, zooals ik hem mij herinner in Keizerin en mopder, afscheid en dan .... ;>Keo;uiescat in pace ? ' klinkt liet hartverscheurend door den stillen nacht, «A-a-men !'' antwoordt men in mijne on middellijke nabijheid «Groote hemel ! Oom!" want 'k herkende zijn stem. »0orn !" klinkt het scherp. O, 'k had hem op dat pogcnblik kunnen villen, waren me niet in tijds de kistjes heerUjke sigaren te binnen geschoten, die ik na zijn dood derven zou. «Zeg, mannetje, wat voer je in 's hemels naam uit; houd je hier lijkdienstjcs ?'' »O-o-m!" »Maar 't ruikt hier afschuwelijk! Rook je bokkings?" en hij tracht in het vuur te zien. »Pof!" dicht valt het deurtje en den pook grijpend om mijne schatten desnoods met fevveld te verdedigen, posteer ik me voor do achel. »Toe, maak eens een lichtje; 'k kan. je in 't geheel niet zien. Hoe gaat liet, beu je ziek?'' »Zick ? Ik? 'k mankeer niets." En dan ver wonderd : «waarom denkt u dat ?" »Ja, 'k hoorde van avond zulke vrecselijkc verhalen ; ik dacht je minstens half' dood te vinden: kiespijn, hoofdpijn, maag-pijn, rhumatiek, wintcrvoeten, weet ik al niet wat. En, je hebt den dokter gehad." »Ja, maar niet gehaald, en 'k ben ook niet ziek". Oom heeft ondertusschcn ecu vlammetje aangestreken, en de tafel naderend,ontsteekt hij de lamp. Dan worden de ramen geopend om de afschuwelijke brandlucht weg te laten trekken. »'k Had nogal een uitnoodiging voor je, van juffrouw van Vorsten om morgen mee naar de komedie te gaan." »Ik naar de komedie met blonde Saai'.... en met u? Neen, oom, wol bedankt.'' «Blonde Saar; ben jo gek: juffrouw van Vorsten meen je. Maar waarom bedankje, kerel ? Heb je iets tegen mijn meisje ? 'k Dacht dat jelui zulke goede maatjes waren ; kijk ze eens voor je meegegeven hebben : een in Het dochtertje uit den Kloveniersdoclen of de Pest kits, enz. Wat de rol van Don Cesar aangaat, hij is ook een pop, die door Perin bewogen wordt, doch de heer Rooyaards bewoog zich als zoodanig goed. De dames Beukers, Spoor en Poolman, de heeren Blaa-er, Mulder en v. Biene vervulden de kleine rollen op bescheiden wijze. Mej. Pool man gaf aan de hare nog de meeste kleur De costumes zijn zeer fraai uitgezocht, de decoraties van de hofzaal, en die van den tuin zijn nieuw en mooi. De metrische vertaling kwam mij voor goed gelukt te zijn. Heeren regenten hebben in Donna Diana een keuze gedaan, die het publiek van allerlei slag zal amuseeren. De Kon. Vereeniging Ikt Ned Tooneel treedt nu op in den Plantage Schouwburg vr Lier. Reeds Zaterdag was door de voortvarendheid vau den Raad van Beheer, van directie, decora teurs, enz., do eerste voorstelling mogelijk. Bij die eerste voorstelling trad de heer de Leur, regisseur parlant au public, voor het voetlicht en riep den steun in van het Amsterdamsche publiek voor de tooneellisten, uit hun eigen huis verjaagd. Wij twijfelen niet, of het publiek zal ann dit verzoek voldoen. Daar alle hulpmiddelen der Vereeniging ver brand zijn, zullen we in den eersten tijd met het oude repertoire genoegen moeten nemen. Trouwens, als do verschillende theaterdirecties in den lande hun hulp niet aan de vereeniging verleenden, zou zelfs het vertoonen van oude stukken bezwaarlijk gaan. doch naar ik verneem heeft b. v. de firma (l Theod. Bom en Zoon, mede reeds haar tooneelbibliotheek ten gebruike aangeboden. ! Natuurlijk wordt in de stad druk de vraag besproken of er plan bestaat den schouwburg i weder op te bouwen of op andere wij'.e in het geleden verlies te voorzien. j Het Leidscheplein is wel een geschikt punt, als punt van sarnentreflen voor vele tramlijnen, ! voor ee» schouwburg; technici zouden echter | moeten uitmaken of op het beschikbaar terrein oprichting van fen aan de eisenen des lijds vol doend theater mogelijk is. Doch men hoort nog ; andere denkbeelden aangeven. In de dagbladen wordt b.v. melding gemaakt van een plan om het Panoramagebouw in de Plantage tot een schouwburg te hervormen. j De heer J. Gosschalk moet het plan onder zoeken, en zijn idee zou zijn om de kunstzaal tot trappenhuis en vestibule te verbouwen ; de j Panoramazaal wordt dan tooneelzaal en tegen- : over de rnachinistenschool komt het tooneel. '? Een lezer schrijft mij, dat hij het terrein aan het Leidsche plein zou willen vei koopeu aan den Staat voor deu bouw van een Paleis van Jus titie, en dan zou men bij de koopsom wat geld moeten leggen om het Paleis voor Volksvlijt tot schouwburg te hervormen. Hoof Iquaestie blijft echter de financicelc quaestie. Een ander schrijver voelt zijn hart reeds gloeien voor een fanr-i/-fair, zooals wij indertijd hadden voor de vaeaulie-kolonies. Zijn denkbeeld is om een fonds tot stand te brengen, waarop een commissie zou steunen tot het verkrijgen van verdere gelden voor deu her bouw van den Stadsschouwburg. Ook vraagt men, waarom geen leening zooals | voor den Nieuwen Rotterdamschen schouwburg? Dat er echter iets gedaan moet worden, al ware het alleen om de artisten die schade leden, en ue beambten, die vee! verloren, te helpen, be- j a.amt ook het hoofdbestuur van het \r<l. T,>onrrlrci'bond. De contracten van de artisten vau de vereenising het AW. Tonni'rl gaan wel door, de Raad van Helieer is wel dadelijk kranig op getreden, doch toch is er hulp voor kleinere krachten nood i UT. i grooten pot confituren ; ze pakte het zelf in i en zocht do lekkerste voor je uit. JE n nu ben ; jij zoo leelijk Foei, Leo ! Maar je meent het zeker niet, en zult wel j wat in je schik zijn met zoo'n lief tantetjc.'' j Goede oom! Nog zie ik u bij de tafel slaan, terwijl het volle licht op uw eerlijk gelaat valt. Wat waart ge. althans op dat oogenblik, bizonder knap Die donkere krullebol, gee.s- [ tige oogen, volle knevel en iijne trekken! | Vele jaren zijn sinds dien avond voorbijge gaan en gij til kapitein, terwijl ge geen wat- j ten meer noodig hebt om op een gezellig ! buikje te kunnen bogen. j En uw goedhartig, vroolijk vrouwtje, met haar dubbele, deftige onderkin ! Xiemand zal ' j in haar het slanke, teere figuurtje van zoovele ' jaren her, terugvinden. Sic transit gloria i mundil { »Xu, Leo wat zegje van mijn engagement?" ?>'k Bewonder uw keus meer dan de hare," , en nauwelijks waren die hatelijke woorden gesproken, welke zeker alleen door een gevoel van jaloezie konden geuit worden, of 'k had j mijn tong wel willen afbijten. j Yreg was de zonnige uitdrukking1 van zijn j open gelaat, verschrikt zagen de zachte oogen mij aan en bitter klonk zijn anders zoo op| gewekte stem. 'Ja, kerel, je hebt gelijk; ze : kon beter partij doen dan een ongefortuneerd j luitenant....'' _ _ j ?>Maar, oom. oom, vergeving: zóó meende ik 't niet!" ?-'t Is niets dan de waarheid, jongen, die'k j me zelf en ook haar meermalen voorhield," en hij zag me ernstig, doch niet onvriende- j lijk aan. ?-Oom, begrijp me niet verkeerd ; dat is ze ker 't laatst wat ik zeggen wilde ; 'k bedoel j alleen .... ze had eon van ons allen moeien Het hoofdbestuur van voornoemd lichaam heeft dus een circulaire rondgezonden om steun te vragen. »> Wat verloren ging zoo schrijft het aan archief, aan bibliotheek, aan decoratief, is onher stelbaar, muur plotseling geleden verlies aan kleedingstukken e/i benoodigdheden, door forre majture ontbonden overeenkomsten, en niet het allerminst betrekkingen niet meer te vervullen, onnoodig geworden diensten, vervallen verklaarde weekloouen, dat alhs te zamen genomen eischt hulp niet alleen