De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 30 maart pagina 5

30 maart 1890 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 666 DE AMSTEEDAMMEB, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND. kapitaal verdeeld en het nog kort te voren (19 .Tuli 1639) gekochte huis aan den Amstel, waar ?ch zetel der maatschappij was gevestigd en de boekhouder Paulus Hilmers kantoor gehouden had, werd evenzeer verdeeld en viel Aalbert Caspersz. Kelder te beurt Niet ieder der participanten had echter voor zooveel deelgenomen dat hem een heele molen mocht worden toegewezen. De meeste molens kregen twee, drie of vier eigenaars. Niet altijd zijn die toen gescholden deelen later weder in n hand gekomen en nog is dit met deze zoo genaamde compagnies-molens" niet het geval. Een dergelijke compagnieschap herleefde niet weer. Wel werden de houtzaagmolenaars in 1695 in een gilde gebracht. UIT HET LEVEN VAN EEN LONDENSCH POLITIERECHTER. De gedenkschriften van den politierechter Montagu Williams, waarvan dezer dageii het tweede deel verscheen, zijn niet minder merk waardig dan indertijd die van Monsieur Claude, het hoofd der Parijsche geheime politie. Montagu Williams heeft al de groote crimineele processen, der laatste 25 jaar medegemaakt; als verdediger van den beklaagde, of als advocaat van den be schuldigde ; eu hij vertelt ze met smaak. Het proces Tichborne heeft hij, zooals hij met vol doening mededeelt, ontweken ; hij zou de verdedediging van den iclaimant" Arthur Orton op zich genomen hebben, maar na zorgvuldige le zing der processtukken bedankte hij ; en terecht, want de zaak is niet tot een bevredigend einde voor den pseudo-Tichborne gekomen. Benige van de interessante gevallen willen wij kort resumeeien ; zij werpen een eigenaardig licht op de Londensche toestanden en de menschelijke dwaasheid en lichtgeloovigheid in 't algemeen. In het Westend was als verkoopster van toilet artikelen en cosmetieken een zich Doemende Ma dame Rachel bekend. Zij ha'i eene talrijke en zeer winstgevende clientèle, en noemde zich fournisseitse van H. M. de Koningin. Haar winkel was op den hoek van Bondstreet en Maddoxstreet ; daar verkocht zij hare geheirnmiddelen, vooral clie om, zooals zij in de bladen verzekerde, «eeuwige schoonheid en jeugd" aantebrengen. Het emailleeren, ook in Parijs zulk een kostbare en bedriegelijke geschiedenis, werd door haar in de per fectie in praktijk gebracht, maar dit was haar niet genoeg. Onder Madame Rachel's klanten bevond zich ook Mrs. Borradaile, de weduwe van een kolo;iel een magere, beenige, volstrekt niet mooie vrouw, wier onnoozel uitzicht haar door de sluwe ver koopster tot een gemakkelijk offer deed uitkie- ! z.',n. Zij ried haar de wondervolle schoonheidsmid- l delen aan, waarover zij beschikte. Ia weinige i dagen werd haar in den winkel '200 pond ster ling voor zalven, email enz. afgezet. Maar om de. goede klant te behouden, verzon Madame Rachel «en ander plan. Toen eens de weduwe Borradaile in den winkel was, bevond er zich ook een heer, dien Madame Rachel haar als Lord Raiselagh voorstelde. Bij een volgend bezoek vernam de weduwe, dat deze Lord verliefd op haar was, en schatrijk. Nog verscheidene malen ontmoetten de Lord en de dame elkander in den winkel, zonder dat men verder kwam, dan tot gewone beleefd heidsformules. Toch verzon de verkoopster een briefwisseling tusscben den goeden schatrijken lord en de voor eeuwig schoon gemaakte weduwe ; deze brieven dienden nu tot voorwendsel voor een geregelde exploitatie. Eerst kwam een meer afdoende schoonheidskuur, die 1000 pond kostte. Mrs. Borradaile ontdeed zich van Engelsche consols tot het ge vraagde bedrag en overhandigde dit aan Mad. Rachel. Veel schoener werd zij er echter niet op. Om als bruid van een lord te fungeeren had zij juweeleu noodig, die kostten 1500 pond; Mad. Rachel ontving het geld en zou voor het iioodige zorgen. Nu trof den lord, die, verwon derlijk genoeg, zijn brieven vol gloeiende liefdes verklaringen steeds met »William" onderteekende, ofschoon hij Thomas heette, het ongeluk, geruïneerd te worden; hij had geld noodig, toen hemden, sokken, schoenen, en de dwaze weduwe, die juist aan madame Rachel eenige honderden pond had overhandigd om kanten voor haar bruidskleed te koopen, kreeg nu medelijden met haren bruidegom en verkocht haar huizen in Streatham om hem uit den nood te helpen en hem hemden te bezorgen. Nu en dan kreeg zij wel eenig vermoeden. De brieven waren niet allen door dezelfde hand ge schreven, en zeer slecht gespeld. Maar de op voeding der jonge edellieden wordt soms zoo verwaarloosd. Madame Rachel had steeds eene uitvlucht, en zij liet zich gaarne geruststellen. Eindelijk, nadat de weduwe al baar goederen verkocht en al haar geld aan Madame Rachel gegeven had, werden de bloedverwanten er op merkzaam op en gingen aan het onderzoeken. Madame Rachel verscheen voor de rechtbank wegens bedrog. De echte lord Ranelagh, een echt aristocraat, op leeftijd, met militair uit zicht, lachte hartelijk bij het voorlezen van zijn intieme brieven; hij had Mrs. Borradaile slechts eens gezien, en wist niets van den liefdesroman. Madame Rachel kreeg 5 jaar tuchthuisstraf. Zij had heel wat slachtoffers gemaakt, en niet enkel oude vrouwen, maar ook jonge on schoone. De jonge vrouw van een zeer rijk edelman, die zich in de beste kringen bewoog, kwam met haar in aanraking, en nam ook cosmetieken van haar. Eens zou zij bij Madame Rachel een bad nemen, legde haar juvveelen, ringen en andere kostbaar heden in de lade van het toilet in de kleedka mer, en ging in het kabinetje waar het bad stond. Toen zij terugkeerde was de lade ledig. Zij liet Madame Rachel komen en wees haar op het ver dwijnen der sieraden. Er zijn in 't geheel geen juweelen in de lade geweest," zeide Madame Rachel, »en als ge er nog een enkel woord over zegt, zal ik aan uw man vertellen, met welk «loei gij hier komt, na melijk om den heer N. hier te ontmoeten!'' De dame wist niet wat te antwoorden, maar onder deu schrik der bedreiging durfde zij het haar man niet mededeelen. Zij vertelde het hem eerst, toen het proces Borradaile aanhangig was. De vrouw wilde toen ook haar aanklacht indie nen, maar op raad van Montagu Williams zag het echtpaar er van af, overtuigd dat de zaak schandaal zou maken, zonder de juweelen terug te brengen. * * Eenvoudig en onnooze! zijn de streken van Madame Rachel in vergelijking met die, waarvan een rijke Franchise, Madame de Goiicourt, het slachtoffer werd. Vijf geraffineerde schurken uit de sportwereld, onder welke Benson, Kurr en Bate, hadden sedert eenigen tijd de liefhebbers van wedrennen in Engeland en Schotland geplunderd en waren nu op het volgende schitterende plan gekomen. Zij lieten een blad, Sport, drukken, en zouden er exemplaren van aan degenen die zij tot offers hadden gekozen. Madame de Goncourt ontving een nummer. Daarin deelde een zekere heer Montgumery mede, dat hij in bezit van eenige turf- en stalgeheimen geraakt was, en daardoor honderdJuizeüden, ja millioenen bij fle wedrennen gewonnen had. Dit had tengevolge gehad, dat de bookmakers niets me~r met hem te doen wil den hebben. Nu was hij op de gedachte geko men, zijn weddenschappen door buiteiilandsche agenten te laten sluiten. In een weldra daaropvolgenden brief werd de dame uitgenoodigd om de agentuur op zich te nemen, zij zou 5 percent provisie ontvangen. Madame de Goncourt liep in den val. Zij ont ving eerst een cheque van '200 pond ; toen een van 1000 pond, met aanwijzing om die op een bepaald paard in Engeland te zetten, door be middeling van een bekenden bookmaker. Tevens werd zij uitgenoodigd, er zelf ook 1000 pond bij te wagen. Zij deed dat, en in weinig dagen wis ten de schelmen haar op die wijze 10,000 pond afhandig te maken. Daarmede hadden zij tevreden kunnen zijn; hun onverzadelijkheid bracht hen ten verderve. Een paar dagen later kwam er weer een brief van den heer Montgomery waarin de dame werd uitgenoodigd om Kf,000 pond op een ander paard te zetten, en wel met den bookmaker Ellerton. Er was een enorm fortuin aan te verdienden. Nu of nooit was de gelegenheid gunstig. In geval de dame niet uit eigen middelen de som kou bij brengen, wilde de heer Moutgomery haar de rest voorschieten. Madame de Goncourt wendde zich tot haar ban kier. Deze ontdekte terstond dat de bank, door den heer Montgomery op zijne cheque genoemd, in 't geheel niet bestond, maar dat de cheques, door Madame de Goncourt afgegeven, toch behoorlijk geïucasseerd waren. De zwendelaars hadden de Engelsche banknoten in Schotsche gewisseld, hopende aldus de ontdekking te ontgaan ; zij werden echter gevonden, Benson kreeg 10 jaar tuchthuis. Later, na zijn ontslag, is hij terstond weer begonnen ; te Genève zette hij een geheel overeenkomende zaak op touw. Het proces Benson heeft aan de Londensche politie veel kwaad gedaan, gelijk Montagu Wil liams met smart constateert. Het bleek name lijk, dat de vijf beschuldigde oplichters in de gevangenis met elkaar hadden kunnen correspondeeren, en het gevolg was, dat vier leden der detectieve politie, de drie hoofdinspecteurs Druscovich, Palmor en Clarke, de inspecteur Micklejohn en de notaris Froggat van mede plichtigheid werden beschuldigd. Zij hadden aanzienlijke sommen van de schurken aangeno men en hun daarvoor kennis gegeven, zoo dik wijls als er een bevel tot hun arrestatie was uitgevaardigd of het raadzaam voor hen was, de zee over te steken. Alleen daardoor waren de schurken er in geslaagd, jarenlang hun hand werk uit te oefenen zonder ontdekt te worden. De ontrouwe ambtenaren werden met twee jaar gevangenis gestraft, maar de politie is sedert dien tijd in de schatting en het vertrouwen van het publiek zeer gedaald. Talrijke onontdekt gebleven misdaden der laatste jaren zijn trou wens bewijs genoeg, dat de geheime politie te Londen niet voor haar taak berekend is. Een geheel buitengewoon proces was dat van Lord Euston. Het moest wel een romanschrijver verlokt hebben, als de werkelijkheid niet te onwaarschijnlijk was geweest. Het gold eene echtscheiding. Lord Euston is de oud-ite zoon van den hertog van Grafton ; hij is dezelfde die onlangs een Londensch journalist voor de recht bank daagde, omdat deze hem van medeplich tigheid aan de geheimzinnige schanddaden in Clevelandstreet had beschuldigd. Lord Eustou maakte, 21 jaar oud, kennis met een zekere Kate Cook, die gaarne haar minnaar, een hoepelsprin ger, iiet loopen, eui den afstammeling van een oud adellijk geslacht te vangen. De honourable Henry Fitzroy. zoo heette de lord destijds, leefde een jaar lang met Kate en trouwde haar toen, in de gemeentelcerk te Worcester. Bij het. huwelijkscoutract verzekerde hij haar 200,000 pond, die later echter door de notaris Froggat werden zoek gemaakt. In het trouwregister werd de naam der toekomstige lady Euston en hertogin van Grafton als »weduwe Kate Walsh" geboekt. Zij was 28 jaar oud. Na vier jaren, gedurende welke vier jonge Fitzroy's geboren waren, besloten lord en lady Euston te scheiden, en totdat de recht bank zich met hunne zaak bemoeide, bleven zij van elkander verwijderd. Henry Fitzroy ging naar Australië, trad in staatsdienst, en keerde een jaren later naar Engeland terug. Kort daarop kwam hem het een en ander ter oore, dat het twijfelachtig deed schijnen, of zijn vrouw wel het recht had, bij het sluiten der echtverbiutenis den naam van »weduwe« Walsh te voeren. Hij liet onderzoek doen, en nu bleek, dat in 1863 miss Kate te Glasgow getrouwd was met den handelsreiziger George Manley Smilh, die ten tijde van haar huwelijk met lord Euston nog in leven was. Het was nu de quaestie, dezen Smith te vinden. Kate Walsh had vroeger, toen zij wegens een schuld voor de rechtbank ver scheen, onder eede verklaard, dat haar man op de stoomboot Londun, die op reis naar Australi met man en muis verging, het leven verloren had. Onder de passagiers bevond zich nu wel een George M. Smith, maar lord Euston deed ontdekken, dat M. hier Maslin en niet Manley beduid had, en dat de weduwe Maslin Smith nog in leven was. Deze weduwe werd als ge tuige geroepen en kwam op. Eindelijk vond men ook Kate's rnan weer, George Manley Smith, en wel in Nieuw-Zeeland. De familie Euston triomfeerde, de lord meende zijn proces te winnen. George Manley Sinith werd uit Nieinv-Zeeland gehaald en herkende zijne vrouw. Maar Montagu Williams, die de advocaat der schoone Kate was, liet den moed niet zinken. Die 2de Jaargang. Schaakspel. 30 Maart 1890, No. 9. Probleem van L. v. Bilow te Stralsund. Voor minder geoefenden. ZWART abcde fg WIT "Wit zet in 2 zetten mat. SCIIOTSCII GAMB1T. Gespeeld door twee meesters, A. A. V. K. Wit. Zwart. l e2 e4 e7 e5 2 gl f3 b8 c6 3 dg _ d4 e5 X d4 4 f l c4 f8 - c5 5 o o d7 dG 6 c2 c3 d4 d3 Xo.- 10. Probleem van Eugen Knorre, uit Zuid-Itusland. ZWAKT l\o. 11. Probleem van Rud. Wilmers te Wcenen. ZWAKT a b c d e f g WIT Wit geelt in 3 zetten mat. 7 b'2 b4 ,8 bl h5 9 c4 X d3 10 f.'S - d4 11 d4 e-2 12 gl hl 13 f2 f l 14 b l d-2 15 d3 c2 16 f4 f5 17 cl a3 bcdefg WIT Wit zet in 5 zetten mat. ei c. > r8 cG f'7 f6 o o c5 c4 dG (15 eüf 7 i'8 e8 18 el e.r> 19 e:> X f« '20 d-j f';i '21 e2 dl ~2'2 d4 e(> 23 a.'5 c 5 24 c2 al 25 a4 X e8 26 c5 X d4 27 al bl -28 bl _ al '29 al X a5 f7 _ hr> g7 x f> (!8 1>6 (15 d4 l>i; X h'i b5 b'2 a8 X c8 c7 X fó }y> X a2 a2 b2 wit wint. zoekt vindt, en hij vond dat George Manley Smith, toen hij de schoone Kate trouwde, reeds eenan dere vrouw had, die nog leefde. Haar naam was Mary Ann Smith; zij was nu wel dood, maar was eerst vier jaren nadat George met Kate Walsh getrouwd was, gestorven. Kate's huwelijk met George Manley Smith was dus ongeldig; het eerste wettig huwelijk dat zij sloot, was dat met lord Ewston. Zij was en bleef lady Euston. en zal mettertijd hertogin van Grafton worden. En waarom ook niet? De oorsprong van vele hertogelijke families in Engeland is niet aanzien lijker dan deze. Omtrent de Engelsche rechterlijke macht heeft Montagu Williams tal van anecdoten. Hij kent alle rechters en advocaten en geneert zich niet om een loopje met hen te nemen. Omtrent den bekenden politierechter Ingham deelt hij het vol gende mede: Er kwam hem een niet ongewoon geval voor. Een heer reed in den sneltrein van Bournemouth naar Londen. Hij zat in den beginne alleen in den coupé. Te Basingstone stapte een ander reiziger in, haalde eeue courant te voorschijn, en begon te lezen. De eerste reiziger sliep in, en werd eerst wakker, toen de trein bij het eerst volgend station, Vauxhall, te staan kwam. Hij wilde zijn horloge voor den dag halen, maar bevond tot zijn schrik, dat horloge en ketting ontbraken, Zijn vermoeden viel terstond op den reiziger, die nog in zijn courant verdiept in een hoek zat; hij gaf hem aan het eindstation, Waterloo-bridge, bij een constabel aan. De tweede reiziger bezwoer zijne onschuld; maar dit hielp niets ; hij werd terstond naar het politiestation te Bowstreet gebracht en gefouil leerd. Sir James Ingham was er juist en sprak recht. De heer hield zijne beschuldiging vol; maar de ander had het horloge niet. »Heeft ook iemand den beschuldigde genaderd ?" »Jawel," zeide de aanklager. »Juist," zeide de rechter, »dat verklaart het verdwijnen van het horloge. Als op den spoorweg of in het gedrang een hor loge wegraakt, is er altoos een kameraad bij, die het gestelene in ontvangst neemt. Gevangene, uw geval is een week uitgesteld, maar als ge een respectabel man zijt, wil ik wel borgstelling voor uw wederversehijnen aannemen!" De beschuldigde verklaarde, dat hij een vreem deling was, die pas sinds twee dagen van eene reis was teruggekeerd. Ten slotte toonde sir James zich bereid, om het geval den volgenden dag reeds te oordeelen. Den volgenden morgen verscheen de beschuldigde weer. Hij had intusschen zij u vrouw per telegram bericht gezonden van zijn aankomst en van het verlies van horloge en ketting De goede vrouw antwoordde terstond dat beide in goede orde te Bournemouth waren. De man had ze in de haast om de trein te halen thuis op de nachttafel laten liggen ! Zijn veront schuldigingen waren even oprecht als woordeurijk. De rechter had medelijden met den beschaamden man, en zeide tot den vreemdeling, die terecht gekreukt was: »Het is zeker zeer onaangenaam, maar zoo iets kan toch ieder overkomen. Het is mij zelf van daag nog gebeurd. Toen ik mijn huis in Kensington verliet, was ik heel zeker, dat ik mijn horloge, een zeer kostbaar, in den zak gestoken had. En uu ik hier kom, bemerk ik, dat ik het thuis gelaten heb." De toespraak werkte ; beschuldiger en beschul digde verlieten verzoend de gerechtszaal, en het aanwezige publiek was tevreden. Toen de rechter, na zijn dagtaak vervuld te hebben, t'huis kwam, trad hem bij het intreden van zijn drawing-room zijn dochtertje tegemoet. >P0pa, hebt ge uw horloge in orde ontvangen ?" «Mijn horloge, darling ? Dat heb ik van morgen t'huis laten liggen." Ja, dat weet ik ; maar ik heb het den bode uit Bow-street gegeven, die het voor u is komen halen .... " De rechter, die dieven keude, begreep alles. Een handige gauwdief onder het publiek was, toen hij het verhaal van het vergeten horloge van Sir James hoorde, in een rijtuig gesprongen, en had, onder voorwendsel van door hem ge» zonden te zijn, het horloge, een kostbaren chrono meter, van zija huis gehaald. Tot heden is het horloge niet teruggevonden. Omtrent de gezworenen zijn de anecdoten talIOOP; met een enkele besluiten wij. Men weet dat in Engeland het verdict, om geldig te zijn, door alle twaalf gezworenen eenstemmig gegeven moet worden. Verzet zich een hunner, dan is het von nis onmogelijk. In Bristol hadden bij de verkie zingen voor het Parlement rustverstoringen plaats gevonden, en de belhamels waren voor het ge recht gedaagd. Ouder de gezworenen bevond zich een politieke tegenstander der beschuldigden, een slager, die bij hoog en laag bezwoer, dat hij zich eer een been zou laten afhakken, dan het >niet. schuldig'' uitspreken. Het proces liep den twee. den dag te zes uur 's avonds ?f. De jury be gaf zich in het daartoe aangewezen vertrek. Om tien uur liet de rechter hen halen. Zij ver klaarden het niet eens te kunnen worden. De rechter had besloten, met de zaak kb<ir te komen, en zeide dat hij hen acuter slot en grendel zou houden tot zij het eens waren. Om l uur 's morgens kwam hij weer met de advocaten, hetzelfde resultaat, geen verdict. De gezworenen werden weer opgesloten en de jongere advocaten, onder welke Montagu Williams, hiel den de wacht. Eindelijk om 4 uur werd de deur geopend, de juryleden waren het eens, de rf chter werd uit zijn bed gebaald, de namen der ge zworenen opgelezen. Een antwoordde niet. Zijn naam werd voor de tweede maal afgeroepen. Een zwak ~>present!" deed zich hooren. Het was de slager; zijn gezicht was met bloed bedekt, de kleeren hingen hem in flarden aan het lijf; hij was voor de «overreding" zijner mecle juryleden bezweken en sprak het ->niet-schuldig" uit. Een ander verhaal is dat van het dertiende jurylid, dat, onder vooreendsel dat zijn vrouw gestorven was, en hij deu volgenden dag niet kon zitting nemen, het er door wist te krijgen, den vorig^en dag een plaats onder het twaalftal te krijgen, bij ruiling. Het gold het vonnis over.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl