Historisch Archief 1877-1940
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAÜRIK Jr.
Ieder nommer bevat een Plaat.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgever: Tj. VAN HOLKEMA, te Amsterdam,
Keizersgracht 436.
Zondag 30 Maart.
Abonnement per 3 maanden f 1.125, fr. p. post/' 1.27'
Voor Indiëper jaar . . . mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.10
Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . , . 0.20
Reclames per regel 0.40
I N B O V D:
VAN VERRE EN VAN NABIJ. FEUILLE
TON : Miss Snowden's echtgenoot. IV. UIT HET
HAAGJE, door Z KUNST EN LETTEREN:
Tooneel te Amsterdam, door Fr. Muziek in
de hoofdstad, door Von Brucken Fock.
Aanteekeningen Schilderkunst, door V. Saint-Saëns
en Ascanio. In Memoriam, door M. Zubli v. d. B.
v. H. VARIA. MILITAIRE ZAKEN: La
Belgique et la guerre prochaine.
Oud-Amsterdamsche Verscheidenheden. Uit het leven van
een Londensch politierechter. SCHAAKSPEL.
Een gedenkwaardig schaakspel, Voor Da
mes, door E-e. ALLERLEI. INGEZON
DEN. RECLAMES. BEURSOVERZICHT.
ADVERTENTIËN.
Van verre en van nabij.
Op eene week van verrassingen is eene week
van onthullingen gevolgd. Nadat het
ontslagvan den heer Von Bismarck uit al zijn
rijksen staatsbetrekkingen, dat reeds lang door
velen was voorspeld, maar waaraan eigenlijk
niemand had geloofd, een feit was geworden,
openden de organen van den rijkskanselier
een reeks van mededeelingen, die de verschil
len tusschen kiezer en kanselier in een zoo
onaangenaam mogelijk daglicht plaatsten, en
daarover bijzonderheden aan het licht brach
ten, die men gewoonlijk om redenen van staat
zorgvuldig pleegt geheim te houden.
AchillesBismarck had zich in arren moede in zijne
tent teruggetrokken, maar in plaats van te
zwijgen, stak hij nog even het hoofd door de
opening, en onthaalde het publiek op eene
opsomming van zijne grieven. Dat was zeer
verklaarbaar, want de heer Von Bismarck
zelf' had allerminst geloofd aan de mogelijk
heid van zijn ontslag en stellig verwacht, dat
het gezag, hem door zijne onvergelijkelijke
bekwaamheden, zijn ontembare energie en
zijne langdurige toewijding aan de zaak van
zijn vaderland verzekerd, ook in dit geval
zou zegevieren over de ongeduldige bedenkin
gen van hen, die slechts in naam boven hem
stonden. Zoo was het bij den ouden keizer
altijd gegaan, wanneer deze zich eene enkele
maal tegen de raadgevingen van zijn ijzeren
kanselier verzette. Dat de heer Von Bismarck
zich niet wilde maken tot den gehoorzamen
dienaar van den jongen Hohenzollern, dien
hij steeds als zijn leerling had beschouwd, en
die nu blijkt zijn meester te willen zijn, is
volkomen begrijpelijk Niemand kan van
hem vergen, dat hij op zijn leeftijd, met
zijn prestige en zijne antecedenten, zou dansen
naar het pijpen van een vorst, die Europa
door zijne zenuwachtige bedrijvigheid in rep
en roer brengt, en van wien het nog zal moe
ten blijken, of hij den last zal kunnen dra
gen, dien hij zich op de schouders heeft
geFeuilleton,
Miss Snowden's echtgenoot.
Naar het Engelsch.
Mijn brief vorderde niet veel; de eerste
bladzijde was nog niet af toen Helen binnen
kwam om mij te vertellen dat het rijtuig voor
was. De dag ging ging in drukte en genoe
gen om en we kwamen laat in den namid
dag van ons werk en wel tevreden thuis. Wat
de gevoelens van Mrs. Vincent waren, kan
ik slechts gissen; mijn liefdadigheid was
slechts in naam van anderen geschied. De
menigte gelukkige gezichtjes maakten dat ik
opgewekt terugkeerde en mij gelukkig voelde
door het geluk van anderen dat op ons
terugstraalde.
Tegen zes ure verzamelden wij ons om het
haardvuur, namelijk Mrs Vincent, Helen en
ik. De heeren waren nog niet terug en er
kwam een klein wolkje op het voorhoofd
onzer gastvrouw, die zeer nauwgezet was,
maar dat wolkje klaarde spoedig op bij het
opsommen van de gebeurtenissen van den dag,
waarmede Helen en ik den tijd trachtten te
verkorten.
Helen was bijzonder opgewekt; haar
drooruerigheid der laatste dagen was verdwenen;
zij lachte en babbelde als op de kostschool,
iets dat mij altijd amuseerde, hoewel zoo sterk
afstekende bij mijn eigen schroomvalligheid
en stille manieren.
Wij dachten niet meer aan den tijd, terwijl
zij sprak en wij luisterden, totdat de pendule
op den schoorsteen zeven slagen deed hooren.
Mrs. Vincent keek op haar horloge, dat vijf
minuten vóór zevenen aanwees.
»Ze zijn laat/' zei ze, »maar ze zouden tot
Barhamwood gaan, als zij niet dichter bij
laden, en of hij zijn eigen krachten niet ge
weldig overschat. Maar al is de heer Von
Bismarck oud, hij had zijn verdediging gerust
aan den tijd kunnen overlaten, Nu heeft hij,
toegevende aan eene begrijpelijke veront
waardiging, het gordijn weggeschoven van
het heilige der heiligen, waarin hij de ma
jesteit der kroon placht te verbergen. Nu
heeft hij bewezen, dat zijn «vazallentrouw",
waarvan hij zoo hoog placht op te geven,
eene fraze was; dat de door hem zoo menig
maal verkondigde theorie, volgens welke in
Pruisen de koning zelf, persoonlijk regeert
en de ministers niets anders zijn dan de uit
voerders van den koninklijken wil, door hem
slechts werd nageleefd, zoolang de koning
van Pruisen en de keizer van Duitschland
zich met de theorie vergenoegde, zonder ooit
op hare toepassing aan te dringen.
Men zal zich misschien vragen, of iemand
die theorie in den mond van den heer Von
Bismarck ooit ernstig heeft opgenomen. Mo
gelijk niet. Maar het paste allerminst aan
den gewezen kanselier om hetgeen hij als den
grondslag van het Pruisische staatsrecht had
voorgesteld en verdedigd, zelf met ruwe hand
omver te werpen, en de constituoneele fictie,
waarmede hij zulke indrukwekkende uitwerk
selen had verkregen, als eene constitutioneele
fopperij voor te stellen.
Wij denken er niet aan, er den heer Bis
marck een verwijt van te maken, dat hij in
een oogenblik van grievende teleurstelling
aan zijne verontwaardiging heeft lucht gege
ven op eene wijze, die men van zulk een oud
diplomaat en zulk een geroutineerd staatsman
niet zou hebben verwacht. Maar wij betreu
ren het, dat hij zijn sortie niet beter heeft
verzorgd. Het is niet te ontkennen, dat zijne
houding een verkeerden indruk heeft gemaakt,
die niet weder weg te nemen is, en dat zich in
de openbare meemng, ook buiten de grenzen
van het Duitsche vaderland, eene zekere
reactie begint te openbaren ten gunste van
den Duitschen keizer, die getoond heeft geen
stroopop te willen zijn en die althans den
moed zijner overtuiging bezit.
In den persoon van generaal Von Oaprivi
heeft de keizer een nieuwen rijkskanselier
gevonden, van wien hij klaarblijkelijk onder
stelt, dat hij als oud-militair do kunst van
gehoorzamen en volgen even goed zal verstaan
als die van bevelen en leiden. Intusschen
wordt de benoeming van den heer Von Caprivi
van de meest verschillende zijden met inge
nomenheid begroet. Men weet, dat deze mili
tair veeleer een vertegenwoordiger is van de
vele goede eigenschappen, door welke de
Duitsche'officiersstand zich onderscheidt, dan
van de vaak misplaatste »Sehneidigkeif' en de
onbegrensde minachting voor alle burgerlijke
elementen, waardoor velen zijner leden zich
kenmerken. Men weet ook, dat hij zich met
evenveel tact en ijver als goed gevolg heeft
geschikt in betrekkingen en omstandigheden,
die voor hem nieuw en vreemd waren : eenige
slaagden; ik denk dat ze dood vermoeid zul
len zijn en langzaam huiswaarts keeren.
't Spijt me dat Herbert den dogcart niet mee
genomen heeft of heeft laten volgen, zoo als
ik nog aangeraden heb, maar hij meende dat
ze 't er wel zonder konden doen."
Om half acht echter kwam de butler vra
gen, of het diner kon opgediend worden.
»Nog tien minuten, Pearson'', was het ant
woord. De tien minuten kropen om en daarna
nog eens vijf minuten; wij gingen naar de
eetzaal en wij drie vrouwen namen voor den
eersten keer alleen aan de lange tafel plaats.
We waren niet ongerust, maar het lange
wachten had onzen eetlust bedorven, en het
verlaten treurige gezicht der groote zaal was
drukkend. _ We deden alsof we aten, de eene
om den wil van den ander en rekten het
diner zoo lang mogelijk om nog met de achter
blijvers te kunnen aanzitten. Maar alles ging
zijn gewonen gang en eindig-de zonder dat zij
zich vertoonden.
Toen het dessert op tafel gebracht werd,
liet Mrs. Vincent de kinderen binnenkomen,
hoewel tegen de gewoonte; maar het wasén
uitkomst voor ons allen, daar de kleine bab
belaars het ledig aanvulden, dat bijna ondra
gelijk begon te worden. Eindelijk konden we
geen redelijk excuus meer vinden om aan
tafel te blijven en stonden op om heen te
gaan. Helen deelde toen, als haar gevoelen
mee, dat de afwezigen waarschijnlijk vermoeid
en hongerig onderweg- een uitnoodiging had
den aangenomen. Het landgoed van kapitein
D'Arcy lag op hun weg en ook dat van Mr.
Fuwler, maar het laatste genoot zekerde voor
keur, daar het gezin van den Squire zich
minder aan de vormen stoorde en het
jachtcostuum den heeren niet beletten zou zijn
gastvrijheid aan te nemen.
Het gelaat van Mrs. Vincent klaarde bij
deze veronderstelling op en mijn eigen hart
werd ook geruster. De kinderen werden naar
bed gezonden en wij gingen naar de ontvang
jaren geleden werd hij, de infanterist, geplaatst
aan het hoofd van het departement van
marine, en vriend en vijand zijn het er over
eens, dat hij een uitnemend minister van
marine is geweest.
Men behoeft het den heer Von Caprivi niet
als eene bijzondere heldendaad toe te reke
nen, dat hij heeft bedankt voor de bescher
ming van politie-agenten in burgercostuum
of in uniform, zonder welke de heer Von
Bismarck zich nooit in het openbaar vertoonde.
De nieuwe rijkskanselier telt zijne vijanden
binnenslands en buitenslands nog niet bij
duizenden, zooals zijn voorganger. Maar wel
pleit het voor hem, en voor den keizer tevens,
dat men algemeen hoort zeggen: nu zal toch
zeker het reptiliënfonds ophouden te bestaan.
Men weet, dat de regeering sedert 22 jaren
de onbeperkte en ongecontroleerde beschik
king heeft over het AVelienfonds, d. i. het in
beslag genomen vermogen van wijlen koning
George van Hannover, dat eeist aan zijne erf
genamen zal worden uitgekeerd, wanneer zij
de rechtsgeldigheid der thans in Duitschland
bestaande toestanden erkennen. De inkom
sten van dit Welfenfonds zouden worden be
steed »om de aanslagen en samenzweringen
van koning George te bestrijden." Sedert 1871
is echter voor dit doel geen Pfetmiy uitge
geven, maar worden de inkomsten gebruikt
voor het subsidieeren der talrijke groote en
kleine bladen, die hunne >zelfstandigheid"
voor geld veil hadden en te zaaien de
officieuse pers vormden. Van daar de naam
»reptiliënfonds." De reptielen zullen nu een an
der kosthuis moeten zoeken; de keizer heeft,
naar men verzekert, reeds bevel gegeven tot
het inrichten van een bureau van informatie,
waar voor bladen van alle richtingen de in
lichtingen verkrijgbaar zullen zijn. die in het
belang der openbare zaak kunnen of moeten
worden gegeven. Worden deze verwachtingen
vervuld, clan zal in de tamelijk dompige
atmospheer van Duitschland's binnenlandsche
politiek een frissche en weldadige strooming
ontstaan.
De lieer Von Caprivi neemt een goed deel
van de taak van den heer Von Bismarck
over. Hij wordt niet slechts rijkskanselier,
maar ook Pruisisch minister-president en
Pruisisch minister van buitenlandsche zaken.
Dat «buitenlandsche" slaat eigenlijk alleen
op de vertegenwoordiging van Pruisen bij
het Vatikaan; de gezantschappen teMünchen,
Dresden, Hamburg, Karlsruhe, Stuttgart,
Darmstadt, Hamburg en Weimar hebben,
sedert de oprichting des rijks, hun vroeger
karakter verloren. De meeste bondsstaten
hebben geen eigen vertegenwoordigers meer
in het buitenland (consulaire agenten laten
wij hier buiten rekening); hunne belangen
worden door het Rijk behartigd, onder leiding
van den staatssecretaris van buitenlandsche
zaken. In deze laatste qualiteit is graaf Her
bert von Bismarck thans vervangen door den
Zuid-Duitscher Von Marschall.
kamer. Miss Snowden was daar; zij zag er
tenger en vermoeid uit, wellicht het gevolg
van haar hoofdpijn. Wij spraken allen op
den toon van menschen, die trachten te ver
bergen dat ze niet op hun gemak zijn. Mrs.
Vincent en ik haalden eenig werk voor den
dag; Miss Snowden ging naar een schrijfta
feltje bij een der ramen en hield zich bezig
met het voltooien der schetsen, die zij van
het huis en de kerk ontworpen had, en Helen
liep onrustig op en neer, dan dit dan weer
wat anders bij de hand nemende.
Hoewel de kamerdienaar op de vraag van
Mrs. Vincent verklaarde dat 't een prachtige
avondstond was, stak de wind geweldig op,
waardoor de gejaagdheid van Helen scheen.
te vermeerderen. Hij bewoog zich van tijd tot
tijd met geweldige rukken langs het terras,
zocht een schuilplaats in den grooten ceder,
loeide en putte daar zijn krachten uit. De
muziek was niet opwekkend en onder haar
invloed zag ik het gelaat van Miss
Snowdon duidelijk blecker worden, naarmate
het later werd. De gedachte drong zich
aan mij op, dat zij zich slechts met teekenen
bezig hield, om daardoor haar gelaat beter
te kunnen verbergen, want toen zij over het
papier boog, merkte ik dat het potlood in
naar hand beefde en haar werk weinig vor
derde.
De thee werd binnen gebracht en Helen
zette die met een zekere opgewondenheid,
waaruit duidelijk bleek dat zij eenige aflei
ding- in die kleine bezigheid zocht. Opnieuw
talmden we zoo lang mogelijk aan de
theetafel. De drukte van het weghalen stierf uit
en wij namen on? werk maar weer op. Wij
spraken weinig ; de armzalige pogingen, die
wij eerst hadden gedaan, om elkander gerust
te stellen, bleven nu ook achterwege en wij
verzonken in een onafgebroken stilzwijgen.
Helen nam plaats voor (ie piano en tokkelde
enkele noten van een prachtig muziekstuk,
maar de muziek deed mijn gevoelige zenuwen
Er zijn, naar men verzekert, nog vele andere
belangrijke veranderingen in het
regeeringspersoneel te verwachten.
Uit het Haag-je.
Het jeugdige godinnetje van het licht, de
lente, dat den 20steu Maart 's middags om vier
uren precies geboren is, groeit goed op en ia
zoo levenslustig, dat wij er eigenlijk al een beetje
last van gaan krijgen. Het aanvallige wicht ia
reeds druk bezig onze geheele huishouding ten
onderste boven te keeren. Allerlei liefkoozingen
en kunstgreepjes wendt het aan om eene totale
verandering te brengen in onze oude, vaste ge
woonten, en het groote woord moet er maar
uit ons geheel en al naar haar poezel handje
te zetten. Met de dutjes na het middagmaal is
het zoo goed als uit, sinds de kleine woelwater
met de zonnigste lachjes tot het omgekeerde van
slapen en dommelen, namelijk tot zingen en
sprineen, tot leven en genieten dwingt Tegelijkertijd
is onze ijzeren huis-kanselier voor drie vierden
van zijn macht en invloed beroofd. De oude
brombeer, die nog zoo kort geleden het hoogste
woord voerde, door allen als om strijd eer
biedig omringd werd en met de meeste voor
komendheid op het randje af van slaafsche
onderworpenheid geflikflooid en gestrijkrokt
werd, trekt bijna niemands aandacht meer. Som
ber en verlaten troont hij nog op zijn vaste
plaats, maar niemand gevoelt behoefte den
trouwen vriend, tijdens de dagen van sneeuw en
ijs, uit zijn staat van verauftheid op te porren en
hem wat gloed op de wangen te jagen. Hij heeft zijn
tijd bijna uitgediend en wacht slechts op het
oogenblik, waarop men hem bij zijn krommen
arm de kamer uitzetten en naar zolder-rust
verbanren zal.
Daar de kleine tijdig naar bed gaat, behoeven
wij gelukkig onze deftige theevisites er
voorloopig nog niet aan te gfven, maar lang zal het
niet meer duren of ook zij zullen opgeofferd
worden aan de nukken en grillen van de jongge
borene, die een ingeschapen afkeer heeft van
muffe kamers en gerekte gesprekken, en het al
leen wekt buiten in de vriie natuur. En ziet,
deze bijgedachte is reeds voldoende om ons op
eens tot ernstig nadenken te stemmen en bijge
volg de helft van de theepret weg te nemen;
want in zijn hart moet iedereen bekennen, dat
nommer een, de thee, bij gelegenheid van groote
visites zelden of nooit deugt, omdat deze
Chineesche drank dit met Nederlandsche helden
dichten gemeen heeft, dat naarmate de opzet
grooter is, de inhoud meestal minder smakelijk
wordt Bij nadere beschouwing blijkt de theebus
een tamelijk onbeteekenend omhoepeld voorwerp,
volkomen gelijk aan hare zuster de stembus, dat
hoofdzakelijk dient als schijndoel voor het
verzamelfn van eene groote kudde menschen tot het
houden van babbelwedstriiden.
Sierlijk in een kring gelegerd, ziet men de
kakementen der dames onophoudelijk op en
aan evenals het klagen van een lijkzang.
Het bad waarschijnlijk op haar denzelfden
invloed, want zij sloot plotseling het instru
ment, kwam naar mij toe, plaatste zich aan
mijn voeten en legde haar hoofd in mijn.
schoot, terwijl zij gedachteloos in het vuur
staarde.
Het huis was doodelijk stil geworden, hui
veringwekkend vond ik : maar dat kwam ze
ker door de tegenstelling met de levendigheid
en vroolijkheid der vorige avonden. Ik werkte
ijverig voort, alsof er niets anders in de we
reld bestond dan de strook neteldoek, die ik
in mijn hand had. De eentonige beweging
van de naald was een verademing voor mij ;
en_ van den onbepaalden angst en de
gedruktheid van het oogenblik zwierven mijn ge
dachten naar mijn afwezige moeder, die haven
van rusten uitkomst, welke wij allen in
oogenblikken van spanning opzoeken, met de on
weerstaanbare begeerte om mij in haar armen
en aan haar hart voor de wolken, die zoo
dreigend over mijn geest waarden, te ver
bergen.
Het sloeg tien uren ! iedere slag brandde
mij op het hart; maar de pijniging zou lan
ger duren, daar de eene klok na de andere,
van de deftige ouderwetsche pendule af tot
haar minder aristocratische zuster, ver af in
het keukendepartement, dit onheilspellend ge
tal herhaalde. Het scheen of alle uurwerken
in het huis met elkander afgesproken hadden
om niet te rusten voordat wij blijken gaven
van hen verstaan te hebben.
Toen de laatste slag van de stalklok weg
stierf', stond Miss Snowden op, verzamelde
haar teekengereedschap, wenschtcons goeden
nacht en verliet de kamer. Ik ben zeker dat
zij ons ontvluchtte om in de eenzaamheid
de. smartelijke beproeving, welke haar lippen
zoo bleek had gekleurd, te leeren dragen.
»Hoe vreemd!" zei Helen half'gedachteloos.
»Wat is vreemd?" vroeg Mrs Vincent op
ziende. Helen antwoordde niet, ook scheen