Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 666
«en. bedrog van de grofste soort. Zelfs Montagu
Wlffiams, de verdediger, had niet de minste hoop
op een gunstigen uitslag. Alleen de notaris, die
den advocaat zijn instructies had gegeven, scheen
zoker van de vrijspraak te zijn. De rechter re
sumeerde het geval in een zeer ongunstg lui
dende rede. Iedereen verwachtte een volmondig
Mttonldig". Tot algemeene verwondering waren
do gezworenen het niet eens, en trokken zich
terug. Om 10 uur 's avonds was er nog
geen eenstemmigheid. «Een der gezworenen
wil zich niet van de schuld van deu beklaagde
laten overtuigen" zeide de woordvoerder.
Eindely'k om 3 uur 's morgens kwamen zij. doodmoede
en uitgeput, voor den dag en brachten het ant
woord »niet schuldig" uit. Een van de gezwore
nen verklaarde het geheim. De voorgewende we
duwnaar had zijn zakken vol eten en drinken ,
ging in een hoekje zitten en wilde niet toegeven,
maar at, dronk en las. De andere elf gaven, uit
geput en ontdaan, eindelijk toe; de notaris had
«en hardnekkigen gezworene omgekocht. Men
?verwondert zich bijna, na het vorige geval gele
zen te hebben, dat de elf niet, door «overreding",
de eetwaren van nummer twaalf overmeesterden
en onder elkander deelden.
EEN GEDENKWAARDIG SCHAAKSPEL.
Voor vijftig jaar, ten tijde van Mehemet Ali,
was Soeleiman Pacha, een genaturaliseerd
Franschman, opperbevelhebber der Egyptische artillerie,
en in Caïro algemeen als een der beste schaak
spelers bekend. Als soldaat stond hij zoowel bij
bet hof als bij het volk in hoog aanzien; want
toen de sultan van Turkije in 1839 het land der
Pharao's met oorlog bezocht, was hij het aan wiens
krijgswetenschap de Egyptenaren hun overwinning
in den belangrijken slag bij Nisir te danken had
den. Het Egyptische leger was reeds op de vlucht
gegaan, toen plotseling, als door een tooverslag,
het gevecht eene gunstige wending nam. De vluch
tende troepen werden nu de vervolgers en het
gelukte hun, het Turksche leger geheel te verslaan.
Deze nederlaag werd noodlottig voor sultan
Mahnioed, wiens opperheerschappij tot dien tijd
ongekrenkt was geweest. Hij trok zich het verlies van
zijn dapper leger zoo aan, dat hij nauwelijks een
week na den veldslag van verdriet stierf. Toen de
vrede gesloten was, keerde Soeleimau l'acha naar
Caïro terug, waar hij zijn ledigen tijd met schaak
spelen doorbracht. Hij verscheen lederen middag
in een aan den Nijl gelegen café; daar had hij zijn
vast plaatsje op het terras in de schaduw der
palmboomen, en dagelijks hield hij daar een
tornooi met den eerwaarden oeleina Reschid
Aga. Het feld, waarop de strijd gestreden werd,
waren de 64 zwarte en witte vierkanten van het
schaakbord, waarop ivoren legerscharen met elkaar
vochten en elkaar in den val trachtten te lokken.
Zij hielden eerst op met hun kamp als de sche
mering viel en de item van den muezzin van de
nrïnaret der moskee de geloovigen tot het gebed
riep Den volgenden dag werd het spel hervat en
weken en maanden voortgezet, totdat een der
strijders overwonnen was. Nooit echter was het
de Pacha, die het onderspit dolf, hoewel Keschid
Aga niet minder beroemd was om zijn schaakspel
dan om zijne geleerdheid. De beide meesters wa
ren voortdurend omringd door de beste spelers
van Caïro, die al hun bewegingen met gespannen
aandacht volgden.
. Op zekeren middag, toen Soeleiman Pacha nog
op Keschid Aga zat te wachten, kwam er een
vreemdeling naar hem toe en zeide: Pacha, zou
het mij geoorloofd zijn eene partij met u te spe
len?" De mannen, die zich als gewoonlijk om
Soeleiman hadden geschaard, waren oo verschrikt
over dat aanbod, dat de tschiboeks hun bijna uit
de handen vielen. Een grijze kadi, die juist zijn
mokka slurpte, was er bijna in gestikt.
Wie zou zoo vermetel kunnen zijn, den over
winnaar van Reschid Aga uit de dagen?
SoeHman Pacha wierp een scherpen blik op
den vreemdeling en antwoordde rustig: Ik ben
tot uw dienst. Om hoeveel zijt gij gewoon te
spelen?"
, Het staat aan u, o Pacha, den inzet te be
palen." , .. ,
Zou dan 100 dukaten niet te veel zijn i
hcr. nam Soeleiman, weer met een uitvorschcnden blik
op den vreemdeling, wiens gezicht volkomen on
bewegelijk bleef, terwijl hij kalm zijne plaats in
nam. Het bord werd gebracht en m«n lootte om de
kleuren. De Pacha trok zwart, de vreemdeling wit.
Spoedig verzamelde zich eene groote menigte
nieuwsgierige toeschouwers om de spelers, lleeds
na de eerste slagen was het allen duidelijk, dat
zij met een uitstekenden speler te doen hadden.
De ivoren figuren schenen in de handen van den
vreemdeling met leven bezield te worden; liet
was, alsof er zich werkelijke soldaten pp de zwarte
en witte velden bewogen, die blindelings gehoor
zaamden aan de bevelen van hun chef. Ook Soe
leiman Pacha zag spoedig de verpletterende kracht
van zijn tegenstander in. Hij had een gevoel,
alsof hij door een ijzeren vuist in bedwang werd
gehouden. Tevergeefs trachtte hij zijn belager af
te schudden, te vergeefs offerde hij zijn paarden
en kasteelen op. de macht van den vreemdeling
scheen niet te breken.
De Pacha zat in diepe gedachten terneer ; te
genover hem de vreemdeling, kalm maar met
trotschen blik, als het marmeren standbeeld \an
een veldheer. Plotseling gleed er een straal van
vreugde over de trekken van Soeleimau, hij had
gelegenheid gekregen voor een kapitalen zet.
Optogen stelde hij zijne koningin tegenover die van
den vreemde. Er ontstond een gemompel van
ontevredenheid onder de toeschouwers; het spel
scheen voor den Pacha verloren, hij moest over
het hoofd gezien hebben, dat zijne koningin niet
gedekt was. Het gelaat van Reschid Aua, die
zich nu onder de toeschouwers bevuild, schitterde
van genoegen; hij bad met een enkelen blik de
combinatie van zijn vriend begrepen. Hot duurdo
wat langer dan gewoonlijk, voordat de vreemde
ling zijn smalle hand ophief. Zonder twijfel zal
hij do koningin nemen, fluisterde men elkaar toe.
Dan is hij in acht zetten mat, zcidc Reschid Aga,
zich vroolijk in do handen wrijvende. En als hij
.haar niet neemt? Dan zal bij K ij n eigen ko
ningin verliezen. Een oogonblik scheen de vreem
deling nog te aarzelen, toen liet hij bliksemsnel
de hand op het bord zakken. Kalm schoof hij
een zijner pionnen een ruit naar voren. Allen
keken elkaar verrast aan en men fluisterde: De
koningin verliezen is het spel verliezen. Doch
Sooleiman Pacha nam met een zegevierend lachje
de vijandelijke koningin van het bord weg.
De toeschouwers, die het meerendeels met den
Pacha hielden, slaakten de zucht van verlichting,
alsof zij van een zwaren last waren bevrijd. Naar
hunne meening was het spel nu beslist, want wit
kon zonder koningin niet bestaan. Sommigen
waren reeds op het punt heen te gaan, toen zij
plotseling verschrikt werden door de heldere stem
van den vreemdeling, die uitriep; Mat in twaalf
zetten!"
Soeleimans blik werd donker, het lachje bestierf
op zijne lippen. Ook op het gezicht van Reschid
Aga was dadelijk eene verandering waar te nemen;
opgewonden sprong hij op zijn stoel, om het spel
van een hooger standpunt te beschouwen, De
andere Muzelmannen durfden nauwelijks adem
halen en telden nu iederen zet van het spel.
Met meesterlijke handigheid bracht wit zijne
macht in het veld, sloot deu vijandelijken koning
in en hield hem als in een ijzeren ring vast. Bij
den tienden zet trachtte de Pacha, met opoffe
ring van zijne koningin, door de blokkade te
breken, maar vergeefs. Wit nam het offer niet
aan en bracht zijn paard voor met den uitroep:
Den koning schaak!" Elfde zet. De toeschouwers,
wier opgewondenheid tot koortshitte was gestegen,
zagen nu dat hun Pacha, de nooit overwonnene,
bij den volgenden zet mat zou worden. Soeleimans
koning werd gedwongen zich in een hoek terug
te trekken, en met den twaalfden zet, juist zoo
als de vreemde voorspeld had, annonceerde hij
schaak mat!"
Er ging een gemompel van bewondering onder
de toeschouwers op, terwijl de Pacha daar met
gebogen hoofd zat, alsof hij zich iets trachtte te
herinneren. Toen wendde hij zich plotseling,
alsof er hem iets te binnen schoot, tot, den vreem
deling. Reeds eens in mijn leven,1' zeide hij,
heb ik schaak zien spelen zooals gij het nu ge
daan hebt. Uw meesterlijke slagen zijn mij niet
onbekend, maar ik was niet bij machte, er iets
tegen te doen. Maar het spel, dat zich toen
voor mijn oogcn ontwikkelde, was nog veel, veel
schooner dat dit. Kanonnen van het zwaarste kali
ber vormden de kasteelen, lichte ruiterij de paar
den en in plaats van pionnen vormde een
goedgewapende infanterie de voorhoede. En toen de
vuurmonden aan den oenen kant den vijand hun
schaak!" toebrulden, scheen de grond onder onze
voeten te trillen, alsof er gloeiende lava uit een
krater geslingerd word. Op dien dag stonden
wij tegenover een leger van 150;000 man, dat,
onder leiding van een enkelen man, ons ge
heel dreigde te verpletteren. E u deze man. voor
wiens krachtigen geest onze soldaten op de vlucht
sloegen en wien het onmogelijk was te weerstaan,
noemde zich een zoon van hot koude Noorden.
Alleen aan de zorgeloosheid van Hafiz Pacha, den
Turkschen opperbevelhebber, die den jongen veld
heer zijn schitterend srcces misgunde, was het
toe te schrijven, dat wij bij Nisir een overwinning
behaalden, wat ons anders nooit zou gelukt zijn."
De Pacha hield een oogenblik stil, en nadat
hij een langen en doordringenden blik op den
vreemdeling geworpen had. riep hij plotseling vol
geestdrift uit: Vreemdeling, uw onvergelijkelijk
spel van heden doet mij levendig denken aan het
schaakspel van Nisir en zijn bekwamen speler.
Slechts n man kan zoo spelen, en deze man
is kolonel Moltke." Gij hebt het geraden,
Pacha", antwoordde de vreemdeling rustig, mijn
naam is Moltke."
Het was inderdaad graaf von Moltke. dio nog
onder de levenden tolt en ais de grootste veldheer
van Europa bekend is. Als jonge man ging hij
naar het Oosten en was van 1835?1839 in dienst
van sultan Mahmocd. Hij maakte den slag bij
Nisir mede, dien de Turken nooit verloren zonden
hebben, als de ijverzuchtige opperbevelhebber der
Turksche troepen niet geweigerd had naar Moltke's
raad te luisteren.
VOOR DAMES.
Gezelligheid en prirtijcn. iïlorlc.
Ndaiiniicliine. Inriiatie.
Bloemen op jhiiccel.
Kon interessante ([uaestio is door de schrijfster
Lynn Linton in een Engelsen muziektijdschrift op
het tapijt gebracht, namelijk het uitsterven der
conversatie op de Evening party" of soiree. The
oretisch is het een begrip, dat avondjes, recep
ties, soirees, bals, sauteries, het gezellig verkeer
tusschen personen van beiderlei sekse moeten
bevorderen.
Dit wordt toch onder society", de wereld",
aller dans Ie monde", uitgaan"', verstaan. Een
heerenkransje, een vergadering van liefdadige
dames, zijn geen society. Dit is zoo sterk, dat j
Walter liagehot, in een van zijn beroemde Essays,
society'1 definieerde als het samenkomen van
mannen en vrouwen tot het wisselen van denk
beelden en het bevorderen van huwelijken.
Is dit nog eene definitie? vraagt Lynn Linton.
Met iederen dag minder, antwoordt zij zelve.
Wie naar de huizon zijner vrienden gaat om te
babbelen of te coquetteeren, komt vaak bedrogen
uit. Eten en drinken is er genoeg; te zien en te
hooren veel; maar te babbelen, vrijuit en onge
dwongen, met veel menschen, over allerlei, daartoe
is zelden gelegenheid. Juist heeft men zich ge- l
makkelijk gezet naast een oud vriend, die pas uit ,
Patagoniëterug is, en men wil de jaren zijner
jeugd nog eens overpraten, of men is voorgesteld
aan iemand, dien men er zal ontmoeten", en
wil de wederzijdsche denkbeelden over's menschen
lotsbestemming gaan bespreken, als plotseling een i
waarschuwend sstt!" door de kamers gaat. !
Verschrikt houdt gij op, want uw stern klinkt i
zonderling luid in de nu heerschende stilte, en
gij ontdekt, dat de groote Die-en-Die den vleugel
mishandelt, om opgevolgd te worden door zijn
vriend den violist, eeno reciteerende dichteres,
een baryton, eene fluit-dame, een banjospeler, nog
een pianist, enz. enz. Zoo gaat het den heelen
avond door, en uw gesprek moet in korte haas
tige pauzen, tusschen de artikelen van het lange
programma door, worden vervolgd.
Het is niet tegen te spreken, dat men op die
wijze een avond heel aangenaam kan doorbrengen,
maar het is niet gezellig vorkeer." C"ent
mugnifique, mais cc n'est pas la guerre. Gastvrouw en
gastheer zijn gul en geven u een kostbaar ge
noegen, een paar nummers van een groot concert,
een paar van een cafc-chantant, en als zij zeor
op de hoogte zijn, misschien wol een paar
extravulgaire liedjes van een extra-vulgair persoon uit
een Loriclenscho of Parijsche scala; maar dit alles,
goed of minder good, is noch conversatie, noch
flirtatie. Er wordt gesproken over het verval der
oude salons, waar geest, aangenaam gesprek, de
kunst van vragen en antwoorden, werden gekweekt,
maar men stelt zich beroemde causcnra, Macaulay,
Necker, Thicrs voor, telkens afgebroken door een
zangeres of een spehlenzooker. liet ligt natuurlijk
niet enkel aan den gastheer, maar ook aan de
gasten, die niet tevreden zijn, a!.-> zij niet iets to
doen eu te zien hebbon, hun zenuwiishtighoid on
behoefte om zich bezig ta bonden, hun gemis aan
gczelschapsgoost en aan den lust ora dien aan
te kweoken.
Maar er is nog eene reden. In de salons van
Lady Palmerston en Mad. Kécamier waren altoos
mensdüMi genoeg, maar nooit te veel. Ken zekere
hoeveelheid inadcmbare lucht was bij hen een
vereischte. Men kon er van dan eenen kant der
kanier naar den anderen komen zonder te dringen
of zijn kleed to scheuren : het was niet als aan
den ingang van het scbellinLjo tegen hot ope
ningsuur van den schouwburg. Do dames koudon
een stoei krijgen, waarnaast ot' waarachter of waar
voor eonige ruimte open was voor wie met baar
sprak Dit is ook veranderd.
Men moet hebben ieder die iemand of iets
is''; en als men een dure priraadonua, een clown en
een gcdachtcnlczcr heeft, wil men van dat kost
baar amusement ook een afdouner" voor vele
( verplichtingen maken. Daarom zcudt do
gast| vrouw haar invitatiokaartcn bij 'net gros uit, on
deelt ze bij haar kennissen aan de kennissen van
deze rond. Of later haar kamers, haar portaal
en haar trap samen voor al die mentenen ruimte
j zullen hebben, is eeu andere vraag, liet is een
j eigenaardige! avondbezighoid, zijn weg te vinden.
al duwend, van de vloermat tot den salon, voor
de gastvrouw glimlachend ie buigen, en to zien
met hoeveel zoi1;»- ))ie;i door de zwurigurjkie of
\ gedecolleteerde menigte weer er uitkomt.
Mr». Lynn Liiiton heelt ongetwijfeld gelijk",
maar zij verdoet dj.i: voor werkelijk gezellig
onder| houd toch ook gelegenheid over blijft. Men k;v.i
i rustig praten op (ontoonstellingen, op SJve <iY.!oek
tea's, op kleinere soirees; de jongelui zien elkaar
genoeg bij al de wedstrijden, roeipartijtjes, uit
stapjes ; en de Engelsche meisjes, meer geëman
cipeerd dan vroeger, weten degenen die zij spre
ken willen genoeg te ontmoeten, ook zonder door
mama naar eene offlciecle soiree te worden ge
leid.
* *
Waar blijven de modellen?" Wanneer tegen
het begin van het saizoen de modistes in de bin
nenkamers der groote couturiers bijeen komen, om
er de nieuwe vindingen in oogenschouw te nemen,
is van al wat zij zien en kiezen, bijna niets ge
schikt om zóó aangetrokken te worden, Door den
uitvinder, die iets nieuws en treffends wil geven,
zijn alle verhoudingen overdreven ; het model is
steeds van kostbare stoffen vervaardigd, omdat
alles moet medewerken, maar het is riet te
vcrkoopcn. De modiste maakt er zelf' voor haar klan
ten gewijzigde, vereenvoudigde..edities van. Dan
kunnen twee dingen gebeuren : óf de mode gaat
dienzelfden kant als du uitvinder gedacht heeft, en
dan is het model, door een kunstenaar harmonisch
gedacht, Ie suprfme du genret dat de modiste aan
een bevoorrechte klant kan afstaan ; of, wat veel
meer gebeurt, de mode slaat een zijweg in, en
na een half jaar, als de modiste er genoeg van
geprofiteerd heeft, lijkt het oorspronkelijk model
een bizar vindsel, een vogelverschrikker van kost
bare stof. Dan wordt het verkocht aan wie er
wat voor geeft, nooit aan eene vrouw van smaak
of eotic vrouw van do wereld, en zoo ziet men
dan, hier of daar in de provincie, in het buiten
land of ook op den boulevard, menschen dio nooit
dure toiletten dragen, plotseling in een hoogst
kostbaar, excentriek-artistiek toilet verschijnen,
dat bij de rest hunner plunje zonderling afsteekt.
Voor de ergste van deze afdwalingen, en ook
voor de modellen, die geen kooper vinden, heeft
men nog een dcbouché. Zij gaan naar Valparaiso,
naar bau-Francisco, naar Nieuw-Orleans, waar
onder de vrouwen van gemengd bloed, cii desnoods
onderde negerinnen, voor opzichtige en zonderlinge
toiletten altoos koopsters te vinden zijn.
Onder de modekleuren heeft zich,naast de gamma's
van lieige, mance., geel, ook het fraaie
turkooisblauw een plaats veroverd, Het staat blondines
en brunetten goed en laat zich ook met het
steeds geliefde zwart, passemont, kant, soutache,
gitten, guipure d'art garncercn. De turkoois
zelf' als garnitnur is de steen van het oogciiblik.
Zeer duur, maar hoogste chic, is een belegsel van.
passcment en gesneden sieenen, zwart met tur
kooizen, genre h^onturie Is de versiering van
pierren t'ines in allerlei kleuren, dan spreekt men
van genre Ijyzaitliiie.
Men draagt te Parijs den sleep al op straat :
nog wel maar een klein sleepjo, maar onmisken
baar. Hij onderscheidt vooral het
promenadncostuuni van don tro'lcur, h'it eenvoudig pakje
waarmede men kan boodschappen doen, in den
tram gaat, desnoods ee:i regenbui troisoort, liet
promenadetoilet daarentegen, waarmede men
gaarne gezien wordt, op het fatsoenlijks uur
i:/ioi>iiinu gaat, vrienden en bekenden gruot, is
elegant, maar kan dan ook geen druppel 01 ge"ii
stofje lijden ; men gaat er met slecht weer niet
mode uii. (ie sle .-p kan er dus zonder gevaar aan
toegevoegd worden.
Iets nieuws, maar waarmede men voorzichtig
moet zijn, is, de phn.Ien van den rok van achteren.
als een capuolion, schuin te laten openvallen en
ze daartoe van cone fraaie satijnen of zijden
voering' te voor/ien. Als m o n de idonr van do
voering niet p,ood kiest, schijnt het van verre
alsof' de rok afgetrapt of afgescheurd i:- en men,
er de oiulorklecuing oi een oudorwui-'cbo tournure
ziet uitkomen.
Het git, dat nu misschien al vijftien jaar in de
j mode is, vertoont zich weer in allerlei nieuwo
i combinaties, zelfs op wol, terwijl men het vroeger
! enkel op zijde of zijden ilnweel droeg, liet won i t
i als ejviüleffen, ais iüli'elpuuten den schouder
u.,caI deerend, als ccintures, als uehoele ki-n:sjos mot
i afhangende banieren l ;ngs den rok, als
holeros gehccle randen en quilles. nog steeds
Onze aandacht wordt gevestigd op e'.-nc nïenwe
N(.iV-Vü)'k, do bekende ];;i;u)!!ach:ni:>'abri(iKa!itcü.
in den bundel gebracht. De nieuwe mach'.m;
bijzonder pi'uciisch eu c.'nvuudig in elkaar gi-y,i i;
züvei'zekeit daardoor grootere dimr/;t,;mh." d en
GEWONE PAKTIJ
voor minder geoefenden. zeer leerzaam.
Wit. Zwart.
l c'2 e4 e7 c5
2 gl f ij b8 el! ('«.
3 fl cl fS c5
4 c'2 ei! (Ij Ai dl!
5 d'2 dl c5 W!
G (14 df> (c d! e7
7 cl e,'! (d gS f (J (c
8 dl al f c7 c<;
',) <15 X e'' '''' X <'(!
K) hl da (? (5 (15
Na den l.'klen zet van zwart.
SWA11T
11 cl- l,'!
l:> f:; hl
I ? i o o o
11 a-1 X e4
i;, hl _ l f)
K! el hl
17 Ci-2 cl
J S c! e ."?
l1» c-:; x bi;
'2') e") c4
21 cl e.>
y.) J O \/ ./>
^ -j ' - x\ <-''
:! dl (U
21 hl dl
tT> ui 'A d2
(i.) ,.\ el
f(! d5
o o
(IS dl! (g
c8 x l'5
In Iiii
d(i (17 (h
(17 d(>
a7 X l'1»
(til c5
d.) e.">
('5 X' ''.'! f
f.S d,S
(18 X
daö(ÏH
u5 cl
(12 dl
b:J V dl
hl - «.'i
(18 X dl
e 7 (i;>
(15 e7
l i
Na den 2'-'sten zet van zwart.
ZWAPT
Do vorige week Donderdag kwamen te Hilver
sum in het caféHof van ilo'bïud" zes
<;cJ";>utc-erüo leden \an het AmsLcrdr.m>ch
StndenienSc'hna'.'genooischap ,.1'hiHdoi1" en eveiico;:s zes
van het >Jiiul( ntou-'jchaakgcnootschai) ..Sis: a vau
l'trccbt bijeen, 01:1 een match te speieu vai. l'J
part;;i--i:. (.hn'.or do spelers voor AuisK-rdam be\ond
zich o. a. de lieer j'rcslirtr. en voor l'ireciit de
OllaiKi. De prijs cf-n zilveren lacdaille weul
be' Imaia ('oi-r i'hflidoi-" i'u;t c en iïi;rieniai
va'.il!,'tegen ..bi>-a!' r>,'». liet concours \vas zeer
geanir!ie('id. en er v,*-'rd v/crkc-ojk een bc'.'U'i: -ti'ijit
gevoel il.
l i
d e f
V/l'i'
d e
WIT
AVij