Historisch Archief 1877-1940
No. 668
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Maar in allen gevalle behoeft hij nu, begenadigd
zijnde, zijn waren naam niet langer te verbergen
en maakt zich dus aan den Koning bekend.
Deze, woedend over het mislukken zijner plannen,
verdwijnt. Don Cesar maakt zich nu ook aan zijne
vrouw, Maritana, bekend en verwijt haar haren
omgang met den koning. Maar Maritana be
zweert, dat zij ter goeder trouw was en den
koning ook tot nogtoe wist af te weren ..,. In
het laatste bedrijf beproeft de koning nogmaals
Maritana voor zich te winnen, doch ook ditmaal
vindt hij Don Cesar op zijn pad om hom dit te
beletten. Om den koning eens gevoelig te straffen
sluit do Bazan alle deuren en maakt nu den
koning wijs, dat hij een gesprek afgeluisterd heeft
tusschen de koningin en Don José, waarin deze
haar de ontrouw van haar gemaal mededeelde en do
plaats noemde, waar hij zich op dit oogenblik met
z\jne minnares bevond. De koningin gaf zich vol
gens de Bazan na dit gesprek aan Don Jos
over en ligt op dit oogenblik ongetwijfeld in diens
armen. De koning, opgesloten, doorleeft vreeselijke
oogenblikken. Maar straks zegt Don Cesar, dat
hij hem maar heeft willen bang maken, Don Jos
smaakt op dit oogenblik geen minneweeldo, in
tegendeel: de man is dood, gedood door Cesar, die
met den valschaard een appeltje te schillen had,
wegens die gratie-geschiedenis, en hem doorstak
op het oogenblik dat hij voor de koningin op do
knieën lag en haar de ontrouw des konings en
zyn liefde betuigde. De koning en Cesar worden
nu de beste vrienden en als straks do officieren
der koningin, opgehitst door Don José, komen
om het verraad des konings te constatecren, maar
integendeel alles geschikt en in de boste orde be
vinden, en tegelijkertijd ook een stel hofdames
zeer a propos uit de lucht komt vallen, om met
deze heeren een gemengd koor te kunnen vormen,
eindigt alles in algemeenen jubel en geestdrift.
Dit is zoo ongeveer de inhoud van den tekst,
die mij langer opgehouden heeft dan ik gedacht
had en me lief is. Er is op dezen tekst, wat de
waarschijnlijkheid betreft, nogal wat aan te merken.
Het zwakste punt is wel het huwelijk van Cesar
en Maritana in de gevangenis, terwijl de houding
van Cesar die, niet wetende of hij eene jonge
dan wel eeno oude schoone voor zich heeft, de
gesluierde pop van alle kanten twijfelachtig betast
en beziet, smakeloos is. Maar ik wil hierover niet
uitweiden. Genoeg, dat de figuur van de Bazan
in dit werk zeer aardig geteekend is en de tekst
gelegenheid verschafte tot het componeeren van
eenige frissche nummers. Als geheel is deindruk,
dien men van dit werk ontvangt, zeer gunstig. De
stijl is modern-Fransch en hier en daar eenigszins
Italiaansch a la Lucia di Lam nier moor van Donizetti.
De Ie acte werd zoo tamelijk door Bizet's Gunnen
geïnspireerd. Doch de heldere, elegante, frisscho
uitdrukkingswijze van den componist maakt
overal den besten indruk, terwijl de muziek
zich meerendeels ook voortreffelijk bij den tekst
aansluit. Een enkel gedeelte slechts is zwak, n.l.
de verdediging van Maritana tegen Don Cesar's
verwijt van ontrouw. Natuurlijk heeft men hier
weder grootendeels met eene aaneenschakeling
van op zichzelf staande nummers te doen, men
vindt in dit werk het conventioneele gebed, het
drinklied, de berceuse enz. enz., maar den musi
cus, die onder Wagnerschen invloed klaarheid,
soberheid, geest en aardige on-pretentieuze stem
voering niet te zeer leerde verachten, is dit
niet onaangenaam. Dikwijls meen ik zoo bij
mijzelf: men rnoet niet al te veel van de mu
ziek vergen en van haar geen
wcreldhervormster willen maken, zij moet niet al te diep willen
aandoen, want dan wordt zij bombastisch. Do
diepste, gevoeligste smart, die in 's menschen borst
kan woelen, kan niet op een contrabas of fagot
uitgedrukt worden; de muziek die dat doen wil,
?wordt pretentieus. Kunst moet misschien meer op
verheugdhcid des harten berusten ; vroeger praatte
men daarom van fraaie kunsten, maar kom daar
reis nu eens mee aan" om met Durboen uit
de Camera te praten! Zou een Wagneriaan
niet even boos worden als men bij Wagner van
fraaie, muziek praatte, als b.v. Multatuli zij» heele
leven, pretendeerde boos te zijn, dat zijn Hardaar
alleen maar mooi gevonden werd ? lloo het zij,
zeker is het, dat het begrip van objectief schoon
hoe langer hoe meer verdwijnt....
Maar dit onderwerp zou mij te ver voeren. Ge
noeg dat ik weer met verrukking dit nieuwe
Fransche werk heb bijgewoond; hut ontspant den
geest (goede hemel, moet kunst ons dan eigenlijk
alleen tot de uiterste wanhoop en diil.dclooze
smart voeren?); het is een keurig schilderijlje
vol vroolijko heldere tonen, vol aardige lijnen,
vol opgewekt leven, liet werd meerendeels uit
muntend opgevoerd De hoofdpersonen, tevens
beneficianten de lieer en Mevrouw Albers (Don
Ccsttr en Laziirillo) bevestigden hunne uit
stekende reputatie en ontvingen talloozeen kostbare
blijken van de hooge achting, die men hun toe
draagt; eene debutante Mej. Sewing (Maribtim]
verwekte do allergrootste verwachtingen voor de
toe omst; decors, costumes waren frisch on nieuw,
het golieol was vol leven on animo. Mijne har
telijke felicitatiën aan den heer de Groot voor
deze zoo welgeslaagde opvoering van het nieuwe
werk, die bewezen heeft, dat do lloll. Opera op
het gebied der kleine opera althans aan zeer hocgo
eisenen begint te voldoen. Mogo deze phcnomenalc
voorstelling door meer zulke gevolgd en door de
besten onzer stad hoo langer hoe racer gewaar
deerd worden. Ook nog mijn compliment aan den
vertaler van den Franschen tekst, Fiore dclla Xcve,
die voor uitmuntend en zeer zangbaar
Mederlandsch zorgde.
In do uitsclio Opera was FrI. Brajnin als AïJa,
oen harcr beste rollen, uitmuntend; de overige
rollen, behalve dio van "R.iiniiïi-i-;, Oborpriester,
de lieer Chamlon voldoende bezet, maar koor
en orkest waren op menige plaats waarlijk
scluiiiderh.'sfl". Do Duitsche Opera was dus niet deze
laatste voorstelling in het seizoen in 't algemeen
niet gelukkig; moge haar wederoptreden iu oen
volgend seizoen beter zijn.
Over do Symphonie van Bernard Xweers Aan
mijn Vaderland", waarvan ik reeds vroeger de
eer.-te ,'> ondordcelen besprak eu die hedenavond
voor het eerst in haar geheel wordt uitgevoerd.
de volgende keer.
GöTZ VON BERLICHINGEN TE
MUNCHEN.
Niet lang geleden gaven wij eene uitvoerige
beschrijving van het »nieuw ingerichte" tooneel,
dat men te München voor de
Shakespeare-opvoeringen had gebruikt. De voornaamste veran
deringen waren : het prosceuium steekt wat ver
der in de zaal uit; eenige trappen leiden van
daar naar eene estrade niet eenige deuren en eene
groote boogvormige poort; alleen de achtergrond
dien men door deze poort zie*, is veranderlijk, en
vertoont nu eens een paleis, dan een open veld
of een marktplein ; boven de poort zijn vensters
met loges aangebracht., die Shakespeare ook nu
en dan aanwendt. Dit alles stelde de regie in
staat, bij opvoering van Shakespeare's drama's
dezelfde opvolging VAD tooneelen te behouden,
die de dichter had gekozen, tooneelen soms van
niet meer dan zes paar replieken, die rnen
anders wegens de eischeii van de mise-en-scène
moe."t samenkoppelen of coupeeren.
Men heeft nu Göthe's drama tx, ron
Bcrliehiitgen, dat anders ook voor het modern too
neel u ie t geschikt was, op dezelfde wijze opge
voerd, en het is zelfs gelukt de bezwaren van de
vorige opvoeringen te overwinnen, zoodat men
kan zeggen dat aan de hoogste eisenen voldaan
is. Er is maar n scène, welke trouwens ook
bij vroegere opvoeringen weggelaten is, dio niet
tot haar recht is kunnen komen ; het ts de eerste
scène aan het hof te B.imberg, waarbij de gas ten
van den bisschop aan het nagerecht moesten zit
ten, terwijl men ze nu in de vooihd laat op en
neer wandelen eu hun gesprekken voeren.
De generaal-inteudant baron Perfall, die met
den chef-machinist Lauter.schiiiger eu den
dramaregisseur Savits het werk voltooide, heeft nu een
boekje laten rondJeelen waarin hij van den loop
der veranderingen versla:» g< eft. Er zijn drie
pbasen daarin geweest. 15ij de eerste opvoering,
Kiug Lear, had men het groote prosccnium waar
van wij spraken, de trappen, de estra.le, en het
veranderlijk achterscberm. Bij de volgende stuk
ken, Shakespeare's He:i/-y'*, bracht men op de
estrade een tweede gelegenheid aan, om schennen
aan op te hangen. Voor de vele decoratiewisselin
gen in Götz nu heeft men zijn toevlucht genomen
tot een derde reeks, zoodat eigenlijk op en vóór
de estrade het oude spel van achterdoek en cou
lissen bijna herstel! is. De derde reeks toch is vóór
de estrade aaugebracht, zoodat het proscenium
dan door een achterdoek of gordijn van de estrade
is afgesloten. De achtergrond werkt dan niet
meer, zooals vroeger, storend in scones waarbij
geen achtergrond noodig is. Een twee-Ie verbete
ring is deze, dat men da boogpoort. die iu
tooueeleu op het land storend werkte, nu bedekt
door eene loofpoort. Ook do gebouwen met
deuren, die terzijde het proscenium en een deel
der estrade insloten, worden dan in boscb veran
derd ; en wel, naar het noodig is, iu zonurbosch
of wiuterbosch. Misschien waren de vele kosten
en de groote beweging aiet zoo erg noodig ge
weest, nu men toch ongeveer uitkomt op httgeen
men had. Met changements a vne, halftoouo(-l
en grand spcctacle kon men dezelfde afwisseling
verkrijgen die men nu heeft, men had beter be
schikking over lichteffecten, meer ruimte voor
optochten, groote groepeeringen eu meer gelegen
heid tot schilderachtige omlijsting.
Men stelde de Götz-opvoering samen uit (ke
len van Göthe's verschillende bewerkingen der
stof Het eerste bedrijf was naar den Gólz van
1773; het tweede van dezelfde bewerking, waar
van men echter de boerenbruiluft wegliet, en
in plaats twee tooneelen (Gö'z met Selbilz en
Götz met de Nürnberger koopüe'.en) uit de be
werking van 1X(H tusschenvoegde. De derde,
vierde en vijfde acte waren naar de bewerking
van ISO t, waar men eenige tooneelen, door Gotbe
zelf wegens de moeielijkhrid van opvoering uit
de editie van 1773 \veggelaten, weer
tu^schcnvoegde. Eenigen zijn uu weder niet tevreden,
omdat zoowel de bewetking van 177:!, als die
van 1801 een acsthetiseh geheel is, maar de
dopreenmeiiging van beiden den induik verzwakt, te
meer i:ii liet stuk ruim vier uur duurde.
Adelheid'.s scène met Franz in de derde acto, zoowel
als Adelheids ma*kerspel in de vierde, vallen
geheel buiten den oorsproukelijken Götz, evenzoo
het tooneel van het tromven van Sieki.'jgen en
de korni.-che scène tu.^scheu den kapitein der
Rijkstroepen eu Bliuzlcopf in de vijfde acte ; men
hi-i-ft van liet reeds min of meer zwakke tooaeel
der geheime rechtspraak den indruk rog ver
zwakt door er het veemgc-richt uit l Si) t bij te
voegen; ook de geo-'tver.-chijmiig i» Adelheids
kamer, uit de bewerking van l S!) l, past niet in
den Go!/, van 177.!. (iörhe wa~> in dien tijd ? !<)
jaar ouder ge,\yordc,-ï, So;ii!!or hielp liem den G"itz
over.verken. dit .".Hes maakt do twee stukken
volkfime.i on vereen igbaar.
Toc'i was de bijval groot; da acteurSchneidfr
(Göt-/), S'urv (Wei-dingen) en vooral mevr.
Ranilo (Gcor;'). H{u;szer (Selbitz), mevr. Zalm
Hausman (Eii-ibec;,), frl. Hlan-l (Adel.'iei !)
speelden uitmuntend; hun vijftig medespt lenden
voor het meercüdei-1 /eer goed, zoo lat meu te
München tevreden was.
SARAH liKRXMAUOr EX DE PASSIUX.
?Arme S mih, wat h ei- f t, ze het goei g-.-meend
en wat is /ij slecht beloond geu'or-b'o,'' sc'ireit
Felix Vogt aan do i'\'<<iil;[':trli r. Wij nuucu het
verhaal uit den Fij"r<>.
liet concert spirititel, op Gocdo;i Vrijdag
duor den liet r Lr'i'iourcux gegeven, i.s
grkvnmerkt gewerden dsnr ceidgf1 .-?t.ormao.ht'.go
nvidei.ti-n, welke aan eie:i avood wel uts va'i int
de
Charfreitagwerk van den heer Haraucourt, die door zijn
vroegere werken, l'Ame mie en anderen, niet tot
heilige poëzie voorbeschikt scheen.
Sarah Bernhardt treedt binnen, in het wit
gekleed in Byzantijnschen stijl; zij gaat zitten,
men applaudisseert; de heer Garnier volgt haar
en gaat ook zitten; mijnheer Bremond evenzoo
en de voorlezing begint.
Was het om het ernstige van het werk'? was
het de moeielijkheid om de voorlezers te verstaan,
die, aan de acoustiek vau het reusachtige Cirque
niet gewend, te zacht lazen ? Het feit is, dat
na vijf minuten de zaal begon te kuchen, te
hoe>ten, neuzen te snuiten, te babbelen en ein
delijk te protesteeren. Een toehoorder, hoog
bovenaan geplaatst, riep:
»En de muziek?"
Men applau.lisseerde en het lawaai begon ;
men zou gemeend hebben in de Kamer te zijn!
Mevrouw Sarah Bernhardt schreide; Garnier
werd (vit. Er werd hoe langer hoe harder ge
roepen :
»Genoeg! Muziek! Men kan niets verstaan!"
Plotseling ziet men een mijnheer de treden
van het Cirque af hollen en naar de estrade vlie
gen; het was mijnheer Haraucourt, die in de
zaal de voordracht van zijn werk bijivoonde.
Hij ku-t de hand die Sarah hem toesteekt, hij
drukt de hand van Garnier, eu zegt met bewogen
stem:
«Mevrouw Sarah Bernhardt en de heeren zul
len even wachten om aan de personen die niet
tevreden zijn, den tijd te geven om heeu te
gaan."
Dit was het sein tot het grootste rumoer. Er
werd geschreeuwd, over en weer. De vrienden
van deu dichter applaudisseerden, de andereu
protesteerden, en te midden van het steeds toe
nemend gewtld hooren wij deu heer Haraucourt
eenige woorden uitspreken, naar wij rneeneii het
volgende:
? Men zal muziek hooren als het oogenblik
gtkomeu is. Gij hebt entree betaald oin een
gedicht te hooren, het past nu ook dat gij het
hoort."
Mijnheer Haraucourt was doodsbleek, en zwaai
de als razend met zijn hoed, terwijl hij deze
zonderlinge theorie verkondigde. Hij ging toen
weer naar zijne plaats, omhelsde verschillende 'j
personen van zijn familie, en een deel van het
gedicht is nog ia betrekkelijke kalmte aangehoord.
Daarna stond de heer Garnier op, eu zeide
met veel beteekei,i< : »llet gedicht waarvan wij
do eer hadden u gedeelten voor te dragen, is van
den heer Haraucourt '' Men begreep dat men |
dus het laatste gedeelte, ofschoon liet op het pro
gramma stond, niet rawr krijgen zou, en liet de
vrienden van deu dichter naar hartelust
applaudisseeren."
Het concert eindigde met
rnu/.iek uit Pwsifal.
Volgens Vogt is het van Ilaraucourts Passinn
niet j immer dat men naar niet volkomen gehoord
hcift, ook andere Parijsehe verslaggevers zijn er
niet mede ingenomen ; het Juurmd d". BniM-llcs
geeft een paar fragmenten, die enkel verzwakt
Victor Hugo gelijken. Vogt gei ft nog eenigo
bijzonderheden:
>/e>odra het bekend werd, dat Sarah bij
Lamoureux de Passion zou reeiteeren, waren met
ongelooflijke snelheid alle plaatsen verkocht. De
coi.currei ten hadden ook hun best gedaan: bij
Colonne dirigeerde Goiino l zelf een concert ge
heel uit zij M werken bestaande; het Conservatoire
deed Sybil Sanderson, de heldin van Massenel's
Esrlai'i/ioni/c,\-(>f<T het eerst als coneertz.'ir.gert s op
treden; zelfs Panlus had een Are ^Liri'n opzijn
tingeltangtdj'rognunma, en iu de Moutagnes
Russe- speel.ie men voor den demi mi nde een
symphoniscU" programma ;<f', vol Beethoven en
Waguer. Maar Lamouri'ux had den toeloop; liet
Cirque d'Hmr had sedert de sciioone dageu vau
Pasdeluup geen publiek ais dit gezien."
?Even half elf verscheen Sarah en werd leven
dig geapplaudisseerd. Een ongenoemd regisseur
las deu titel en de scei;e-a.'uiduidi«geri vau de
eerste acte voor eu toen reciteerde Sarah twee
stropheii, die voor haar bestemd waren :
La tcrre nue et saus cbemiii
Ou se traine Ie peuple huinaiu,
Va s' pauouir sous ta inain,
Comme uu lis altene d'aurore.
Sarah droeg een van die lichtkleurige gewaden
geheel van plooien, nut nauwe mouwen, die zij
zich sedert de byzantijn-ohe Théodora heeft aan
gewend, en din haar uitmuntend kleeden; het onna
tuurlijk blonde haiir iiin;r laag over het voorhoofd;
hare magerheid is verdwenen, rmiar voor 10 jaar
m oenc grootnioedi r z'n t ?/.':] er nog btmei gewoon j
jong ui!. /ij veitoor.de w< l niet het boel i ecner j
ideale Moeder Gods, maar voorkomen en kleeding j
w.-'eeu zei r «jepast, e,i niets daarin deed
rechtsüeeks aan de loonce'prinses donken.
Anders was het nut U-jn'k-r, wiens kaal
Romeii.seh pn.iiel en ontevrode:i ge/.icht al heel
s'echt aan .Jezus de deu denken ; iéuiond, aio
al'o boi svucb.le'1 te lezen, had, Pilatus, Judas en
de rest, had met zijn blonden baard veel meer van
een (Jhrisiu->.
Met de eer-te verzen reeds, die Sarah melan
cholisch zeide, kon men bemerken dat hare stem
op die wij zo de zaï'.I niet vullen zou. Toêii w; r l
het de beurt vau IJru'moud, die een dialoog vau
\erse.h;ilende pvivouen morst lezen, daar G.ü'ider
enkel Je<:'.is \v;;s, op de/.e \vyzo :
In het begin der tweede afdeeling liet Sarah,
zeer verstandig, een lange scène tuaschtn Maria,
Martha en Maria Magdalena, die zij alleen had
moeten zeggen, weg ; de twee volgende tooneelen,
een monoloog van Judas, en een dialoog van
dezen (Bremond) met Lazarus, dus met zichzelf, en
een eindeloos gesprek van Jezus met Johannta,
Judas en Petrus, deden den storm losbarsten."
Men maakte allerlei grappen. Als Garnier
zegt:
»Je suis la voie" (ik ben de weg), riep een
toehoorder, aan »voix" denkend: »pas comme
T:dazac!" Het tooneel der voetwassching-, door
Sarah gereciteerd, werd weer met respect gehoord.
Volgens Vogt maakten Haraucourts woorden tot
het publiek een goeden indruk, maar het af kussen
der familie bedieif dat weer. Men raakte weer
uit de stemming; toen Garnier als Jezus zeide:
»Mcs fières de toujours et mes bourreaux d'un
soir,"
kon niemand nalaten, om de toepasselijk
heid te lachen. Gelukkig volgde daarop iiog
Sarah's voornaamste scène, waar Maria haren
zoon iu den tuin Gt thsemaiie opzoekt en hem
tot de vlucht bewegen wil. Sarah vor.d hier
eeuige tonen die tot. het hart gingen en greep
de gunstige gelegenheid aan om. aan het wreede
spel een eind te maken.
AANTEEKEXINGEN. SCHILDERKUNST.
In de uitgave Les artislcs célèbres, waarin hij
ook reeds eon deeltje over Rembraiidt en een
over Gerard Terburg gaf, heelt Einile Michel
laatstelijk een boekje geschreven over llobbema
en de llollumlsche landtchapschilders vau zijn tijd.
Met uitvoerige nauwkeurigheid vindt men er
op niet te droge manier do enkele bizonderheden,
in saarngovat die in don Jaatsten tijd omtrent
llobljoma's leven bekend geworden zijn. Maar
daarop volgt een oordeel over de kunst van den
groolen landschaps.diil.dcT, zoodat men dat in zulk
een werkje niet verwachten :7ou.
Moeten wij Michel geloovcn, dan is indertijd
Thoréin zijn groote ingenomenheid met den
schilder die een halve eeuw geloden nog zooveel
minder geschat wen!, te ver gegaan. Michel vindt
Hobbema eentonig, hij repeteert zijn motieven te
veel, en was zeer ongelijk van kracht. Somtijds
was volgens hem zijno behandeling grot, onsamen
hangend, mat, en voegde deze zich te weinig
naar do zaken di;i de artiest bedoelde weer te
geven, of naar de plaats in het schilderij.
Terwijl zij arm is in de voorste plans, blijft
dio uitvoering hard en scherp in de verschie
ten die, in stede van smeltend te zijn en het
oog een rust te gunnen, trekken door te sterk
aangeduide kleinigheden, door dio ronde eu spich
tige hoornen dio llobbema zoo zwaar
geempateerd schildert, alsot /ij een plaats voorop ia
het schilderij innamen. Do schikkingen zijn
evenmin van een groote eenvoudigheid; de ge
tande silliou.'-t, van het groen staat hard gesneden
tegen do lucht, en niet hun bladerkroon, hun
slingertakkon en de zwavrte van hun gobladcrt, blij
ven do hoornen week en onzeker in hun bouw.
liet is alsof de schilder onverschillig is gebleven
tegenover do natuur, of hij haar niet geraadpleegd
heeft met die nauwgezetheid en die aandoening
die men in do studies van Ruysdael vindt en dio
men klaarblijkelijke!' zou willen vinden bij hem.
dien inon als zij;i mededinger heeft willen
beschouwcn.
Die eentonigheid, die gelijkvormigheid van
factuur, die overdreven hoeveelheid détails en die
onbeteekencp.ilheid dikwijls van de motieven, die
wij in de zeldzame voortbrengselen van llobberaa
kunnen ontdekken, zouden kunnen volstaan om.
ons een tamelijk gering ideo van zijn intelligentie
to geven, indien wij niet elders een nieuw bewijs von
den van dio \\vinige distinctie in zijn smaak, in dat
huwelijk door hem gesloten mot een dienstmaagd,
vier jaar onder dan hij, en ook in de zeer matige
gehechtheid die hij voor zijn kunst moest gevoelen.
daar wij her.i naar een post zien dingen die, zijn
werkzaamheid meer en meer in beslag nemende,
hem langzamerhand van het uitoefenen van zijn
kur.st zou vervreemden."
Deze laatste zinsnede is zeker van een onver
klaarbare lichtvaardikheid. Men zou van eon
ernstig historicus niet denken, dat hij uit enkele
Alk. s was g-el goj;.i!",i ;' mi u had de l.ee.iij!:.'
C' dur symphoieo gt ;i[.pl.uidissee;-.l ; een air uil
J'jm'pi/, door Ta';iz;;i! gezongen, was heel moi i
trevoiidcr,; ook de IV.igni.-ntcn uit L'r. /!,;//.,?>. <!-t '
Cln'/sl \a:i lïor'i if>, e-i do ouvi-rturo 'i' n, n '/?;??/* ??;
men ti:i 't veel 'iel;eki"i Ml L'.'Im-JlM-ei1 l d'i"r d.:
iu April.
VüX UilVCKKN FOCK.
-Vuiis present u'adf.rer Dien senl, s ;:i:; tien jüuer."
d'/u-ii, Uabbi !?'
XMÜ; een dialoo;.', zelfs id^ hij verstaanbaar j
:;i"vci:-t wr.-i, is uit'r-t ond:.ielb u:r. Mi-1 hit j
i eiste op'roden. v:iu Jez'.is \veid het beter; ei i o :
v .!/( nde seè'.e (ti-sohon S;u';i'i .:N Maria e;i i'en ?
':i(:i^('i Ju!a-' 'Hé:;ee;i .odoieezi'i ge\c:i \vil,
c:i het slot van do n-r-to :if iceii;';.*, ee:;o p.,,-;i- j
pLia-e van hot Onzo Va ier, 'door Sarah, li:'peii
-oei af.
i
c'n.-ies dorst trekken. Yv'ajrom zou liet immers
ooit proeveiT'.'u tei,en den smaak van een j.childer,
dat bij oen u'ouw tiou.vdc van ivie toevallig niets
anders bekend i:-, dan dat zij dienstbo lo bij een
burgemi'cs er eu reu pair ja;.r onder dan de man
was; ca w/j kon \u-ion wat een
lij'luusgosc'uiedenis do weinig gewaardeerde land.schap.-chüdcr
doorgemaakt had. voor hij er (oe k\\a:n een
bnrgcrha;uitje a.t'i te nr-i.-ien. \\'o moeten dan ook
^eloovi'ii, dat itie pa? sa.-^e don heer Michel bij
onj-eluk uit du pen is gevloeid.
Maar van het oordeel vau den Fransclien
landschaps: childor en schiidersb'ograaf over de wanrda
van Jlobbema's kuist ze'f i.s het de moeite waard
nofa te ne;;icti. Ilij. die nutimrlijk in Engd:-ehe
])rivaatcol!ecties en elders zooveel van llobbema zal
hebben gezien dat wij niet kennen, en die van zijn
onderwerp stenig een bijzondere studio maf;k'e,
heelt in deze zijn recht van spreken. Intusschen ge
loot' ik niet dit de Frati-cho schrijver mot zijn
\erzckeringen velen van o;.s zal overta;:;en. liet mag M aar
/-ijn, denkt men r.a bet lezen van riulke opmerkingen
d:;t er op do sciiilloiwijze van llobbema een boel
at te dingen vali, als niet dat al zijii naam al
leen voor oi'S die geheel eigen wijze van
natuuraan.-chou^ing vc-riei;cin\oordïi;t, oen wij/o van
zii-n o, o. iK'stend:_;d in een Z0':>
bc\voiidv;ri?n^waardi,' schilderij als dat L't'iii'je ni;i
M.'Mel'i'ti'iii-i uit ilo Xa'.innal (jal'ery. dau mag iaën
toi'-ien a iu /ija ivput'atie zooveel men wil, hij
blijft er 00:1 di r a'lergroot;to landscliap.-cliii.'.trs
dio wij kennen.
Tn een verga d-vin..; van do lï'iyal Socif'y of
l'ainror-l'Üchi'rs ii do'i1 don president Fiuiicis
Si yrünis V\';),.'cn ee;i too??pra:;!c geh'.ni.lcn o\er de
et-cu vau R:'::i!ira:'.dt, wii.avl.i do yroote K;igcl;i'ho
et i r o. a. het vo!_,e;:i!o zi i :
'-^'aarop ik g,;aruo onze i.iet-etsendo vriendtu