De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 30 maart pagina 3

30 maart 1890 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 666 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ze in zijn bloed hoera! nu bemint Tristan. En daar weerklinken ook werkelijk de meest gloeiende liefdesverklaringen ! En deze liefde is het, die gedurende de geheele 2e acte op de weelderigste tonen bezongen wordt! Welnu, ik beweer, dat als de muziek in dit muziekdrama iets met den tekst te maken heeft, als deze muziek werkelijk dezen tekst goed illu streert en tot zijn volkomenste uitdrukking brengt, dat dan deze muziek niet anders dan de grofste zinnelijkheid kan wezen, die ooit met de bespot telijke pretentie van een nieuw evangelie is op getreden ..... Onwillekeurig moest ik bij Tristan und IsoMe van VVagner aan Zola's La béte humaine denkeu. Wat de liefdesdrank bij de een is, is de folie homicide bij den ander. Het is de fataliteit, die ons aller lot, ons aller zijn, bepaalt; het zijnde wetten der chemie, die het heelal beheerschen ; onze edelste daden, gevoelens, stemmingen, ziju evengoed scheikundige verbindingen als modder en drek. Vuilnis bestaat niet meer, maar ook geen reinheid ; alles wordt voortaan eenvoudig uitgedrukt door eene scheikundige formule. God b. v. is niets dan een begrip van de persoon, dat uit een verbinding van n deel A en twee cleelen B voortkomt; God is dus A B ; iiefde is weer iets anders, maar voor alles is toch eene formule i Doch genoeg. Maar o ! hoe ware liet te wenscher, dat een groot componist opstond, die gelijk Wagner den modder de reinheid ver heerlijkte, die gelijk Wagner woeste wilde passies, als de wilde dieren die u bangmaken dieper, schoon minder luidruchtige, passies weergaf . .. Met dit alles zijn de verdiensten van Wagner niet verloochend. Deze verdienste bestaat daarin, dut hij met alle conventie heeft durven breken en gestreefd heeft volkomen naar waarheid uit te drukken wat hij gevoelde. Jammer slechts, dat hij zoo weinig verheven gevoeld heeft. Maar zijn energie in het zoeken naar de middelen om die uitdrukking zoo volkomen mogelijk te maken blijft bewonderenswaardig. Van verslapping, af matting, het zich gemakkelijk maken, is in deze titanische figuur nooit sprake. Hij moge een valschen God of zichzelf aangebeden hebben, de volharding, kracht en overtuiging, waarmede hij aanbad, zijn weergaloos. Aldus is zijn meester schap in de instrumentatie onbereikbaar gewor den ! .. . Wat de uitvoering van het besproken werk betreft, was deze, wat de partij van Isolde aan gaat, die door mevr. Stahmer-Andriessen uit Leipzig gezongen werd, uitmuntend. Na haar laatste scène was het applaus stormachtig In de laatste acte was ook de heer Meminler (Tristan) zeer goed; terwijl ook de partij van Br/uiycine hoogst verdienstelijk door Frl. Goldsticker gezoiigeri werd en de andere partijen eveneens voldoende bezet waren. Het orkest was versterkt, en zoo kon men van de interessante instrumen tatie van het werk, waar men zich vau den in houd voldoende los gemaakt had, op menige plactts genieten. Wat den Lohomjrin aangaat, werd de titelrol i hierin vervuld door den bekenden tenor Van Dijck, terwijl de rol van Elsa weder voortref felijk door de reeds genoemde Stahiner-Andriessen gezongen werd. Van Dijck heeft zich hier doen kennen als een zeer begaafd acteur en een zanger, met een mooi frisch en jong g.'luid toe gerust ; ;<!j?i samenwerken met mevr. Stahr/'iPr Ajjdrirsseu zal den Wagner-vrienden op menige plaats cea groot genot verschaft hebben, iouwens, VAU Dijck wist in zijn Luhe.ngr-in iets rein s, iets sobers te leggen, dat bij de weelderighcid van de Elsa van Mevr. Stahmer-Andiicssen gunstig afstak. Het orkest en koor waren bij deze opvoering slecht; evenwel moot nrien erkennen, dat de Duitsche opera zich in den laat.'ten tijd groote moeite gegeven heeft om aan de overigens niet onbillijke ei-cheu van het j pubiiik eener groote stad te voldoen, en hierin ni"L ongelukkig is geslaagd . .. Plaatsruimte ontbreekt me om van de uitvoe ring van leerlingen van de Mtt^ii'katlniol ran ilc Mij . . . enz, iets anders te zeggen dan dat zij w< tier een verblijdend getuigenis allfgde van de deugdelijkheid van het onderwijs, dat aan deze inlichting door hare verschillende leeraren ge geven wordt. L'7 Maart. ATox Bnu( KI;X FUCK. AANTEEKENINGEN. SCHILDERKUNST. Materniti', het schilderij van Millet, dat de heer van Wisseling te 's-Hage hoeft, en waarvan wij hier kort geleden spraken, is nu in I'ulchri Studio tentoongesteld. Het doet er gunstig in d-= ruime kuns-tzaal, oneindig beter dan het in K.'tterdam deed in de kleine zijkamer in het Bath-notel, waar men er in het rauwe licht vlak op stond, zoodat het niet te overzien was, en waar de kop van de vrouw korsterig en de muts zoo bruin leek. Ieder die liet daar gezien had, ! zal verstandig doen het in Pulcuri weer te gaan ! zieu. Aan den wand tegenover liet schilderij i zijn hier ook een menigte Brauu photografieën naar werken vau Millet geplaatst, die als een inleiding zijn lot het voorname schilderij, dat l alleen tegen een wand hangt. [ Het is te hopen, dal dit schilderij in ons land ! moge blijven. Men zou het onwillekeurig' wen- j sclu.'ii te be.stemmeï; voor een zeer waardige ver- | zaïiifüng van de groote Franschc kunst in de hofstad, waar het zoo heel mooi trooneii zou als middelpunt voor de vele werken van Rousscau, Corot, Daubigny en de andere groote schilders der zoogenaamde romantiek. i De Olympia van Manet gaat nog niet naar het Louvie. De commissie vau advies over de i F, :ü:.se!ie Rijksmusea heelt haar meening ge«e- j ven over het aanbod der Olympia aan het llijk j door een aantal vereerders van den schilder. Als zakelijke reden wordt opgegeven dat men zich aan den ofiidrelen regel wen.vcht te houden, waarnaar geen werk van een kunstenaar in het Louvre geplaatst wordt, die nog geen tien jaren j l dood is. Maar men wil de Olympia toestaan haar intocht in het Luxembourg te doen. Eerst dus het Purgatorium nog. De Manettisten zijn hiermede niet tevreden. Naar men wil, werd hun wel aangeboden een ander werk van Manet te nemen, den dooden Torero bijvoorbeeld, of den Guitarrero, maar zij willen op hun stuk blijven staan, en eisenen de gunst voor de Olympia. De Olympia, het summum van Manets streven, zoo schijnen zij te zeggen, of niets. De Olympia om het recht van den strijd. Bij de Müncheuer jaarlijksche tentoonstelling van dezen zomer zal gezorgd worden voor een gunstiger inrichting van het gebouw dau vroeger. Al de zalen, waarvan er sommigen alleen ramen op zij hadden, krijgen nu bovenlicht. In de French Gallery in Pall Mail Ie Londen, vindt men op het oogenbiik aeu aantal schilde rijen tentoongesteld van de in Engeland nog minder bekende groep nieuwere Duitsche schil ders, waarvan Fritz von Uhde en Max Liebermnnn de voornaamsten zijn. Verschillende Duit sche musea hebbeu daartoe stukken ter leen afgestaan. Deze artisten doen weer voor hun lijf om zich te doen gelden. Wat hebben zij in Parijs, waar de Duitsche regeeriug, noch eenig Duitsch kun stenaars-genootschap iets op de wereldtentoon stelling voor de Duitsche kunst doen wilde, zich op eigen initiatief ook niet flink weten te houden. De twee bekende groote stukken van Rubens in de Autwerpsche kathedraal, de kruisoprichting en de kruisafneming, zullen daar naar het Museum worden overgebracht, waar zij de groote Kubens collectie zullen helpen kompleteeren. In de kerk hebbeu zij van walm etc. te veel te lijden. Maar de Staat zal daarvoor aan de kerk een belangrijke vergoeding te schenken hebbeu, wat het laten zien der schilderijen, die achter gordijnen hingen, bracht jaarlijks een groote som op. Joris Karel Huysmans zal binnenkort een nieuw boek uitgeven, getiteld La bas, vrucht van een kunstreis door Duitschlaud, een andere Vojjage aux primilifs allemands, zooals de Wyzewa die indertijd schreef. Een schrijver in het Bcrliner Tayrfjlatt geeft een verhaal hoe hij den Anyclus in Chicago ge xposeerd heeft gezien. Ik zag de straten, zegt hij, der stad, waar meer varkens worden geslacht dan in een andere ter wereld, bedekt met aanplakbiljetten die aan kondigden dat de Auyclus in het tentoonstellings gebouw te zien was. >-Het kostbaarste schilderij van do wereld'', riepen de plakkaten uit, het heeft 110,'iOO dollars gekost!" Zoo guur ik dan ook op, offerde mijnen obolus in den vorm van een doiiar en vond het schilderijtje dooreen kijk lustige menigte van Ladies en Gentlemen omstuwd. Nooit in mijn leven heb ik zulk een radelooze barbaren-vergadering gezien. Zij waren gekomen om het «kostbaarste aller schilderijen" te zien en stonden nu perplex, dat zij er niet perplex van konden staan. Daar stonden twee boeren, een man en een vrouw, in biddende hou ding, naast hen de uitgegraven aardappelen en dat had 110.000 dollars gekoot l Een zoo'n vuile aardappel kwam dus minstens op wel 1000 dollars te staan, ongerekeud de blauwe broek van den boer, die bij zulk een prijs minstens op 8('(!0 dollars moest berekend worden. Het was een hachelijke situatie. De 110.fiOüdollars moesten maar worden gevonden door wie ze vinden kon. In hetzelfde lokaal waren de schilderijen van VeretK'h.'igbi tentoongesteld, waaronder de «Exe cutie in Rusland", /oo ieis liet zich dan eer begrijpen. De sneeuw op hoeden en pelsjassen kou nu bepaald pakken. ?_'7 Maart'00. V. SA1XT-SAENS EN ASCANIO. Men vreet dat Saint-Saëns de premiere, van zijn A>,cuitio in de Groote Opera niet hcei't bijgewoond; reeds zes maanden geleden lieei't hij het toezicht op de repetitiën aan zijn librettist Louis Gallet en zijn vriend Guiraud overgelaten. Waar is Samt-Saëns 'i De speurende reporters hebben het ict kunnen ontdekken, en drie groe pen van verklaringen hebben de ronde gedaan door ilc pers Volgens de oenen is Saint-Saëns vlak bij Parijs, te Chatou, te Sèvres, en de hoer Colk'uille, regisseur der Opera, is hem daar her haaldelijk gaan raadplegen ; volgens da tweede groep is do componist van Ascduio, moede en ziek, wanhopig over den dood van zijn moeder en zijii beide kinderen, eerst naar Cadix gevlucht, toen vcrdur naar Tcneriff'e, misschien naar Java. liet dorde verhaal luidt, dat Saiut-Sa:;ns. krankzinnig, te Sainle-Amie of te Yille d'Avray verpleegd wordt, en, om hut te bekronen, heeft een journa list, hem daar deze week laten overlijden. Dit is niet genoeg. Saint-Saëns heeft een verre nicht, juffrouw Jcanson, te V'assy. Deze dame be weert dat Sainf-Saëns hot slachtoffer van oen schandelijk complot is, en door hebzuchtige vrien den, gesteund door leugenachtige attesten van doctoren, tegen zijn zin in eer. particulier gesticht wordt opgesloten gehouden. De reden zou liggen in oüno erfenis vau vier luillioon, die de componist een paar jan r geleden beeft ontvangen ; i wee dorden daarva:i /on hij verkwist hebben, het overige zouden zijn vrienden, van zijn zwakke geestesvemiegen.s proüieerend, hebben geroeid, en daarna, om ont dekking (e ontgaan, Sainl-Saëns hebben opgesloten. JuitVouw Jeansoi; heeft de zaak Sn handen van een. advokaat gesteld. 01' Suint-S.iriis werkelijk zoo veel geld geërfd en vcrfecrd heeft, woidl niet ge meld, maar wei dat de advoKnat op de registers der prefecturen geen verlof tol overbrenging van den beer Suint-Saëiis hoeft gevonden. De nicht heeft zich nu in betrekking gesteld tot mevrouw Hahit-Saëns, die van haren man gescheiden leeft, en gezamenlijk zuüen zij eene plaintc bij do recht bank indienen. gedeeld. In November heeft hij een brief van Saint Saëns ontvangen, uit Cadix; de componist deelde hem daarin mede, dat hij vertrok naar oen ver land. Te Cadix heeft de consul hom medegedeeld dat Saint-Saëns, onder een anderen naam, passage had genomen op een schip naar Sainte-Croix de Teneriffe. Is hij vandaar naar Java gegaan, waarop hij wel eens plan gehad had 'i Men weet het niet, maar de muziekuitgever Durand heeft kort gele den twee muziekstukken van hem ontvangen, die in het buitenland" met eene boot waren mee gegeven. Gallet zegt dat Saint-Saëns wel wat wispel turig en ongelijk van humeur is, maar van krank zinnigheid is nooit sprake geweest. Van de erfenis van vier millioen heeft Gallet nooit gehoord, en van verkwisting evenmin ; Saint-Saëns woonde op een vierde verdieping, rue Monsicur-le-Prince, jaar in jaar uit, en ontving alleen zeer goede bekenden. Hij heeft op reis maar een 10,000 francs meegenomen en aan zijn gewone vertrouwden do zorg voor zijn geldelijke belangen overgelaten. liet is trouwens uiels ongev/oons. dat SainlSaöns de repetitiën van zijn werk en zelfs de première aan andoren overlaat. Ook zijn Phucton is uitgevoerd terwijl hij to Marseille was; en met den Aaeanio beeft hij zooveel verdriet gehad, uitstel, omwerken, veranderen van (ie hoofdpartijen, dat hot niet te verwonderen is, dat hij er genoeg van had. * * Het libretto van Ascanio is meer dat van een groot historisch boulevard-drama, dan van een opera. liet is dan ook een dergelijk drama, de Benvenuto Celliui van Paul Meurice, dat men op den voet gevolgd heeft. Dit drama zelf was weer gevolgd naar don roman Ascanio van don ouden Dumas, en men heeft dezen laatsten naam weder opgenomen, omdat er al oonige opera's Uencenuto Ccltiui zijn, een van Berlioz, oen van Lachncr, een van Rossi, een van Diaz. De zeer ingewikkelde intrige berust op drie grondslagen: de liefde van Benvenuto en zijn leer ling Ascanio voor mejuffrouw Colombo d'Estourvillc, dochter van den prévöt van Parijs; de be geerte van de hertogin van Elampes, tavorilc vau Frans I, naar den schoonen Ascanio; en do woedende jaloezie van Scozzone, Benvcimfo's mailrosse. Hot eerste tableau toont hot atelier van Ben venuto te Parijs. De leerlingen zitten Ie schil deren, Ie boetseeron, to graveeron, en zingen een koor; het atelier is een groote oude zaal met allerlei kunstwerken, bahuts vol zilverwerk, mo dellen, een grooton brandenden oven, wapenrus tingen, draperieën; men wacht er bet bezoek van Frans I, aan wb-n de kunstenaar het model van een kolossalcn Jupiter zal toonen. die later in brons moet worden gegoten. Ook denkt hij over een Ilebo, maar zoekt vergeefs naar oen model evvoor. Scozzone biedt zich aan, maar Benvenuto weigert: J'ai fait de toi Juncm, Vénus, Diane, Te fant-il encor la candeur? Scozzone vermoedt, dat bij aan iemand denkt ; zij meent dat bij do hertogin d'Etampe.s bedoelt en vertelt hem nu, dat de minnaars van deze steeds vermoord worden., Benvenuto, vol vaderlijke zorg voor zijn leerling Ascanio, zegt: J'empêcherai qu'ollo ait Ascanio pour amant ! De koning komt, met de hertogin en een schit terend gevolg. Hij bewondert den Jupiter; do j hertogin merkt den schoonen Ascanio op, koopt \ van dezen een bracelet en bestelt hem een dia manten lelie, die bij baar in het Louvre moet komen brengen. Benveiuito vraagt den koning oen grootor atelier om er den Jupiter to kunnen gie ten ; do koning' staat hem een deel van Ie grand Nesle" af ; Ascanio is zeer tevreden, want daar woont ook Je prévöt van Parijs met zijue dochter Coiombe. Tweede tableau: bel plein voor het Augustijner klooster, een prachtig decor. Rechts eene kapel, i waarin een huwelijk gevierd wordt, daarachter lo grand Neslo, Ie peut Nesle, de beruchte toren van Marguérilc de Bourgogne, on op den achter grond de Suino, bet panorama van het oude Parijs | en liet oude Louvre. Eer.->l als episode een aardig stu'. dentenkoor. Ascanio en Coiombe ontmoeten elkaar bij ccii bedelaar, wien zij beiden een aalmoes l geven; deze bedank', het aardig paar en voorspelt i hun het huwelijk. Ook de hertogin komt gemas; kerd; zij heelt A'jcauio hier besteld, maar Ben; vennto, ingelicht, verhindert haar plannen en de ( hertogin wordt ziju vijandin. l De prévöt d'EstourviUe weigert bet grand Nesle af' te staan; Benvenulo iaat door Ascanio een som matie uitspreken; do prévöt antwoordt met ecu i geweerschot, en Benvenulo laat, tot slot der acte, j door zijne leerlingen en de studenten hot kasteel l bestormen. Met het derde tableau, bet nieuwe atelier van Bonvcnuto in het grand Neslo, opent bet tweede j bedrijf'. Door den hoogen vensterboog ziet men een ! terras van bet petit Nesle en de bebloemde tuinen ? van het kasteel. Op het terras wandelt Coiombe, en Benvenufo baast zich. naar baar beeld zijn Hebo ; to modeleoren. Hij roept uit: i Brnlc-moi, flamrne de génie! l Soiiüens-iiioi, tendresse bénie! i Soufflédivin, emporte-moi! Ascanio ziet bet beeld en herkent zijne aan| gebedene, bij is verpletterd, maar zwijgt. Hij ; zwijgt ook neg als hij vernoemt dut: Colombo gaat trouwen met graai' d'Orbec ; dit bericht komt tegelijk met liet hevel lot verbanning van Benve nuto, dat de hertogin van I-Vans l heeft weten te verkrijgen. Vóór liet eind der acte echter wordt dit nog hersteld ; liuiiveuuto wendt zich tot ivarel ! V die Parijs bezoekt, en op de belofte, dat de Jupiter binnen drie dagen zal gegoten worden, verzoent de koning zich met hom. Dit geschiedt in hot vierde tableau, (de tuinen van Fontainebloau; wa;:rm een allegorisch ballot, Renaissance stijl, gemirieerd en gedanst wordt. liet derde bedrijf (vijfje tableau, weer het ate lier van UenveMiro], is vol gebeurtenissen. Co lombo komt. om d'Oi-beo te ontvluchten, een hchuili-laa'is zoeken hij unvenuto. Deze verzint een j vernuftig pl.'.n. Dieiizcifdeu dag moet men een heiligenkast van goudsmidswork naar het klooster der (Jrsulinen brengen; daarin zal men Coiombe naar het klooster dragen, waarin zij veilig zijn zal. Maar Ascanio's medeleerling Pagolo heef t dit geheim aan de jaloersche Scozzone verklapt en deze deelt het aan hare vriendin de hertogin mede De hertogin beveelt nu, dat men de fraaie kist van brous en goud ter bezichtiging zal brengen naar hare ver trekken in het Louvre. Zij zal haar daar drie dagen lang houden, en Coiombe zal dan gestorven zijn. De jalocrsche Scozzone heeft eerst berouw over haar verraad, als Benvonuto, de liefde van Ascanio en Coiombe vernemend, zijne toestemming tot hun aanstaand huwelijk geeft; hartstochtelijk als zij is, wil zij dan in C'oJombe's plaats sterven; zij wisselt met deze van kleederen, en strekt zich in de kist uit; in de processie, waarmede deze naar hot Ursulinen-klooster gebracht wordt, wan delt Colombo in Scozzone's costuum mede. Daarna wordt in het atelier de Jupitor gegoten, onder een prachtig koor: Gloire a Jupiter trioniphant!" Het slottableau speelt in het bidvertrek der hertogin d'Eiainpos, in het Louvre. Do bronzen kist, met goud en edelgesteenteii bezet, is daar neergezet. De koning ontvangt er Bonvenuto en veroorlooft hem, in verrukking, eene gunst te vragen, welke ook. Het verlof voor mijn Ascanio, om met Coiombe to huwen!" De koning stemt toe, behoudens zijne belofte aan de hertogin d'Etampes voor graaf d'Orbec. Ik doe daarvan afstand, sire", zegt de hertogin doodsbleek; maar stemt de bruid zelve wel toe?" Op dit oogenbiik verschijnt Coiombe. Maar wie rust dan in die kist'.'" roept te hertogin uit. Men opent de kist en vindt hel lijk van Scozzone. Benvenuto barst in snikken uit: Gloire, avenir, que m'importe l C'est Ie dernier lambeau de mon coeur qn'elle einporte! Adieu gaité, lumière, adieu jeunef.se, adieu! * # * Van de muziek was de indruk zeer samenge steld. Zij is vol vernuftige vindingen, vol weten schap en zelfs vol melodie, maar toch is de in druk eer grauw dan schitterend. Zij voldoet geen der beide kampen. Hetgeen en relief'moest komen. scheen vaak zwak en onduidelijk; hetgeen door den componist blijkbaar als bijwerk beschouwd was, werd toegejuicht. Gebisseerd werden: la Fiorciitiitcllii, een fialiaansch liedje van Scozzone, dat eerst later in het werk gevoegd was; het duo O beauté, j'ai compris la puissance!" van Ben venuto en Ascanio; het Madrigal van Frans I; eene variatie vau het ballet, met solo voor den liuitist Talïanel; een quatuor: Ah! bravez l'Océan fjui gronde; en de daarop volgende solo van .Benvenulo: Kr.fants, je ne vous en venx pas'; eu de slotscène die zeer dramatisch was. Toch was er nog veel meer in, dat applaus waard was geweest, maar herhaaldelijk had de componist van eenbelangrijk en welgevallig nummer liet slot laten verloopen, zoodat hijzelf en zijne artisten niet den bun toekomenden dank konden ontvangen ; van andere gedeelten weer ging de schoonhc'd verloren door te overladen instrumen tatie. Men miste te vaak warmte, kracht en oprechtheid. De twee eerste acteii worden door Yitu vergeleken met een vertrek vol kostbare, ze.ldzame bibelols. maai1 waar men geen plaats vindt om een glas neer te zetten. Eerst met het derde bedrijf komt er helderheid, kleur in de muziek, De fraaiste nummers zijn, behalve de genoemde : bet trio tussciien Ascanio, Coloiabe en do bedelaar; eene romance van Ascanio: A l'onibro des noircs tours", gracieus en gevoelig, maar ongelukkig mol de terts eindigend, zoodat bet efïeet verloren ging ; een prachtig arioso van Frans l ; een aantal van de twaalf balletnuimners en do finales der heide laatste acten. Do rollen waren aldus verdeeld: BenvenutoLassalle. uitmuntend als acteur en als zanger, warm en krachtig; Ascanio?Cossira, elegisch en sierlijk ; Frans I i'jaiiron, correct in ziju dankbare rol; de bedelaar - - Martaponra, breed en statig. Seozzone was Mad. Bosman, wier vir tuositeit do eenvoudige F'iorcntinella heeft doen bisseeren ; de hertogin Mlle Adiny, die de zware ondankbare rol door baar talent minder dan door hare schoonheid gered heeft; Colombo Mlle Eamos^ eene f'ri-srhe stem en con persoon vol kuische beküorhj'i-.heu!. liet mooiste decor vormde het bosch van Fontainebleaii ; het ballet, smaakvol gemonteerd, deed wner de bevalligheid der dames Desirc, Loii.stein, Invormzxi, Oitolini, Ciiabot, enz. uitkomen. IX MEMORIAM. Heden een jaar geleden ging ik Professor J. A. Albcrdingk Thijm, voor het laatst de hand druk ken; een zijner zoons had mij de treurige tijding van de eensklaps zoo onrustbarend toegenomen ziekte gebracht. Weinig hoop scheen er op herstel; de beminnelijke grijsaard lag buiten ken nis, en bet ergste scheen \ooral door de groote zwakte te vreezen. Bij den zieke toegelaten, herkende hij r.iij aan mijne stem, en na eenige woorden hem toegevoegd te hebben, keek hij vriendelijk tot mij op en kuste me de hand. Weinige (lagen later was Lij niet meer! Twee jaren waren mij slechts gegeven, om mij in zijne vriendschap te kunnen verheugen. Bij gelegenheid van eene tentoonstelling mijner werken in de Internationale Kunstvoj-eeiiiging te Amsterdam, (waar Mejulfr. C. Alb. Thijm conservatrice was J maakte ik keunis met Prof' Alb. Thijm. Di'iik zij onzen gcinecnsciiappelijkcii zin voor het schoor.e in iedere kunst, ontstond er c-ene gere gelde briefwisseling, die langzamerhand tot een wekelijkscho aangroeide Uit dien schat van brieven wil ik enkele bladzijden aanhalen voor do lezers van de Atii.-ilci'<lüiiiiucr, MrcclMail. ruor -ZVai'c/'&im'"' waarin de overledene zich wekelijks liet hooren. Er is soms beweerd, dat Prof. Alb. Thijm on verdraagzaam jegens andersdenkenden was. Van jnijno ;:ij()o heb ik bet tegendeel ondervonden. ik eitear 't liefst in de taal. die wij 't meest gebruikte:!. Li croirlez-vous, ciière amie, que votro dcriiièie lettre m a fait venir les larmes aux yeuxV Rien ne m'ail'ecte autaut que la pensee., Ie désir de cüimuiüuitéentre toutes les tunes de bonne

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl