De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 2 maart pagina 6

2 maart 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 662 En zij snikte, en drukte Eood-poesje, die nu haar eenige troost was, aan het hart. Mama nam Suzanne op schoot, liefkoosde haar, beloofde haar een nieuwen olifant, die nog grooter en geheel wit zou zijn, want witte oli fanten zijn heel zeldzaam. Maar alles hielp niets; Suzanne was al te bedroefd. Mama nam nu haar toevlucht tot het uiterste middel. Zij opende haar groote kast, en gaf Suzanne verlof, die »op te ruimen", dat wil zeggen, alles door elkaar te halen, alles, zelfs het kistje van slangen hout, waarin zich hare kostbaarheden bevonden. Suzanne en Bood-poesje werden met juweelen en andere sieraden bedekt. Het kleine meisje nam den grooten gouden ketting, die tot op haar knieën afhing, de diamanten oorbellen, die zij, zoo goed als het ging. in de kleine blonde krulletjes vasthaakte, welke achter haar ooren kroesden, den grooten diadeem van git, twee armbanden voor iederen arm en ieder been, en drie ringen voor iedereu vinger. Koodpoesje was geheel in een langen gouden kabel gewikkeld, had om den hals een horloge met ketting en twee medaillons, en droeg als een tiara den punchbeker van email met goud op den kop. Maar er bleven nog altoos een aantal sie raden ongebruikt, en toen nu Suusje er aan dacht, hoe zij met al dat moois den olifant zoo prachtig had kunnen opsieren, begon zij opnieuw allerbedroefdst te snikken. De moeder vond, dat Suzanne wat gloeierig was, en daar het vochtig weer was, legde zij het kind in het groote bed, waar Suzanne. met Bood poesje naast zich, al spoedig insliep. Toen Suzanne twee uur later wakker werd, was zij vuurrood; haar handjes waren droog en bran dend. Suzanne had de koorts. Papa, die juist kwam dejeuree'en, liet den dokter halen. »Het heeft niets te beteekenen", zeide de dok ter, een beetje zenuwachtige overspanning, we zullen haar wat kalmeeren". Toen 's avonds de kuidermeid het bed wat in orde bracht, waarin Suzanne onder de dikke warme deken lag ingestopt, viel Kood-poesje, die in een tip van de deken lag, er uit, op den grond. De deken bleef haken aan het tafeltje, waarop de drankflesch stond, bet tafeltje viel om en kraakte Kood-poesje de ribben. Suzanne gaf een gil: «Kood-poesje ! Kood-poesje ook !" en viel bijna bewusteloos in het kussen. De dokter kwam terug. Hij haalde ontevre den de schouders op ; d£ koorts was hevig, het kind ijlde. »Mijn olifant! Mijn Rood-p;>ésje!" riep zij voortdurend en drukte hut verminkte, platgedrukte beestje aan haar borst. De nacht was onrustig, en den volgenden morgen zag de dokter, dat Suusje volstrekt niet beter geworden was. De koorts werd maar niet minder en Suzanne's mama zat stil te schreien. Terwijl de dokter zijn recept schreef, reikte Suzance papa het poesje en zeide: »Zie eens, papa, hoe ziek Kood-poesje is!" De dokter schreef voor Suzanne een drank op; voor het poesje had hij geen recept Maar ook Suusje werd in den loop van den dag niet beter. Toen nam Suusjes papa de poes, en legde haar een verband aan met streken linnen, die mama gescheurd had.J Suusje keek er naar, zij bemerkte, dat men poesjes compressen in medicijn doopte en ze van tijd tot tijd ververschte; toen begon ze weer te hopen en nam ook zelf moedig haar drankje in. Papa verliet het huis en ging naar den speel goedwinkel, waar hij veertien dagen te voren Kood-poesje had gekocht »Ge hadt toen nog juist zulk een katje", zeide hij tot den winkelier, dat moet ik tot eiken prijs hebben". De kat was intusschen verkocht geworden, maar de winkelier wist den naam der dame, die haar gekocht had en de papa begaf zich daar heen. Onderweg vroeg hij zich met angstig hart af, of hij het tweede Kood-poesje nog levend zou vinden. Toen hij de mevrouw verteld had, in welke angst Suzanne's niama was, en op welk denkbeeld zij gekomen waren, ging de mevrouw verheugd naar hare kast en haalde het roode poesje er gezond en ongedeerd uit. »Ik heb het mijn kleiuen Paul nog niet gegeven'" zeide zij, »omdat zijn laatste paard nog drie pooien heeft." Suusje's papa kuste de mevrouw uit dankbaar heid de hand en ging naar huis. Suusje sliep inet haar veelgeliefd poesje naast zich. Papa nam Rood-poesje in de hand en draaide het naar alle kanten. Hij bemerkte den deuk in den hoek van het rechter oog, de schrammen aan den rechter voorpoot, de /onder linge kleur van den snor, toen sloot hij zich in zijn studeerkamer op, en ging aan liet werk. Toen Suzanna wakker werd, lag Rood-poosie naast haar, geheel in het verband en gezwach teld ; maar in zijn geheele uiterlijk had liet iets vroolijkers en opgewekters dan een paar uur geleden. »Ik geloof werkelijk, dat het met Kood-poesje wat beter gaat, Suusje," zeide papa en gaf' zijn dochtertje een kus ; »kijk zelf eens, kim.. Het komt mij voor, alsof haar ribben weer in orde kwamen. Wat dunkt je, zou ik eens probceren, het verband er af te npinen, Sausje?'' »Ja maar voorzichtig papa, heel voorzichtig." De eompre-sen en het verband werden er uiterst voorzichtig afgenomen, en daar was Roodpoesje weer, geheel gezond van ribben, die geen spoor van kneuzing meer toonden. «Maar wat ruikt het vreemd!' zeide Suzanne stralend van geluk. »Ja, mijn kind, dat komt van de medicijn.'" Den volgenden dag was Su/.iinne weer beter. »Zoo, nu is zij buiten gevaar,'' zeide de dokter opgeruimd en niet zonder eenigen triomf. Suusje's papa glimlachte even ; het kwam echter niet bij hem op, 7.ich wegens onbevoegde uitoefening der geneeskunde gerechtelijk te laten vervolgen. is aan iemand te Zürich. In Kara is een gevan genis, waarin talrijke, tot dwangarbeid veroordeelde politieken" zijn opgesloten. De woordelijke ver taling van den brief luidt als volgt: De vrouwelijke gevangenen hadden bij de over heid een adres ingediend, met verzoek den com mandant der gevangenis. Mossjukone, te ontslaan, daar zij een ondraaglijke behandeling moesten verduren. De tot dwangarbeid veroordeelde Kawaljemskaja zou op zijn hevel naar een andere gevangenis worden overgebracht; dit bevel werd op de ruwste wijze uitgevoerd. Men drong des nachts in de cel van Kawaljewskaja, trok haar, zoo ziek als zij was, uit haar bed en sleurde haar naakt door de heele gevangenis, waarbij zij blootgesteld was aan de cynische en gemcene op merkingen der soldaten. Ondanks al het. smeeken van de vrouwelijke gevangenen werd de comman dant niet ontslagen. Daarom besloten zij allen, het voedsel te weigeren en te verhongeren De eerste hongerperiode duurde zes dagen, de tweede acht, de derde twaalf en do laatste eindelijk drie en twintig dagen! De autori teiten werden bang en gaven hevel de vrou wen kunstmatig te voeden. O ra haar lotgenooten te verlossen, besloot eindelijk Sigida. een eveneens tot dwangarbeid veroordeelde, zich op te offeren. Zij nam zich voor, den commandant een oorvijg te geven, in de hoop dan opgehangen te worden en door dit heroïsche middel de over heid tot het ontslaan van den commandant te dwin gen. Zij bracht haar plan tot uitvoering, do com mandant kreeg zijn oorvijg. Maar Sigida's opoffering was vergeefs. Men sloot haar eerst op in streng arrest, daarop deed de commandant rapport aan den gouverneur-ge neraal Korft'. Deze beval Sigida wegens beleediging van een beambte als een gcmeenen (niannelijken) misdadiger te behandelen en haar met 100 knoetslagen te straften. Alle vrouwelijke ge vangenen stonden daartegen op en verzochten per telegram aan den gouverneur-generaal, dien maat regel in te trekken. De gevangenisdokter weigerde bij de executie tgenwoordig te zijn, daar Sigida een hartkwaal had en over liet algemeen zeer zwak was; hij vreesde, dat zij de executie niet zou overle ven. In antwoord op dit telegram en het rapport van den doktor werd er terug getelegrafeerd het vonnis dadelijk te voltrekken, en dan maar zonder dokter. Den 2<5n November kreeg Sigida du hon derd knoetslagen, den 2!)n November stierf zij. Alle vrouwelijke gevangenen besloten nu. door zelfmoord tegen deze brutale tuchtiging te protcsteeren. Zij namen allen vergif' in. Diie harer stierven, de overigen worden gered. De met het toezicht belaste gendarmes, door de doodelijke stilte opmerkzaam geworden, vonden de vrouwen stervende, maar door tijdig aangewende middelen gelukte het de meesten te redden. Op Ca mannonafdeeling besloot de helft der gevangenen even eens zich van kant te maken; niet hun twaalven vergiftigden zij zich. Twee ervan stierven, de overigen werden gered. Vele mannen en vrouwen zijn nog in levensgevaar. liet schijnt dat de mannon tot iets nog vcrschrikkelijkers hebbon besloten zij zeiden dat het daareven verhaalde nog slechts bet begin was hoe zal het einde dan zijn!" Tot zoover de brief, welks inhoud maar al (e zeer overeenstemt met de vroegere berichten over de mishandelingen der Siberische gevangenen. De Russische regeering zwijgt: zij doet niet. eens moeite, de berichten over de gruwelen als onwaar of overdreven voor to stellen, en ook van verbe tering in do behandeling der politieke misdadigers hoort men niets. Daarom is het de plicht dor onafhankelijke pers. altijd weder op deze gruwelen te wijzen, opdat er eindelijk verandering in komt. VOOR DAMES. Arbeidsters-dub*. WamcJica en al rijken op xclttiol?(.'nnmriil Ie j\!i,;:~rt. ??<;/?< d'oc.urrc. 'A'cll lily. Moiioflr>tniine->. liet is nutteloos, blind to zijn vooral het nieuwe dat zich, voornamelijk (ei! oji/.ichte van do posi tie der vrouw, ontwikkelt ; de evolutie gaat haar gang, en niet eens lang/aam meer. Met iederen (lag doet de vrouw een schrede op den weg der zelfstandigheid, zoo zelfs dat men er reeds op bedacht kan zijn, bij al de nieuwe eigenschappen die zij haastig verovert, haar het goede ui: haar vrocgoren toestand, het zachte, beschavende, ingetogene van de ideale vrouw te doen behouden, want deze lijden reeds gevaar. In don strijd om het bestaan treedt zij op vele plaatsen zoo krach tig naast don man op, dat zij bijna geen vrouw meer is, en in het ruwe practische bestaan het bewustzijn vau hare dichterlijke taak, hemclsche rozen in hot aardsche leven te vlechten", moot verliezen. In Engeland, waar. to midden van ouderwetschheid en vooroordeelen, ook do vooruitgang zich het krachtigst doet gevoelen, is men ook hierop bedacht geweest. De vrouw als arbeidster bleef te weinig vrouw; men heeft haar de gelegenheid tot beschaving on verpoozing, afzonderlijk van den man, ook willen bieden. Men hoeft clubs van jonge werksters opgericht. Do eerste van deze was, zoo als gewoonlijk geschiedt, door toeval gesticht. Een aantal jonge meisjes, die 's winters de avondschooi bezochten, beklaagden zich. dat zij van l'aschcn tot Octoher, als de school gesloten was, haar geregelde samenkomsten misten. Zij huurden nu samen, heel eenvoudig, ecu enkele kamer, hij de week, en kwamen er onder voorzitterschap van een oude dame bijeen, lazen, leerden en praatten er wat, en deden haar best om wat nuttigs op te doen en tevens aangenaam bezig to zijn. De ka mer was klein e:i niet uitlokkend; toch uam hot aantal leden too: er waren er weldra veertig. waarvan gewoonlijk vijftien of twintig opkwamen. Weldra was er een grootcr lokaal noodig; men vormde oen club Do leidsters, de mevrouw on ecnigo flinke meisjes, begrepen (oen, hoe mifiig de instelling worden kon, hoc een ernstig inzicht omtrent zedelijkheid, plicht en verantwoordelijk heid aan do leden meer gevoel omtrent hare eigenwaarde kon geven en hen zedelijk verheffen. Dit streven, eerst half onbewust, toon met grooter duidelijkheid gehandhaafd, werkte. Hot strenge toezicht op gedrag maakte het lid/.ijn der club tot eene eer; de gelegenheid om iu twijfel achtige gevallen elkander en de dames die presi deerden to raadplegen, behoedde menig onerva rene voor een stap dien zij had lemmer betreuren; het hechten aan goede manieren was oen aantrek kelijkheid en ecu band te meer. De eerste clubs haddon tot leden meisjes van vijftien lot twintig jaren, die anders 's avonds in de straten rondzwierven, na don dag to hebben doorgebracht mi t knoopsgaten maken, met dichtmaken van bussen, etiketten plakken, papier vou wen of dergelijk werk Men begrijpt dat het in der beginne geen gemakkelijke taak was, deze te gast te hebben en er zicii mee bozig te hou den, maar toen dat ook gelukte, was alles gewon nen. Weldra kon er een bestuur benoemd worden uit du meisjes; dit was een eerbewijs, dat bijzon der veel nued deed; er werd nu wekelijks en maan delijks een versla..; uitgebracht: bet vermelden van kleine bijdragen van een aangename voor lezing, van het uiÜeenen der boeken eu het ver richte werk, was een tweede, band. Toen \olgde het. ar.u^re, ook vee! wat ons overtollig zou schij nen. Er was eene bibliotheek, er werd oen maand blad uitgegeven, het kofiiobult'et werd ingericht, grooto dames noodigde.il de loden uit tot het. be zoeken van een panor.una of een buitengoed, men vormde een zan;;vereeiii^iny. Thans zijn er negen arbeidsters-dub^ in Eonden: allen talrijk. De leden harer zangvereonigingon hebben zich aaneengesloten, en geven beurtelings in de pene on de andere club uitvoeringen. Er wordt op twee vergaderingen 's weeks !es g'geven in lezen, schrijven, rekenen, geschiedenis en aardrij skiiüde Eransch en handwerken. Mun begrijpt dat bijboüezeu ook met voorliefde beoefend wordt; een nvir.sd in do week zijn er gezelschapsspelen of vroolijkc lectuur. Eene ((iiaestie is het in don beginne geweest. of men don leden het dansen zou toestaan. De op richtsters waren liberaal genoeg om bet toetejtaan, waarop zich oen aantal leden terugtrokken: thans is men verder gegaan, en wordt er van lijd tot tijd door een danie ecu uurtje piano gespeeld voor de daushistige Idlen. Mot de club is in den laatston tijd ook een Ininif. een tehuis'' verbonden, vooral be.-temd n de <.;T(;otc iiiauazijiicn \an en aan velerlei verzoekingen logeeren er voor .'! a -l shil; wed;-; ('aaror.dp:1 is vuur en licht opbaar bewasseiiii'ig en gebruik van den salon be grepen: niet echter do kost. liet eten kost: o tbijt iMi' popcc, thee '21^, souper .'!. soep l penny, middagmaal in de week (i en 's Zondags 7 per.ce. voor de meisje.» die het Westend woiki-i biootu'e.-teld zijn. Zi kamer, bewassciiiiiii Do bewoonster moet 's avonds om half elf binner zijn en mag eens in de week eone uitnoodiging tot kwart over elf aannemen. ? _ In 1880 werd de eerste arbcidstersclub op»encht, or zijn er thans 29 in Engeland, die mot elkander correspondccren, en dagelijks ontstaan er nieuwe. Na n jaar lidmaatschap wordt ver gund het insigne to dragon, oen viooltje, een sneeuwklokje etc. De entree is een shilling, do contributie voor drie maanden twee shillings; deze bijdrage, in de beginne een zware post op het klein budget der arbeidsters, schijnt haar na eenigen tijd gering in vergelijking von do rust on do gelegenheid tot vooniitkomen, die de club haar bezorgt. Bestaan dergelijke clubs ook hier, on zoo niet. is er iets aan te doen om ze te heipon oprichten? Het jonge meisje toch, dat van den arbeid harer handen leven moet, is in de geheele wereld het zelfde hulpp.loozo wezen. * * * _0p eenige Londonsche scholen heeft men iets iiieuws ingevoerd dat zeker navolging zal vinden. terwijl de jongens een paar uren met huisvlijt" worden bezig gehouden wordt aan eenige meisjes, tot nog toe slechts aan eenige verdienstelijke leer.ingen uit de hoogere klassen. _ verlof ge geven, do kleeren, die zij daartoe van huis mo gen meebrengen, te wa-schen. Ieder weet, hoc gaarne meisjes haar poppon wasscben ; het is dus niet |0 verwonderen dat de vijt groote schoollokalen die daarvoor eens in de week ontruimd worden, als vijf paradijzen worden beschouwd. Men stelle zich voor: een aroote ka mer, gewitte muren, het hord en de banken in een hoek: twaalf mei.-jes staan ieder voor eene kleine blikken tobbe, met do armen in hef zeepsop ? Daarna uitspoelen, wringen, blauwen (het blauwsei wordt toegemeten, uit vrees voor indiscreot .gebruik), uithangen Ora (e drotron aan laiin-e ouwen Het spijt de meisjes wel. d,^ dit niet hinten kan gebeuren; zij weten a! dat een warme dag met een klein koeltje" het beste is en dat gekleurd goed in de schaduw moet dro«èn " Hot drogen geschiedt, in de kleerenkamer. waar het heet gestookt wordt. Dan volgt matigden en strijken leder wacht haar beurt aan de iuam>ol en er is' streng toezicht noodig om al de kleine viWrs voor knellen te redden. Kr wordt ngevocht strijk planken aangedragen en ijzers gewarmd Aan iedere strijkplank staan drio meisjes te strijken te gianzen en te «auffreercn ; voor stijfsel loeren' zij bet echte recept, niet een snuifje borax en een idoefjo waskaars, liet linnen, dat 's Zondags vaders en broers zullen dragen, glanst u dan ook torren.. Onder de les worden een psar rebels op het bord geschreven, en door de kinderen gecopioenl, by. : fa.ielïakens moeten in i'.ricen servetten in' vieren gevouwen worden." Uit. Xizza wordt bericht dit bet tsveede blocrnencorso. op 17 Eebr. gebonden, het eerste verre m pracht overtroffen heeft Het weer was prachti'.r i zou en fri^eli.i win<1; de zee was blauw met lior>ge witte nolven: langs de rij hotel-;, met vladen vor; sienl, tribunes ,,?villa's, rolde een eimïelooze iile van bontgobloomdc rijtuigen; de boiii]iietten vlo gen heen en weer; in de elegantste eq!iipu,;>;es was een ware tentoonstelling van sehoone en aanzien| lijke vrouwen. Onder de eerste werden biizonder toegejuicht twee dames der denii-monde. die zelf ! haar uiterst smaakvol gedecoreerde, rijtuigen, ge heel met bloemen overdekt, monden. Met, deze l twee prinsessen der deiui-moiide. in vorstelijke toiletten schitterend, reed op dezelfde rij de Rus| s-ischo pjrootvorst Nicolaas. die ijvorhr aa'n de bataille deelnam; hem werd ook na afloop een deitwaalf' door het comitéuitgeloofde eerebanieren toegewezen. Allerliefst was een rijtuig in den vorm van een bloomonmar.d. v,-aarin aan iederen kant ondei- het deksel drie aardige kleine meisjes in witte en j grijze kattoisvellen, kwamen uitkijken. Ook prinses j Goot^iewskala. de inoi-gnnatisclie' weduwe- van den vorL'On ('zar. woont sedert jaren 's winter; te Nizza, on nam aan het Corso deel. Er waren talloozc geest ia bedachte rijtiiigversioringen. die ieder een beschrijving w-aard zoudon zijn. 's Avonds had in de Rue Saint Erancois de l'anl. het ('<>r*<> liluxc plaats Enkel witte 'dnmir.os on witte costiimes waren toegelaten: alles, decoratie rijtuigen en paarden, was wit. Van uit dei),/ tri! i i* jniiilic straalde wit electrisch licht op het gewoel GEWONE Ol'ENlNU voor liefhebbers, die niet genoegzaam op de hoogte zijn. om de partijen der grooto meesters te volgen. Daarom geven wij deze partij, die gcspceld is in der tijd toen de Ganibiots noch niet zoo algemeen bestudeerd waren. II. J. Anderson. J. ,1, Vcraart. /wart t. Probleem van K. Suszholz te Delft. SIBERISCH*: GEVANGEXEN. Nauwelijks is de verontwaardiging, in clc geheele beschaafde wereld gewekt door de onthullingen der Siberische brieven in de Times, een weinig bedaard, of er komen uit Rusland weer berichten, die zoo mogelijk nog erger luiden. Het volgende is een ?"??''ie van een brief, die te Uisztijc gi-fcchrover

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl