Historisch Archief 1877-1940
. ^^"V V*
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 23 Maart.
Voor Indiëper jaar ....
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar .
Adverteritiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer .
Reclames per regel
p post/ 1 27'
mail 10
. . 0.10
. . 0.20
. . 0.40
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON : Miss Snowden's echtgenoot. III. KUNST
EN LETTEREN: Tooneel te Amsterdam, door
Fr. Muziek in de hoofdstad, door Von
Brucken Fock. Een nieuw blijspel van Graaf
Tolstoi. La béte humaine", van Zola, door Dr.
Jan ten Brink. Rouwviolen, door Helene
Schwarth, beoordeeld door A. J.
Noord-Brabantsche Almanak voor het jaar 1890, door N. R.
VARIA. MILITAIRE ZAKEX: De
duivenpost voor militair gebruik. Een ideaal.
SCHAAKSPEL. Bij Bismarck aan huis, door
W. Wyl. Voor Dames, door E-e. ALLER
LEI. RECLAMES. BEURSOVERZICHT,
ADVERTENTIËN.
Van verre en van nabij.
De heer Von Bismarck is, na 27 jaren
nafenoeg oppermachtig de Duitsche politiek te
ebben geleid^ op zijde gezet door den jongen
keizer. Dit is een feit van zoo groote
beteekenis, zoo ongedacht en ongewacht, dat
men geneigd is zich de oogen uit te wrijven
en nog eens nauwkeurig te kijken, of het geen
droombeeld is, dat zich aan ons gezicht ver
toonde. Wie scheen, nog korten tijd geleden,
vaster te staan dan deze sterke figuur, stichter
van leger en rijk in Duitschland, die staats
man, onverzettelijk zoo lang hij zijn doel be
reikbaar achtte, tot toegeven wijselijk geneigd,
zoodra de omstandigheden hem te machtig
waren ? Wie was er die geloofde, dat bij
eene botsing tusschen kanselier en keizer, de
eerste het onderspit zou delven, dat Wilhelm
de ijzeren ketel en de kanselier, de ijzeren van
vroeger dagen, nu de aarden pan zou blijken
te zijn ?
Bismarck's ongeëvenaard succes in de eerste
vijftien jaren zijner regeering, gepaard aan
zijn invloed op den ouden keizer Wilhelm,
deden hem onkwetsbaar schijnen voor goed.
Reeds in die periode van ongestoorde zege
pralen werd de kiem gelegd voor het misluk
ken zijner politiek door de
uitzonderingswetten tegen de katholieken, wier macht door
hem werd onderschat Hij heeft in later jaren
den gang naar Canossa moeten maken en
zijne positie was sterk genoeg om die pijnlijke
retraite te overleven. De tweede groote fout
was de socialistenwet. Bismarck riep de hulp
van den strafrechter in tegen denkbeelden,
en hij, de staatsman, die zoo gaarne zich
beriep op de lessen der historie, vergat de
groote les dat nog nimmer door geweld een
denkbeeld is bedwongen. De cijfers der laatste
verkiezingen moeten hem toch ten slotte hebben
ontgoocheld. De sociaal -democraten,
progressisten en katholieken, de groote oppositiepartijen,
brachten nagenoeg vier millioen van de ruim
zeven millioen stemmen uit, en onder die groote
massa werd het Kartell, des kanseliers laatste
en zwakste politieke combinatie, verpletterd.
De wetgeving ten behoeve van de arbeiders,
door Bismarck tot stand gebracht, kan hem,
niettegenstaande hare onmiskenbare verdien
ste, thans nog niet de dankbaarheid van zün
Feuilleton.
Miss Snowden's echtgenoot.
3)
Naar het En/jdsch.
Ons gezelschap was spoedig in de kerk
verspreid. Daar ik op dat gebied uitmuntte
maakte ik met behulp van de kinderen de
guirlandes, welke door de andereu werden
opfehangen en bevestigd. Zoo als gewoonlijk ver
pos Roger mij gezelschap te houden; hij zocht
uit de takken, die op den grond lagen, de
bladen en takjes, die ik voor mijn werk
1100dig had.
Mr Campbell, die op het orgel stond, riep
hem toe: »Featherstone, help me een handje,
je bent de grootste van ons allen; kom hier
en werp het end van dien slinger ereis over
den top van het orgel".
»Je lengte komt van pas", voegde Darrien
er bij. «Heb je geen moed, dat je al de lau
rieren door Miss Featherstone en ons laat
ophangen".
?Slechts de dapperen winnen de schoonen",
zong Helen. »Wel", zei Mr. Featherstone, zijn
schouders met een grappige onderwerping op
halende, >ik geloof dat ik mij beroemd zal
moeten maken, vindt u ook niet, Miss
Mackenzie?"
Weerlichtte het daar, of waren het de don
kere oogen van Miss Snowdon, waaruit die
vertoornde vonken spatten. Ik zag haar nog
eens aan. Zij zag op ons neder door het groen,
volk verzekeren, deels omdat de wetten nog
te kort i 11 werking zijn om haren invloed te
doen gevoelen, deels omdat zij uitbreidingen
wijzigingen behoeven, waarvan de om van g eerst
door de ervaring kan worden vastgesteld. In
later dagen zal het volk de waarde van Bis
marck's initiatief beseffen.
Twee grootsche scheppingen blijven _reeds
thans van zijnen roem getuigen: het Duitsche
keizerrijk en het Duitsche leger. Zij zijn
gewilde creaties, en Bismarck's verschijning
blijft voor alle tijden een historisch moment
van den eersten rang. Hij heeft Duitscliland's
suprematie in Europa gevestigd en uit een
zwak Pruisen en een verdeeld Duitschland
van 30 jaren geleden den ijzeren kolos gesmeed
die midden in Europa zich verheft en velen
geruststelt, vele anderen bezorgdheid inboe
zemt voor de toekomst.
Wie van hen gelijk heeft, hangt, over de
naaste toekomst, naar alle waarschijnlijkheid
af van den jongen Duitschen keizer, een man
over wien men zich thans geen oordeel kan
vormen. Hij heeft sedert zijn optreden de
openbare meening onophoudelijk beziggehou
den. Hij reisde naar de meeste hoofdsteden
van Europa en bracht den vorsten een be
zoek, in wier kring hij was getreden. Met
luidruchtige woorden deed hij, te pas of te
onpas, uitkomen dat zijne macht groot was
en dat hij haar zou gebruiken. Een haast
kinderachtig spel dreef hij dikwerf met zijn
Berlijnsch en zijn Potsdammer garnizoen,
laatstelijk nog op den verkiezingsdag. En
daarbij laat hij eensklaps zijne beide
rescripten over arbeiders-wetgeving uit de lucht
vallen tot eene groote verschrikking van be
houdzieke indiistrieelen en deduceerende pro
fessors in de »nationaal-economie", die vreezen
dat hun troetelkind nu internationaal zal
worden. Kort geleden zegt die man: Wat
mij bij de volvoering mijner plannen in den
weg staat «verbrijzel ik". E u nu valt Bis
marck.
Stond deze hem dan in den weg, zóó dat
Wilhelm II een zoo stevigen steun moet prijs
geven? Om de vraag te beantwoorden zou
men de plannen des keizers nauwkeuriger
moeten kennen en moeten weten op welk
punt Bismarck, die voor moderne ideeën alles
behalve on toegankelijk was, met die plannen
niet meer kon meegaan en dit is nog niet
bekend, De Aïorddeittsclte geeft eene verkla
ring, die echter nog zeer weinig opheldert.
De crisis zou tot de breuk hebben geleid,
nadat de keizer den wensch had te kennen
gegeven, dat zijne verhouding tot het minis
terie zou worden gewijzigd. Sedert 18.72 be
staat in Pruisen eene regeling volgens welke
de Pruisische ministers zich omtrent alles
wat zij onder de aandacht des konings wil
len brengen, eerst verstaan met den Premier.
Nu wilde de keizer, volgens het officieuze
blad, met de ministers persoonlijk over de
gewichtige onderwerpen van ieders ressort
spreken en had hij aan Bismarck verzoekt
een ontwerp-besluit gereed te maken waarbij
die regeling werd ingetrokken. Aan dit ver
zoek weigerde Bismarck te voldoen, en hij
vroeg zijn ontslag, den rechten weg der
abdicatie verkiezende boven eene
maehtsbeperking, die op den duur toch zijne positie
goheel zou gewijzigd hebben. Aan dit geschil
waarmee zij de tiappen van den preekstoel
versierde ; haar oogen en haar gelaat waren
intusscheii weer tot bedaren gekomen. Mis
schien was zij een tintje bleeker dan gewoon
lijk, het kon ook zijn door de tegenstelling
met de donkere bladeren haar wangen
waren altijd kleurloos.
»Nog meer!'' riep Helen van het oos
telijk raam, waaronder zij arabesken van
scharlakenroode bessen maakte. Ik had er
eenige in mijn hand en bracht ze haar. Zij
boog_naar mij toe en zei fluisterend, "een uit
barsting van den Etna! wat heb je gedaan?"
Zij had ook iets bemerkt eu ik herhaalde haar
vraag: »Wat heb ik gedaan ; wat heb ik ge
zegd ?" Den geheclen dag was ik neerslachtig
en trachtte het geheim op te kissen.
Ik was spoedig voor het diner gekleed;
had nog drie kwartier tijd en ging naar be
neden, daar het vuur op mijn kamer uitge
gaan was- Het kwam mij niet ongelegen dat
ik nog een poosje tot mijn dispositie had. De
ontvangkamer was op dat oogenblik zeker
verlaten en ik wenschte daar nog een oogen
blik te zitten droomen. Maar ik was de eenige
niet, die van de gelegenheid geprofiteerd had.
Toen ik in de kamer kwam herkende ik in
de twee gedaanten, die daar rustig zaten, He
len en haar galant. Zachtjes de deur sluitende,
ging ik naar de boekenkamer; hier zou ik
ten minste niet ongelegen komen ; ik ging
naar den haard, porde het vuur wat op en
glaatste mij er voor. Gemakkelijk in een
leuiiingstoeïrustende begon ik over het ge
noegen der eenzaamheid te peinzen, maar ik
bracht mijn overdenking niet ten einde. Nau
welijks konden er vijf minuten verloopen zijn
moet dit laat zich verstaan een en ander
zijn voorafgegaan.
Het ontslag is verleend met twee brieven,
n van den keizer aan den rijkskanselier,
en n van den koning aan den Pruisischen
minister-president. De keizer bt-tuigt in vrien
delijke woorden zijn spijt dat het zoover is
moeten komen, maar berust in de noodza
kelijkheid. Hij erkent de groote verdiensten
van prins Bismarck en verklaart diens
»krachtige vredespolitiek" ook in het vervolg tot
richtsnoer zijner handelingen te zullen ma
ken. Voorts benoemt hij den heer Von Bis
marck tot hertog van Lauenburg, en belooft
hij hem zijn levensgroot portret. De koning
van Pruisen betuigt vooral zijne erkentelijk
heid voor de organisatie van het leger en
benoemt, tot afscheid, zijn minister-president
tot opperbevelhebber der cavalerie met den
rang van generaal-veldmaarsehalk.
Bismarck's opvolger, de heer von Caprivi,
staat bekend als eene sympathieke persoon
lijkheid en een knap man. De keizer zelf is
het echter pp wien gansch Europa het oog
heeft gevestigd. Wilhelm II is werkzaam en
voortvarend; hij is voor moderne denkbeelden
ten opzichte der sociale wetgeving toeganke
lijk; wil niet alles buiten den werkman om
regelen, doch dezen stem in 't kapittel geven;
dit alles is gebleken. Maar er blijft plaats
voor bezorgdheid, dat de rescripten en Bis mark s
ontslag niet de laatste verrassingen zullen
zijn, waarvan hij Europa doet opkijken.
Het Fransche ministerie is weder voor
eenigen tijd gereconstrueerd, door de benoe
ming van drie gematigde republikeinen, de
heeren Develle, Jules Roche en Ribot, die
met de gebleven ministers aan den arbeid
zullen tijgen om de lang gezochte concentratie
der republikeinsclie fractie te vinden. Moge
hun de arbeid vruchten brengen. Zij zijn
voor de Kamers opgetreden met eene veikla
ring welke zich van vele vorige weinig onder
scheidt, en evenmin als deze van veel ver
trouwen en vastberadenheid getuigt.
Kunst en Letteren.
TOONEEL TE AMSTERDAM.
Kon, Vereeniging: Ned. tooneel: de Eer.
(jraml Théatre : O.iiler politietoezicht.
'fhédtre Tivoli: Cfoiulinet-voorstclli-n<).
Mij. voor den Werkenden Stand: Voor
drachten van leerlingen der
Toonce!<chool. /4>.i»y door mi:j. Muria
Speet.
Ruw als do natuur, wreed als de waarheid!"
zegt graaf v. Tfast-Saurbcrtj ergens in het
tooncelspel de her, dat door hot Ned. tooneel in den
Plantage Schouwburg-v. Lier vertoond wordt, en
a's ik zeggen moet in welken toon het stuk is
geschreven, kies ik die woorden. Want wreed is
de waarheid voor R'jbert 'Steinccke, als hij na tien
jaren in O.-lndie gezwoegd en geploeterd te heb
hen, in hot vaderland terugkeert met een hoofd
vol illusies en een hart vol liefde voor zijn ouders
en zusters, en allen dan zoo laag, zoo gedemo
raliseerd terugvindt, als in dit tooneeUpel voor
gesteld wordt.
of de deur ging open en Mr. Featherstone
trad binnen Ik was zoo geplaatst dat hij mij
niet zien kon, en niet voordat hij mij bijna
aanraakte, bemerkte hij dat hij niet alleen in
de kamer was.
»Miss Mackenzie", riep hij uit, «excuseer me,
ik kon niet denken u hier te vinden; waar
schijnlijk is echter uw geest niet hier en dwaalt
ergens anders heen. Misschien ben ik hier te
veel; vergeef me wanneer ik u stoor.
Onder het spreken nam hij tegenover mij
plaats. I» de eerste minuten spraken we geen
van beiden. Ik staarde in de vlammen, welke
nu en dan opflikkerden en van tijd tot tijd
het strenge gelaat van een familielid, een
krijgsman van vroeger dagen uit de schaduw
van den muur te voorschijn riepen, of wel de
statige gedaante van een .schoonheid, wier be
koorlijkheden door hetdoek vereeuwigd werden
»Miss Mackenzie", zeide hij, »het. verheugt
mij u alleen te kunnen spreken en wel over
een onderwerp, waarnaar u misschien met
inschikkelijkheid zult willen luisteren, zelfs
wanneer geen dieper gevoel in u mocht spre
ken".
Hij was zeer ontroerd, hij had niets van
zijn gewone zelfbeheersching; zijn stem anders
zoo vol en zoo zacht, beefde en had iets
overgcvoeligs. Mijn hart klopte geweldig- Plotse
ling veranderde hij van toon en sprak weer
op de gewone bedaarde wijze, maar altijd
zacht als de sirenenzang. Hij sprak van zijn
huis, zijn vader streng en trotsch en diens
groote voorliefde voor Helen, de jongste en
de lieveling der familie, het eenige middel
waardoor zijn onbuigzame wil overwonnen
kon worden; van zijn moeder stil eu
onderZijn vader werd jaren geleden, toen hij be
schonken van een pretje huiswaarts keerde, over
reden, sints is hij aan linker-arm en been i i valide,
doch dit was ook de oorzaak dat de k< opman.
Mühlinf/k den zoon Robert een goede opvoeding
deed geven en een betrekking bij een filiaal der
firma in O.-Indic bezorgde, fenvijl het overige
gezin Steinecke een huisje achter de fabriek te
bewonen kreeg. Dit alles heelt Robert goed ont
houden en hij is vol dankbaarheid voor den rijken
koopman.
Doch als hij terugkeert, is zijne oudste zuster
gehuwd met een schrijnwerker, een leeglooper en
praatjesmaker, en Alma, zijn litvelingszuster, wier
beeld llobert in zijn hart draagt, is gevallen: zij
is de maitresse van den jongen Mühlinyk. Die slag
treft llobert hard, maar energiek als hij is, peinst
hij dadelijk op hulp en steun om zijn zuster we
der op te heffen hij wil haar en zijne ouders
inedeiiemen ver weg, waar men haar verloden
niet kent hij zal voldoening vragen aan den
verleider, en dan zal hij met zijn krachtige ar
men werken voor zijn ongelukkige zurje en zijn
grijze ouders.
Helaas! hij denkt er niet om, dat hij in die
tier. jaren, telkens, zooals Graaf v. Trast zegt in
een a;;der vel is gekropen, doch dat hij niet ver
gen kan, dat zijn geheele familie voor zijn plezier
het oude vel zal verlaten."
Zijne ouders zijn, zij herhalen het meermalen:
arme menschen, die blij mogen zijn, als hun iets
toegestopt wordt''. Zij nemen wijn en gebak aan.
van den heerenknecht van Mühliiigk, en zij heb
ben van den jongen Mühlinf/k een paar fauteuils
aangenomen en een spiegel uit n stuk", met
een penanttafeltjc en een pendule: zij pochen er
op, dat er zulke fijne hccrcn bij hunne dochter
komen, die niets trofsch zijn", .... eindelijk als
llobert de bom zal doen springen, laten zij zich
achter zijn rug om door den ouden heer Miihlingk
met 40 000 mark stoppen, en drinken dadelijk op
hun geluk een zoet glaasje.
Moeder Steinccke zegt, als R'jbert vraagt, hoe
Alma zoo verloren kon gaan, dat zij altijd in
het goede is voorgegaan en op haar kind gepast
heeft, lij is met cere oud en grijs geworden",
doch zij zag er niets in, dat het jon je meisje met
Mühlinfik uitreed en tehuis kwam midden in den
nacht. 'Aij gaf haar dochter den huissleutel mee,
dus Alma kon tehuis komen, en als zij slirp kon
zij toch niet op haar kind letten!
Zuster Augustti heeft haar zuster het vallen
gemakkelijk gemaakt, en een sierlijk kamertje
in haar huisje voor haar ingericht. Zij en haar
dueniet van een man deelden in de voordeeltjes,
die de jeugd en de schoonheid van het jonge
meisje in huis brengen.
Vader Steinccke, die zich dadelijk bij zijn zoon
beklaagt, dat zijne vrouw hem niet eens geld
geeft om een glaasje bier fe drinken, is half idioof,
half mi>dadig. Hij sluit zijne oogen, omdat hij niet
zien wil, hoe de voordeeltjes on de geschenken
in huis komen.
En Alma a's Robert haar onder handen
neemt, denkt hij een ongonbiik, dat '/.ij berouw
heeft, maar ongelukkig bedriegt hij zich. /ij staat
weldra koppig en onbeschaamd tegenover hemen
zegfj dat zij bedanken zou een arbeider te trou
wen, die het geld verzuipt en zijne vrouw slaat,
dat zij ook wel eens een pleziertje wil hebben,
en dat Robert in allen gevalle niets over baar te
zeggen heeft. Zij is alleen bang voor een pak slaag
Laag en gemeen is de goheele troep. De
baworpen, in het huisgezin niet veel meer ge
acht dan een nul voor het eijf'er, maar dierbaar
in haar zachtzinnige onderworpenheid voor
haar kinderen. Daarna zinspeelde hij met de
uiterste eenvoudigheid, zouder een schaduw
van eigen roem of ingenomenheid met zich
zei ven, op zijn eigen positie en toekomst als
de vermoedelijke erfgenaam van een aan
zienlijk, rijk en invloedrijk huis. Door een
plotselingen overgang kwam hij op zijn rei
zen in den vreemde en weidde uit over
de pracht der groote steden die hij bezocht
had, over de wonderen der kunst, over de
schatten der Europecsche natiën opeengesta
peld ten behoeve der reizigers, over het rijke
Oosten met al zijn voorraad van heilige, klas
sieke en dichterlijke herinneringen. Daarna
voerde hij mij over den broeden oceaan, dwars
door de verschrikkingen en de grootheid der
machtige diepte, naar de woeste prairieën van
het schoone NVesten, naar de maagdelijke wou
den van de nieuwe wereld, wier betoovereu.de
herfst zuivere poëzie is.
Ik hing ademloos aan zijn woord,
medegesleept door die wonderbare gave der welspre
kendheid, welke aan het meest
onbeteekenende onderwerp geest en leven zouden ge
schonken hebben; ik vroeg naar niets anders
dan naarde bekoring van het oogenblik, hoe
wel het mij toescheen, dat hij iets terughield,
in de hoop een geschikt oogenblik te vinden
om langs een korten ongemakkelijken weg
op het punt in kwestie te komen.
»O" ! zei ik, »w:it moet dat een heerlijk leven
voor u geweest /ijn ?J'
?Heerlijk? Ja", hernam hij, «gelukkig? Neen.
Ik had toen nogniethet grootste geluk op aarde