De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 16 maart pagina 1

16 maart 1890 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°, 664. DE AMSTERDAMMEK A°. 1890. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 16 Maart. Abonnement per 3 maanden ?1.125, fr. p. post/" 1.27' Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10 Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . . . 0.20 Reclames per regel 0.40 I K H O U D: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON: Miss Snowden's echtgenoot. II. KUNST EN LETTEREN: Tooneel te Amsterdam, door Fr. Een nieuw dramaschrijver. Muziek in de hoofdstad, door Von Brucken Fock. Nieuwe uitgaven op muzikaal gebied, door dezelfde. Aanteekeningen Schilderkunst, door V. In me moriam, door A. C. W. De verandering in ons yolkstype, door N. de R. Zola's nieuwe roman. De decadente litteratuur. VARIA. MI LITAIRE ZAKEN: De nieuwste militaire oefenin gen. II WETENSCHAP: Suggestie in het dagelijksch leven. SCHAAKSPEL. De Poesjenellenkelders" van 't Oud Brussel, door Herman Bogaardt Ledeganck. Kobussie Slaapos," door Jo van Sloten. Voor Dames, door E-e. AL LERLEI. RECLAMES. BEURSOVER ZICHT. ADVERTENTIËN. Van verre en van nabij. Koloman Tisza is het slachtoffer geworden van de oppositie in Hongarije. Hij heeft zijne plaats aan de tafel der ministers, die hij vijf tien jaren achtereen met eere heeft vervuld, verlaten, om zich weder te begeven onder de rijen der afgevaardigden. In den langen duur van Tisza's ministerieele werkzaamheid ligt juist de verklaring van zijn aftreden. De regeeringsmeerderheid erkent nog steeds zijne verdiensten, maar de aanhankelijke geestdrift heeft voor eene koele achting plaats gemaakt, en niemand heeft in de laatste maanden met vurige overtuiging eene lans voor den ouden premier gebroken, wanneer de oppositie hem dag op dag met smaad overlaadde. Tisza heeft begrepen, dat er ook voor hem een tijd was van komen en van gaan; hij heeft gevoeld, dat men hem moede was geworden, en hij is heengegaan vóórdat hij zijn invloed had ver loren. In de richting der Hongaarsche politiek zal voorloopig zeker geen belangrijke wijziging worden gebracht. Immers behalve Tisza en Teleki blijven alle ministers hunne portefeuille behouden. Toch is het niet onwaarschijnlijk, dat tusschen de regeeringspartij en de oppo sitie eene zekere toenadering zal tot stand komen, die onmogelijk was. zoolang Tisza de leiding der politiek behield, omdat de oppo sitie tegen hem een te persoonlijk karakter droeg. Het heeft zeer de aandacht getrokken, dat voor het eerst sedert lange jaren de beide leiders der oppositie, graaf Stephan Karolyi, en graaf Albert Apponyi op een diner ten hove zijn uitgenoodigd. De keizer moet hun in bedekte termen hebben te kennen gege ven, dat de houding der oppositie hem slechts matig beviel, waarop graaf Karolyi den kei zer, met duidelijke toespeling op Tisza, ant woordde, dat de souverein ongetwijfeld ver keerd was ingelicht. Feuilleton. Miss Snowden's echtgenoot. 2) Naar het Engelsch. Er heerschte een paar minuten stilte; in dien tijd dwaalden mijn gedachten naar huis terug, ik zag mijn moeder in mijn verbeel ding bezig met de toebereidselen voor haar zeldzame en lange afwezigheid van huis. Ik was ver met mijn gedachten op haar reis vooruit, en was bijna het gesprek vergeten toen Helen, on voorbedacht, alsof zij aan een nieuw onderwerp begon, zeide, »heb ik je ge zegd dat mijn broeder Hoger te Edenhurst logeert? Hij is eindelijk van zijn reizen terug." Ik weet niet welk instinct mij bewoog op te zien, toen zij sprak, ik ving een snellen blik van Helen op, in een oogenblik begreep ik al wat er in te lezen stond. Het deed me geen genoegen; in allen gevalle was ik er verwonderd over, want ik las in Helens blik een ernstigen wensch, welken ik niet bereidwillig diende. Zulk een onder linge overeenstemming beleedigde mijn trots en mijn kieschheid. Helen bezat ook waar digheid en fijn gevoel genoeg, en hoe meer ik er orer nadacht, des te meer was ik over tuigd dat zij de oogenbiikkelijke onvoorzich tigheid, welke mij zoovel leed deed, betreurde. Het overige gedeelte onzer on.:''"Triart werd in overpeinzing doorgebracht, en ik geloof dat we beiden verheugd waren, toen de groote ijzeren hekken van Edenhurstpark in het ge zicht kwamen. Wij gleden er tusschen door, daarna onder een prachtige laan lindeboomen, die er in hun zomerdos zeker allerprachtigst uitzagen en nu zelfs een zekere grootsche schoon heid ten toon spreidden. Aan het einde stond het kasteel, een edel gebouw, aan de voor zijde een schoone portiek op Corinthische zui len rustende. Laiïgs het front liep een breed Graaf Szapary, de nieuwe premier, was twee jaren geleden genoodzaakt zijn post als mi nister van financiën te verlaten, omdat de Kamer hem duidelijk had te kennen gegeven, geen vertrouwen te stellen in zijn beheer. Toen hij aftrad, steeg onmiddellijk de prijs der Hongaarsche rente. Nu hij wederom op treedt, en wel als hoofd van een Kabinet. blijft de beurs even vast als te voren. Of graaf Szapary in dien korten tijd zijn leven gebeterd heeft, weten wij niet; wel, dat de beurs niet altijd een goede politieke thermo meter is. Ware zij dit thans geweest, dan zou zij niet hebben vergeten, dat onder het vijf tienjarig bestuur van Tisza de koers der Hon gaarsche papier-rente twaalf percent is gere zen, zoodat hij thans weder bijna geheel met dien van de ostenrijksche rente gelijk staat. Nog steeds zijn de Duitsche bladen vol van de kanselierscrisis, ofschoon het posi tieve bewijs, dat zulk eene crisis bestaan heeft of bestaat, door niemand is geleverd. Bij de geheel bijzondere positie, die de heer Von Bismarck in het Duitsche rijk bekleedt, behoeft hij, voor hij een besluit neemt om trent zijn heengaan of zijn blijven, met nie mand te rade te gaan dan met den keizer, allerminst zeker met zijne collega's. En daar de beide hoofdpersonen blijven zwijgen, tast men met gissingen en vermoedens in het duister rond. Het is natuurlijk voor iedereen duidelijk, dat er tusschen den keizer en den rijkskanselier belangrijke verschillen van mee ning bestaan. Den heer Von Bismarck kan het niet aangenaam zijn, dat de keizer zich over de koloniale politiek, over de rol, die de marine moet vervullen, over de arbeidersbescherming heeft uitgelaten op eene wijze, die met de vroegere adviezen van den rij kskanselier geheel in strijd is. Men weet ook, dat van de meest verschillende zijden de uitslag der jongste verkiezingen wordt voorgesteld als de neder laag en de veroordeeling der in de laatste jaren door den heer Von Bismarck toegepaste poli tiek. Men mag aannemen, dat de eenigszins geruchtmakende wijze, waarop de keizer zijn soms van meer jeugdige opgewondenheid dan rijpe staatsmanswijsheid getuigende denk beel den pleegt uit te spreken, den heer Von Bismarck noch verstandig, noch politiek kan toeschijnen. Verder is het bekend, dat in den laatsten tijd talrijke en langdurige conferentiën hebben plaats gehad tusschen den keizer en den rijkskanselier, welke laatste zich vroeger zoo weinig mogelijk te Berlijn placht te vertoon en. Maar door dit alles wordt men nog niet veel wijzer. Als de heer Von Bismark thans terugtreedt, dan. zou hij daardoor te kennen geven, dat hij den invloed van den Keizer voor machtiger houdt dan den zijnen, en zich met kiezelzand bedekt terras, aan beide zijden versierd door een statigen ceder, welke bij zonder mijn aandacht trok wegens het prach tige effect van de sneeuw, die er op lag, ingesloten door een rand van donker geWaderte. Toen de slede voor den ingang stilstond, bemerkte ik eenige personen voor het raam aan de rechterzijde van de portiek en twee heereii verschenen onmiddellijk aan de voor deur en hielpen ons uitstijgen. De een, een schoon en vriendelijk man van middelbaren leeftijd werd mij door Helen als haar schoonbroeder,den kapitein,voorgesteld.»Mijn broeder Roger" was de tweede introductie, en in den haastigen verlegen blik waarmee ik er nota van nam, was genoeg om den trotschen na druk op die woorden gelegd te rechtvaardigen. In de gang stond Mrs. Vincent, een andere Helena zoo als ik later aan mijn moeder schreef. Ik mocht er wel bijgevoegd hebben een uitgebreider exemplaar. Zij was een zacht zinnige bedaarde vrouw, niet vriendelijk lachende oogen, ccn zacht schoon gelaat en Helens gouden krullen glad en ordelijk, op welke laatste eigenschappen Helen zelden aan spraak maken kon. Haar hartelijke verwel koming verdreef mijn schroomyalligheid en toen ik het kop thee, dat zij mij eigenhandig aanreikte, gebruikt had, voelde ik mij thuis en nam met genoegen deel aan de beschrij ving, die Helen van onze sledevaart gaf'. »Dus, Miss Mackenzie, u keurt mijn Transatlantischen invoer goed?" zei Mr. Featherstone. De woorden waren niet vrij van affectatie, maar de manier, de toon wel; de stem W2S zonder tegenspraak de aangenaamste, die ik ooit gehoord had; zij doortrilde mij op een vreemde wijze, en het volgende oogenblik denkende aafl den blik van Helen, stamelde ik een soort vai, aiit'n'wrd uit met het bewust zijn, dat ik er uit moei Bezien hebben als een meisje pas aan de schoolbanken ontko men en was uiterst ontevreden over n^jn gebrek aan zelf'beheersching. Maar Helen k\;'.am m te hulp en voerde mij mede, eerst n.!iar dus niet meer in staat acht, om de geheele binnenlandsche en buitenlanclsche politiek te leiden in die richting, welke hem persoonlijk de beste voorkomt. Als de keizer den heer Von Bismarck laat gaan, dan begaat hij een waagstuk, waarbij al zijne vroegere verras sende coups-de-tèlc in het niet verzinken. Het is zeer zeker in hooge mate overdreven, zoo niet volkomen onjuist, wat de freisinmge Zeüung beweert: »het volk, in al zijne partijschakeeringen beschouwt het heengaan of blijven van den rijkskanselier met eene volkomene, bijna ijskoude onverschilligheid, welke wij een jaar geleden nog voor onmogelijk zouden hebben gehouden." Ten opzichte van den rijkskanselier geldt in Duitschland de spreuk: »Wie veel heeft lief gehad, dien zal veel worden vergeven." Hij heeft zoovele en zoo groote dingen tot stand gebracht, dat een echec aan zijn prestige wei nig of geen afbreuk kan doen. Er bestaat in Duitschland, en ook buiten de grenzen van het Duitsche vaderland, een Bismarck-cultus, waarmede alle partijen rekening bebben te houden, en het wantrouwen, waarmede alge meen de onberekenbare houding van keizer Wilhelm wordt beschouwd, zal zeker niet ver minderen, wanneer men verneemt, dat hij den ouden en beproefden raadsman der kroon heeft laten gaan. De aera-Bismarck is zeker lang geen ideaal geweest, maar als de rijks kanselier van het tooneel is verdwenen, zal men staan tegenover een groot yraagteeken, en dat is in de gegeven omstandigheden mo gelijk geen verbetering. In Engeland is, na langdurige debatten, waarbij de lersche quaestie eene zeer voor name rol speelde, het adres van antwoord op de troonredeaangenomen. Onmiddellijk daarna is dezelfde quaestie weder aan de orde ge steld. Men weet, dat het rapport der Parnellcommissie, niet lang geleden aan de vertegen woordigers medegedeeld, de lersche nationa listen op verreweg de meeste punten vrijsprak van de door de Times tegen hen ingebrachte beschuldigingen. Wat in die beschuldigingen nieuw was, is niet bewezen ; wat er in be wezen was, is niet nieuw. De regeering had, bij monde van den heer Smith, voorgesteld, dat het Huis zich, onder dankzegging voor de onpartijdigheid van het onderzoek der commissie, zou neerleggen bij de conclu sie» van het rapport. De heer Gladstone was hiermede niet tevreden, en stelde een amendement voor, waarbij de beschuldi gingen uitdrukkelijk als lasterlijk en licht zinnig werden gebrandmerkt. Van een heftige discussie, die verscheiden dagen duurde, werd het amendement van den heer Gladstone met eene kleine meerderheid verworpen. Voordat echter de motie-Smith werd aangenomen, had de kinderkamer om een zestal mooie kinde ren te zien en toen naar mijn eigen kamer. ?'Daar zijn je koffers," riep ze uit, terwijl ze het vuur oprakelde. »A1 wat je nu te doen hebt is om mij je sleutels te geven, dan zal Jane alles uitpakken en bergen. Nu nog niet, wc hebben nog twee uren voor het diner. Kom", zei ze, terwijl ze den stoel dichter bij het haardvuur rolde en de kussens in orde bracht, »ga nu makkelijk liggen en rust eens goed uit: je ziet er uit alsof'je wel een beetje rust gebruiken kunt; we zullen niet storen, totdat het tijd is om je te kleedeii." Nadat de kleine toovergodin een wollen kleedje over mijn voeten gelegd en mijn beide wangen gekust had, verdween zij. Het deed mij genoegen een poosje in stilte te kunnen doorbrengen; de drukte van den dag had mijn geringe krachten nogal op de proef gesteld, ik lag hier heerlijk en tuurde m het heldere haardvuur, droomde wakende en raakte eindelijk in slaap. De aardige kleine Jane moest al heel zacht in de kamer geloopen hebben, want toen zij mij wakker maakte met de woorden, »als 't u blieft Miss, over een half uurtje is het diner gereed", waren mijn koffers reeds ontpakt en de in houd netjes in kasten en laden geborgen. Juist toen de laatste vlecht bevestigd was, zweefde Helen naar binnen, haar persoontje was in een wolk van wit tarlatau gehuld en haar gouden krullen waren door een lint niet blauwe vergeet-me-nietjes samengevat. »O, dat is prachtig!" riep ze uit, »rosetulle, juist wat je noodig hebt; het zal je bleeke wangen een beetje levendiger maken. Maar wat draag je in je haar? Niets, neen dat gaat niet: je moet zooveel kleur dragen als moge lijk ... Gauw, Jane, vraag aan den tuinman een rose camelia uit de broeikassen; er is juist een heele mooie uit" De schoone bloem werd gebracht, en ik moest erkennen dat zij veel bijbracht om mijn toilet te voltooien. Ik weet niet hoe het kwam, dat Mr. Featherstone ons halverwege ontmoette, toeii wij lord Randolph Churchill, naar aanleiding van een door den heer Jennings ingediend amendement, de houding der regeering tegen over de lersche nationalisten scherp aange vallen en het inconstitutioneele en onbillijke daarvan aangetoond. Wel zegevierde bij de eindstemming de Regeering opnieuw, maar de afval van den leider der Tory-democraten wordt voor het kabinet-Salisbury hoogst bedenkelijk geacht. Lord Randolph Churchill schijnt in zijne houding dikwijls zeer excentriek;' feite lijk echter behoort hij tot de politici, die met een sterk uitgesproken afkeer van alle doctrinarisme, de bakens verzetten eer het getij verloopt. Zijne verdediging van de Parnellisten voorspelt allicht eene volledige omkee ring van de houding der Tories tegenover de lersche quaestie. Kunst en Letteren. TOONEEL TE AMSTERDAM. Ik kan voor ditmaal zeer kort zijn. Sints ik mijn vorig overzicht schreef, werd in geen der Amsterdamscho schouwburgen een nieuw stuk vertoond. Het Ned. Toneel gaf Adrienne Lecouvreur met Mevrouw Frenkel in de titelrol. Heden (Zaterdagavond) wordt door de Kon. Vereeniging voor het eerst vertoond De Eer, tooneelspel in drie bedrijven, van Hermann Sudermann. Hierover dus een volgenden keer. In het Grand Théitre werd Donderdagavond ter beneflce van Mevrouw Ellen berger Zwarte, Griet gegeven. Zij ondervond veel belangstelling. Voor Zaterdagavond hebben de hh. v. Lier een nieuw stuk aangekondigd, nl. Onder Politietoesiclit., drama in 7 tafereelen. In den Salon trekt Donna Diana nog een goed publiek. De Gondinet-voorstellip.g in Tivoli hoop ik mede in mijn volgend overzicht te behandelen. Wat mijne lezers deze maal te weinig vinden, geef ik over acht dagen met rente op rente terug. FR. EEN NIEUW DRAMASCHRIJVER. RICHAKD JAI-TÉ. Zou inderdaad de tijd, dat de Duitschers in de tooneclschrijf kunst bij anderen ter markt moesten gaan, voorbij zijn V In Sudermann's Ehre meent men te Berlijn het werk van een ontluikend genie ontdekt te hebben; te Frankfort is een talent ontdekt in Richard Jaflc, schrijver van het tooneelspel in vier bedrij ven Das Jlild des Sii/twreUi. De eerste opvoering had Zaterdag 8 Maart plaats, en bleek een succes. Luca Signorelli, een voorganger van Michel Angelo, hoeft indertijd een beroemde Afneming van het Kruis" geschilderd. \ naar de receptiezaal gingen, dat hij mij gej leidde, de bladen van mijn muziekboek om keerde toen ik zonjr. dat hij zoo menigmaal met mij danste en hij bij deze en andere ge legenheden altijd in mijn nabijheid was. Door wiens bemiddeling geschiedde dit ? Ik weet dat ik in den beginne veel moeite deed om hem te ontwijken en hem nimmer de minste aanmoediging gaf. Mijn trots was op zijn hoede, maar hoewel ik in geen enkel opzicht aan mijn waardigheid te kort wilde doen, kon ik echter niet nalaten, wanneer hij bij mij was, te erkennen dat hij de macht bezat mij te boeien. Misschien was zijn betooverencle stem er de voornaamste oorzaak van. De dichter zegt: ? ccn lieve stem is iets uitnemends in een vrouw maar in een man is zij een gave even on weerstaanbaar als zeldzaam; en dat aange name stemgeluid was niet do eenige tooverkracht van Mr. Featherstone. Hij had een zeer gunstig, innemend figuur, een breed ver standig voorhoofd, oogen van dat heldere donkerblauw, dat zoo vol teedcre uitdrukking in een mannelijk gelaat is; hij bezat de gave der welsprekendheid, zooals ik zelden in iemand aangetroffen had, en bij dat alles die fijne beschaving, welke alleen aangetroffen wordt daar waar geboorte en opvoeding zich paren aan verstand en aan die levenswijsheid die door reizen verkregen wordt. Geen won der dat ik, hoewel met den wensch bezield hem niet te ontmoeten, hem ju'et gaarne zag heengaan, wanneer hij er eens was. »Wie is dat schoone meisje, dat naast je zuster zit?" vroeg ik aan Helen, toen wij dien eersten avond een poosje van het dansen uitrustten. »O." zei ze, de richting mijner oogen vol gende, »ik dacht dat je meer smaak had, Mildred. Die jonge dame is Miss Horatia Fowlcr, de zuster van den squire, zijn huis houdster, ik mag wel haast zeggen zij;i steun. Ik houd haar voor een schoonheid, ten minste de heeren vinden haar mooi, en nu jij je ook bij hen aansluit, moet ik me gewonnen geven,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl