De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 23 maart pagina 3

23 maart 1890 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 665 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. jnonie, eveneens en détail beschouwd, zijn weder, als bij Brahms gewoonlijk, bewonderenswaardig, maar de conceptie als geheel bevalt mij weder niet. Daarbij is de melodie bij Brahms mij lang niet altijd sympathisch. Het thema van het 2e deel b. v. bezit voor mij oen soort van geaffec teerde innigheid, het heeft voor mij iets kleins, niet zoozeer iets onbeduidends, dan wel iets bercker.d naïe-fs, iets verwijfds, iets den man onwaardigs Ik verlang dieper, grootere indrukken dan deze, en ik schaam mij niet het te zeggen: ik zou bijna meenen deze ditmaal in de l'austOuverture vau Wagner gevonden te hebben. Wat do Symphonie Pa,sfo!-c<7e;aangaaf, was in liet Ie Allegro niet alles even duidelijk, terwijl ik weder op verschillende plaatsen de hoorns te laat hoorde. Meer genoot ik door het heerlijke stuk jiatunr ,Scene am Bach" getiteld, en ook door het daarop volgende Scherzo, onweer en herderslied. In het laatste had ik gaarne tegen het eind nog wat meer kraeht gehad, doch overigens maakte dit heerlijke, breede Finale den beften indruk, waardoor men in de gunstigste stemming van de repetitie scheidde. Wat Mimüe Hanck als Cnrmen betreft, was deze creatie van deze zangeres weder eene van die, welke men niet vergeet Zij was in deze rol zóó dat... niet ieder eerzaam huisvader voorzeker zijn dochter haar aldus had willen hebben zien tpelcn, maar dat men tevens een zeldzaam levendigen indruk van waarheid ontving. Haar darmen was het type van een schoone, schaamtclooze deern, die slechts aan dames van het gehalte van Zola's Ntma of Daudet's S/tppJio doen denken, maar Carmen kan niet anders voorgesteld worden. wil men den zinneloozen hartstocht vau Joségoed begrijpen. Als bijzonder goed geslaagde gedeelten roem ik in 't bijzonder haar optreden in de gelieele Ie acte. met dat heerlijke, chique, verlei delijke geheel van Zuidelijken geur doortrokken lied : Pres de Ia porte de Séville Chci mon ami Lillas Pasüa". Deze gcheele acte is een meesterstuk van locale schildering. Het is werkelijk Spanje met zij;) luch tig daarhepnleveiirl volkje, met ziin sterke kleuren en bedwelmende zon, dat men uit deze muziek hoort. En hoe kranig zijn deze zorgelooze militaire:) geschilderd, krijgshaftig en losbandig tevens; be paald verleidelijk . De Carmen hoerende, zou men zelf zoo'n soldaat wenschen te zijn, men gevoelt zich plotseling moedig en een verwarde trek naar cigarctten en galante avonturen maakt zich van ons meester. Geen schilder gaf ooit met zijn pen seel typischer de eenigszins losse poëzie van het soldatenleven weer, dan Bizet het met lonen deed. Het is voorwaar bewonderenswaardig In de- 3e acte trof mij Carmen's uitdrukking van nieuwsgierige minachting, die zij voor de deugdzame Micaeln gevoelt, eene meer conven tioneel geteekende figuur en later hare wildheid, waar zij Jon,' met haar navaja te lijf wil. In de 4e acte'werd meesterlijk weergegeven de absolute onverschilüghdid, die Joxé. haar nog slechts in boezemt. Waarlijk : zeldzaam was Minnic in deze gcheele rol; haar optreden zal onvergetelijk blijven. Omtrent den Riaoletto deelt mijn zegsman mij mede, dat ook deze opvoering wener een schitte rend getuigenis aflegde van het veelzijdig talent van den grooten kunstenaar Francesco d'Andrade. Zoowel zijn feedcrheid voor G il d a als /ijno woede jegens de hovelingen en in 't bijzonder G-U da's verleider, den Hertog van Mantua, drukte, hij even schoon en treffend zoowel in zijn actie als zang uit. Inderdaad op dramatisch gebied is hier gedu rende de laatste weken veel te genieten geweest. Dereims, d'Andrade, Minnie Ilauck zullen als zoovele sterren aan onzen kunsthemel blijven schitteren, wier licht, ook nadat zij zelve zijn heengegaan, nog langen tijd ons met zijne heer lijke stralen verkwikken zal. 20 Maart. VON BEUCKBN FOCK. EEN NIEUW BLIJSPEL VAN GRAAF TOLSTOI. De vrucldcn der beschaving. Den aOston December 18S9 (11 Jan. !/0) werd een onuitgegeven blijspel, lang geleden door graaf Leo Tolstoïgeschreven, en geriteld Zij overwon door slimheid" op zijn kasteel Yusmaia IVliium, voor ec-n vijftig- of zestig!;1,! gasten opgevoerd. Het blijspel lag ongebruikt ev. vergeten in Tolstoï's portefeuille tot in het najaar, toen de jon gere leden van zijn gezin, verlangend om een '- -.'?) tp voer"- 1-" ? '>i n stuk vroeZij brengen 4000 roebels mede, die een hunner in bet been van zijn tranige laars verbergt. Een vau deze onvervalschte afgevaardigden is een neef van Tatianas of Tania, de heidia van liet stuk, een handig, slim dienstmeisje ; een ander is ecu reef van haar bruigom, Simeon, den belper van den huisknecht. Leonidas komt, en boort wat de boeren ver langen; hij heeft teloofd bet la-'d te verkoopen, maar moet zich nog eerst bedenken, dat wil zeg gen de g*'es ten raadplegen. Zij wachten. Jntussehen komt de huisvrouw, die bare visites zal gaan maken, in de voorkamer, viudt er de boereu die, liet vertrek verpesten en weet niet van hoe veel ziekten zij wellicht de kiemen al meebren gen. Leonidas komt. zegt eea enkel woord tcu behoeve van het gezond verstand en de boeren, maar wordt spoedig overbluft door zijne vrouw en zendt ben weg, zonder onderteekening. Taria trekt zich uu de teleurgestelde b '/e; en fui'.i, neemt hen mede in do keuken, en vraagt eiaii haren meester te spreken Zij zegt bom dat haar ver loofde, de knecht Simeou, zoo vreemd is ; dat er, ais bij er bij is, allerlei zonder'iings gebeurt, dat lepel en vork vau zelf bet voedsel naar zijn mond brengen, enz. Lponidaskornt tot tle conclusie dat Simeon ongetwijfeld een medium moet zijn. Tweede bedrijf. In TaisiaV keuken zitten de drie boeren uit groote glazen thee te drinken, en bubbelen over bun zaken en die van het gezin. Wat- de keukenmeid bun van bet loven der hoe ren en cUimes vertelt, schijnt hun eeu tooversprookje; verontwaardigd zijn zij echter, al« zij vernemen, dat er lederen dag etn lekker kluifje gekookt wordt voor den hond. De slimme en pnictiscb.fi opmerkingen van deze zonen der massa over het 'leven der bevoor rechte klassen behooreri tot gnuif Tulhtofs beste weik. Hun leven, levensdoel, levenswijsheid is zoo geheel anders dan die der betren. Het komen tu gaan vau Tania, van Simeou en andere be dienden roet verschillende orders geeft telkens nieuwe stof. Boven wordt eene seance van hypnotisme gehouden Plotseling vliegt een der heeien, die deelnemer, aan de seauce, de keuken in, hij wil een sleutel zoo verbergen, dat de gedachteidezer haar niet vinden kan. Hij denkt aan de laars van den boer, juist die, waar de 4000 roebels in zitten. De arme buitel,man is verschrikt en angstig; bij beeft er voor, dat de mijnheer, hoe goed ook gekleed, gekomen kon zijn om bet geld vau d' u Mir te stelen. Kort daarop komt bet geheele gezelschap niet den gcdacbtenlezer Woede van de ga-tvrou.v dat ;de boeren nu ook baar keuken doorgeim-n; intiisscben ontdekt de gedacbteiilezer, s-choon met geblinddoekte oogen. den verborgen sleutel, en de boer valt, evenals Benjamin, ter aarde, zijn onschuld betuigend en vree/end dut men hem voor een dief zal houden. De vrouiv des huizo.s wil bet volk uit hanr keuken doen werp >u maar Tania weet te verkrijgen dat zij in eeu buiten ge-bouw mogen verblijven. Derde bedrijf Een spiritistis.clie Kcai.ce in de kamer van Leonidas. Het nv-dium is verhinderd, en men probeert het nu met Simeon. Tarjia helpt aan al de toebereid.-elen; zij l.^crt ook Simeon zijne rol, wrijft zijn banden mot phospborus in. zegt hem dat bij slapen moet, en spant een draad door de kamer, buiten weten van b a .ir meester Dan legt zij eene gitsar en andere instrumenten op tafel, met de verkoopacte van de boeren, en verbergt zich in een kleed van de kleur van bet behangsel achter de sof-i. Do lampen gaan uit, de séance begint. Tania trekt unn den draad, deze wrijft de leden aan den neus, en men spreekt v.'in de manifestatie van den geest van een mon nik, Nikolaas genaamd. De vraag wordt dan gedaan: moet dit papier geteekend worden? De tafel antwoordt bevestigend, de instrumenten maken leven en de gitaar danst op bet hoof-1 van Leoiiidas. Allen zijn uiterst tevreden over het rp!iysieV' dat er vertoond is; de gordijn valt, terwijl Leonidas vol overtuiging twist met den eenigen scepticus in het gezelschap, die Tania's draad ontdekt heeft. Het vierde bedrijf vertoont weer de voorkamer. He-t is de recepü'.'dag der FeodorowHschen. Graven, gravinnr-n, prinsen PU prinsessen gaan in en uit, en hun bedienden stnau intusschcn te babbelen. De vrouw des bu'zes verschijnt en een der be dienden beklaagt zich over Simeou. Bij liet on derzoek komt Tania's bedrog uit, en de vroinv des huizes meent trininfjintelijk aan baren rnan de omvanrheid van zijn spiritisme aan te tooien. Maar liij, en een geleerd professor dit; de séances leidt, verklaren dat Tania dan ook het werktuig van de geesten geweekt is. Iedereen is dus te1 .-, f]n vrouw over haar onMfkkiug, de boc-*<\ Simeon over zijn meisje, en '-i wel ijk bepuaUi. -?Idoet, volgens nog was de stof riet rijk genoeg, bezat hij geen recht zijn roman La Héle Ilumainc te noemen. Daartoe moest hij zich een zijner personen uit den grooten stamboom der Rougon-Macquart's kiezen. Het schijnt, dat de oude stamboom, in 1878 gevoegd bij Une page d'uinour, hem geen geschikt held opleverde. Hij had er daar evenwel een in voorraad, die volkomen voldeed aan zijn eisdicn : Et i enne L anti er, zoon van Gervaise Macquart en Lantier, geboren 184H. met het volgend physiologisch signalement : Election de la inère. lïciwmhlaiice pltyaiqite de la mère, ptiis du père. llérfditf de Firrroyiterie fte tournant en folte homicide. JKlat de crime." Aan dit signale ment beantwoordt overigens vrij wel Jacques Lantier, de held van dozen uieuwston roman, in wien 7« béte liunmine door middel der oude erfe lijkheid zuik eene groote rol speelt. Maar Zola had in L'Aasoinmoir Gervaise met Lantier en bare twee zonen, Clande en Etienne, naar Parijs doen vluchten. Etienne kon hem niet meer dienen, daar bij nog eene nicht van Lantier uit Piassans wilde ten tooneele brengen, die huwen zou met een garde-barrière. Deze nicht, Tante Phasie, zon nog een derden zoon van Lantier en Gervaise op zijn zesde jaar tot zich genomen hebben, toen de ouders naar Parijs vluchtten. Waarom zij nu juist Jacqucs achterlieten, terwijl Claude en Etienne naar Parijs werden gebracht, wordt niet opgehel derd. In rA.iwinmoir werd ook nimmer van dezen derden zoon Jacques gesproken. Zeker, wij mogen den grooten kunstenaar zijn recht niet betwisten ons nog met een derden zoon van Gervaise tu ven-assen bet was ons alleen te doen aan te toonen, dat dit deel uit den grooten cyclus, even a!s de vier laststcn (Gcrmwul Jj Ocwtre La 'lerrc Le licre) slechts mot zeer losten ba?,d aan Let oorspronke lijk plan is vastgeknoopt. Met Nann werd eigenlijk bet epos der liouyon-Macqmirt gesloten. Al wat volgt, staal slechts in toevallig verband met de voorgeschiedenis. Dit aan te tooneii is geenszins het werk eencr afbrekende, criliek. liet eonige zwakke, liet eeuige gedwongftiie in deze laatste schepping te hebben voorbijgezien, zou mij io recht als grief kunnen worden verweten, waar ik begin de uitstekende schoonheden vau La Hete llumaine met vollen nadruk te loven. Men heeft beweerd, dat de heldin uit Le ]\fre optreedt in een glans van witgondtn stralen. Jacques Lantier, de beid van dezen laatsteu roiuun, schijnt overgoten vau een bloedrood licht, somt- pui-per, soms vermiljoen, soras scharlaken. Als machinist beeft hij dagelijks to staren in den oranje-roodcn viammcngloe.i van zijn vuurhaard, op zijne locomo'ief.Als afstammeling dor Macquarts' schijnt telkens een rosse hevel voor zijne zwarte eogeu te zweven ,-'cs ye.ux noirs xcim's de j-oinis d'or. liet scliijnt mij gc'ooiv.'ofd, met don auieur aan te nemon, dat ,!acques door overerving belast is met eene neiging tot folie liuiniuide.U'ïj bedt ais kind aan verschrikkelijke pijnen in het booid, achter d<; ooren, gi-lcden, hij werd plotse ling door hevige koortsen ^ed-oii'en, hij streeii met diepe neerslai;!i(ighoid, zno.-bït l-.ij zieh voor ieders oog veri)org. Ken enkeie druppel alcohol maakte hem razend, liet gezicht van een toevallig ontblooten boezem of bals deed hem aan moord den ken, zoodat bij steeds tegen z;ch zclven oji zijne hoede moest zijn. Indien hij van Jack the Kippur had kunnen hooren, zou hij misschieij niededoogoi! en sympathie voor hem gevoeld hebben Door den golicclon roman been worstelt Jacquos. de voortreüi-iijke, Jioog.ieprezen madiinis , die sneltreinen van llavre naar Parijs en vitv-vorsa bestuurt, met d-;zo herediiaire neigii.';' tot moord. Eene genezing schijnt te, volgen, nadat hij eene ernstige genegenheid heeft opgevat voor Séverlne Aubry. ihjor ii.-iar huwelijk met den sons-ehef vau hot stanon te I'i'nre, laadiimc l;oubaud. I<e/c ]{'>ubai!d. Séverine en Jarqn.v.s vormen de trits. die de hoofdrullen vorvulleii in Li Jit"!e Ili<;n<iii;e. Dit drietal beeft de knüsï.i-naar aaueengesi. bakfl.l door een bKn-digen band. Hier en daar zij:; sporen van zijn alieersten roman: Thf,ï.ie ll:<:t<nu. Do minnaar c;i do vrouw snindon p'iiiinoii om den lastigen edi'gonoot te veriiioi..i-(b<n. Maar J.'icqii'.is, die lijdt aan /oitc liant'c.lile, diijiit alleen op vrouwen zij:i moordlust te'ioettn. Hij deinst tenu, als hem de gelegenheid gegeven wurdt. en. aan bet siot. \iin den roman, nu va-tbe.-loten Jioubaud te vennoorden, grijpt hij h, t mo;:, en doodt, de arme Séverine, die bem zoo innig liefhad, omdat hij door het zien van lijar naakten bals en schouder zijn in-'cboren mtiordbi^t niet kon we.lcrstaan. Hierbij komt no;; een a-ubir motii:f. Du sous chef Tiouband heeft in het eerste hoofdstuk van dozen roman verru.'-send f<-isch en wegslrfepond gc-dn-even -?btt verleden van zijne vrouw, vóór zij bem huwde, door een onvoorzichtig woord geraden. Zij .speelt met een ring aan baar vinger. en /;:,i:t, onnadenkend, dat /ij dien ring van een '--"Tidniorin heeft -'?er voor"i,?,r steeds heviger, die nu na het vallen der duister nis, lange wandelingen maken tusschen de bergen vau steenkolen en de magazijnen die aan bet station grenzen, terwijl de sous-chef door zijn dienst is in beslag genomen. De jonkman waant zich genezen van zijn bloeddorst. Hij aanbidt Sévorine, en ontlokt haar, als zij heel alleen en onbespied zijn, bet geheim van den moord op den president Grandmorin. Plotseling komt de oude waanzin terug. Hij moet haar ontvluchten, uit vrees dat bij een aanslag op baar leven zal ondernemen. Het hoofd stuk, waarin Jacques door de straten dwaalt en ieder voorbijgaande vrouw tot zijn slachtoffer kiest; waarin hij eene dame volgt in den trein, om den moord op den president in nieuwen vorm te herhalen, maakt een ongemeen sterkeu indruk, door de scherpe teekening der bijzoiidi.Tb.uden. De auteur is niet spaarzaam met nienschenlevens. lieeds zagen wij. dat in bet eerste hoofd stuk de moord op den president Grandmorin, een gynaeeophilns met witte bairen, plaats greep; dat aan bet slot van den roman de anno verine aan de folie homicide van Jacqucs wordt opge offerd. Voorts wonen wij de langzame vergiftiging van Tante Phasie bij, daar zij door duizend franken aan de hebzucht van haar tweeden echt genoot Misard te onttrekken, dezen op do gedachte brengt baar op sluwe wijze te dooden. Buitengewoon schokkend is daarna de teekening van een spoorvscgongeluk, met opzet teweegge bracht door Flore, de dochter van Tante Phasie, die zich te wreken hooit op Jacyues. De.-e had baar een oogenblik aan liefde doen gelooven, en baar toen verlaten voor Séverine. Do waarheid was, dat. Jacqaes, terwijl hij Fiore wilde omarmen, bij eene worsteling met de gespierde jor.ge vrouw, plotseling hals en boezem ontbloot zag, en w gijlde, omdat bij do verschrikkelijke verzoeking haar een mes in den bals te stootcr, wilde ont vlieden. Fioro beeft hem deze schijnbare minach ting nooit vergeven. Zij ziet icdercn da,v Jacques als machinist op den trein voorbij het wachthuis en den overweg sporen, terwijl zij met ion. opgerold vaandel aan do barrière staat Dikwijls ontdekt zij ook Séverino en begrnnf. dat l eiden naar Piuijs ijlen, om zonder getuigen in elkaa-s armen te zinken. Beiden te dooden in n slat? is baar plan. Terwijl Misard. de spoorwegwacbter, zijn dienst vergeet, om na den dood vau Ttiile Phasie naar de duizend frank te zoeken, houdt zij een voerman, die een wagen met reusachtig:-, steenblokkon door vijf paarden getrokken op den over weg- beeft gebracht, a:in de praat over den dood van bare tante, lokt zij bem in bet bieriliuis, wetende, dat de trein nadert. Hot is reeds teiaat als Misard en do voorman in hevigen angst toesnelicn. (ie trein loopt op den wagen met stecnblokken. Vijftien reizigers worden gedood, t\voe-en-dijrtig zwaar gekwcisf. Onder dezeii behoort de machinist Jacquc-s L.ïii'.ier. Sévcrine komt er ongedeerd af. l-':ore ziet, dat bare wraak mislukte, en *inrt zich in ren tunnel, om door- een trein tu vvonu-n vermorzeld. Jacqucs herstelt door de zorg van .Sévorine, om Korten tijd later ha-ir moordenaar te worden. Ilij-zclf wo'dt het sidcbteifer va-.i een strijd o;i de lokomotief met zijn stoker, daar deze hem ver dacht zijne minnares. Pbiiomèiie, do zuster van een dief du diipot te Havre, aan hem te hebben ontstolen. Stoker en machinist, worden ou der den trein verpletterd. De. trein i-ij-lt voort zonder leiding, liet was bij het losbreken van den oorlog in Augustus 18ÏO. Do trein is ovenol met sobUueii, die viidcria'.dbche, lied', ren zingen. Bij het station te Konar.n zag m-.in dozen vüugendun trein zondor machinist voOjbbijlen Men zendt depêches naar de na.^uïstations maar zonder ophouden rolt de trein voort iu den donkeren nacht B.;ha!vc! al deze spxivicnde, h,-vi:;e (oop.ee.len, is L'i Jlfïc Jltthir/ii/e iny rijk aan andere .vpoorv,custudlëii, die met milde banu z.jn aa.iigobra.ckt en getuigen, hoc nauwkeurig en ijverig Zoia zich op d'J hoogte vau hol sp!;»v\veglo>\i;-. heef-, gc-.icld. E-:iie nac'-itubjku reis met den si.u'ureiiïvan Havrc naar L'arij.s, te middon van een vlicgoiidcn sneomvbtorm, terwijl du Knocu1,1.' overal óc-rgen ojiwerpt en de h>ko;no;ïef sleeds trager \\ee;-sia;id bicdi, buho.irt tot «b: uieost'.'rbjk-i-.e biad/.ijduu van dit beuk eeu bmk proza, dal de ou-;e;'felijkheiil zai e.rveu Ka wat bij de lezing van dit moesti.'i-wci-k ],a;i;-t de nilmun'end-icn vau den cyilus: Le \'eulrc de J'itrix. L'i Ci^iii-.iïle <ie J;/(IS,-KI.;S, La f'iiuli', d'' l'<ii'!>,' Muiircl, t'AaioiiiiiKiu'. A >i b-jniieur (/es diinicx. (ii.Tiiuiia! en /,( li-'-i\- lo s'.elien in bet algemeen het meest de !ie\\oiidoi-in^ vei'ilient. is (ie onnavolgbare. loistalholuLio, .sciimi-jjiio taai vau den schrijver. Do taal van Er.iilu Zoia blijkt hier nogmaals de das^ieke, cdulu Frauscbu taal van al de groote auteurs uit verleden of beden te zijn. liet is de ta-.il van Vobaire, van llenry Heyle. van (Uiorp-.o Saad, van lïonaa, van Tüiue, van Saintc, Jijuve, van Jules Lomnitre. Geenu enkele poging is aaage-.veud, om dooi' wooidrer- " of s', ijiveriai uk ing de aaiueu'iit to trek?liepiiïiig van twyiuladuigo a.vljok'?',oriin geboren wo;'<l-..'i: en ''?iii zie.]. Geenu Op

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl