De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 23 maart pagina 1

23 maart 1890 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

. ^^"V V* WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Ieder nommer bevat een Plaat. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam, Keizersgracht 436. Zondag 23 Maart. Voor Indiëper jaar .... Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . Adverteritiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . Reclames per regel p post/ 1 27' mail 10 . . 0.10 . . 0.20 . . 0.40 INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE TON : Miss Snowden's echtgenoot. III. KUNST EN LETTEREN: Tooneel te Amsterdam, door Fr. Muziek in de hoofdstad, door Von Brucken Fock. Een nieuw blijspel van Graaf Tolstoi. La béte humaine", van Zola, door Dr. Jan ten Brink. Rouwviolen, door Helene Schwarth, beoordeeld door A. J. Noord-Brabantsche Almanak voor het jaar 1890, door N. R. VARIA. MILITAIRE ZAKEX: De duivenpost voor militair gebruik. Een ideaal. SCHAAKSPEL. Bij Bismarck aan huis, door W. Wyl. Voor Dames, door E-e. ALLER LEI. RECLAMES. BEURSOVERZICHT, ADVERTENTIËN. Van verre en van nabij. De heer Von Bismarck is, na 27 jaren nafenoeg oppermachtig de Duitsche politiek te ebben geleid^ op zijde gezet door den jongen keizer. Dit is een feit van zoo groote beteekenis, zoo ongedacht en ongewacht, dat men geneigd is zich de oogen uit te wrijven en nog eens nauwkeurig te kijken, of het geen droombeeld is, dat zich aan ons gezicht ver toonde. Wie scheen, nog korten tijd geleden, vaster te staan dan deze sterke figuur, stichter van leger en rijk in Duitschland, die staats man, onverzettelijk zoo lang hij zijn doel be reikbaar achtte, tot toegeven wijselijk geneigd, zoodra de omstandigheden hem te machtig waren ? Wie was er die geloofde, dat bij eene botsing tusschen kanselier en keizer, de eerste het onderspit zou delven, dat Wilhelm de ijzeren ketel en de kanselier, de ijzeren van vroeger dagen, nu de aarden pan zou blijken te zijn ? Bismarck's ongeëvenaard succes in de eerste vijftien jaren zijner regeering, gepaard aan zijn invloed op den ouden keizer Wilhelm, deden hem onkwetsbaar schijnen voor goed. Reeds in die periode van ongestoorde zege pralen werd de kiem gelegd voor het misluk ken zijner politiek door de uitzonderingswetten tegen de katholieken, wier macht door hem werd onderschat Hij heeft in later jaren den gang naar Canossa moeten maken en zijne positie was sterk genoeg om die pijnlijke retraite te overleven. De tweede groote fout was de socialistenwet. Bismarck riep de hulp van den strafrechter in tegen denkbeelden, en hij, de staatsman, die zoo gaarne zich beriep op de lessen der historie, vergat de groote les dat nog nimmer door geweld een denkbeeld is bedwongen. De cijfers der laatste verkiezingen moeten hem toch ten slotte hebben ontgoocheld. De sociaal -democraten, progressisten en katholieken, de groote oppositiepartijen, brachten nagenoeg vier millioen van de ruim zeven millioen stemmen uit, en onder die groote massa werd het Kartell, des kanseliers laatste en zwakste politieke combinatie, verpletterd. De wetgeving ten behoeve van de arbeiders, door Bismarck tot stand gebracht, kan hem, niettegenstaande hare onmiskenbare verdien ste, thans nog niet de dankbaarheid van zün Feuilleton. Miss Snowden's echtgenoot. 3) Naar het En/jdsch. Ons gezelschap was spoedig in de kerk verspreid. Daar ik op dat gebied uitmuntte maakte ik met behulp van de kinderen de guirlandes, welke door de andereu werden opfehangen en bevestigd. Zoo als gewoonlijk ver pos Roger mij gezelschap te houden; hij zocht uit de takken, die op den grond lagen, de bladen en takjes, die ik voor mijn werk 1100dig had. Mr Campbell, die op het orgel stond, riep hem toe: »Featherstone, help me een handje, je bent de grootste van ons allen; kom hier en werp het end van dien slinger ereis over den top van het orgel". »Je lengte komt van pas", voegde Darrien er bij. «Heb je geen moed, dat je al de lau rieren door Miss Featherstone en ons laat ophangen". ?Slechts de dapperen winnen de schoonen", zong Helen. »Wel", zei Mr. Featherstone, zijn schouders met een grappige onderwerping op halende, >ik geloof dat ik mij beroemd zal moeten maken, vindt u ook niet, Miss Mackenzie?" Weerlichtte het daar, of waren het de don kere oogen van Miss Snowdon, waaruit die vertoornde vonken spatten. Ik zag haar nog eens aan. Zij zag op ons neder door het groen, volk verzekeren, deels omdat de wetten nog te kort i 11 werking zijn om haren invloed te doen gevoelen, deels omdat zij uitbreidingen wijzigingen behoeven, waarvan de om van g eerst door de ervaring kan worden vastgesteld. In later dagen zal het volk de waarde van Bis marck's initiatief beseffen. Twee grootsche scheppingen blijven _reeds thans van zijnen roem getuigen: het Duitsche keizerrijk en het Duitsche leger. Zij zijn gewilde creaties, en Bismarck's verschijning blijft voor alle tijden een historisch moment van den eersten rang. Hij heeft Duitscliland's suprematie in Europa gevestigd en uit een zwak Pruisen en een verdeeld Duitschland van 30 jaren geleden den ijzeren kolos gesmeed die midden in Europa zich verheft en velen geruststelt, vele anderen bezorgdheid inboe zemt voor de toekomst. Wie van hen gelijk heeft, hangt, over de naaste toekomst, naar alle waarschijnlijkheid af van den jongen Duitschen keizer, een man over wien men zich thans geen oordeel kan vormen. Hij heeft sedert zijn optreden de openbare meening onophoudelijk beziggehou den. Hij reisde naar de meeste hoofdsteden van Europa en bracht den vorsten een be zoek, in wier kring hij was getreden. Met luidruchtige woorden deed hij, te pas of te onpas, uitkomen dat zijne macht groot was en dat hij haar zou gebruiken. Een haast kinderachtig spel dreef hij dikwerf met zijn Berlijnsch en zijn Potsdammer garnizoen, laatstelijk nog op den verkiezingsdag. En daarbij laat hij eensklaps zijne beide rescripten over arbeiders-wetgeving uit de lucht vallen tot eene groote verschrikking van be houdzieke indiistrieelen en deduceerende pro fessors in de »nationaal-economie", die vreezen dat hun troetelkind nu internationaal zal worden. Kort geleden zegt die man: Wat mij bij de volvoering mijner plannen in den weg staat «verbrijzel ik". E u nu valt Bis marck. Stond deze hem dan in den weg, zóó dat Wilhelm II een zoo stevigen steun moet prijs geven? Om de vraag te beantwoorden zou men de plannen des keizers nauwkeuriger moeten kennen en moeten weten op welk punt Bismarck, die voor moderne ideeën alles behalve on toegankelijk was, met die plannen niet meer kon meegaan en dit is nog niet bekend, De Aïorddeittsclte geeft eene verkla ring, die echter nog zeer weinig opheldert. De crisis zou tot de breuk hebben geleid, nadat de keizer den wensch had te kennen gegeven, dat zijne verhouding tot het minis terie zou worden gewijzigd. Sedert 18.72 be staat in Pruisen eene regeling volgens welke de Pruisische ministers zich omtrent alles wat zij onder de aandacht des konings wil len brengen, eerst verstaan met den Premier. Nu wilde de keizer, volgens het officieuze blad, met de ministers persoonlijk over de gewichtige onderwerpen van ieders ressort spreken en had hij aan Bismarck verzoekt een ontwerp-besluit gereed te maken waarbij die regeling werd ingetrokken. Aan dit ver zoek weigerde Bismarck te voldoen, en hij vroeg zijn ontslag, den rechten weg der abdicatie verkiezende boven eene maehtsbeperking, die op den duur toch zijne positie goheel zou gewijzigd hebben. Aan dit geschil waarmee zij de tiappen van den preekstoel versierde ; haar oogen en haar gelaat waren intusscheii weer tot bedaren gekomen. Mis schien was zij een tintje bleeker dan gewoon lijk, het kon ook zijn door de tegenstelling met de donkere bladeren haar wangen waren altijd kleurloos. »Nog meer!'' riep Helen van het oos telijk raam, waaronder zij arabesken van scharlakenroode bessen maakte. Ik had er eenige in mijn hand en bracht ze haar. Zij boog_naar mij toe en zei fluisterend, "een uit barsting van den Etna! wat heb je gedaan?" Zij had ook iets bemerkt eu ik herhaalde haar vraag: »Wat heb ik gedaan ; wat heb ik ge zegd ?" Den geheclen dag was ik neerslachtig en trachtte het geheim op te kissen. Ik was spoedig voor het diner gekleed; had nog drie kwartier tijd en ging naar be neden, daar het vuur op mijn kamer uitge gaan was- Het kwam mij niet ongelegen dat ik nog een poosje tot mijn dispositie had. De ontvangkamer was op dat oogenblik zeker verlaten en ik wenschte daar nog een oogen blik te zitten droomen. Maar ik was de eenige niet, die van de gelegenheid geprofiteerd had. Toen ik in de kamer kwam herkende ik in de twee gedaanten, die daar rustig zaten, He len en haar galant. Zachtjes de deur sluitende, ging ik naar de boekenkamer; hier zou ik ten minste niet ongelegen komen ; ik ging naar den haard, porde het vuur wat op en glaatste mij er voor. Gemakkelijk in een leuiiingstoeïrustende begon ik over het ge noegen der eenzaamheid te peinzen, maar ik bracht mijn overdenking niet ten einde. Nau welijks konden er vijf minuten verloopen zijn moet dit laat zich verstaan een en ander zijn voorafgegaan. Het ontslag is verleend met twee brieven, n van den keizer aan den rijkskanselier, en n van den koning aan den Pruisischen minister-president. De keizer bt-tuigt in vrien delijke woorden zijn spijt dat het zoover is moeten komen, maar berust in de noodza kelijkheid. Hij erkent de groote verdiensten van prins Bismarck en verklaart diens »krachtige vredespolitiek" ook in het vervolg tot richtsnoer zijner handelingen te zullen ma ken. Voorts benoemt hij den heer Von Bis marck tot hertog van Lauenburg, en belooft hij hem zijn levensgroot portret. De koning van Pruisen betuigt vooral zijne erkentelijk heid voor de organisatie van het leger en benoemt, tot afscheid, zijn minister-president tot opperbevelhebber der cavalerie met den rang van generaal-veldmaarsehalk. Bismarck's opvolger, de heer von Caprivi, staat bekend als eene sympathieke persoon lijkheid en een knap man. De keizer zelf is het echter pp wien gansch Europa het oog heeft gevestigd. Wilhelm II is werkzaam en voortvarend; hij is voor moderne denkbeelden ten opzichte der sociale wetgeving toeganke lijk; wil niet alles buiten den werkman om regelen, doch dezen stem in 't kapittel geven; dit alles is gebleken. Maar er blijft plaats voor bezorgdheid, dat de rescripten en Bis mark s ontslag niet de laatste verrassingen zullen zijn, waarvan hij Europa doet opkijken. Het Fransche ministerie is weder voor eenigen tijd gereconstrueerd, door de benoe ming van drie gematigde republikeinen, de heeren Develle, Jules Roche en Ribot, die met de gebleven ministers aan den arbeid zullen tijgen om de lang gezochte concentratie der republikeinsclie fractie te vinden. Moge hun de arbeid vruchten brengen. Zij zijn voor de Kamers opgetreden met eene veikla ring welke zich van vele vorige weinig onder scheidt, en evenmin als deze van veel ver trouwen en vastberadenheid getuigt. Kunst en Letteren. TOONEEL TE AMSTERDAM. Kon, Vereeniging: Ned. tooneel: de Eer. (jraml Théatre : O.iiler politietoezicht. 'fhédtre Tivoli: Cfoiulinet-voorstclli-n<). Mij. voor den Werkenden Stand: Voor drachten van leerlingen der Toonce!<chool. /4>.i»y door mi:j. Muria Speet. Ruw als do natuur, wreed als de waarheid!" zegt graaf v. Tfast-Saurbcrtj ergens in het tooncelspel de her, dat door hot Ned. tooneel in den Plantage Schouwburg-v. Lier vertoond wordt, en a's ik zeggen moet in welken toon het stuk is geschreven, kies ik die woorden. Want wreed is de waarheid voor R'jbert 'Steinccke, als hij na tien jaren in O.-lndie gezwoegd en geploeterd te heb hen, in hot vaderland terugkeert met een hoofd vol illusies en een hart vol liefde voor zijn ouders en zusters, en allen dan zoo laag, zoo gedemo raliseerd terugvindt, als in dit tooneeUpel voor gesteld wordt. of de deur ging open en Mr. Featherstone trad binnen Ik was zoo geplaatst dat hij mij niet zien kon, en niet voordat hij mij bijna aanraakte, bemerkte hij dat hij niet alleen in de kamer was. »Miss Mackenzie", riep hij uit, «excuseer me, ik kon niet denken u hier te vinden; waar schijnlijk is echter uw geest niet hier en dwaalt ergens anders heen. Misschien ben ik hier te veel; vergeef me wanneer ik u stoor. Onder het spreken nam hij tegenover mij plaats. I» de eerste minuten spraken we geen van beiden. Ik staarde in de vlammen, welke nu en dan opflikkerden en van tijd tot tijd het strenge gelaat van een familielid, een krijgsman van vroeger dagen uit de schaduw van den muur te voorschijn riepen, of wel de statige gedaante van een .schoonheid, wier be koorlijkheden door hetdoek vereeuwigd werden »Miss Mackenzie", zeide hij, »het. verheugt mij u alleen te kunnen spreken en wel over een onderwerp, waarnaar u misschien met inschikkelijkheid zult willen luisteren, zelfs wanneer geen dieper gevoel in u mocht spre ken". Hij was zeer ontroerd, hij had niets van zijn gewone zelfbeheersching; zijn stem anders zoo vol en zoo zacht, beefde en had iets overgcvoeligs. Mijn hart klopte geweldig- Plotse ling veranderde hij van toon en sprak weer op de gewone bedaarde wijze, maar altijd zacht als de sirenenzang. Hij sprak van zijn huis, zijn vader streng en trotsch en diens groote voorliefde voor Helen, de jongste en de lieveling der familie, het eenige middel waardoor zijn onbuigzame wil overwonnen kon worden; van zijn moeder stil eu onderZijn vader werd jaren geleden, toen hij be schonken van een pretje huiswaarts keerde, over reden, sints is hij aan linker-arm en been i i valide, doch dit was ook de oorzaak dat de k< opman. Mühlinf/k den zoon Robert een goede opvoeding deed geven en een betrekking bij een filiaal der firma in O.-Indic bezorgde, fenvijl het overige gezin Steinecke een huisje achter de fabriek te bewonen kreeg. Dit alles heelt Robert goed ont houden en hij is vol dankbaarheid voor den rijken koopman. Doch als hij terugkeert, is zijne oudste zuster gehuwd met een schrijnwerker, een leeglooper en praatjesmaker, en Alma, zijn litvelingszuster, wier beeld llobert in zijn hart draagt, is gevallen: zij is de maitresse van den jongen Mühlinyk. Die slag treft llobert hard, maar energiek als hij is, peinst hij dadelijk op hulp en steun om zijn zuster we der op te heffen hij wil haar en zijne ouders inedeiiemen ver weg, waar men haar verloden niet kent hij zal voldoening vragen aan den verleider, en dan zal hij met zijn krachtige ar men werken voor zijn ongelukkige zurje en zijn grijze ouders. Helaas! hij denkt er niet om, dat hij in die tier. jaren, telkens, zooals Graaf v. Trast zegt in een a;;der vel is gekropen, doch dat hij niet ver gen kan, dat zijn geheele familie voor zijn plezier het oude vel zal verlaten." Zijne ouders zijn, zij herhalen het meermalen: arme menschen, die blij mogen zijn, als hun iets toegestopt wordt''. Zij nemen wijn en gebak aan. van den heerenknecht van Mühliiigk, en zij heb ben van den jongen Mühlinf/k een paar fauteuils aangenomen en een spiegel uit n stuk", met een penanttafeltjc en een pendule: zij pochen er op, dat er zulke fijne hccrcn bij hunne dochter komen, die niets trofsch zijn", .... eindelijk als llobert de bom zal doen springen, laten zij zich achter zijn rug om door den ouden heer Miihlingk met 40 000 mark stoppen, en drinken dadelijk op hun geluk een zoet glaasje. Moeder Steinccke zegt, als R'jbert vraagt, hoe Alma zoo verloren kon gaan, dat zij altijd in het goede is voorgegaan en op haar kind gepast heeft, lij is met cere oud en grijs geworden", doch zij zag er niets in, dat het jon je meisje met Mühlinfik uitreed en tehuis kwam midden in den nacht. 'Aij gaf haar dochter den huissleutel mee, dus Alma kon tehuis komen, en als zij slirp kon zij toch niet op haar kind letten! Zuster Augustti heeft haar zuster het vallen gemakkelijk gemaakt, en een sierlijk kamertje in haar huisje voor haar ingericht. Zij en haar dueniet van een man deelden in de voordeeltjes, die de jeugd en de schoonheid van het jonge meisje in huis brengen. Vader Steinccke, die zich dadelijk bij zijn zoon beklaagt, dat zijne vrouw hem niet eens geld geeft om een glaasje bier fe drinken, is half idioof, half mi>dadig. Hij sluit zijne oogen, omdat hij niet zien wil, hoe de voordeeltjes on de geschenken in huis komen. En Alma a's Robert haar onder handen neemt, denkt hij een ongonbiik, dat '/.ij berouw heeft, maar ongelukkig bedriegt hij zich. /ij staat weldra koppig en onbeschaamd tegenover hemen zegfj dat zij bedanken zou een arbeider te trou wen, die het geld verzuipt en zijne vrouw slaat, dat zij ook wel eens een pleziertje wil hebben, en dat Robert in allen gevalle niets over baar te zeggen heeft. Zij is alleen bang voor een pak slaag Laag en gemeen is de goheele troep. De baworpen, in het huisgezin niet veel meer ge acht dan een nul voor het eijf'er, maar dierbaar in haar zachtzinnige onderworpenheid voor haar kinderen. Daarna zinspeelde hij met de uiterste eenvoudigheid, zouder een schaduw van eigen roem of ingenomenheid met zich zei ven, op zijn eigen positie en toekomst als de vermoedelijke erfgenaam van een aan zienlijk, rijk en invloedrijk huis. Door een plotselingen overgang kwam hij op zijn rei zen in den vreemde en weidde uit over de pracht der groote steden die hij bezocht had, over de wonderen der kunst, over de schatten der Europecsche natiën opeengesta peld ten behoeve der reizigers, over het rijke Oosten met al zijn voorraad van heilige, klas sieke en dichterlijke herinneringen. Daarna voerde hij mij over den broeden oceaan, dwars door de verschrikkingen en de grootheid der machtige diepte, naar de woeste prairieën van het schoone NVesten, naar de maagdelijke wou den van de nieuwe wereld, wier betoovereu.de herfst zuivere poëzie is. Ik hing ademloos aan zijn woord, medegesleept door die wonderbare gave der welspre kendheid, welke aan het meest onbeteekenende onderwerp geest en leven zouden ge schonken hebben; ik vroeg naar niets anders dan naarde bekoring van het oogenblik, hoe wel het mij toescheen, dat hij iets terughield, in de hoop een geschikt oogenblik te vinden om langs een korten ongemakkelijken weg op het punt in kwestie te komen. »O" ! zei ik, »w:it moet dat een heerlijk leven voor u geweest /ijn ?J' ?Heerlijk? Ja", hernam hij, «gelukkig? Neen. Ik had toen nogniethet grootste geluk op aarde

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl