Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, W EEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 662
Ziet ge, zij heeft een onberekenbaar voordeel;
zij heeft zichzelve geheel alleen opgevoed. Zij
heeft besloten juist het omgekeerde te doen van
al wat zij zag Van daar in haar een geest van
initiatief, een handelend optreden, dat haar won
derbaarlijk uit alle moeielijkheden des levens
redden zal. Gij verwijt Clitandre zijn koelheid,
laat hem maar begaan; hij haalt dat wel in. Hij
houdt nu van Henriette. nu zij blond is; later
zal hij haar aanbidden als zij donker wordt, als
ZÜgrü8 en zilverwit wordt, op alle leeitijden,
want op lederen leeftijd zal z u op haar plaats zijn.
Ik hield op na deze woorden, en zag mijne
hoorders aan. Tot mijn genoegen had dit klein
uitstapje in Henriette's toekomst hen geamuseerd;
ik ging nu voort.
Toch is er een voorbehoud bij al dien lof.
Ik voeg er n vraagteeken bij. Mijn twijfel
ontstaat uit een vrij zonderling feit, dat ik u zal
mededeelen.
Vele jaren geleden had ik bij eene voorstelling
van de Femmes savantes tot buurman iemand,
'die destijds een geestig letterkundige was, eri die
sedert dien tijd een heel ander soort reputatie
gekregen heeft, Félix Pyat. Wij kenden elkander.
Gedurende het geheele stuk applaudisseerde hij
evenals ik; maar bij de ontknooping gekomen, als
Henriette haren vader voor geruïneerd houdt, en
uit kieschheid Clitandre's hand weigert, boog mijn
buurman zich tot mij en zeide: Dat is onzinnig!
Waarom onzinnig ? antwoordde ik haastig
Omdat de liefde dergelijke kinderachtige bezwa
ren en verfijnde kieschheden niet kent. Als men
liefheeft, rekent men niet wat de een heeft en
wat de ander. Molière heeft, als hij Henrriette
zulk een gevoelen toeschrijft, iets ongerijmd*
bedacht.
Dat is dus de kritiek van den heer I'yat; vindt
gij haar juist?
Alle hoofden antwoordden van neen.
Laat ons de verzen herlezen; zij zullen ons
helpen om tot eene opinie te komen.
Je sais Ie pen de bien que vous avez, Clitandre,
Et je vous ai toujours souhaitépour poux,
Lorsqu'en satisfaisant a mes voeux les plus doux
J'ai vu que mon hymen ajustait vos affaires.
Mais lorsque nous avons des destins si contraire»,
Je vous chéris assez dans cette extrémité,
Pour ne vous charger point de notre adversité!
Mij dunkt, zeide onze professor, dat hierin
een allerliefst mengsel van liefde en kieschheid
is. Het weigeren zelf is niets anders dan harte
lijkheid.
Dat vind ik ook, maar hooren wij het eind.
Men moet de passage in haar geheel beoordeelen.
Clitandre zegt dan:
Tout destin avec vous me serait agréable,
i Tont destin me serait saus vous iiisupportable.
En zij antwoordt:
L'amour dans son transport parle toujours ainsi.
I)es retours importuns vitons Ie souci;
Kien n'use tant l'ardeur de ce noeud qui nous lie,
Que les facheux besoins des choses de la vie,
Et l'on en vient souvent a s'accuser tous deux,
De tous les noirs chagrins qui suiverit de tels
voeux ...
Deze regels maken de quaestie uit. Mijnheer
Felix Pyat had gelijk; de hartstocht redeneert
zoo niet. Maar Henriette is ook niet hartstochtelijk;
Molière heeft haar hartelijk, toegenegen, verstandig
willen teekenon. Het gezond verstand mengt zich
bij haar in alles, zelfs in de liefde ; dat getinte]
van vroolijkheid, van geest, van spotzucht berust
op een stevigen grond van practischen zin. Zij
doet mij denken aan een kleindochtertje van
Mad. de Sévigné; zij mist, zal incn zeggen een
tintje poëzie, dat is waar ; maar als zij dat had,
zou zij Henriette niet meer zijn, dat wil zeggen
het jonge-meisjes model, waarop ik u allen het
liefst zou zien gelijken.
(Slot volgt).
Nieuwe uitgaven:
DOKTER EVKBTSON van Victor BliUhgen, verta
ling van 'L. J. C. Scheurleer Alindo W.
Hiïarius is een goed gedrukte, net gebro
cheerde roman dis voor Leesgezelschappen zeer
" begeerlijk is en den lezer in spanning houdt, wan
neer hij zijn eischeii niet te hoog stelt.
Nieuwe uitgaven van liosalie en V ir g mie Loc
eling. 2e druk. Amsterdam. P. N. van Kampen
& Zoon. De schrijftrant van de gezusters
Loveling is bekend. Hij herinnert aan Ilenri Conscience
en dat er een 2e druk van verschijntj is een be
wijs dat de Ie gelezen en verkocht werd. Voor
jonge meisjes is dit boek een onschadelijke en
aangename lectuur.
Uont gevederd. Gedichten van Mari Ternooij
Apel, Amsterdam. J. Clausen. Een boek als een
kermisspel, 't mooiste ziet men van buiten. Bin
nenin zijn treurige verzen.
V A K I A.
PLASTISCHE KUNST.
De sarcophaag run Cleopatra. Voor eenigen tijd
werd bericht, dat een Griek in Alcxandriëeen
sarcophaag had gevonden, die men om verschillende
versierselen voor de doodkist van Cleopatra meende
te mogen houden. Naauwkeurige onderzoekingen
van Egyptische archaeologen hebben deze vondst
echter spoedig van haar klassieken nimbus ontdaan.
De directie van het museum te Boulaq had do
steenen kist vuor 100 Egypt. pond van den G-riek
gekocht, en het bleek daarop weldra, dat de
sarcophaag niets te maken had met wijlen
Cleo? patra. Gelukkig daagde er nu een verzamelaar
op. die de sarcophaag van Cleopatra" voor eiken
prijs wilde hebben en 200 pond aanbood voor
de antiquiteit zooals zij reilde en zeilde". De
directeur van het museum was verstandig genoeg,
dit bod niet af' te slaan.
Te Kopenhagen overleed deze week de
genreen historieschilder Karl lleinrich Bloch, professor
aan de Deensche kunstacademie. In hem verliest
de Deensche kunst een harer ook in het buiten
land meest bekende vertegenwoordigers. Bloch
was in 1834 geboren, was eerst adelborst, maar
verliet de marine voor de schilderkunst. Portret
en genre waren zijne meest geliefde vakken ; reeds
in 1852 en 53 werden hem te Kopenhagen me
dailles verleend. Zijne tooneelen uit hei volksle
ven in Jutland eenvoudig en waar, met eenigen
humor, zijn in Denemarken zeer geliefd. In het
Museum te Kopenhagen vindt men van hem een
Simaon en een Dochter van Jaïrus, gedurende
zijn verblijf te Home geschilderd ; voor den kouiug
van Griekenland maakte hij een l'rometheus.
Aitdraasy en Munkacsy. Graaf Andrassy had
veel op met de kunst en vereerde de kunstenaars
met ware hoogachting. Hij beroemde er zich op,
Munkacsy ontdekt te hebben. Op zekere dag zag
hij in een kunsthandel te Budapest een schilderijtje
dat hem buitengewoon aantrok. Hij kocht het
voor tweehonderd vijilig gulden en informeerde
wie die schilder was, van wien hij nooit gehoord
had. Een arme, onbeschaafde jongen", was het
antwoord Andrassy liet hem bij zich komen,
maakte hem een compliment over zijn schilderij
en vroeg hem, of hij een subsidie van de regeering
wilde aannemen, om naar München te gaan. Hij
stelde het zoo voor, alsof de kunstenaar de
rcgeering zeer zou verplichten door dit aanbod aan te
nemen. De jonge schilder liet zich natuurlijk
niet bidden en was twee dagen later reeds op
weg naar Müuchen. Tusschen den schilder en
den staatsman ontstond later eene hartelijke ver
houding ; op voorstel van graat' Andrassy verhief
Franz Joseph den beroemd geworden kunstenaar
in den adelstand.
TOOXEEL EN MUZIEK.
Een vorstelijk dramaturg. De Fransche
tooneelspeler Pierre Berton, die onlangs in
Konstantinopel vertoefde, vertelt in de Kevue d'Art
dramatique het volgende over de liefhebberij van sul
tan Abdul Hamid voor het tooneel. Berton sprak
in Konstantinopel verscheidene vroegere collega's
en vernam van hen, dat zij reeds maanden in de
hoofdstad van Turkije waren en in particulieren
dienst van dun sultan stonden. De kunstenaars
spelen van tijd tot tijd in de tooneelzaal van het
paleis Yildiz-Kiosk voor den sultan, den hofstoet
en do dames van het serail, die in loges grillées
achter gordijnen zitten en niet te zien zijn. Soms
voeren de artisten kluchtspelon op, die door Ab
dul Ilarnid gemaakt zijn. Op de volgende wijüo
gaat hij daarbij te werk; Hij laat de acteurs bij
zich komen en schetst hun den gang der hande
ling, de verschillende tooneelen en verdere bijzon
derheden van het door hem uitgedachte stuk, dat
meestal slechts n bedrijf telt. Na een halfuur
improviseeren de spelers het stuk op het tooneel;
natuurlijk wordt het sterk toegejuicht. Onlangs
liet de sultan de heeren bij zich komen en gaf
hun het volgende mondelinge scenario om te
spelen: Gij moet ons;" zeide Abdul Hamid,
den opperhofmeester van een koninklijk hof
te aanschouwen geven. Hij is zeer aanhan
kelijk en trouw, maar het ontbreekt hem aan
overleg en koelbloedigheid. Zijn vorst beveelt
hem , een geïmproviseerde tafel voor honderd
personen gereed te maken. De arme man raakt
zijn hoofd kwijt, en geeft allerlei verwarde, tegen
strijdige bevelen. De dienaren en lakeien vliegen
in het rond, botsen tegen elkaar aan, breken het
tafelgereedschap, en als de heerseher verschijnt,
werpt de opperhofmcostor zich aan zijn voeten,
bekent zijne fouten en ontvangt genadig vergiffe
nis." Dit kluchtspel had een verbazend succes.
Het gelach van het, auditorium bereikte zijn top
punt, toen de ongelukkige opperhofmeester door
den inhoud van een fleschje limonade gazensc
werd overstroomd De sultan had de
tooneelspelers hun rol met groote zorg laten instudeeren.
Het stnkjo was niets anders dan een lesje voor
een der groolwaardiglieidhekleoders aan het hot;
trouwens de moeste stukken hebben een didaktisch
kaïakter. Abdul Hamid doet een greep in het
volle hofleven en zoekt daarin de -slachtoffers
zijner dramatische satire.
In het Lessingtheater te Berlijn had dezer da
gen de vijftigste voorstelling van JJie Elire, het
zeer aangrijpende drama van den jongen realist
Sudermann, plaats. Tal van ovaties werden den
dichter gebracht en deze heeft allerlei geestige ge
schenken gezonden aan devertooners. Aan de actrice
Lilli l'etri zond hij bij zijn cadeau het volgende
gedicht:
Ein Schclmonlicd, das auf der Gasse hallt,
Ein Rosenstock, der aus dein Schlamm
entsprungen
So ist uns Deiner Alma" Ilnldgcstalt
Mit kecker Schmeichelei au's llerz gedrungen.
Beschamt steh' ich dabei und fass es kanm,
Dasz ich der Vator dicser holden Jöhre,
Was ich l)ir gab, war nur ein Dichtertraum
Du schenktest ihm das Lebcn und die Ehre.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Er zullen dezen zomer 300 jaren vorloopen zijn
sedert den dood van den beroemden boekdrukker
Christoftel Plantijn; de Antwerpsche gemeente
raad heeft besloten dat jubiléfeestelijk te vieren.
Er heeft /ich een comitégevormd, dat bij die
gelegenheid een bijeenkomst van bibliophilen zal
organisecren. Eerevoorzitter van die commissie
is de minister van spoorwegen Vandenpccrenbooin,
een ijverig verzamelaar en bezitter van talrijke
incunabelen; voorzitter is burgemeester de Wael:
leden: de bliothecaris Ruclens, Paul Cogels en de
ex boekhandelaar Merzbach; secretaris is do con
servator van het museum Plantijn te Antwerpen.
Dr. Nansen, die voor twee jaren Groenland
doorkruiste, heeft in het Aardrijkskundig Genoot
schap te Christiania een voordracht gehouden over
de reis die hij van plan is te ondernemen naar
de Noordpool Hij wil een bijzonder sterk aan alle
zijden schuin oploopend schip laten bouwen, dat
door de ijsmassa's niet verbrijzeld, maar alleen
opgeheven wordt. Met dit vaartuig zal hij trach
ten door de Behringstraat vroeg in het voorjaar
de Nieuw-Siberische eilanden te bereiken, door
het ijs zoover het mogelijk naar het Noorden door
dringen en het schip dan aan den stroom over
laten. Uit het vinden van stukken drijfhout meent
Nansen de gevolgtrekking te kunnen maken dat
er een bestendige stroom van de Bahringstraat
over de Noordpool naar den Atlantischen Oceaan
en Groenland loopt, en dat zijn schip binnen twee
jaren door den stroom naar de zee tusschen
Spitsbergen en Groenland zal worden gebracht.
Een voorwaarde voor het slagen van eens derge
lijke onderneming is, volgens Nansen, dat het
aantal deelnemers zoo gering mogelijk is, maar
die moeten dan ook voortreffelijk uitgerust zijn.
Naar de ondervindingen, door andere reizigers
opgedaan, acht Nansen het onmogelijk op een an
dere wijze de Noordpool te bereiken.
Het internationale kopierecht in de Vereenigde
Staten. De commissie voor de patenten in liet
Arnerikaansche congres heeft den voorzitter van
het daarbij betrokken sub-comitéopgedragen, een
uitvoerig rapport uit te brengen over het
wetsj ontwerp betreffende het internationale kopierecht
j Daarbij wordt aan de buitelandsche schrijvers toe
gestaan zich het kopierecht in de Vereenigde
Staten voor te behouden op dezelfde
voorwaarj den die ook voor Amerikanen gelden, mits het
zetten, drukken en binden in de Vereenigde
Sta? ten is geschied. Dit wetsontwerp is nu op enkele
punten aangevuld om het in overeenstemming te
brengen met de bilt, die tegenwoordig bij den
Senaat aanhangig is. De voorzitter gaf als zijne
overtuiging te kennen, dat het ontwerp nog in
de loopende zitting tot wet zou worden gepro
clameerd.
Voor eenige dagen overleed te Berlijn Sture
Gustav Kjelison, een Zweedsch doctor in de
philosophie. In litteraire kringen is hij bekend door
zijne vertalingen van Noorsche romans en
tooneelstukken van Brandes, Geyerstam, Lundquist en
anderen.
De gebeurtenis van den dag in de Fransche
litteratuur is de verschijning van Le tennitc, een
roman a clef van J. H. Rosny, waarvan de held,
Noël Scrvaise, niemand anders is dan Paul Bonrget;
zijne vrienden Rolla eu Guadet zijn de schrijvers
Zo! a en Dandet. De methode van werken van een
naturalistisch schrijver, zijn vreugden en teleur
stellingen, zijn streven en zijn peiits tntcers wor
den er met talent in geschilderd.
liet nieuwste werk van Leo Tolstoï, die
Kreuzersonale", een roman die in Rusland verboden
werd, zal te Berlijn in vier talen tegelijk ver
schijnen Voorzien van eene inleiding van R.
Lowcnfeld, zal het binnenkort bij^B. Behr het
licht zien
Wetenschap.
DUBHEL-INDIVIDUEN.
In de moderne psychologie is het verschijnsel
van het dubbel bewustzijn" bekend, en nog niet
verklaard. Een der merkwaardigste gevallen is
dezer dagen door Ilenri de Parviile in de Revue
scientifique, welke hij als feuilleton in de Dtbatis
geeft, beschreven, met al de authentieke gegevens
erbij. Ilenri de Parviile is als poleerde en onder
zoeker niet minder bekend dan als helder en j
onderhoudend uiteen/etter; hij deelt dien roem ]
met Flammarion en meer zijner Franscho collega's.
Emile X is ,'!.'i jaar; hij is de zoun van een
vader die een origineel, maar ook een dronkaard
was, en van een zeer nerveuse moeder. IIij is
/eer intelligent en onderscheidde zich reeds
op school. Eerst studeerde hij in de medicijnen,
later in de rechten; hij is nu advokaat en lid
der Parijsche balie. Men kan hem eik oogonblik
hypnotiseeren en hij vertoont al de sporen van
de grande hysterie: toevallen, gevoelloosheid, on
rustigheid, enz. Een sterk geluid en hij valt in
slaap ; een gefluit, een troiiimelslag, een lichtstraal
in een spiegel, en hij is in hypnose. Hij trad
eens een caféaan de place de ia Buurse binnen ;
tegenover hem hangt een spiegel, hij ziet zich
zelf', slaapt in, en wordt eerst na uren in het
hospitaal waar men hem gebracht had. wakker.
Een andermaal pleitte hij voor de rechtbank, de !
president fixeerde hem en hij slaapt in.
Onder deze omstandigheden vertoont zich dan
bij hem hot verschijnsel v:ui hef dubbel bewust- \
zijn. Hij vergeet namelijk het verledene en krijgt
een soort vftn tweede begaan ; hij wordt een ander i
ik, geheel verschillend van het gewone. Hij gaat
dan, komt, reist per spoor en per tram, maakt
visites, sjieelt, alles als een gewoon mensen: ;
maar keert plotseling, na eene snort van ontwaken, !
in zijn gewonen toestand terug, en weet niets
meer van hetgeen hij dagen lang in zijn
tusschenleven gedaan heeft. Zijn tweede ik is verdwenen,
het volgende sluit zich aan het vroegere alsof er
geen leemte was geweest.
Er zijn inderdaad twee Emiles X. Op 2.'! Sep- j
tcmber 1888 had hij met zijn schoonvader ge
twist; dit wond hem zoo op, (lat er weder
eene crisis kwam. Drie weken later vond hij zich
zelf weer op een dorpje in het departement
Haute-Marne. Waar was hij in dien tijd geweest,
en wat had hij uitgevoerd? Hij weet er niets van
al wat hij zich herinnert is, dat hij boos werd
op zijn schoonvader. Later is gebleken dat hij bij
den pastoor in Haute-Marne verscheen, wien hij
zeer zonderling" voorkwam: dat hij daar een
oom bezocht en bij dezen allerlei verwoestingen
aanrichtte, porselein kapot sloeg, eu boeken en
manuscripten verscheurde. Ook maakte hij 500
francs schulden, voor welke hij voor het kanton
gerecht gedaagd, van bedrog beschuldigd en bij
verstek veroordeeld werd.
Op 11 Mei 18Si) dineerde hij in een restaurant
van het (^uarticr Latin. Twee dagen later was hij
in het hospitaal der stad Troyes. Sedert zijn
diner in het restaurant, herinnerde hij zich niets
meer, maar in Troyes miste hij zijn overjas en
zijn 1',01'tclcuille met 22<> francs.
Maar nn: terwijl hij in wakenden toestand zich
niets van liet tweede ik herinnert, keert dit ter
stond met alle bijzonderheden in zijn geheugen
terug, zoodra hij in hypnose is. In hypnose heeft
hij dan ook al de bijzonderheden van zijne reis
beschreven. De 500 francs heeft hij geleend, om
dat zijn geld op was; hij had het met spelen
vorloren; hij noemt de sommen en de namen der
medespelenden. Ook wist hij nu precies wat hij
heeft gedaan sedert zijn diner in het Quartier
Lat in. Hij nam een rijtuig on liet zich naar het
station brengen, vertrok met den trein van
1.15 en kwam te 5.27 te Troyes, begaf zich
naar het Hotel du Commerce en kreeg kamer
No. 5. Hij legde zijn overjas, met de portefeuille
er in, op de leuning van een fauteuil, ging naar
een caféop de Place Notre- Dame, bracht een
bezoek bij een koopman, bleet tot 's avonds negen
uur bij den heer C. en ging toen naar bed.
's Morgens stond hij om acht uur op, ontbeet
weer bij den heer C., vertrok, en toen, door de rue
de Paris gaande, voelde kij zich ofiwel. Hij
wendde zicütot een sergent de ville, die hem
naar het politiebureau voerde; men bracht hem
van daar naar het hospitaal.
In hut hospitaal ontwakend wist hij niets, en
eenige maanden later, toen men hem ai deze
bekentenissen in hypnose liet doen, wist hij ook
ontwakend er niets meer van. Men onderzocht
de feiten; alles was juist. Men zeide hem toen,
een briefje aan den höteihouder, wiens adres men
hem opgaf, te schrijven, om zijn overjas. Hij be
greep niet waarom, maar volgde het bevel, en
was uitermate verrast, toen drie dagen later
overjas en portefeuille met de 22G francs die hij
spoorloos verloren achtte, hem werden terugge
zonden Ook het vonnis wegens bedrog liet men
nu herzien; een tweede vonnis, dat hij zich op
den hals gehaald had door van een beambte aan
het paleis van justitie onder verzonnen voor
wendsels geld te leenen, was nog niet uitgespro
ken en is nu nog in suspense gehouden.
Iets opmerkehjks by het gevat is, dat het eene
ik van Emile een geheel ander moreel karakter
draagt dan het andere.
X. No. l is soliede, rustig, verstandig, kent
plichtsgevoel en goed gedrag; X. No. 2 flaneert,
luiert, speelt, doet allerlei buitensporigheden en
maakt het ten laatste gewoonlijk zoo bont, dat
de politie zich met hem bemoeien moet.
Henri de Parviile meent dat het voorkomen
van dit dubbel bewustzijn niet zoo zeldzaam is,
als men wel gelooft. Hij vertelt dan uit eigen
ondervinding nog eenige andere gevallen, die vol
gens zijne meening menig onverklaarbaar feit uit
de geschiedenis zouden kunnen helpen oplossen.
liet belangrijkste geval is dat van eene dame,
die in den loop van het gesprek nu en dan vau
persoonlijkheid wisselt.
De dame," schrijft hij. is nu 40 jaar, krachtig,
intelligent, naar sterk hypnotisch.
in de strengste omgeving opgevoed, is zij zeer
gereserveerd, zelfs prude. Maar kijkt men haar
flink in de oogen, dan verandert zij terstond;
hare persoonlijkheid wordt eeue geheele andere.
Men kan groote dwaasheden, ergerlijke dingen
zeggen, zonder dat het haar eenigzins hindert.
Zij lacht, begrijpt alle toespelingen, en doet mee.
Eene seconde later, ais zij weer in gewonen toe
stand is, weet zij van het vorige niets meer,
anders zou zij zich uiterst beleedigd toonen. Het
curieusste is. dat het mij gelukte, in den loop
van een zeilde halt uur, haar toestand
herhaaldelijk doen wisselen ; ik kon een gesprek
met haar voeren als praatte ik met twee verschil
lende personen. De beide dames wisselden eikaar
af, zonder de minste kennis aan elkaar ie hebben.
ledere toestand neemt, bij zijn verschijnen, ter
stond den draad van het gesprek weer op, waar
hij hem heeft laten vallen. Aiies hangt uitstekend
samen, het geheugen werkt regelmatig: ileen
tusschen de twee personen is geen verbinding.
Een geval dat het zoo snel wisselde, is mij nooit
meer voorgekomen."
De psycho-physiologic zal nog heel wat tijd
noodig hebben om de oorzaken van dit verschijnsel
te doorgronden; maar aan de feiten zelf kan wel
geen twijfel meer bestaan.
Militaire Zaken.
DE JONGSTE MILITAIRE MAATREGELEN
IN KL'i-'LANÜ.
Ieder mensch in het bijzonder, geheel Europa,
ju, eik volk i 11 het algemeen, weiischt dtii vri-de;
want wie huivert niet bij de gedachte aan Uen
alles yeniielendeu geesel des oorlogs! Toch ne
men de uitgaven voor militaire Uoeleiüden tue
en over.sehrij-.ten den krachten der natiën.
Uitbreiding van net leger, vermeerder in;;- van
het aantal dienstplichtige ingezetenen, invoering
vau \erbelenle en meer volmaakte oorlog-werk
tuigen waaronder er vau ver>chrikKeiijken
auul zijn aan c!e orde van den da^r, ku>ten
scl.atte-u gelds, en waar zal het ophouden?I
Ten wlotte zal dit overal tot een onvermijdelijk
bankroet of' tot een algeheele verwoesting door
een algemecnen oorlog moeten leiden. Alt-t recht
zeggen (ie staatslieden tegenwoordig: de oor.o.:
i.s eene onmogelijkheid, de vrede eene noodzake
lijkheid, eu tevens verneemt men in de dag
bladen stemmen, die over ontwapening spreken.
Niet om de legers geheel af' te schaffen, maar
om de uitgaven op militair gebied terug te bren
gen tot grenzen, die voor elk volk benikbaar
zijn en die bijv. door eene iuleruiitiouiiie over
eenkomst /ouden dienen vastgesteld te worden.
Onzes inziens zijn dit evenwel denkbeelden,
welke niet voor verwezenlijking vatbaar zijn, hoe
e-lel en menschlievend de drijfveeren daatvmi
ook mogen wezen. Bij een ooilog toch zal ieder
volk al zijne krachten inspannen eu er zich met
toe bepalen om dien alleen niet het overeenge
komen vrede.sleger te voeren; eu dit is ook zeer
natunrlijlc, want van den uilshig van den oorlog
luingt vaak het to be or uol to be van een
slaat af'.
Ken algemecue overeenkomst om allerlei han
dende of zich voordoende oneenigheilen of ge
schillen, welke gewoonlijk tot een oorlog leiden,
door eene internationale commissie, waarin alle
zclf'stajidige staten vertegenwoordigd zijn, te doen
uitmaten, zou naar onze be>elieiden nieening
meer knns VHH t-lageu '.laiu.ieden. On'lcnverpt
e-enig rijk zich bij uitzondering niet aan de uit
spraak der commissie, dan wordt het door de
gezamenlijke andere mogendheden daartoe
gedwong'-o. en loopt gevaar hoe machtig ook
bij een daaruit ontstane» oorlog het onderspit
te delven. L)e vrees hiervoor eu de watigviiaue