van tooneelvrienden en begun stigers, maar van alle weldenkendeii, van alle offervaardigen, waaraan Nederland bij zoo menige gelegenheid rijk bleek te zijn." Het, hoofdbestuur roept dus alle afdeelingsbesturen van het Ned. Tooneeluurbond op om middelen te beramen om milde bijdragen te doen vloeien. Het doel is het bijeenbrengen van een som om ten eerste hen te helpen die werkelijk door den vreeselijkeu schouwburgbrand geleden hebben, te helpen naar recht en billijkheid en om daarna een fonds te stichten dat bij elke dergelijke ramp tot onmiddellijk helpen in .-taat is. Dan aan beheer en uitkeering van dat fonds zoodanige regeling te verzekeren en zulke voor waarden te verbinden, die bijdragen tot vermin deren van gevaar, tot vrijwaren tegen schade. Het hoofdbestuur is bereid aan allen, die hel pen willen, nadere inlichtingen te verstrekken. Zoo verrijze uit de puinhoopen aldus be sluit de circulaire van Amsterdam's schouw burg een gedenkzuil voor breedopgevatte menschlievendheid." Ik teeken hierbij aan dat de heer D. II. .Toos ten, te Amsterdam, secretaris van het hoofdbe stuur van het Net/. Toimcclcerboiid is, en ik ein dig met te betuigen, dat het denkbeeld van een Fancy fair in het Paleis, of'als de voorbereidende maatregelen wat lang duren, van een zomerfeest in den tuin van het Concertgebouw, mij nog lang niet het slechtste voorkomt. De Amstordamsche Studenten gaan voor. Het Sfudentontooneelschap en het iluziekgezelschap Swceluicb gaven iu Januari een gecombineerde voorstelling, dio zeer veel succes had. Die zal nu ton voordeele van do beambten en bedienden vroeger aan den Stadsschouwburg verbonden, her haald worden. Fit. Onder wie is ze opgegroeid; wie heeft, haar van kind af bewonderd, liefgehad en vertroej teld ; wie haar boeken gedragen, werk ge maakt, naar school gebracht; wie met haar gedanst en gemusiceerd; wie haar gevierd, BROKDKKSCHAi' ONDER KILN'STKNAAiW. Algemeen hecrscht de overtuiging dat slechts eeu man als de heer J. II. Kössing de waarheid kent in zake hot tooiiool, de aniston en zelfs omtrent do gevolgen vau den schouwburgbrand op *!() Febr. 11. Na zijn artikel iu het A'. r., d. Dag van Woens dag "2(> Februari heeft menigeen de reeds halfoiitkiioopte koorden der beurs plotseling weer toegehaald, terwijl hij dacht : do man, die met zooveel onbevooroordeelde tt'3<u'<leerijijj kritieken schrijft en met zooveel kiesdie welwillendheid spreekt over i!e artisten, wier metgezel en leider hij gedurende circa 1,'i jaren was, MOKT zeker wel gelijk hebben. Velon zullen het dadelijk met hem eens zijn geweest dat de schouw bnrgïirand yin- u ritnip is eu jioits do (d l, ach t e iu zich hebben voelen opkomen dat de artisten er eerder een voordeeltje aan hebben, omdat zij een VOORSCHOT krijgen, dat zij later moeten terugbetalen. Menigeen /al ook, evenals ik. getroffen zijn geworden door den vriendschappelijke!! toon die in dat opstel klinkt en waarop cie heer itössing vernaalt hoe : artisteu in ja.xxeti, tnet bont It-ttit, tutoy^te weelde K'cendtn oi> t/c' piiiiiltovjicn poseerend en actee rend en hoe zij.fci;* eii/i-'iiivtuti'ilc i/cr/jc'end, oi:cr'OoiU/je crcciiiiic linl)> zullen i:cr*in<tileii. Toch zal ik, hoezeer ook doordrongen van des heeren Rössing's bevoegdheid in 't oordoelen over toonoulzaken en artisten, het nu maai' eens wagen om mij niet aan zijn vnoinluJijks! waar schuwing te storen en liever hot oor Iconen aan het Xederlandsi/h Toonceivorboml dut hulp" Sici' weimdielijk iudt. geëerd en bewonderd '.' Wij, wij en nogmaals wij ?' o, dat had ze niet mogen vergeten.' /e had een uit ons moeten kiezen : een gestu deerde, 't, zij dominee, dokter of advocaat, philosoof of lit.terator ; zoo niet een der te genwoordige studenten, in geen geval een vreemde ! Dat is 't wat, ons grieft en wat wc haar zeker nooit, nooit kunnen vergeven." In hot vuur mijner redevoering en door drongen van de waarheid die ik verkondigde, ware ik zeker nog verder doorgegaan, Saars handelwijze te veroordeelen en on/.e teleur stelling te openbaren, als niet een l)hk in den spiegel mij zoo'n allerpolsierüjks! beeld ge toond had, dat eensklaps aan alle welspre kendheid een einde maakte. Ik zag de ge daante, die met schitteren'. Ie oogen en verhoogde kleur, hevig gesticuleerend af deze beschuldi gingen uitbracht, in een lang, wit nachthemd en pikmnts, waarvan het kwastje nijdig ten hemel wees, scheet' over hei een;1 oor getrok ken, en den pook als bisschopsstaf, verwoed heen en weef zwaaiend. Xeker de grootste tegenstelling mot mijn knappen, breedgescliontlei'den oom, in de sierlijke uniform, die verrast toeluislerde. Eindelijk kon hij er een woordje tusschen krijgen, ».)e neemt de zaak verkeerd op, Leo. Ver onderstel dat, juffrouw van Vorsten een uwer genomen had; alle overigen zouden zich ver ongelijkt rekenen en hem en haar, wellicht, uit jaloezie hun vriendschap onthouden, ter wijl ge allen haar nu even na zijt en als zuster kunt blijven beschouwen. Neen, geloot' me, ze heeft, op die manier het wijst gehandeld, en zeker ook met de gedachte aan u allen.'' Oom kon aardig praten, en wist, aan alles ecu geheel nieuwe uitlegging te geven, doch 't 'einkte hem dien avond niet me tot andere gedachten over to halen. Maar nu kerel, daar heb-je 't half twee; kruip er dus lekkertjes onder. Ik houd je, van nacht go/.oNchap : je mocht eens wat noodig hebben." En de goede man was niet te beEeri onderhoud mot den directeur van Het Ked. Tooneel, de heer S t u nipt' f heeft mij de zeker heid geschonken en die dit lezen, zullen mij wel willen gelooven dat er artisten zijn die VEEL, ja, ALLKS verloren hebben, en die gevoel vau eigenwaarde genoeg bezitten om de hen hartelijk toogestoken vriendenhand niet af te wijzen De artisten hebben mij zoo dikwijls geholpen en goed geholpen bij de vertooning van ulijn tooneeistukkeu, dat ik van ganscher harte hen wil bewijzen, dat ik die hulp niet vergeten hen. Zij hebbeu vaak voor mij gespeeld en gespro ken, welnu! ik zal thans eens voor hen spreken, oi' spelen ieder zijn beurt! Ik stel mij voor om op Vrijdag 7 Alaart in den Plantage-schouwburg van Lier ten voordeele van de artisten enz. enz. van hel J,ed. Tooueel een Soiree variée" te ge ven, waarop de heer Johan Braakensiek met snelteekenen eonige portretten, naar keuze vau het publiek zal teekenen en de heer Kreps met zijne dochter proeven zullen alleggeu van L.\ nousi.B VI/E XATI IÏKI.LU'' (helder ziendheid) en ANTi-iiAoxETisjiK waarna ik mij veroorlooven zal een onuitgegeven humo ristische schets 31 ij n !c:hi(] te Jiosclucijk" ten gehoore te brengen; wellicht heb ik bier in Am sterdam nog wel eem'ge vrienden die mij willen steunen in dczo poging. Ji'RTvs VAX MACRIK, JUNIOR. MtlZIKK IN DG HOOFDSTAD. Sedert mijn vorig schrijven heeft hier plaats gehad : een concert in het ('oiicertyt'bonio met medewerking van den cellist llugo Boeker uit Frankfort a/M. (Rosa Papier was wederom door ongesteldheid verhinderd hare beloofde hulp to verloonen), vervolgens eene opvoering door de Fransche Opera uit den Haag, van JUitjiton, met Sigrid Arnolilson in de titelrol, 5e soiree voor kamermuziek van 'loonkiinxt, 3o Kamermitsieksoii'cc van den heer Laonanl vau Loonen ca 00110 weileropvoering van Die \\'ull;iire dooi' de Duitsche Opera vau Kolterdam. Het concert iu bet Concertgebouw verschafte ons het genoegen van de kennismaking met eeu uit muntend cellist, den heer Jlngo Boeker, een zoon van den indertijd zoozeer gewaariloonlen schepper ven het FKn-entijnsche kwartet", Jean Hoeker, wiens kinderen allen met groot succis de loop baan huns vaders volgen. Kon de heer Boeker in het tamelijk onbelangrijke, conigszins gemaakte, rioluHvcliMHCci't van Halt' (i), mol) nog niet zoo recht pakken, des te meer dce.il hij zulks in een Larifo van Uoeclieriui, een Jfenuet van eigen compositie en '2, geestige nummers van den voortreffelijke;! componist voor zijn instrument: l'opper. Uitmuntende vingers en streek, bene vens een fraaie Loon f-taan don heer Hoeker ten dienste. Alles is bij hem even duidelijk, een toonladder klinkt by liem op zijne cel als bij een ander op do piano, de zuiverheid laat geen oogenblik iets to wenschen over. do phraseoring is weldoordacht, alle muzikale efi'eetun zijn tot in de lijuste détails berekend. Men geniet daardoor onder zijn spul een soort van zinne lijk welbehagen, ofschoon het aan den anderen kant bij dit snort van berekend inol niet te ontkennen valt, dat de hoorder soms het ge voel krijgt alsoi', wanneer oen enkel onderdeel van dit spel mocht mislukken, het geheele kunstig opgetrokken gebouw ineen zou vallen, evenals in oen mathematisch betoog een enkele schakel over bet lot van de geheele ro'iencerhig beslist. Ineen meer innig, moer hartstochtelijk en spontaan spel hindert het niet, wanneer niet elke noot precies do baar toekomende plaats en beteekenis ki ygt. maar in een spel. waarin de noten mér dan hei, karakter hoofdzaak zijn.mag ook geen enkeio noot iets te wensehen o verlaten of men ontvang t den pijn l ij ken indruk dien een zorgvuldig aanecngevoegd mozaïek maakt, waaraan een enkel steentje ontbreekt. Jluti ziet dat dadelijk. li:j het soort van .spel als dat van don heer IJockor denk ik altijd met zekere angst: als nu de volgende toon maar niet télaag ot to wegen naar zijn hotel te gaan. waar hem toch zeker een betere legerstee wachtte dan bij mij doch vergenoegde zich op de harde, ongelijk gevulde kanapee en verkoos geen ander rust punt vooi' zijn hoofd dan de on/.aciite rol, terwijl zijn kapotjas en het wollen tafelkleed 't eenige was, wat, hem in den kouden winter nacht, tot dek diende. Met zacht geweld duwde hij me in bed, stopte bezorgd de dekens overal in. zette een tafeltje met schel, drank, lepel en den pot contituren onder mijn bereik en.... den mi nuten later hoorde ik een rustig ademhalen, dat bewees hoe hij reeds in Morplieus armen verzonken was. Alleen iemand met een gerust gevreten kon zoo .slapen als hij. die zien daar op die ongemakkelijke kanapee gekleed ter rust, had gelegd om mij,.... die hem zoo af gunstig was geweest. .Nog langen tijd woelde ik rusteloos rond en kon den slaap niet vatten ; zond een paar minder hartelijke wenschen aan 't adres van dikken l'iel, die de huisdeur zoo slecht geslo ten had, en zocht, eindelijk troost in de coniiluivn. welke ik eerst stellig hesloten was niet aan te raken /e hielpen den tijd korten, verdwenen langzaam doch zeker en smaakten overheerlijk. Als oom Leo 's morgens zijn verwondering te kennen gat', toen zo allen gevlogen waren, kon ik, io verslokte zondaar!) nog iets mom pelen als die snoeperige kaf. van de ploertecij." Eindelijk sluimerde ik in, maar had be nauwde droomen, waarin oom.Saar en dikke Piet, me afschuwelijk aangrijnsuen en in ko kende erwtensoep poogden te laten verdrin ken, en schrok dan wakker van mijn eigen hulpgeroep. Zooals anders in slajieloo/.e nachten, was 't me nu onmogelijk verzen ie maken op zeker iemand:.... ze was geëngageerd..., geëngageerd met mijn oom! O tempora ! () mores! o blonde Haar.'.... 20 Maart 1SS9.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl