De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 23 maart pagina 6

23 maart 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 665 'veel fooien het mij kosten moest, het doel moest ik den een of anderen dag bereiken. Nauwelgks te Berlijn op mijn gemak gekomen, zag ik mij door eene speciale gunst der oude coquette ^Fortuna plotseling in de gelegenheid, om mijn ?wensch verwezenlijkt te zien. En dat zonder moeite en zonder fooien. Het kost maar een Mark," zeide men mij; ge gaat naar het paleis van den Rykekanselier, waar de bazar voor de armen van Berlijn gehouden wordt. De entree bedraagt een Mark. Gisteren is de vorst daar een uur lang geweest, en vandaag zal hij er ook wel komen, maar misschien pas tegen l uur." Vóór 11 uur was ik op de plaats aanwezig. De ?verkoopsters, f!e fine fleur der aristocratie, ?waren op hare posten achter de geïmproviseerde kraampjes, en prezen wollen jakjes en dergelijke kostbaarheden met een schalksch glimlachje als zeer degelijk en niet duur voor het geld" aan. De .dames waren uiterst smaakvol gekleed. Het vermijden van iedere opzichtige versiering gaf haar een gedempten, bedaarden chic, en zij ver vulden hare rollen als winkeljuffrouwen met het beste humeur der wereld. Geen wonder; do zaken gingen van zelf; geen winkelhuur en geen belasting. De allerliefste comtessen en baronnessen waren overtuigd, dat zij er volkomen smart, als slimme koopvrouwtjes uitzagen; inplaats daarvan echter ?was haar bewegelijkheid er geheel op ingericht om de van kraam tot kraam slenterende Don Juans en Almaviva's op zeer stoute gedachten te brengen. . . . En het had werkelijk maar n Mark gekost, deze bekoorlijke handelscomedie te mogen zien, spotgoedkoop dus, zonder nog te denken aan het liefdadig doel, en daarbij de hoop dat de heer des huizes zijn veelhoofdigen gast, den liazar voor de armen, in eigen persoon zou bezoeken. Zijne vrouw was reeds lang aan haar tafeltje zij had het druk als verkoopster van kleinigheden. Welk een fijn, levendig, geestig bleek gelaat, welk een gedistingeerd optreden der teere gestalte in het zwartzijden kleed. De eenige man, die deze edele elegantie op het doek recht had kunnen laten ''wedervaren, is sedert bijna 250 jaar dood; hij heette Antonie van Dijck. En wie is die djchtgesluierde in het zwart, die thans met de vorstin op de tafel toetreedt, waar kindergoed verkocht wordt? Een ideaal beeld van burgerlijken eenvoud, een goede fee, die voor hare armen linnengoed koopt en een gansenen hoop daarvan op een zjjtafeltje laat opstapelen. Stil, evenals zij geko men is, vertrekt zij weer, door de vrouw des huizes geleid. Keizerin Friedrich kwam niet om gezien te worden. Het geheim is de fijnste geur van het weldoen. Waar blijft echter de wereldberoemde heer des huizes? Het loopt tegen 12 uur. De zaal is vol. Buiten lacht de zon; binnen gonst het als in een bijenkorf. Zenuwachtige groepen verdringen zich b^i eene deur, die naai de vertrokken van den prins geleidt. Als hij komt. komt hij daaruit", fluistert het van mond tot mond. In het gclispel onderscheid ik veel Amerikaansch geaccentueerd Engelsch. Oh loon't hècome? Wouldnt it bc too bad? Steeds sterker wordt het gedrang in de richting der geheimzinnige deur. Daar ontstaat plotseling eene levendige beweging aan het andere einde der zaal. Vaar is de vorst!" hoor ik roepen, en reeds sleept mij een golf, meest uit jonge da mes bestaande, naar dien kant mede. Wat kun nen ze dringen, de teedere schepseltjes! Men zou het niet kunnen geloovcn. Dat zullen eens vastberaden schoonmoeders worden. Maar de golf helpt mij. ik behoef alleen te sturen, en dat doe ik met alle macht, steeds vast als lichttoren den eerwaardigen en gebiedenden kop in 'toog hou dend, die boven de golvende menigte uitsteekt, aan het bendeneinde scherp afgeteokend door de brcede donkergele streep van den uniform kraag. O, ik ken ze, deze vormen, deze trekken; op duizend photographieën en schilderijen heb ik ze van buiten geleerd. Maar het levrn is toch nog iets geheel anders, dan alle nabootsing Hoe goedaardig en opwekkend keek hij glimlachend op het gewoel neer, geheel de vriendelijke huis vader, die iedereen uitnoodigt zich geheel bij hem thuis te gevoelen, to be comfortalle. Wat op het schilderstuk van Lenbach triomieerendo kracht geweest was. is nu vaderlijke, ja grootvaderlijke zachtheid geworden. Ja, voor ieder komt de tijd. ?waarop hij de heldenrollen moet afstaan en tot de goedaardige vaders overgaan. Maar is dan alles zachtheid in dien kop? Ik ben nu vlak bij hem. Daareven heeft hij nog aandoenlijk zacht geglim lacht. Daar slaat hij plotseling het oog op, ja, dat is nog geheel de leeuw, juist als destijds, toen Leubach hem bestudeerde Hij gaf zich zooveel moeite. om mij met het krijt te laten zien, hoe groot en volmaakt die oogappel gebouwd was. Thans trekt h\j ook de schouders achteruit: Diablc! dat is een blik voor de vijanden dos Piijks. Maar dat duurt maar een enkele gedachte lang; nu is hu weer geheel de vreugd der kleinkinderen, r1nrootvader, die alle zakken vol v Vat een gedrang en er niet voor'?'* met echte Yankee-brutaliteit een gesprek met den Rijkskanselier te improviseeren. Uwe Doorluchligheid ziet er prachtig uit," zeide ik. Nu, bij dag gaat het nog zoowat, 's Nachts evenwel moet ik het misgelden, door slape loosheid." liet was gelukt. Ik had de interview bemach tigd, op klaarlichten dag geroofd, zij behoorde mij dus. Nu was hot mij voor het oogenblik on verschillig, dat de robuste dweepsters mij verder van hem wegdrongen; ik kon nu toch den hooguitstekenden kop steeds in het oog houden. Ik krijg hem wel weer. Weg sleepten lieru do dames door de keizcrzaal. Ik hoorde hoe zij van hem vertelden en met hem dweepten. Eene kleine brunette berichtte, stralend van vreugde, dat zij hem viooltjes had aangeboden. Hij heeft ze aan genomen en houdt ze nog in de band. En weet ge wat hij er van gezegd heef f? lfatldcir,criooltje, dat in het verborgen bloeit, kan ik helaas niet <jeli/jl:m.. . dat heeft hij gezegd en er bij geglim lacht " En toen de prins aan het buffet trad, kwam ik weer dichter bij hem. Eene bekoorlijke comtesse kuste hem de hand. Hij trok haar naar zich toe, en gaf haar een hartelijkcn kus. Na sieh mal, die kriegt gar'n Kuss," hoorde ik een jalocrsche meisjesstem in do opdrii.gpnde schaar brunettes en blondines zeggen. Intusschen heeft ismarck aan het buffet plaats genomen, en ik kon zien, hoe hij een kadetje naar zijn mond bracht en de suiker in zijn kopje omroerde. Toen greep hij naar de voor hem staande eognacfiesch, bekeek het etiket ervan en goot eenige druppels van het gele vocht in zijne thee, die hij daarna langzaam uitdronk. Heb ik aanlog voor modern geschiedschiijver of niet? Weg met alle laffe be scheidenheid ! Eindelijk stond hij op, en de golvende menigte schoof hom langzaam verder. Ik ging naar het buffet, waar de Rijkskansolier gezeten had. Daar stond nog zijn kopie met een restje thee en sui ker erin. Ik zou dit kopje wel willen koopen," zeide ik tot de rooskleurige Hebe die verbaasd opkeek. Ja, wat wilt u er wel voor geven?" vroeg zij. Tien Mark," zeide ik, bescheiden maar vast beraden . | - Dat is te weinig," zeide Ilebe, en het kopje is ook niet te koop; het behoort aan het ministerie." Mijn gezicht moet op dat oogenblik geleken hebben op dat van Sisyphus, als het lastige blok weer eens in don afgrond tuimelde. Eene andere dame, die ook aan hot buffet bezig was. de hemel zegene haar en behoede hare schoone oogen! had medelijden met mij. Ik zal het do prinses vragen", zeide zij, of wij het kopje mogen verkoopen". En reeds had het beminnelijk',; schepseltje zich in het gedrang begeven, om eene zending te volbrengen zooals er, met uitzondering van die van Jeanne d'Arc, in de geschiedenis niet weer voorkomt. Spoedig kwam zij, met cm vriendelijk laehjo op het gelaat, weer te voorschijn. Ja, n kunt het kopje krijgen", zcido zij. Een clcctrische schok van ,'JOO clenunten ging door mijne ledfin liet \>as bijna te veel succes. Vooreerst de interview, en dan hot kopje! Ik greep er naar. en hield het. vast. Het zou mij niet meer ontgaan De vriendelijke dames wik kelden bet nu netjes in een papier en in een oogenblik stak ik het in mini zak. Dat dood goed. Anderen schrijven geschiedenis, ik maak ze, al is het dan ook op mijn eigenaardige manier. Toen ijlde ik niet mijn schat weer den vorst na. Juist, daar stond hij weer in het gedrang der dames, die hem met de oogen verslonden. Ieder wilde hem bloemen opdringen. Oh pfeise.'" riep een klein Yankee-juffertje. 77u'.s is reallylxyondmij cafiacUy." antwoordde Ijismarclc in uitmun tend Engelsch. alleen mot ecu licht Duitsch accent En toen tot eene Dnitsohe; Mijn hand is wel geen daineshand, maar zij kan toch niet al te veel omspannen." Ilij had in zijn linkerhand al twee maal zooveel boucpuitt.cn, als Liszt er toetsen mee grijpen kon. Daarhij straalde hij van goedigheid en vriendelijkheid. Een klein meisje, dat hom absoluut haar bouqotje viooltjes wildo opdringen. reikte hij een bundel hyacinthen, oni voor haar viooltjes plaats te maken. I hare sceii liiin!'' riep achter mij een ander kind uit het cloliarhuul met diep blozende wangen. liet is een wonder, dat hij levend aan de kleine meisjes ontkwam. Want onophoudelijk schoven en drongen zij hem, en trachtten hem onder bloemen te begraven. En zij meenden bet daarmee zoo oprecht, zoo eerlijk geestdriftig, veel eerlijker dan wellicht vele anderen het dezer dagen n>et al hunne bloemenmassa's meenen. .. Eindelijk verdween bij door de deur die naar zijne vertrekken voerde. Hoavele dezer kloine moisjes zuilen als grootmoeders aan hare klein kinderen van zijn glimlach vor ellen ! EU de kleine comtesse, die hij gekust heeft die heeft den grooten prijs getrokken. Maar het kopje, dat heb ik, mijne boeren, and (lont yoii forget it! Ik breng het naar huis, naar mijne vrouw, en breng daarmede gedurende ccnigo dagen de groot o quaestie van den fluweelen wintcrmantel tot rust. VOOR DAMES. erciai-icn in Enf/elarirl Hirsch en Co. Jii)'Hii'(oi}i:ttcii. lrer*che vruchten. Arbeid adelt. Chromoliih. Etnc i/cschicdcnis der rrouw. Eon interessant artikel van Mrs. Cliristina Reeve in Lonffmaii's ni"f/'>,~ine bespreekt het verschil in de wijze van gasten ontvangen in Engeland in vroeger en later tijd. D:: oude vormen van gastvrijheid, op de onze gelijkende, verdwijnen. Vroe ger werd men op de buitens voor een week of wat gevraag!1.; nu zijn do serieën zoo vele, dat aan iedere partij gaston een bepaalde tijd, drie of vier dagen, wordt voorgeschreven. Van een dag langer blijven is geen sprake; wie ziek wordt, derangecrt do plannen, en men moet een. volgenden gast voor hem afschrijven. Hot is ook niet de gewoonte, dat de bedienden dos huizes voor de gasten laarzon poetsen, krioopen aanzetten, Meeren afborstelcn of wat ook; iedere dame neemt dus haar kamenier, ieder heer zijn bediende mede; dit. is te noodzakelijker om dat voor het diner altoos groot toilet gemaakt wordt, en de burgerfamiliën in dezen de gewoon ten der gralcli.iko kasteelen navolgen. Om de groote menigte, koffers en collis, die deze gewoonte noodzakelijk maakt, velen ne men ook bun badtoestel mee, geef!' gewoon lijk de gastheer, in plaats van zijn rijtuig te stu ren, aan den gast do reisgelegcnheid op, waarmede men van liet station naar zijne buitenplaats kan komen Daarentegen hebben Lnndensche families en vooral eenzame hecreu, die niet op het logeeren van aanzienlijke gasten mot al het tioodig oomfort ingericht zijn, er iets anders op gevonden, Zij invitfprcn hun gaston, dames en hoeren, gedi'.ronde zoo on zooveel dagen in een hö'el, wa,:ir zij zelf dan ook gaan logeeren. Do morgen wordt besteed aan tentoonstellingen, men dineert in hot hotel, de gastheer zorg! voorplaatsen in de opera of den schouwburg, en alle kosten komen voor zijne rekening. Dit l;omt in Fronk rij k in 't geheel niet voor, of-choon het geinal-,kc!;;k en bi-fivkUelijk niet zooveel kostbaarder is, dan een behoorlijke ont vangst gedurende eenige dagen in huis. :[: * -"> In de magazijnen dor firma Ilirsch. Leidsclieplein. wordt fk-z^ week het voorjaarssaizocn ge opend. Een vluchtig overzicht van een deel der uitgepakte fraaiigneden en nieuwe, creaties beves tigt don irdruk, dien de buitenlandsche correspondeiiiiën ge geven hadden. Do vorm dor robes is zeer eenvoudig, daarentegen zijn de stoffen over 'i geheel zeer kostbaar en aan de versiering, die d.ior den eonvoudigon vorm bijzonder uitkomt, is buitengewone artistieke, zorg besteed. ();>k hier zijn de mouwen steeds verschillend van de stof van de japon ; hot is niet zeldzaam vier stoffen in verwante kleuren aan n costuuni besteed te zien. De sternrningstinlen", licii/c, iii'iii.ri', oph 7/n, an!i>'.r<iine, hebbeu het grootste aandeel, en daarmee vereeuigd komen, schoon schijnbaar al te, zeer verwant, tourli-rcüc, rie/l or, zelfs bmil'jn tl\n~ en r,nii'iïnriiie voor Een zeer elegant costnuin bad de volgende samenstelling: rok van eenvoudige wollen stof, aubcr/jiiir riiet lichte, paars der Algcrischc vrucht), een gedeelte van hot corsage van dezelfde stof. de mouwen van sicilienne in eene eenigzins donkerder nuance, hel corsage zich geheel openend op een gedrapeerd intérieur van de sicilienne, en in dit een vest van geel fluweel. Een ander: rok van geborduurd krip touterellc (het l>«Y;e-achtig bruinwit der tortelduiveii) zich openend op eene voorbaan van bovlon d'or laken, versierd met drie breede entredeux van zwarte kant. op transparantbanden van licht gele zijde gcapplicoerd. Crêjie de Chine is nog steeds aan de orde; een ernstig costuum daarin was van brcede strepen zwart crêpe de Chine, afgewisseld met eigenaardig gestreepte zijde, zwart en wit ;)-7i:m; mouwen van de zij ie; keursje van zwart gitten netwerk met lange afhangende ornamenten van gitten jtumplllat. Iets geheel anders weer was een zacht blauw zijden costuum met zwarto kant, met zeer bijzondere mouwen; deze vielen, als die van Sarah Bernhardr in TDSU^ slap en zeer wijd tot even op den elleboog, en waren daar ingehaald en afgesloten met een fiiijnt vau mooie slappe zwarte kant, die lederen arm ilattcoien moot. Ook boeit men, om japonnen bij te maken, jaquottes van applicatiou in twee kleuren fluweel, bv. zwart en cuh, op goudkleurig gaas. het geheelo dessin met kleine zwarte kralen en gitten omgewerkt. Het eenvoudig model neemt, bij al do glinsterende versiering van deze artikelen, toch hot denkbeeld van overlading weg. Zelfs dit scheen :,iet over dreven : een manteltje van suïdc laken, bezet met zeer rijk borduursel in goud en staal, en voor zien van mouwen vtm zwarte tnllf. met groote fluweelen moezen. Zilver, staal cu gondborduursel is nog aan do orde van d.jn dag. Hoeden zagen wij in twee soorten : heel groot en hooi klein. Onder de groot o voel zwart tnl'o. gecoulisseerd, zwart stroo, zwart krip. versiering van groote bundels slappe bloemen, en bij n een roile van drie kwart nieter lengte, geheel om den broeden rand van den hoed afhangende, zooals onze grootmoeders droegen ; onder de kleine, enkele alleen uit een diadeem van krip en kleine bloempjes, viooltjes of primula's be staande. Nu eenmaal de japon niet meer aan do voor zijde of de achterzijde dicht gemaakt wordt, nisar ergens op verborgen plekken, is ook hierin alle fantazie toegelaten. Zoo werd dezer dagen in Londen een Panisch toilet f entooneo.steid van prachtig bruin fluweel, waarvan het dcïm,t, van bleekblauw crêpo de Chine. geheel aan n stuk in plooien over de schouders tot op een punt midden in den rug doorliep. Noch aan bet fluweelon kleed, noch aan hot crêpo do Cbine was sluiting ie zien ; deze moet dus onder dit dovant zijn «afgebracht en daarna, het crêpo do Cbinc over het bool'd getrokken rijn. Langs het blauw ' was een gouden kant gezet ; de hoogo f'nroelen l immwon hadden draperieën, van gondknnt. do demi(rah'e was vierkant en zoo plat mogelijk ep den rug aangezet. Men maakt in Parijs veer moffen van kant en lint. voornamelijk di'Miend om oen bouquet na tuurlijke bloemen in te dragon, viooltjes, pri'.nulapDo, neiging nni de mouwen anders te nemen dan do japon, strekt zich zich zelfs t"t de rouwtoiletten uit Voor zwaren rouw voorziet m -r: d'-n zwart c-u'lipm'ïvu japon riet Im'ppen nonwen, on liprhmlt dit krip als eenvoudige vorsierinr, een ^mwfc-rand of een pl:iH<> strook. onder aan den rok De mantel, lang heeft groote mouwen mot simtac.be en krip. Voor den zomer z-il bof gronndino, dut door iedereen gedragen zal word-n. ook in dof zwnrt voor de rou eostumos <vo-'oni^n woeden. 0<ik zwrirt linnen, gefestonneerd, of zwnrtzijdon mousseline, met wit harogo tfevoord, wordt anngel.rondii.'d. Als mantel voor den znricr oen c-irr:'1'-: van zv-ii-t krip, rr.rt vijf gofesio!ino?rde en besfikte kragen, Do hoed in den persten tijd enkel krip. Voor svomUo;lotfpn hoeft men zich in don laaf-'t on tijd ook züvorhil'o en tnlle nvf zilve ren borduursels voror.rlnofd. Grootrr foos'o;' vriont. men toeli in zivsr^n ron>v r.ief hij; in d.MI iW.fpu rouw komen gebordnm'd" witte fnlïo. .^rij//-: van j lilas bloempjes, witte stuffen nvf lilas of '/rijs affit - g2 d4 b5 b") X M dl e'2 <-2 f2 f l - gl d 2 a5 (b

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl