De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 6 april pagina 5

6 april 1890 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 667 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. toestaat uit de University Rail en uit colleges ; ?de eerste dient om de gestudeerde personen in ?de gelegenheid te stellen onderzoekingen te doen ?en naar eigen keuze in n vak de studie verder voort te zetten, terwijl in de colleges theoretisch en practisch onderwijs in de verschillende vak ken naar een voorgeschreven plan wordt gegeven. Aan de academie zijn twee hospitalen, eenesterrewacht, een plantentuin. een zoölogisch station en eene bibliotheek verbonden. In een der colleges wordt men alleen opgeno men na een afgelegd examen of na overlegging van een diploma eener school van voortgezet on derwijs. Eximeus spelen trouwens in het leven van een Japansch student eene groote rol. Niet enkel moeten jaarlijks van den Sisten Juni af alle studenten examen afleggen in alle vakken, <lie ze dat jaar hebben beoefend, maar ook elk trimester eindigt met een schriftelijk examen. Van den uitslag wordt nauwkeurig aanteekening gehouden en de overgang in een hooger college daarnaar toegestaan of geweigerd. Deze schoolmatige inrichting laat zich bijna niet overeenbreugen met ons begrip van studentenvrijheid en evon zonderling komen ons de wettelijk voorgeschreven unifurm en de andere voorschriften en bepalingen omtrent de leefwijze van den student voor. Al dergelijke regelen zijn "van de Engelsche colleges overgenomen. De Unicersity Hall stelt zich de verdere vor ming in bepaalde takken viin wetenschap ten doel en de bezoekers moeten bij hunne toelating eene proeve van bekwaamheid in het door hen geko zen vak afleggen. Meestal komen er studenten, <iie de colleges hebben doorloopen, een graad hebben verworven, maar nog geen maatschappe lijke betrekking wenschen te aanvaarden. Van dsvang of vrijheidsbeperking ia aan deze inrichting geen sprake. De lijst van het onderwijzend personeel vertoont in afwijking van vroegere jaren tegenwoordig bijna uitsluitend Japansche namen. Er zijn onder de l;58 professoren en leeraars slechts 10 buiten landers. Bij de juridische faculteit zijn u.l.drie Duitschers, n Engelschman en n Franschman werkzaam; bij de medische slechts n vreemde, e? Dnitscher; bij de faculteit der philosophie ?én Engelschman, 2 Franschen en 2 Duitschers; het onderwijs in de technische wetenschappen is aan drie Engelschen opgedragen en bij dat in de natuurwetenschappen zijn tweeniet-Japanneezen, Engelschen, aangesteld. Kleiner en kleiner is het getal buitenlanders geworden, die indertijd door (Ie Japansche regeering werden geroepen, om de moderne wetenschap in het eilaudenrijk in te voeren. Op de plaats dier mannen staan uu hunne leerlingen, die gedeeltelijk hunne studiën in het vaderland hebben voltooid en meestal ten minste tijdelijk, Europeesche hoogescholen hebben bezocht. Japan begint dus steeds meer op eigen kracht te steunen en het aantal studenten, dat voor dit jaar is ingeschreven en 788 bedraagt, geeft goede hoop voor de toekomst. Het bestuur van do vereeniging Het Buitenland (voorzitter de heer J. D. Hooglandt Azn., secre taris de heer G. M. Boisscvain te Amsterdam) heeft het tweede jaarverslag der vereeniging doen verschijnen. Het getuigt van groote werkzaamlieid en voorloopige gunstige resultaten. Omtrent 22 buitenlandsche handelsplaatsen werden uitvoe rige rapporten van consuls of welingerichte han delaars ontvangen; met ruim 150 candidaten voor plaatsing in het buitenland werd gecorrespondeerd en gesproken, aan eenige van deze werden mid delen verbchaft om hetgeen aan hunne speciale geschiktheid voor plaatsing ontbrak, aan te vullen. Een jongman is aan eene vestiging in Perzic ge holpen, twee anderen naar Buenos-Ayres, een ander naar Port-au-Prince, allen met het doel, er déhouchés te vinden voor den afzet van Ne?derlandsche fabrikaten. Andere jongelieden wer den in staat gesteld om hunne handelsstudiën te Manchester, te Moskow, enz. te voltooien en zul len daarna uitgezonden worden ; de vereeniging heeft ook candidaten op het oog voor Bombay, Bankok, China. Japan, enz. Het is niet te verwonderen, dat onder de leden en begunstigers der vereeniging vele onzer fabri kanten en firma's vertegenwoordigd zijn; maar men ziet toch op de lijst ook vele namen, die enkel wegens het goede doel, uitbreiding van den Nederlandschen handel, hun contributie ervoor over hebben. 'TWIXT LIGHT AND DARK is de titel van een bundel schetsen, door onzen landgenoot den heer Jack T. Grein te Londen in de Engelsche taal geschreven en uitgegeven bij Henry & Cie. Een tweetal dier schetsen, Tlie Pointsman en A drop in the Ocean ver schenen eenigen tijd geleden onder de titels: de W'isselwachter en Arm druppeltje in dit Weekblad. Het is zeker merkwaardig, dat een Hollander vreemde talen zóó machtig wordt als de heer Grein, die met evenveel gemak in het Engelsen en Fransen als in zijn moedertaal schrijft van zijn hand toch verschenen ook in het Fransch een paar novellen en tooneelstukjes. In den bundel 'Twixt light and dark zijn, behalve de schetsen van Grein ook eenige van den heer C. W. Jarvis zijn vriend en collaborator aan The Weokly Gomedy" opgenomen, Onder de twaalf schetsen die het boekje bevat munten, behalve de reeds genoemden, vooral uit; Jim, Fuund drowned en A Sumncr sliotver. DE DANSKLASSEN IN DE GROOTE OPERA. Het is een feit, dat de dans minder tot de geeerde schoone kunsten gaat behooren dan vroe ger. In verschillende kleinere hoofdsteden zijn evenals te Amsterdam, de balletten afgeschaft en in de balletten die gebleven zijn, wordt aan ver schillende andere elementen, decoratief, optochten, ensemble-bewegingen een grooter beteekenis in vergelijking tot den eigenlijken dans toegekend, dan vroeger. Te Parijs, waar nog steeds dan seuses gevormd worden, zijn dan ook de parti culiere scholen meest allen verdwenen, alleen de dansklasse der groote opera vormt nog geregeld leerlingen. Oude sterren van het ballet, Macl. Dominique, Mme. uéodore, de danser Carré, hebben hun leerlingen aan kant gedaan en leven van hun renten ; de cntrediat, de pirouette, het baUonnéworden alleen in de Groote Opera be oefend. Hierbij komt, dat de Itahaansche school, min der academisch, maar meer hartstochtelijk dan de Fransche, op de tooneelen van Lyon, Bor deaux en Marseille heerscht, en hare detache menten zelfs) uitzendt naar het Eden-Tiiéatre, de Opéra-Comique en de kleinere theaters, zoodat de opera bijna alleen voor hare eigen klassieke balletten, S//ïria, Cofipi'lia. la, Faram/o/e, en de drie of vier anderen van liet répertoire, benevens de verplichte balletten der groote opera's te zorgen heeft. * # # Dit onderwijs is op de volgende wijs inge richt. Eerste dansklasse, leerares Mlle. Adeline Th odore. In een ruime zaal, waar het bovenlicht, ondanks de linnen schermen, schel invalt, staau op een rij dertig kleine meisjes. Magere halzen, dunne armen en beeuen, ongevormde tailles; het cornet is bedekt met een linnen lijfje, gedecolle teerd ; kort rokje van wit neteldoek, witte kou sen. Leeftijd acht a tien jaar. Ieder jaar worden in de eerste helft van Januari de nieuwelingen aangenomen; kinderen van dansers of danse ressen, van leden van het orkest, ouvreuses, ma chinisten, soms van demi-monduines of van werk lieden, vertoonen zij de meest verschillende typen. In sommigen ziet men reeds eeue koningin der toekomst, in andere het ouuitwischbaar merk van het vulgaire en gemeene. Langzaam voeren zij de voorbereidende bewe gingen tot het lenig maken der leden uit. Op het linkerbeen staande, het rechterbeen opge trokken, met de knie op de hoogte der heup, de hand stevig vastgeklemd aan de withouten leuning, die langs een kant der zaal loopt, hou den zij den anderen arm uitgestrekt, reeds in de correcte ronde houding. In het midden wan delt, op den afloopenden vloer, die van tijd tot tijd besprenkeld wordt, de onderwijzeres. 7Aj heeft een waudelstokje in de hand, en geeft daarmede de maat aan; een oude juffrouw in het zwart speelt piano. De beentjes worden neergezet en opgetrokken, de hoofdjes buigen zich op de schouder, de witte of rose rokjes vallen in de maat op den grond, en de onderwijzeres roept: Rechtop, Picart! Nini, het been opgetrokken! Crampon, het hoofd achterover! " Eindelijk klapt zij in de handen de piano zwijgt, het is rusttijd. # * Heel aan het eind der zaal, in een soort anti chambre, half door een groot gordijn afgesloten, zitten eenige moeders van leerlingen. Onder het kousenbreieu, onder het zakdoek zoomen, houden zij met bewondering en weemoed een oogje op de vorderingen van de kleintjes. In de pauzen, als de vlucht witte rokjes zich neerlaat op den vloer der zaal. om te rusten, komen zij het kind liefkoozen, maken het rose of groene strikje op haar schouder weer in orde, en kussen het over vloedig. Daarentegen geven zij het ook onge zouten oorvegen, als Mlle Théodore het de ezels muts heeft toegewezen, een echte ezelsmuts, zwart en geel, met lange, roode ooren, echte ooren voor een ballet ezelsmuts. Drie klopjes,... het begint weer. Op je plaats voor het adagio. Wat ze zooeven aan de stang gedaan hebben, wordt nu twee aan twee, vier aan vier, of op een rij, in het midden der zaal, overgedaan. Daar gaat het, vlies en dégagés en ronds-dejarnbes! Ports de bras en battements klein en groot, naar voren, naar achteren en opzij ! En zelfs nu reeds temps de pointes op den voet loodrecht gezet, voorbereiding voor de hoogste balletkunst! Voorloopig is het nog enkel voor de eer; maar eenmaal zal het twee francs per avond zijn, als zij de spoken in Freyscltütx, vertoonen of op rolschaatsen rijden in den Prophete. Dat is het begin ; dan volgt het engagement a 75 francs per maand in de eerste quadrille, a 1UO francs in de tweede quadrille, ii 125, 150, 175 wanneer zij eenmaal corypheeën zuilen zijn. II. De tweede klasse, onder de weduwe Théodore, is een heel ander gezicht. Zij ontvangt les in den koepel boven den ingang der presidentsloge. De meisjes zijn grooter geworden; het figuur is meer gevormd; de armen zijn nog wat puntig, maar reeds sierlijker; de boenen zijn meer ont wikkeld in dien tijd dan de kopjes, want zij heb ben heel wat meer gewerkt. In andere landen toch, in Rusland, in Oostenrijk leeren de balletkindereu ook wat Fransch, wat litteratuur en muziek, te Parijs enkel dansen, anders niet, en vooral het gemis aan muzikaal onderricht doet zich bij het instudeeren van balletten der nieuwe meesters nog wel eens gevoelen. De begeleiding is hier geen piano, maar een viool, door een ouden Italiaan met groote snor ren, Dinni, bespeeld. Onder het bleeke hooglicht zweven ook hier de meisjes aan eeue stang, maar hare relen's en pliés, haar ronds-de-jambes op den grond en in de lucht, haar batfements ge strekt op den enkel en op de punt van den voet, zijn veel moeielijker. Dan sprongen, arabesken, eabriolcs, pas de-l/oitn-ée, alles afgebroken door op merkingen, goedkeurend of critisch: Emma, de dij wat verder uit! Wat modder je toch, Aglaé? En Mad. Théodore vliegt niet jeugdige vlug heid vooruit, om den moeielijken of niet goed begrepen pas voor te doen. Ook nu volgt na de voorbereiding het adagio. Maar dat is een vrij wat kunstiger adagio. De beenen hebben wat geleerd in dien tijd en de meisjes hebben geleerd wat sierlijkheid en vlug heid is. Als het adagio uit is, staat de oude Italiaan me lancholiek op, rekt zich uit, zet de viool weg, neemt de gieter en teekent op den vloer grillige slingers en arabesken om het stof te doen bedaren en de tweede quadrille gelegenheid te geven tot hare passen. De mei-jes zijn uu wat vermoeider ihtu de kleintjes; zij hijgen, halen diep adem ; de schouders der lange blondines zijn rood, die rler lange brunettes bruin en zij bedekken ze haastig met dikke witte doeken, kleurige jakjes en manteltjes en gaan vertrekken. Op de tafel 2de Jaargang. Schaakspel. 6 April 1890, SPAANSCHE PARTIJ. In een oude Berliner Schachzeitung van '65 vinden wij een heel aardige partij gespeeld, door de heeren: C. R. Neumann. Wit. l e2 e4 2 gl 13 f l b5 o 5 d2 d4 6 dl e2 7 1)5 X c6 8 d4 X e5 9 cl e3 3 4 o A. Andersen. Zwart. e7 e5 b8 c g8 - f6 f6 X e4 f8 e7 c4 d6 b7 X e<> do b7 o?o Stand na den IGden zet van wit. ZWART 10 f l dl 11 1,1 _ C3 12 13 d4 13 f2 f4 14 c3 a4 15 c2 - c,4 l G (14 f3 17 b2 b3 18 C4 c5 l!) al cl 20 e2 f2 21 b3 X c4 22 cl - c2 23 dl fl 24 gl hl 25 e3 c 5 (18 - 08 1>7 (18 f7 -- f5 e8 g(! a7 a5 (17 (16 (18 e6 h7 h6 d(J x c5 c8 al'. c 5 c4 a3 (18 f7 f7 d7 d7 _ d.'i e7 a8 f 8 Stand na den 25sten zet van zwart. ZWART " & &«!;,;?%..: 26 27 28 2! t 30 31 32 33 c5 X a.' a-i cf> e5 X c6 f3 (14 d4 b3 b3 c5 f2 el el cl c8 X cG a5 c8 dB c 6 X c8 e6 c8 a4 clJ d4 Stand na don 33sten zot van zwart. ZWART £ f i A n 20 a bcdefgh WIT abcdefgh WIT 34 c2 X c4 a3 x a2 35 c4 c2 d4 c4 36 c2 X a;2 c-1 x cl 37 fl X d g'> g4 38 a2 X a'l Wit wint. Deze partij geven wij om het verschil te zien tusschen de wijze var elen destijds, e*1 nu. Hoeligt een presentielijst, waarop met ongeoefend hand de namen geschreven worden, en in d gang verdwijnt de babbelende lachende bend« terwijl ze elkaar, de een blozend, de ander schaterend, op den gelen muur de opschrifte) wijzen, door licht ontvlambare en niet zeer kiesch brandweermannen er op gegrift. III. De derde klasse, classe de perfeelionnement is ouder leiding van de weduwe Mérante. Zi wordt van half tien tot twaalven in den foyer di la darise gehouden. Eerst repeteeren daar d< corypheeën, dan de mindere en hoogere sujetten" en eindelijk de «sterren" als zij niet door eei repetitie op het tooneel in beslag genomen zijn Het ziet er hier gezelliger uit dan op de au dere lessen, men is t' huis, onder elkaar, ondei oude kennissen. Friscb, rose en rond, met haai sneeuwwit kroes op het voorhoofd, zit Madame Ziua Mérante vol hartelijkheid, vriendelijkhei( en zorg haar raadgevingen uittedeelen aan d( reeds ervaren danseressen. Hier is geen voordoet meer, en geen uitleg van passen ; Madame Me raiite wijst met de korte dikke vingers den pas en de danseressen volgen met de beenen de aan. wijzing na. Voor deze is de temps de pointes eet zeer gewone, gemakkelijke houding; recht op der teen staan de slanke vrouwenfiguren en rekken zich gracieus en krachtig uit; de armen volgen in haar langzame gerythmeerde bewegingen, als van nature de maat, die de viool haar aangeeft de buste buigt zich, richt zich op, spant ziet met bewonderenswaardige veerkracht en buig zaamheid. Toch worden ook zij eindelijk moede, de blon dines krijgen gloeiende wangen en de donkeren worden bleek ; hier en daar parelt een druppel op den gladden of den donzigen schouder, en verdwijnt in het corsage ; hier ook wordt gebab beld en gelachen ; maar het gelach en gebabbe) is zoo hartelijk niet meer als in de vorige klasse want eenige van. de jonge danseressen deelen nog met moeder den schralen conciërge-pot, terwijl andere bezig zijn bij beetjes alle genietingen dei weelde te leereu kennen. Na dezen komen de «sujetten". Deze leiden niet een leven van uitspattingen en feesten, want de vermoeienis zou hen dan spoedig doen te kort schieten in de groote physieke kracht, die voor den dans noodig is, maar de meeste hebben tocb een beschermer, wiens ijdelheid medebrengt eeiit balletdanseres er op na te houden. Men herkent ze aan den trotschen gang. aan de onberispelijke frischheid vaa het witte danscostuum, aan d-; kostbaarheid van ringen, oorknopjes en armban den. Toch zijn er ook, die met haar gering salaris, deugdzaam en moedig, een oude moeder, een leger broertjes en zusjes, een huishouden onderhouden. De sujetten" maken weer plaats voor de «sterren". Dit zijn er niet vele, en voor haar geldt geen. regel, /ij zijn persoonlijkheden, die de wet stellen, onder leiding van mevrouw M rante den pas komen repeteeren, dien zij's avonds zullen dansen, en zoowel in den foyer als in de zaal gewoon zijn bewonderd te worden. Op dit oogenblik zijn het Mauri en Subra; Mauri, de ongeëvenaarde, en Subra, de bekoorlijke; maar sterren" zijn geneigd tot «verschieten" en het is dan de vraag, hoelang het duren zal eer meu iu de foyer haar feeëngestalten door anderen ver vangen ziet. IV. De klasse van mimiek is onder leiding van een balletmeester, monsieur Hansen Zij wordt gehouden in den Foyer de la danse, te twee uur 's namiddags. De zaal is akelig somber ; de twee groote ramen, een rechts en een links, ont vangen licht uit donkere binnenplaatsen ; aan het plafond schemert onvoldoend electrisch licht; de reusachtige spiegel, die een heelen kant der zaal inneemt en 's avonds, stralend van licht, het tooveraehtige gewoel der balletcostumes verdub belt, is nu nauwelijks te zien. Toch gewennen de oogen aan het halflicht en onderscheiden een aantal meisjes in donkere japonnen de dames der tweede quadrille en een heer in een nauw sluitend grijs moltonnen veston, met te berge gerezen zwarte haren en levendige oogen, mon sieur Hansen. Er wordt voor het December-examen eene pathetische scène gerepeteerd, die monsieur Han sen bedacht heeft. De held is een jong edel man, die geweigerd heeft zijn koning te gehoor. zamen ; nu komt de koning zelf om hem ten dood te geleiden. Attentie dames, we beginnen. Eerst onze personen. Wie zal den koning spelen ? Feu aantal schelle stemmen : Ik ! ik ! \Vil je wel zwijgen? Ik moet iemand heb ben die ernstig en imposant is ; jij, Collet, bij voorbeeld. Je bent lang, je zult het beter doen dan al die kleine kraaien ! Gemompel van verontwaardiging: Oh! oh! Dan de jonge edelman. Komaan, Mouret, dat moet jij zijn. Wel niet heel lang, Mouret; maar ze begint er begrip van te krijgen, dat zal wel gaan. Ga daar in den hoek staan, bij den spiegel, en wacht de pages af. Wie zijn dat, mijnheer, de vier pages? Wacht dan toch, sacrebleu, geduld! Ze komen al. Girodier, Paulain, Brotteau, Keiler, vooruit. Je moet daar bovenaan twee aan twee gaan staan, de kleinste vooraan, in den iioek links. Als je nu hoort spelen, ga je op weg, met (linken stap, dwars over het tooneel naar voren. Bij de voorlaatste kolom blijf je staan ; i vlak voor Mouret. Dan salueer je, zóó (de meester buigt het hoofd, legt de rechterhand op het hart, rijst weer omhoog, cambreert ziju rug, en opent met een sierlijke ronding de aimeu in de richting van den spiegel, waarin de leerlingen zijn gebaar volgen.) Begrepen dames? (Slot roltjt) VOOR DAMES. Vrouwen als barbiers. Schilderende vorstinnen. Paarlen-tentoonstellin/j. Subayon. JAngeries. Meubelen, In Stockholm en Christiania wordt het scheren

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl