Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 662
En zij snikte, en drukte Eood-poesje, die nu
haar eenige troost was, aan het hart.
Mama nam Suzanne op schoot, liefkoosde
haar, beloofde haar een nieuwen olifant, die nog
grooter en geheel wit zou zijn, want witte oli
fanten zijn heel zeldzaam. Maar alles hielp
niets; Suzanne was al te bedroefd. Mama nam
nu haar toevlucht tot het uiterste middel. Zij
opende haar groote kast, en gaf Suzanne verlof,
die »op te ruimen", dat wil zeggen, alles door
elkaar te halen, alles, zelfs het kistje van slangen
hout, waarin zich hare kostbaarheden bevonden.
Suzanne en Bood-poesje werden met juweelen en
andere sieraden bedekt. Het kleine meisje nam
den grooten gouden ketting, die tot op haar
knieën afhing, de diamanten oorbellen, die zij,
zoo goed als het ging. in de kleine blonde
krulletjes vasthaakte, welke achter haar ooren
kroesden, den grooten diadeem van git, twee
armbanden voor iederen arm en ieder been,
en drie ringen voor iedereu vinger.
Koodpoesje was geheel in een langen gouden kabel
gewikkeld, had om den hals een horloge met
ketting en twee medaillons, en droeg als een
tiara den punchbeker van email met goud op den
kop. Maar er bleven nog altoos een aantal sie
raden ongebruikt, en toen nu Suusje er aan
dacht, hoe zij met al dat moois den olifant zoo
prachtig had kunnen opsieren, begon zij opnieuw
allerbedroefdst te snikken.
De moeder vond, dat Suzanne wat gloeierig
was, en daar het vochtig weer was, legde zij het
kind in het groote bed, waar Suzanne. met Bood
poesje naast zich, al spoedig insliep. Toen
Suzanne twee uur later wakker werd, was zij
vuurrood; haar handjes waren droog en bran
dend. Suzanne had de koorts. Papa, die juist
kwam dejeuree'en, liet den dokter halen.
»Het heeft niets te beteekenen", zeide de dok
ter, een beetje zenuwachtige overspanning, we
zullen haar wat kalmeeren".
Toen 's avonds de kuidermeid het bed wat in
orde bracht, waarin Suzanne onder de dikke
warme deken lag ingestopt, viel Kood-poesje, die
in een tip van de deken lag, er uit, op den
grond. De deken bleef haken aan het tafeltje,
waarop de drankflesch stond, bet tafeltje viel
om en kraakte Kood-poesje de ribben. Suzanne
gaf een gil: «Kood-poesje ! Kood-poesje ook !"
en viel bijna bewusteloos in het kussen.
De dokter kwam terug. Hij haalde ontevre
den de schouders op ; d£ koorts was hevig, het
kind ijlde. »Mijn olifant! Mijn Rood-p;>ésje!"
riep zij voortdurend en drukte hut verminkte,
platgedrukte beestje aan haar borst. De nacht
was onrustig, en den volgenden morgen zag de
dokter, dat Suusje volstrekt niet beter geworden
was. De koorts werd maar niet minder en
Suzanne's mama zat stil te schreien.
Terwijl de dokter zijn recept schreef, reikte
Suzance papa het poesje en zeide: »Zie eens,
papa, hoe ziek Kood-poesje is!"
De dokter schreef voor Suzanne een drank op;
voor het poesje had hij geen recept Maar ook
Suusje werd in den loop van den dag niet beter.
Toen nam Suusjes papa de poes, en legde
haar een verband aan met streken linnen, die
mama gescheurd had.J Suusje keek er naar,
zij bemerkte, dat men poesjes compressen in
medicijn doopte en ze van tijd tot tijd
ververschte; toen begon ze weer te hopen en nam
ook zelf moedig haar drankje in.
Papa verliet het huis en ging naar den speel
goedwinkel, waar hij veertien dagen te voren
Kood-poesje had gekocht
»Ge hadt toen nog juist zulk een katje", zeide
hij tot den winkelier, dat moet ik tot eiken
prijs hebben".
De kat was intusschen verkocht geworden,
maar de winkelier wist den naam der dame, die
haar gekocht had en de papa begaf zich daar
heen. Onderweg vroeg hij zich met angstig hart
af, of hij het tweede Kood-poesje nog levend zou
vinden. Toen hij de mevrouw verteld had, in
welke angst Suzanne's niama was, en op welk
denkbeeld zij gekomen waren, ging de mevrouw
verheugd naar hare kast en haalde het roode
poesje er gezond en ongedeerd uit.
»Ik heb het mijn kleiuen Paul nog niet gegeven'"
zeide zij, »omdat zijn laatste paard nog drie pooien
heeft."
Suusje's papa kuste de mevrouw uit dankbaar
heid de hand en ging naar huis.
Suusje sliep inet haar veelgeliefd poesje naast
zich. Papa nam Rood-poesje in de hand en
draaide het naar alle kanten. Hij bemerkte den
deuk in den hoek van het rechter oog, de
schrammen aan den rechter voorpoot, de /onder
linge kleur van den snor, toen sloot hij zich in
zijn studeerkamer op, en ging aan liet werk.
Toen Suzanna wakker werd, lag Rood-poosie
naast haar, geheel in het verband en gezwach
teld ; maar in zijn geheele uiterlijk had liet iets
vroolijkers en opgewekters dan een paar uur
geleden.
»Ik geloof werkelijk, dat het met Kood-poesje
wat beter gaat, Suusje," zeide papa en gaf' zijn
dochtertje een kus ; »kijk zelf eens, kim.. Het
komt mij voor, alsof haar ribben weer in orde
kwamen. Wat dunkt je, zou ik eens probceren,
het verband er af te npinen, Sausje?''
»Ja maar voorzichtig papa, heel voorzichtig."
De eompre-sen en het verband werden er
uiterst voorzichtig afgenomen, en daar was
Roodpoesje weer, geheel gezond van ribben, die geen
spoor van kneuzing meer toonden.
«Maar wat ruikt het vreemd!' zeide Suzanne
stralend van geluk.
»Ja, mijn kind, dat komt van de medicijn.'"
Den volgenden dag was Su/.iinne weer beter.
»Zoo, nu is zij buiten gevaar,'' zeide de dokter
opgeruimd en niet zonder eenigen triomf.
Suusje's papa glimlachte even ; het kwam echter
niet bij hem op, 7.ich wegens onbevoegde uitoefening
der geneeskunde gerechtelijk te laten vervolgen.
is aan iemand te Zürich. In Kara is een gevan
genis, waarin talrijke, tot dwangarbeid veroordeelde
politieken" zijn opgesloten. De woordelijke ver
taling van den brief luidt als volgt:
De vrouwelijke gevangenen hadden bij de over
heid een adres ingediend, met verzoek den com
mandant der gevangenis. Mossjukone, te ontslaan,
daar zij een ondraaglijke behandeling moesten
verduren. De tot dwangarbeid veroordeelde
Kawaljemskaja zou op zijn hevel naar een andere
gevangenis worden overgebracht; dit bevel werd
op de ruwste wijze uitgevoerd. Men drong des
nachts in de cel van Kawaljewskaja, trok haar,
zoo ziek als zij was, uit haar bed en sleurde
haar naakt door de heele gevangenis, waarbij zij
blootgesteld was aan de cynische en gemcene op
merkingen der soldaten. Ondanks al het. smeeken
van de vrouwelijke gevangenen werd de comman
dant niet ontslagen. Daarom besloten zij allen,
het voedsel te weigeren en te verhongeren
De eerste hongerperiode duurde zes dagen,
de tweede acht, de derde twaalf en do laatste
eindelijk drie en twintig dagen! De autori
teiten werden bang en gaven hevel de vrou
wen kunstmatig te voeden. O ra haar
lotgenooten te verlossen, besloot eindelijk Sigida. een
eveneens tot dwangarbeid veroordeelde, zich op
te offeren. Zij nam zich voor, den commandant
een oorvijg te geven, in de hoop dan opgehangen
te worden en door dit heroïsche middel de over
heid tot het ontslaan van den commandant te dwin
gen. Zij bracht haar plan tot uitvoering, do com
mandant kreeg zijn oorvijg.
Maar Sigida's opoffering was vergeefs. Men
sloot haar eerst op in streng arrest, daarop deed
de commandant rapport aan den gouverneur-ge
neraal Korft'. Deze beval Sigida wegens
beleediging van een beambte als een gcmeenen
(niannelijken) misdadiger te behandelen en haar met
100 knoetslagen te straften. Alle vrouwelijke ge
vangenen stonden daartegen op en verzochten per
telegram aan den gouverneur-generaal, dien maat
regel in te trekken. De gevangenisdokter weigerde
bij de executie tgenwoordig te zijn, daar Sigida
een hartkwaal had en over liet algemeen zeer zwak
was; hij vreesde, dat zij de executie niet zou overle
ven. In antwoord op dit telegram en het rapport
van den doktor werd er terug getelegrafeerd het
vonnis dadelijk te voltrekken, en dan maar zonder
dokter. Den 2<5n November kreeg Sigida du hon
derd knoetslagen, den 2!)n November stierf zij.
Alle vrouwelijke gevangenen besloten nu. door
zelfmoord tegen deze brutale tuchtiging te
protcsteeren. Zij namen allen vergif' in. Diie harer
stierven, de overigen worden gered. De met het
toezicht belaste gendarmes, door de doodelijke
stilte opmerkzaam geworden, vonden de vrouwen
stervende, maar door tijdig aangewende middelen
gelukte het de meesten te redden. Op Ca
mannonafdeeling besloot de helft der gevangenen even
eens zich van kant te maken; niet hun twaalven
vergiftigden zij zich. Twee ervan stierven, de
overigen werden gered. Vele mannen en vrouwen
zijn nog in levensgevaar. liet schijnt dat de
mannon tot iets nog vcrschrikkelijkers hebbon
besloten zij zeiden dat het daareven verhaalde
nog slechts bet begin was hoe zal het einde
dan zijn!"
Tot zoover de brief, welks inhoud maar al (e
zeer overeenstemt met de vroegere berichten over
de mishandelingen der Siberische gevangenen. De
Russische regeering zwijgt: zij doet niet. eens
moeite, de berichten over de gruwelen als onwaar
of overdreven voor to stellen, en ook van verbe
tering in do behandeling der politieke misdadigers
hoort men niets. Daarom is het de plicht dor
onafhankelijke pers. altijd weder op deze gruwelen
te wijzen, opdat er eindelijk verandering in komt.
VOOR DAMES.
Arbeidsters-dub*. WamcJica en
al rijken op xclttiol?(.'nnmriil Ie
j\!i,;:~rt. ??<;/?< d'oc.urrc.
'A'cll lily. Moiioflr>tniine->.
liet is nutteloos, blind to zijn vooral het nieuwe
dat zich, voornamelijk (ei! oji/.ichte van do posi
tie der vrouw, ontwikkelt ; de evolutie gaat haar
gang, en niet eens lang/aam meer. Met iederen
(lag doet de vrouw een schrede op den weg der
zelfstandigheid, zoo zelfs dat men er reeds op
bedacht kan zijn, bij al de nieuwe eigenschappen
die zij haastig verovert, haar het goede ui: haar
vrocgoren toestand, het zachte, beschavende,
ingetogene van de ideale vrouw te doen behouden,
want deze lijden reeds gevaar. In don strijd om
het bestaan treedt zij op vele plaatsen zoo krach
tig naast don man op, dat zij bijna geen vrouw
meer is, en in het ruwe practische bestaan het
bewustzijn vau hare dichterlijke taak, hemclsche
rozen in hot aardsche leven te vlechten", moot
verliezen.
In Engeland, waar. to midden van
ouderwetschheid en vooroordeelen, ook do vooruitgang zich
het krachtigst doet gevoelen, is men ook hierop
bedacht geweest. De vrouw als arbeidster bleef
te weinig vrouw; men heeft haar de gelegenheid
tot beschaving on verpoozing, afzonderlijk van den
man, ook willen bieden. Men hoeft clubs van jonge
werksters opgericht. Do eerste van deze was, zoo
als gewoonlijk geschiedt, door toeval gesticht. Een
aantal jonge meisjes, die 's winters de
avondschooi bezochten, beklaagden zich. dat zij van
l'aschcn tot Octoher, als de school gesloten was,
haar geregelde samenkomsten misten. Zij huurden
nu samen, heel eenvoudig, ecu enkele kamer, hij
de week, en kwamen er onder voorzitterschap van
een oude dame bijeen, lazen, leerden en praatten
er wat, en deden haar best om wat nuttigs op te
doen en tevens aangenaam bezig to zijn. De ka
mer was klein e:i niet uitlokkend; toch uam hot
aantal leden too: er waren er weldra veertig.
waarvan gewoonlijk vijftien of twintig opkwamen.
Weldra was er een grootcr lokaal noodig; men
vormde oen club Do leidsters, de mevrouw on
ecnigo flinke meisjes, begrepen (oen, hoe mifiig
de instelling worden kon, hoc een ernstig inzicht
omtrent zedelijkheid, plicht en verantwoordelijk
heid aan do leden meer gevoel omtrent hare
eigenwaarde kon geven en hen zedelijk verheffen.
Dit streven, eerst half onbewust, toon met
grooter duidelijkheid gehandhaafd, werkte. Hot
strenge toezicht op gedrag maakte het lid/.ijn der
club tot eene eer; de gelegenheid om iu twijfel
achtige gevallen elkander en de dames die presi
deerden to raadplegen, behoedde menig onerva
rene voor een stap dien zij had lemmer betreuren;
het hechten aan goede manieren was oen aantrek
kelijkheid en ecu band te meer.
De eerste clubs haddon tot leden meisjes van
vijftien lot twintig jaren, die anders 's avonds in
de straten rondzwierven, na don dag to hebben
doorgebracht mi t knoopsgaten maken, met
dichtmaken van bussen, etiketten plakken, papier vou
wen of dergelijk werk Men begrijpt dat het in
der beginne geen gemakkelijke taak was, deze
te gast te hebben en er zicii mee bozig te hou
den, maar toen dat ook gelukte, was alles gewon
nen. Weldra kon er een bestuur benoemd worden
uit du meisjes; dit was een eerbewijs, dat bijzon
der veel nued deed; er werd nu wekelijks en maan
delijks een versla..; uitgebracht: bet vermelden
van kleine bijdragen van een aangename voor
lezing, van het uiÜeenen der boeken eu het ver
richte werk, was een tweede, band. Toen \olgde
het. ar.u^re, ook vee! wat ons overtollig zou schij
nen. Er was eene bibliotheek, er werd oen maand
blad uitgegeven, het kofiiobult'et werd ingericht,
grooto dames noodigde.il de loden uit tot het. be
zoeken van een panor.una of een buitengoed, men
vormde een zan;;vereeiii^iny.
Thans zijn er negen arbeidsters-dub^ in Eonden:
allen talrijk. De leden harer zangvereonigingon
hebben zich aaneengesloten, en geven beurtelings
in de pene on de andere club uitvoeringen. Er
wordt op twee vergaderingen 's weeks !es g'geven
in lezen, schrijven, rekenen, geschiedenis en
aardrij skiiüde Eransch en handwerken. Mun begrijpt
dat bijboüezeu ook met voorliefde beoefend wordt;
een nvir.sd in do week zijn er gezelschapsspelen
of vroolijkc lectuur.
Eene ((iiaestie is het in don beginne geweest.
of men don leden het dansen zou toestaan. De op
richtsters waren liberaal genoeg om bet toetejtaan,
waarop zich oen aantal leden terugtrokken: thans
is men verder gegaan, en wordt er van lijd tot
tijd door een danie ecu uurtje piano gespeeld
voor de daushistige Idlen.
Mot de club is in den laatston tijd ook een
Ininif. een tehuis'' verbonden, vooral be.-temd
n de <.;T(;otc iiiauazijiicn \an
en aan velerlei verzoekingen
logeeren er voor .'! a -l
shil; wed;-; ('aaror.dp:1 is vuur en licht opbaar
bewasseiiii'ig en gebruik van den salon be
grepen: niet echter do kost. liet eten kost: o
tbijt iMi' popcc, thee '21^, souper .'!. soep l penny,
middagmaal in de week (i en 's Zondags 7 per.ce.
voor de meisje.» die
het Westend woiki-i
biootu'e.-teld zijn. Zi
kamer, bewassciiiiiii
Do bewoonster moet 's avonds om half elf binner
zijn en mag eens in de week eone uitnoodiging
tot kwart over elf aannemen. ?
_ In 1880 werd de eerste arbcidstersclub
op»encht, or zijn er thans 29 in Engeland, die mot
elkander correspondccren, en dagelijks ontstaan
er nieuwe. Na n jaar lidmaatschap wordt ver
gund het insigne to dragon, oen viooltje, een
sneeuwklokje etc. De entree is een shilling, do
contributie voor drie maanden twee shillings; deze
bijdrage, in de beginne een zware post op het
klein budget der arbeidsters, schijnt haar na
eenigen tijd gering in vergelijking von do rust on
do gelegenheid tot vooniitkomen, die de club
haar bezorgt.
Bestaan dergelijke clubs ook hier, on zoo niet.
is er iets aan te doen om ze te heipon oprichten?
Het jonge meisje toch, dat van den arbeid harer
handen leven moet, is in de geheele wereld het
zelfde hulpp.loozo wezen.
*
* *
_0p eenige Londonsche scholen heeft men iets
iiieuws ingevoerd dat zeker navolging zal vinden.
terwijl de jongens een paar uren met huisvlijt"
worden bezig gehouden wordt aan eenige meisjes,
tot nog toe slechts aan eenige verdienstelijke
leer.ingen uit de hoogere klassen. _ verlof ge
geven, do kleeren, die zij daartoe van huis mo
gen meebrengen, te wa-schen.
Ieder weet, hoc gaarne meisjes haar poppon
wasscben ; het is dus niet |0 verwonderen dat de
vijt groote schoollokalen die daarvoor eens in de
week ontruimd worden, als vijf paradijzen worden
beschouwd. Men stelle zich voor: een aroote ka
mer, gewitte muren, het hord en de banken in
een hoek: twaalf mei.-jes staan ieder voor eene
kleine blikken tobbe, met do armen in hef zeepsop ?
Daarna uitspoelen, wringen, blauwen (het
blauwsei wordt toegemeten, uit vrees voor indiscreot
.gebruik), uithangen Ora (e drotron aan laiin-e
ouwen Het spijt de meisjes wel. d,^ dit niet
hinten kan gebeuren; zij weten a! dat een warme
dag met een klein koeltje" het beste is en dat
gekleurd goed in de schaduw moet dro«èn " Hot
drogen geschiedt, in de kleerenkamer. waar het
heet gestookt wordt. Dan volgt matigden en strijken
leder wacht haar beurt aan de iuam>ol en er is'
streng toezicht noodig om al de kleine viWrs
voor knellen te redden. Kr wordt ngevocht strijk
planken aangedragen en ijzers gewarmd Aan
iedere strijkplank staan drio meisjes te strijken
te gianzen en te «auffreercn ; voor stijfsel loeren'
zij bet echte recept, niet een snuifje borax en een
idoefjo waskaars, liet linnen, dat 's Zondags vaders
en broers zullen dragen, glanst u dan ook torren..
Onder de les worden een psar rebels op het
bord geschreven, en door de kinderen gecopioenl,
by. : fa.ielïakens moeten in i'.ricen servetten in'
vieren gevouwen worden."
Uit. Xizza wordt bericht dit bet tsveede
blocrnencorso. op 17 Eebr. gebonden, het eerste verre
m pracht overtroffen heeft Het weer was prachti'.r
i zou en fri^eli.i win<1; de zee was blauw met lior>ge
witte nolven: langs de rij hotel-;, met vladen
vor; sienl, tribunes ,,?villa's, rolde een eimïelooze iile
van bontgobloomdc rijtuigen; de boiii]iietten vlo
gen heen en weer; in de elegantste eq!iipu,;>;es was
een ware tentoonstelling van sehoone en
aanzien| lijke vrouwen. Onder de eerste werden biizonder
toegejuicht twee dames der denii-monde. die zelf
! haar uiterst smaakvol gedecoreerde, rijtuigen, ge
heel met bloemen overdekt, monden. Met, deze
l twee prinsessen der deiui-moiide. in vorstelijke
toiletten schitterend, reed op dezelfde rij de
Rus| s-ischo pjrootvorst Nicolaas. die ijvorhr aa'n de
bataille deelnam; hem werd ook na afloop een
deitwaalf' door het comitéuitgeloofde eerebanieren
toegewezen.
Allerliefst was een rijtuig in den vorm van een
bloomonmar.d. v,-aarin aan iederen kant ondei- het
deksel drie aardige kleine meisjes in witte en
j grijze kattoisvellen, kwamen uitkijken. Ook prinses
j Goot^iewskala. de inoi-gnnatisclie' weduwe- van den
vorL'On ('zar. woont sedert jaren 's winter; te
Nizza, on nam aan het Corso deel. Er waren
talloozc geest ia bedachte rijtiiigversioringen. die ieder
een beschrijving w-aard zoudon zijn.
's Avonds had in de Rue Saint Erancois de l'anl.
het ('<>r*<> liluxc plaats Enkel witte 'dnmir.os on
witte costiimes waren toegelaten: alles, decoratie
rijtuigen en paarden, was wit. Van uit dei),/ tri! i i*
jniiilic straalde wit electrisch licht op het gewoel
GEWONE Ol'ENlNU
voor liefhebbers, die niet genoegzaam op de
hoogte zijn. om de partijen der grooto meesters
te volgen. Daarom geven wij deze partij, die
gcspceld is in der tijd toen de Ganibiots noch niet
zoo algemeen bestudeerd waren.
II. J. Anderson.
J. ,1, Vcraart.
/wart
t. Probleem van K. Suszholz te Delft.
SIBERISCH*: GEVANGEXEN.
Nauwelijks is de verontwaardiging, in clc geheele
beschaafde wereld gewekt door de onthullingen der
Siberische brieven in de Times, een weinig bedaard,
of er komen uit Rusland weer berichten, die zoo
mogelijk nog erger luiden. Het volgende is een
?"??''ie van een brief, die te Uisztijc gi-fcchrover