Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 668
opgewekte plichtsbetrachting gepaard gaat
met eene eenvoudige levenswijze, en dat het,
b\j de beoordeeling van de verdiensten der
Jioofd- en opperofficieren bij hein zeer in aan
merking zal komen, of dezen zulk een geest
. van eenvoud en liefde voor het vak weten op
te wekken.
Er is in deze kabinetsorder bijna niets, dat
geen onvoorwaardelijke instemming verdient.
De man, die zóó den vinger legt op de wond,
die de waarheid durft zeggen aan hen die
zich bij uitnemendheid de steunpilaren van
den troon achten, die de hand durft slaan
aan zorgvuldig gekoesterde aristokratische
vooroordeelen, is ongetwijfeld een man van
beteekenis. Of het den keizer zal gelukken,
zijne vele goede voornemens ten uitvoer te
brengen, blijve aan de toekomst over gelaten.
Doch reeds nu kan het worden geconstateerd,
dat de groote dunk, dien hij heeft van zijne
hooge roeping en zijne keizerlijke macht, voor
hem een kracht ten goede is. Moge het blijken,
dat zelfkennis en zelf beheersen ing, volhar
ding en beleid hem niet ontbreken, dan zal
Duitschland over deze nieuwe aera van ver
licht despotisme geen reden van klagen hebben.
Althans voorloopig niet.
Kunst en Letteren.
TOOXEEL TE AMSTERDAM.
Kon. Vereeuiging: Het Ned. Tooneel: Yorick.
Het drama Yorick van Joaquin Estebanez, uit
het Spaanscli vertaald door Emile Franzcn, en dat
Xiu in den Plantage-Schouwburg van Lier door
fret Ned. tooneel wordt vertoond, is geen meester
stuk van tpoiieelsfAry/kunst, doch geeft wel den
acteur, die de hoofdrol vervult de gelegenheid, zijn
meesterschap iu de tooneel.sye^kuust te doen be
wonderen.
Het komt hierin overeen met b.v. De
(ooneelspeler des keizers, Narciss, Kean c. a., terwijl het
in opzet veel gelijkenis vertoont met het drama
'Galeotto, van den Spanjaard Ecchegaray, dat ook door
het Ned. tooneel voor het voetlicht gebracht werd.
Men zal zich herinneren, dat in 'Galeotto voor
gesteld wordt een jong schrijver, die een drama
.octworpcn heeft. De schets hiervan komt overeen
met.de omstandigheden, waarin hij zelf zich weldra
zal bevinden.
In Yorick zal de hoofdpersoon, die tooneelspeler
is, weldra optreden in een rol, die juist den toe
stand vertoont, waarin hij leeft.
In Galdoffo is de bedoelde jonge schrijver van
plan den laster te beschrijven; hoe deze een jonge
man en een jonge gehuwde vrouw, door te vertellen
dat zij reeds gezondigd hebben en hen dus als
vogelvrij verklaarden te doen beschouwen, in elkafirs
? armen voert; weldra wordt de jonge auteur in
deze verhouding tot de jonge vrouw zijns
pleegvaders geplaatst.
In Yorick zijn de drie hoofdrollen bijna de
zelfde.
Yorick is tooneelspeler, evenals zijne vrouw Alire
en zijn pleegzoon EJmond aan een gezelschap ou
der directie van William Shakespeare verbonden.
Edmond bemint de jonge vrouw, hij had haar
reeds lief voor haar huwelijk met Yoriclt, doch
trad terug toen zijn weldoener liet geluk verlangde
haar echtgenoot te worden. Zij beiden worden
door hun schuld gedrukt en lijden onder het ver
trouwen dat Yorick hen betoont.
Deze nu is steeds als komiek toegejuicht, de eer
zucht brengt hem er toe, ook in het treurspel
lauweren te willen verwerven.
Hij plaagt zijn vriend Shttkespeare om de hoofd
rol in het eerst te spelen treurspel en deze geeft
? der Franschen kreeg ze niet, want zelfs als zij
zich zoo goed mogelijk uitdrukte in de vreemde
taal, kon madame haar sorns nog in het geheel
niet begrijpen.
Eens had ze bijvoorbeeld gevraagd: Le chou
in de pot aussi?"
En madame had geantwoord: La joue ine
depot aussi? Qu' est ce que c'est, Thérèse? Je
ne comprends pas ca."
? En Trees in de meening, dat het niet verstaan
van het Hollandsch aan een soort hardhoorigheid
lag, had zoo hard ze kon aan het oor van ma
dame geschreeuwd: Of die kool ook in de pot
moet in de soep!"
Op dat schroom en was monsieur tocgeschotcn
en hij had gestampt met zijn korte beentjes
Trees had het later precies zoo nagedaan en
gevraagd: Waaromuie zij zoo skreeuwde aan die
ore van zijne frouw? Was dat kezond?"
En toon hij begrepen had wat Trees meende
en het overgebracht had aan zijn vrouw in een
watervalletje van woorden en korte zinnetjes, zei
hij: Alle die moide zijn domme dier, u ook, u
is ook een domme dier."
Trees had gelachen dat de tranen uit haar
oogen liepen.
Ja, lakt u mij maar uit, dat is uitsteek'' en
brommend tnsschen zijn tanden: stupide béte!''
was hij nijdig heengegaan.
't Was een wonderlijk huishouden bij dien kap
per, Monsieur" de rlcur uit of op salon" en
Madame" altoos onder de hanebalkcn, want de
ravissante toiletten" waarmee madame Flcnron
haar klanten trachtte uit te kleedon" werden dicht
bij den hemel vervaardigd.
Hoewel Madame meest altijd thuis was, deed
z\j toch denken aan de uithuizige vrouw in de
familie Bonoiton" want verscheidene malen op een
dag soms moest Thérè.se de voorgezegde pbraso:
Madame est sortie" aan verscheidene bezoekers
herhalen. Deze bezoekers waren reizigers, die
stoffen en bloemen aan madame" leverden en
niet altijd als welkome gasten beschouwd schenen
te worden. Trees kende ze spoedig, die heertjes
mat hun bewegelijke lichamen en nog levendiger
tong, met hun zwarte oogen en puntige knevels,
waar ze onder het spreken terwijl Trees dacht:
ga je gang maar, 'k versta je toch niet" geen
oogenblik af konden blijven. Ze wist weldra al
vooruit te zeggen, of het een van de sortie"
was, of niet.
Ongelukkig trof het, als de coift'eur juist tegen
een van hen aanliep, dan werd de woordenstroom
toe, hoewel iedereen betwijfelt of er iets van te
recht zal komen.
Dit wekt de ijverzucht op van Walton, den
treurspelspeler, en deze, die even als de andere
leden van het gezelschap het geheim van Edmond
en Alice raadde, gaat uit wraak bij Yorick op hun
vertrouwelijkheid toespelingen maken.
De rol nu die Yorick in het treurspel te ver
vullen zal hebben teekcnt zijn toestand. Daar is
ook een vertrouwend echtgenoot, die bedrogen
wordt door zijn beschermeling en zijue jonge
vrouw. Dien toestand kan Yorick eerst niet vatten.
Hij is niet jaloersch. Hij kan den toon niet grijpen,
waarop hij zeggen zal: Ontrouwe gade, beef!"
Hij repeteert voortdurend, soms met behulp
van Walton, en eens wanneer hij als iu scherts
onverwachts zijne vrouw bij den arm gvijpt en
haar die woorden uit zijn rol toedoudert dan
zinkt zij op de knieën en stamelt: Genade!"
7,oo eindigt het eerste bedrijf.
Iu het tweede begrijpt Yorick reeds meer van
zijn rol, en ook meer van zijn toestand.
Hij spreekt zijne vrouw over zijn liefde, over
zijn vertrouwen in haar, en vraagt haar hem te
verzekeren dat zij hem nog lief heeft.
Helaas! zij kan geen antwoord geven, zij valt
bewusteloos neer, en Yorick, die haar toch nog
zoo lief heeft, neemt haar sussend in zijue armen,
om hun verloren geluk te bcweencn.
De vraag blijft alleen: wie is haar minnaar?
Yorick verdenkt beurtelings een paar edellieden,
dan Shakespeare, maar op Rjmond zint hij niet.
Dien vertrouwt hij te veel. Walton, zal hem echter
inlichten. Dien dwingt hij tot spreken do >r hem
te sarren met een verhaal vau Walton's vroegere
schande, toen hij ook door ecu jonge vrouw be
drogen werd.
Een bewijs moet echter nog gegeven worden.
Dit komt iu het derde en laatste bedrijf.
Walton moet Yorick in het treurspel dat, nu
vertoond zal worden een brief overhandigen en
weet een schrijven machtig te worden, waarin
Elmond Alice vraagt met hem te vluchten.
Men ziet nu het tooneel eu Yorick iu zijn rol.
Daar ontvangt hij den brief en ziet dien iu.
Hij is door dit bewijs als door den bliksem ge
troffen. Hij vergeet een oogenblik zijn spel. Doch
dan bezint hij zich. Hij moet iu het tooueelst.uk
met R/mond dnellcereu, het spel wordt ernst en hij
stoot zijn plcegzoon neder.
Als echter zijne vrouw zich dan op het lijk
werpt, en uitroept, dat zij E'imond zoo lief ha l
overweldigt Yorick de smart. Zij u brein gerankt
verward, hij spreekt onsamenhangend, ziet visioenen
en sterft, een ounoozel lied zingend, krankzinnig.
Men ziet, het ontbreekt, niet, aan pakkende
tooneelen, aan tafreclcu om Yorick te doen schitteren.
Eerst, als hij zijn rol bestudeert en den toon niet
vatten kan, liet opkomende wantrouwen, de scène
met zijne vrouw, eindelijk de sterfscène.
Dit laatste is het schoonste oogenblik van den
looncclspcler, doch ook het zwakste van het, stuk,
vooral als het krankzinnig zijn zoo lang gerekt
wordt als bij de vcrtooning door het Ne/J. Tooneel.
Dit geschiedt natuurlijk ten geuoege van den
acteur, en het publiek geniet ervan als de heer
Bouwmeester met zijn machtig talent dit gedeelte
van Yofirk's rol vertolkt.
Het blijft, echter dwaas ecu tiental mciischen te
zien, die niet weten wat zij in dien tijd moeten
doen en met verbaasde gezichten naar een gek,
die eerst ecu moord heeft begaan, sfiian te kijken
zonder hem te grijpen en weg te voeren.
Iu het oorspronkelijke eindigt het tooncclstuk
ook anders. Yorii'lt's dood is plotsclingtr en
Wtd(0:1 sneeft nog door Shulicsj>'iurt:\ hand. De ver
rader is dus gestraft.
Daar zijn moer zwakke punten in lir-t treurspel
Yorick. Er is te veel aan de hoofdrol geotterd.
op hem ovcrgcstort en monsieur was natuurlijk
désolé", maar sa chèro petite femme'1 was juist
vertrokken, il n'y a qu'un moment."
Dat petite femme" moest nu juist niet op zijn
Hollandsch opgevat worden, want Trees verklaarde
meermalen dat Madame een Thalie van een
vrouwspersoon" wa^. Monsieur vond ze meer non
potjcrol, kort en rond, net een mosterdpotje;
maar Madame, een vrouw als een grinnedierl"
Nooit kon Trees thuis komen waar de
kindcrzegen oen beetje kalmer begon te vloeien
of ze huorde du uitnoodiging toe Trees spreek
nog es fransrh :"
Dan begon ze, als een staaltje der vreemde
taal, de zotste woorden te haspelen, tot de
gocdlachsche omgeving tegen elkander rolde van de
pret: Voulez-voiis uno ta*so de caféa la
pristamadère franraiso. Ou!, om A vo*rc tour de vous en
notre. Ah, ah. maïs c'est tic.s bion, nVst cc pas?
Dites donc. A Li p irrifii-aarider krul. Kt Li buitc
de pistaloga ! Kies kies, tres bien, il la nor de
Mimorsase!"
Daar deze vreemd klinkende speech, hoewel
de inhoud afwisselend was. meestal met dat flor
do Mimorsase" eindigde. door Trees met pa
thos uitgesproken nam haar omgeving dezen
naam het eer-,t over.
Hoe ze eraan gekomen was, wist ze zelf niet,
maar hij schoen zulk een aangonamen klank voor
haar gehoor te bezitten, dat zo hem langzamer
hand ook in haar dagelijkse!! spreken overbracht.
Flor de mimorsase kreeg voor Trees honderderlei j
boteekenissen, 'l hing maar at" van den toon waarop
het gezegd werd. In donkeren tijd klonk het
gemoedelijk, vol philijsophischo levenswijsheid en
bctcekemle : Handen uit de mouw, treuren helpt
toch niet;" een andere keer was hot een schert
sende uitroep van luchthartige vroolijkheid, maar j
altijd was het een soort troostwoord.
Met de gewone sch'Tpzinnigheid voor de eigen
aardigheden van anderen, hadden huNgenooten en
kennissen dj vreemde uitroep spoedig opgemerkt,
en het duurde niet lang of Trees dankte er baar
bijnaam aan.
* ' *
In den tijd dat Flor da Mimorsase bij den
coiffenr diende, raakte zo verangesjecrd."
Van vele kanten was haar de pretendent af
geraden, want de heer Leur hoewel men toe
gaf dat er slechter waren stond vóór zijn trou
wen nu juist niet als al te solide bekend.
Maar Trees, die bovendien niet ongevoelig was
voor de uiterlijke bekoorlijkheden van haar
aanEr zijn voortdurend personen in een handeling
betrokken, terwijl zij niets te zeggen hebben, en
men kan van elk acteur geen stil spel vorderen.
of standen verwachten als vau mevr. Ereukel, die
als Alice optreedt.
In het tweede bedrijf naast Yorick op een sofa
gezeten, terwijl haar man haar vraagt, of zij hem
nog bemint, heeft, Alice ook maar een enkel woord
te zeggen, doch welk ecu stille wanhoop leest men
dan Oji het gelaat vau mevr. Frenkel, welk een
klimmcudeu angst, tot hare krachten haar begeven
eu zij ineen zijgt.
De heer de Jong Elmon/l en de heer Spoor
Shakespeare schieten iu dergelijke tooneeleu ech
ter te kort.
Men moet hier maar eens op letten als Shakespeare
in het eerste bedrijf tusscheu EJniond cu Alice
staat, of als E'imond iu het, tweede tegenover Yorick
aaii tafel gezeten diens vermoedens moet aanhooreu.
De heer Schoonhoven, die voor Walton speelde
(leed dat vooral zeer gelukkig iu het tooneel als
Yorick hem door de herinnering aan eigen schande
dwingt tot, spreken.
De heer .bouwmeester eu mevr. Frenkel werden
telkens luide toegejuicht.
Yorir-k, Alice cii Walton deden de kleine fouten
vau het stuk vergeten.
Toen de directie van den Salon des Varictcs
hoorde dat, de Kiffeltorun te Parijs weder voor het
publiek was opengesteld, is ook iu dien schouw
burg De Eiffeltoren weder eens voor den dag ge
haald. Men heeft er wat nieuwe grappen iu aan
gebracht, cu een paar nieuwe coupletten ingevoegd.
De Kattenteutoonstelling moet ecnc veer laten,
en het raadsbesluit aangaande den nieuwen Stads
schouwburg wordt er in besproken.
De samenstellers dezer revue hadden een ge
vaarlijk couplet aangebracht. Gevaarlijk omdat het
hen wel eens in conflict kou brengen met zee
n landmacht. Als de kindertjes vau de drie Hogers
de geschandvlekte*! hun refrein zingen Ik heb
niets gehoord, ik heb niets gezien,'' wordt dit ook
toepasselijk gemaakt op de daden van mannen, die
met een ridderkruis van Atjch komen. Op den
avond van den Tweeden Paaschdag werd er boven
gefloten. Ik ben het, met die fluiters eens.
De directie heeft zich echter voorgenomen, het
couplet vvaardcerender voor het O. 1. leger te ma
ken. De bedoeling vau den dichter was goed; hij
wilde zeggen dat de Atjehheldeu te weinig beloond
worden, het vers gaf aanleiding tot een onjuiste
opvatting.
Grappiger vond ik het dat clc Hoger van (wijlen)
het Leidsehe plein" iu zijn overhemd eu zouder
pruik kwam ./omdat alles verbrand is."
YR.
MUZIEK IX DE HOOFDSTAD.
Wegens het Paaschfecst haddon de vorige dagen
slechts een 2-tal uitvoeringen plaats t. w. de
A'i'la in de Duitsche Opera en de eerste
opvoerin van Don f.'csai1 de /tzitn, opéra comiqne van
Massenct in de IIoll, Opera De opvoering van
laatstbedoeld werk mag inderdaad een triomi voor
de IIoll. Opera genoemd worden. Het werd mee
rendeels voortreffelijk gegeven en een zeer talrijk
en gedistingueerd publiek beeft van het begin
tot het eind (!e voorstelling levendig toegejuicht.
Mocht de avond van Woensdag het begin wezen
van ecne nieuwe aera voor de IIoll. Opera, waarin
zij don strijd om liet bestaan niet 700 hardnekkig
meer zal behoeven te voeren ....
Ik wil trachten een kort overzicht van het
nieuwe werk te geven. Do held van het stuk,
Don, Ccsar de 'liman, is een aan lager wa! ge
raakt, nog jong edelman, wiens nobel hart onder
het snelle afdalen van de maatschappelijke
ladder evenwel minder geloden heeft dan zijn
staande een zwarte krullebol met een gezond
gezicht, meende dat ze hem beter kende dan al
de buren. '/M hadden samen gespeeld en gevoch
ten, want hij was soms erg driftig, maar
ook zóó goedhartig, dat hij haar dikwijls zijn
knikkers, zijn tol. alles had opgedrongen, wat hij
in zijn zak bad, als ze op straat kwam met
behuildc oogen, omdat do tweede moeder haar zoo ge
slagen had. Hannes was te gocdgeeisch en daar
om troonden zijn vrienden hem moe. Hij moest
iemand hebben die daarop een oogje hield. Het
beele trouwen was toch eigenlijk maar probeeren,"
zei Trees wijs.'enig Zo was niet hang te wagen.
a la flor do rnimorsase, en zou dat varken wel
Wds.-chen."
Kr was besloten dat Trees, zoolang er geen
kleine Lcuitjo.-: kwamen, den dienst bij don kap
per nog zou blijven waarnemen, 't Was altijd
meegenomen, al bad haar man a!s suikerbakker
ook tamelijk goed zijn brood en al viel de plaats
bij «Ion coili'our niet in alle opzichten te roemen.
liet i.iinst beviel haar bet eten. Xooit stevige
Hollandsche ko«t, maar toujours soep en wat voor
soep,'' zei Thérè<e met een ondeugende flikkering
in haar oogen. Dien de Dien! een emmer water
op een halfoiis vlcesch, een bos seUlery of wat
kool, een votkaars en een liee'.c rommel sterke
kruiden, voila tout! Soupo <le inaigre?? nu mager
was ie opgediend mot veel brood en ecu boel
bereddering. Madame est servic. l'otage a la flor
de Mimorsase. kies, kie-s, tres bien, maar er
zat net zooveel voeding in als in een slag op
jo maag. 't Was goed dat je je genoegen
aan brood kon eten, anders kon jo net zoo
goe l mot jo mond open in een motregen
gaan staan. Maar die i'nnsche vreemdelingen
konden geen trek hebben, want ze aten don boe
len dag' bonbons en bedierven's morgens hun maag
mot chocolaad."
Als Flor de Mimorsaso bij een Ilollandscho fa
milie gediend had, zon ze zeker nooit zoo gespro
ken h<vhben, hoe schraal do pot ook geweest mocht
zijn, maar voor alles wat uit den vreemdo kwam
had Trees een achterdochtige minachliiig en den
kapper en zijn vrouw beschouwde zij bepaald als
wezens van oen lagere orde. die blij mochten
zijn dat zij zich over hen ontfermde.
Het was echter bestemd in Gottes Rath", dat
die ontferming een plotseling einde moest nemen.
De kapper, die zich meer met het huishouden
bemoeide dan zijn vrouw, had op zekeren dag
een rog gestuurd gekregen en aan Thérèse" be
volen deze in den kelder te hangen.
Weeren. Deze jeugdige doordraaier krijgt ter wille
van een jongen knaap, Lazarillo, voor wiens bil
lijke zaak hij partij trekt, ruzie met een Kapitein
van de lijfwacht en doodt dezen in een duel. Des
wege wordt hij ter dood veroordeeld. In de ge
vangenis overreedt hem een minister des konings,
Don Joséde Santaiem, door hem in plaats van
den dood met den strop den minder schandelijken
dood inet do kogel te beloven, te trouwen met eene
vrouw, die na Cesar's dood zijne adellijke titels
wcnscht te erven om daardoor aan hare eerzucht te
kunnen voldoen. Die vrouw is de Gitana Muritana,
eene schooue straatzangeres, wier eerzucht door
Don Joséter bereiking van zijn eigen doel werd
opgewekt. Dit doel is: de amant te worden van
de koningin. Hiertoe moet de koningin van de
ontrouw van baren gemaal, Karel II van Spanje,
overtuigd worden. Deze tot nog toe kuische vorst
beeft plotseling een hevige liefde voor de schoone
MaritatM opgevat. Het is dus voor Don Joséde
zaak deze jonkvrouw den kor.ing in de armen te voe
ren; gelukt ilit opzet, dan zal de koningin uit woede
over 's konings ontrouw hom als haar minnaar
aannemen. Om kort te gaan: de vooraf zorgvul
dig door Don Josébewerkte, geheel in sluiers
ingepakte JUaritana, die haar zoowel voor anderen
als anderen voor baar onkenbaar maken, trouwt
met Cescr de Jiazrm in do gevangenis. (Het
schijnt, dat Don Jo er in geslaagd is aan dit
alles eene plausible uitlegging te geven.)
Onmiddelijk daarop wordt Cesar weggeleid om gefusil
leerd te worden en de ingepakte Muntana, nu
gravin de Bazan, naar de vermeende woning van
haren gemaal (Maritana weet van de executie
van de llazan niets af), maar feitelijk een lustslot
van den koning, gevoerd. Daar Maritana haren ge
maal door hare sluiurs niet heeft kunnen zien, kan
het haar geen verwondering baren, wanneer de
koning zich als zoodanig presenteert en haar als
vrouw opeischt. De kennismaking met haren
quasi-man, dien zij vroeger menigmalen incognito
onder haar auditorium op het Madridsche pla
veisel gezien heeft en dien zij niet heeft kunnen
uitstaan, is echter niet van den aangenaamstcn
aard. (De moraal van deze historie is: trouw
nooit op recommandatie met een wildvreemden
man en vraag in allen gevalle eerst zijn portret.)
Maar wij gaan verder. Mij o taak valt mij tusschen
haakjes niet me Je; de intrige is inderdaad a
la d'Ennery. Kr komt redding op dit fatale mo
ment. Ccsar komt terug. Hij is niet gefusilleerd.
Zijn jonge vriend L'izurillo had de musketten
weten te ontladen, zoodat hot vuur der met de
executie belaste soldaten hem niet heelt gedeerd.
Do schijnbaar dood ter aarde gestorte Cesur is
na het vertrek dor soldaten gevlucht. Nu ver
schijnt hij echter weder in dit lustslot des konings,
waarheen hij ecne schoone vrouw (Maritana),
die zich in een koets, met bet wapen der
I3azans versierd, bevond, gevolgd was. De koning
is nu, om zijn aanwezigheid in de woning van de
gravin de Uazan te verklaren, genoodzaakt zich
voor de Basun uit te geven, terwijl deze laatste,
ofschoon verwittigd, dat hij tegenover den koning
staat, maar eveneens gedwongen zijn naam te
verborgen, zich leukwcg voor den koning uitgeeft.
En nu" zegt de quasi-koning verklaar
mij hoe (Ie linsun nog' kan leven, daar ik hem
heb laten fusilleeren wegens het duel mot den
kapitein." Uwc majesteit" antwoordt de
quasil>a:un heeft al heel snel vergeten, gij schonkt
hem gratie."
Daar weet de Jlaznn niets van.
Hoe laat teekcnde ik dan deze gratie?"
Om S uur."
En om l uur hoeft de qnasi-exécutie plaats
gehad. De lozer begrijpt, dat Don Joséde gratie
achter gehouden hoeft om zijn plannen te kunnen
doen gelukken.j?Wat edel medelij", zegt Don Cesar.
Kon dag of' wat kwam Treesjo 's ochtends vra
gen aan Madame omdat zo duidelijk wilde
doen blijken dat Monsieur niet noodig had met
keukcnzaken Zal ik poissong préparer poiir di
ner " Kn Madame antwoordde telkens: Maïs non!"
Als Trees later verhaalde, hoc ze nog met
niusje" bij dien kapper van daan was gegaan,
zoi z-::
Toen Madame iode"cn dag nong zei, dacht
ik, nou mij ook goed, jullie houdt er zeker niet
van want je heb monschen die geen rog mag
gen zien en zoo vergat ik 't lieve bcessie
totaal.
M;i.ar na nog een dag of wat, d"nk ik er weer
an on naai don dooien schelm voor don dag.
l'onaii ! Jo zouilt. met discretie gezegd gefumcerd
bobben, als je dat geroken had van wcge de
perf'uinerie die ie uitasemde,
De kat zoi behoorlijk: merci en toen ik hem
don vullisman gaf zei ik: De complimcnts van
Madame en hier was nog een piekfijn
vischdinoetje. Do wijn zulion wo je wel nasturcn.
Nu. bij lachte en hield zich
aangerccommandeerd als we nog moor van die kliekies hadden.
Maar daar komt don volgenden dag Monsieur
uit don kolder stuiven on vraagt, fransen en
hollandsch door mekaar waar ik de poissong
geïafen heb.
.leté." zog ik, op de vullis en wijs meteen op
den bak."
(Jnoi, op do wuulies? zcit hij weer er, zijn oogen
worden zoo groot als stuiters zoo meteen rollen ze
er uit, dacht ik, en dan heb je nog meer malheur.
Toon holde ie weg naar boven om madame te
balen en ('aar begonnen ze alle twee te koeteren,
dat me booren en zien verging, maar ik begreep
er toch zooveel wel van alsdat ze die vieze, rot
tige visch, die door de vullisman in zijn kar was
gesmeten, nog hadden willen opeten
Kwaad maak ik me nooit en ik blijf altijd
liefjes maar ik werd zoo wee om mijn hart (hit
ik zei : jullie bent salc varkens, tres salo op
varkens, op z'n fransen kon ik zoo gauw niet komen,
maar ze begrepen me toch, want ze werden furieus
van woede en jullie moot r,n maar zien wie je
soiipc de maigro en jo rottige poissong wil komen
koken en jo anderhalf cbomi.se wasschen, maar
Trcc.sje Leur, goboron Keeling zet haar voet
nooit weer over don drempel bij zulke f'ranscho
kwikstaartcn, begrepen, compris V Ze zegt jo bij
dezen bonjour, adieu, voor toujours '.
Ja, lieve menscb, zóó ben ik bij dien vuileu
coifl'eur vandaan gegaan." fWordt vervolgd!.