De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 20 april pagina 6

20 april 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. No. 669 elkander, triolen dartelden, een ware heksensabbat der virtuositeit begon, die het publiek betooverde ?en het deed vergeten dat Nitacheff zelf geest en ge. moed tehuis had gelaten. Tien maanden lang had hij het bravo, bravo!" niet meer gehoord, nog lang zonder dat roepen «n bij zou van heimwee sterven. * * * ??,6e hebt geweend, ja, gij weent reeds we der, Paula Maria!" '»Hoe zou ik niet weenen, professor, nn het - aoo spoedig gedaan zal zijn, alles gedaan? Wie zal zich nog om mij bekommeren, wie mij nog vorder leeren, als gij de hand van mij aftrekt ? De rivier zal mij vriendelijk opnemen en dat zal goed zijn". Met tranen overstroomd wendde zich het kin deroog tot den leermeester. yWat is er aan te doen? Wat is er aan te doen ?" mompelde deze, in een pak muziek zoekend, toen trof hem de valsche blik van terzijde, die begeerig al het virtuozentalent, den gauschen : schat van techniek wilde opzuigen, dan kon de «ode gaan zwerven, naar de overzijde van het graf als hij lust had! Toen hij vertrokken was, trad Paula Maria voor den spiegel. Over de trotsche bogen der wenkbrau wen, over het stralende gouden haar, over den .blanken Lals streken hare vingers. Ik ben schoon, zeer schoon, sehooner in elk geval dan Annette, die ik gisteren in de equipage zag; vorst Nicola, en de bankier, en de kleine roode grondeigenaar doen moeite om mij. Van trouwen is natuurlijk geen sprake, en liet an dere deugt niet voor mij. Wel zijn deze schouders het waard, zich in een prachtigen pels te vlijen, wel is deze hals het waard, te huiveren onder de aanraking Van koude, stralende edelsteeneu, maar het deugt niet voor mij !" Het was niet de verontwaardigde kreet van een maagdelijk hart; dat het deugt niet voor mij" was de slotsom van koel nadenken. Had zij niet een , ander plan gehad, dan had zij met dezelfde rust, ? zonder hartstochtelijke aandoening, gezegd: dit deugt voor mij!" _ De tranentooneelen met Nitacheff herhaalden zich* en namen een steeds meer beangstigend karakter voor dezen aan. Aan het slot eener tertsen-étude was het, dat zij met vreeselijk snikken het hoofd op zijn schouder liet zinken. Mocht ik u volgen in de wijde wereld, lieve professor!" .Wat kan ik eene leerling van nut zijn op de eindelpoze reizen?" Gij begrijpt mij niet vrat gaat het de leerlinge aan" zij vlijde zich aan zijn schouder als eene fluweelen kat, toen lispelde zij het woord vrouw". Hij ademde met verrukking den geur uit haar golvende gouden haren in, die hem verblindden, hem duizelig maakten, hij drukte haar aan zijn hart. Zoudt ge hem kunnen liefhebben, den ouden Alex?" De lokken voor zijne oogen trilden zij knikte ja." * * * Hier of daar waren zij getrouwd. De Oberkellner van het hotel en nog iemand hadden als getuigen gefungeerd. Waar Nitaehefi' nu optrad, daar verscheen in de winkelkasten vlak bij zijne photofrrsphie die van eene prachtige vrouw. L Wie is dat?" Mevrouw Nitacheff." Onmogelijk!" En onmogelijk" zeiden de menschen, wanneer zij in de concertzaal de lorgnetten op de schoone vrouw richtten. Wat bekommerde zij zich om de domme nieuwsgierigheid? Hare blikken hingen gretig aan zijne handen, volgden de geringste be weging, bespiedden hoe hij dit deed en dat. En de man aan den vleugel voelde met huivering dien blik, en had het gevoel alsof die hem de kracht Bit de armen scheurde, en toch moest hij zich omkeeren naar de schoone groenachtige oogen, die hem betooverd hielden. Hij had zich het beetje echtelijk paradijs duur gekocht, de rampzalige. Hoe laat en hoe vermoeid Bij ook in den nacht was thuis gekomen, 's mor gens vroeg slingerden zich twee zachte blanke armen om zijn hals. Wij moeten opstaan, wij moeten studeeren, - lieve Alex! Doe me dat nog eens voor?laat me dat nog eens overspelen!" kwam het dan vleiend van hare lippen, wanneer zij aan de piano zat. Zij verkocht hem letterlijk alle lief koozingen. Wilde hij de hand om haar middel leggen, dan schoof zij die zacht terug: Toch niet, lieve Alex, . de polonaise gaat nog niet naar weusch!" Gefolterd, zoo dat iedere zenuw hem pijn deed, moest hij dan hare eeuwige tudes dulden. En hij hoorde hoe hare techniek van dag tot dag toenam, hoe vrouw en spel samensmolten, zich als een zonderling monster tegen hem verhieven en opstcigerdeu, en zich op hem stortten om zijn bloed te driukeu. Hoe haatte en hoe beminde hij zijne Paula Maria! Wijde streken muzikaal land waren weer afgegraasd en Nitacheff was matter en zwakker geworden, toen hij uitriep: Wat wil je toch nog leeren? je kent alles wat ik ken!" Het was niet de triomf van een gelukkig leer meester; het was de woedende kreet van een ge plunderde. Zij kruiste de volle armen over de borst en sprak gelijk een gevoelloos rechter het vonnis: ./Gij hebt gelijk, Alexander, ik keu alles wat gij kent; daarbij zijt gij oud en moede, ik ben jong en frisch!" Gij martelt mij langzaam dood wees barmhartig en breng mij een krachtigen genadeslag toe." Zij lachte wreed. Gij hebt de koorts, arme Alcx!" t * * Hij had inderdaad koorts en vond dat men het concert moest afzeggen. Waartoe?" zeide Paula Maria; ik heb met den impresario alles in orde gebracht, ik zal spelen," Gij? Neon, gij niet!" Ja toch, ik zal spelen.'' En zij speelde. Nauwelijks kon men een uitroep van bewondering onderdrukken, toen zij trotsch c.ls een koningin, omruischt door haar niet goud geborduurd kleed, met fonkelende diamanten om den sneeuwwitten hals, de estrade betrad. Men meende enkel Nitacheff te hooren; zij speelde precies zooals hij; alles, tot de geringste nuance was van hem. Wel is waar had zij nog minder ziel dan hij, maar haar spel was niet min der verblindend van virtuositeit en deed daverende toejuichingen opgaan. Men verdrong zich om haar in den kunstenaarsfoyer, men overlaadde haar met uitbundigen lof. Toen zij later de deur der kamer in het hotel opende, riep Nitacheff: Ongelukkig geweest, in de war geraakt, blijven steken? Niet waar? Zeg het gaauw !" Ik weet dat je zoo iets gewenscht hadt, maar het is anders gegaan. Ik heb een groot succes behaald, zooals gij er nog nooit een beleefd hebt." Langzaam maakte zij de juweelen van lials en armen los, en gaf hem daarbij de bijzonderheden der stormachtige applaudissemeuten ua het con cert, het da-capo roepen na do polonaise, niets spaarde zij den zieke en zij scheen het niet op te merken, hoe hij zich op zijn leger kromde en ein delijk zacht in zijn kussen weende. Paula Maria zette de tournee Nitacheff' schit terend voort; de stervende man werd, op eigen verzoek, van plaats tot plaats medegesleept. * * * Het was in eene Oostenrijksche stad, waar Nitacheff Paula-Maria verzocht het aangekondigde concert af te zeggen ; hij voelde zich al te ellendig. . Eerst de kunst, dau het gevoel", zeide zij met hare ijskoude beslistheid en trad ruisehend in het rijtuig. Na het piano-concert gaf de portier van het hotel haar ia de artistenkamer een briefje. Zij wist al wat er in stond en liet het, ongelezen, midden in een gesprek, in den haard glijden. Het kronkelde op, vlamde en verviel tot asch. Toen zij daarna de Dame macalre speelde, was het haar op een oogeublik alsof plotseling de oude man, met de beenderige vuist dreigend gebald, uit de snaren voor haar opdook. Bijna was zij blijven steken, maar zij vermande zich en bracht het stuk met glans ten einde In het hotel beefde zij een oogcnblik op den drempel der kamer en trok huiverend het hermelijn dichter om hare schouders; toen trad zij binnen. Daar lag een niets, een nietig niets, dat de oppasser met een laken bedekte, Een oogeublik was er iets, dat haar den adem benam en haar dwong de oogen op het bed gericht te houden. Toen bezon zij zich en trad snel in de naaste kamer. Had zij hem dan gedood ? "Vanwaar die dwaze zwakheid ? Zij liet den eigenaar van het hotel roepen en zeide hem met de grootste kalmte -. U zult wel de goedheid hebben liet noodige voor de begrafenis in orde te brengen?" Toen zonk zij in den stoel voor de toilettafel en leunde met het hoofd op de beide handen, die zich langzamerhand al dieper en dieper in de gouden vacht nestelden. In hot witte gelaat blonken de lippen zoo donkerrood, alsof zij bloed haddeu ge dronken, zij bekeek ze met welgevallen in den spiegel, en daarna haar hals en armen. Glimla chend boog zij zich naar haar spiegelbeeld en pre velde tusschen de tanden : Hij is dood, en ik zal leven!" VOOR DAMES. Juweelen. Kapsels. Stranflldeederen. J&ntremets. Om seringen frisch te houden. Lvjstcnversierwg. Amerikaansche gebruiken. Op de Juweelententoonstelling inhetMuseum voor kunstnijverheid te Berlijn zijn prachtige stukkeu ingezonden, zoowel door fabrikanten als door par ticulieren. Evenals bij de paarlententoonsU'lliug zijn ook hier in de eerste afdceling ruwe producten, diamanten van verschillende soort en kleur, daaren boven nabootsingen van verschillende beroemde of historische steeuen vertegenwoordigd.Het slijpen van den diamant is eerst eeiie uitvinding van de zes tiende eeuw; men vindt hem in den Reuaissancetijd dan ook nog als niet kostbaarder beschouwd dan de gekleurde edele stcenen Van de zestiende tot de achttiende eeuw vindt men nog meest den diamant met andere steeuen omgeven, het vroegst met email en half-edelen steen, later met de minder kostbare cdelgesteenten, de blauwe turkooizen, de melkwitte opalen, de violette amethysten, eindelijk met dft bloedroode robijnen, de groene smaragden cu blauwe saffieren. De eerste helft- van onze eeuw, evenals het tijd perk vóór de revolutie, vond den diamant het edelst zonder bij versiering; eerst in de laatste jaren gaat men hem weder voor meer samengestelde harmonieën van kleur en metaal ecbruikcn. De verzameling vlinders, kevers, bloemen, geheel van diamanten, armbanden, broches, gespen, medail lons, kettingen, is oogverblindend. Van prinses Radziwill is er een diadeem van brillanten met turkooizen, van prinses Fürstenberg en diadeem van brillanteu met chrysolieth. De samenstelling van het eerstgenoemde sieraad is streng maar indruk wekkend, groote ovale donkerblauwe turkooizen, ieder in eene krans van diamanten als in een kelk gevat, met fijne gouden flligran-verbindiiig, als stijve gestyliseerde bloemen, zeer eenvoudig, maar klassiek. De andere diadeem is veel artistieker. Het olijfgroen chrysolictli, met goud doorstippcld, vormt ook ovalen, maar naar beneden in een punt uitloopeud, dau in langwerpige achthoekige medail lons van diamanten gevat, en dus een aangename verscheidenheid vau vormen opleverend. Bij den turkooizendiadeem behooren twee haarnaaldeu met holle kogels vau turkooizen en brillanteu. Het middenpunt der verzameling vormen twaalf snuifdoozcu uit de koninklijk Pruisische kroonjuweelen.Zij zijn afkomstig van Fredcrik den Groote, zuiver rococo, iedere doos vau een anderen vorm, variatiön van den vijl hoek, met verschillende afge ronde hoeken en versieringen. Zij bestaan uit Silezisehe agaten eu ehrysoprazeu, geiiccl met grootere eu kleinere diamanten bezet; de vanden der dek sels zijn met diamanten bloemen bezet; om de groote diamanten strengelen zich takken van robijnen eu saffieren; het geheel is van het beste Fransche werk uit dien tijd. Er is meest rococo, rocaille, baroque; zelfs onder de moderne inzendingen, b.v. van Bougeron uit Parijs, is met Empire en Renaissance het rococo gemengd. Hei kostbaarste stuk uit de geheele verzameling is de orde van de Zwaan, die aan keizerin Angusta behoord heeft en uu in de ichatkamer der kroon berust; het sieraad is behalve met brillanten, met meer dan honderd fonkelende robijnen bezet. De voorspellingen, die voor het kapsel een ge heele revolutie deden vermoeden, zijn niet door gegaan. Geen tijdperk wellicht heeft zooveel ver scheidenheid in het kapsel beleefd als het tegen woordige. Men ziet onder de toonaangeefsters deimode hier de haren bijna plat langs de slapen vallen, in den hals tot een vlecht of catogan saamgevat, met slechts weinige kleine frisons op het voorhoofd ; dau een betrekkelijk hoog gebouw op de kruin, vanwaar rijk gekroesd de lokken het voor hoofd overschaduwen ; hier a la grecque hot haar door drie of vier gouden bandeaux in even zoovele horizontale golven verdeeld ; daar torsaden en lussen, waaruit zich zelfs een enkele ouderwetsche afhan gende krul schijnt los te maken. Ieder draagt wat haar het best staat; alleen de lange anglcdses vau 1S30 of den bos opgehouden krullen vau 1800 ziet meu niet, en nog, van tijd tot tijd is het of een elegant, kapsel ook daarheen wijst. Men begint weer meer valsch haar te dragen, zooals natuurlijk is, uu de hoeden zooveel lichter worden. Voor wie uu reeds bezig is aan Zaudvoort, Schevcningen of Wijk-aau-Zee te denken, en voor de kindereu het zoinereostuum gereed maakt, mo gen een paar wenken dienen. Eeuige jaren heeft de mode voor strandkleediug vuurrood meege bracht. Bedenkt men wel wat het staren op de vuurroode mouwen en rokjes bij liet zandgraven een ruïne voor de oogeu is? Nog: vóórdat de gekleurde kousen in die dagen worden aangetrokken, wanneer de huid zich meer opent en vochtiger is, late meu ze een keer wasseheu. Verven die in gewone omstandigheden niet schadelijk zot den zijn, worden, onder al die invloeden, met dien van het zeewater en de zeelucht vcrccnigd, spoediger ontleed. Ein delijk: hoc frisch linnen pakjes ook zijn, rncii bedenke wel dat ze bij liet vochtig worden veel meer verkoelen dan katoen. Eigenlijk moest alle goed aan het strand flancl zijn; de Engelschc jongens dragen aan het strand meestal dikke 'grove moltonachtige wol; ook de Jager-wol bewijst hier goede diensten. Na de berichten over al het gekleurde onder goed, waarvan onlangs gesproken werd, do zwiirtzijden elicmiscs van Jcannc Granier, het, paarszijdcn en rosezijdcn linnen", waarover in een proces sprake was, is het, opmerkelijk te zien, hoe bij de trousseaux der groote wereld alles nog wit, alles nog' linnen, batist, wit borduursel en valeiicieunes is. Bij den uitzet van Mlle dT/.ès, nu hertogin de Luynes, was alles met de hand genaaid en gebor duurd, maar alles was eenvoudig, en niets was gekleurd, zelfs de peignoirs niet. Zoete entremets. Zoete aarduppekncroqvetten. Men;. braadt een dozijn aardappelen ougeschild, haalt met een lepel het kruim uit de schillen, drukt het door een zeef, en mengt het met vier ons poedersuiker, wat geraspte citroenschillen, drie ons boter, drie of vier eetlepels room en vier eieren. Alles samen goed beslagen, wordt tot balletjes gevormd, deze op eene plank met meel gerold, in beschuitkruim gewikkeld en gebakken. Meu be strooit, ze met suiker en discht ze warm op. Jiijstcroquettcn. Een kwartpond rijst laat men vijf minuten m water koken, dan uifdruipen, dan in melk overkoken, maar slechts in zooveel melk als uoodig is, zoodat do rijst weer droog wordt. Als de rijst zacht is, voegt men er vijf of zes gekruimde bittcrkockjes of wat gesfampte aman delen bij, een kwart pond suiker waarmede citroenschil geraspt is, een beetje zout, ecu ons boter en vier eierdooiers. Men roert het een minuut, lang over het vuur, maar laat het niet koken, keert het om op ecu kouden schotel, laat het koud wor den, vormt het tot, croquetten, doopt deze in ge klopt eiwit, rolt ze in broodkruim en bakt ze in matig hcete boter of vet. Als de kleur mooi is, laat meu ze uitdruipeu, rolt ze in gestampte sui ker eu dient, ze op. Dezelfde croquetten zijn ook met alle vrachten, abrikozen, pruimen, kersen, enz. of geleien te ma ken; meu voegt, dau deze in plaats van de bitter koekjes of amandelen erbij. Pets de nonnes. Bij dezen vermaarden dessert schotel hangt alles af van de lichtheid van het gebak, en die weer van het, gaarkokeu van het meel. Men doet twee ons boter in een pau, met een kwartpond suiker, een kwartkan water, een weinig zout, en wat geraspte citroeuschil. Men laat allen samen koken, neemt het dan van het vuur en zeeft er steeds roerend, zooveel meel in, dat er ecu vrij stijf deeg vau komt. Weer op het vuur geplaatst wordt het , steeds roerend, zoolang gekookt tot het deeg van de pau loslaat, en dan van het fornuis genomen. Twee minuten daarna voegt meu er drie eieren bij, ze een voor een goed iuroureud, keert dau alles op een schotel om, steekt met ceu lepel kleine stukjes van het deeg af, laat die in niet al te heet vet vallen en gaar worden; als ze gereed zijn, droogt men ze even in ecu linnen servet en dient ze warm op. Met, eenige oefening maakt men van dit eenvoudig gerecht door kunstvaardighcid ceu zeer fijnen schotel. * * * Om afgesneden seringen, die beginnen te ver welken, weer nieuw leven te geven, is er ceu on feilbaar middel. Voor andere planten kan het ook dienen, maar seringen, tulpen, zwaardlelics, lischbloemcn, ondervinden er het meest de werking van. Het, bestaat daarin, dat men >vat kamfer met water wrijft eu met dit water de bloeinvazen vult.. Voor wie bloemen schildert, is het middel onschat baar ; men kan er vier of vijf dagen de bloemen. frisch mee houden. **. Iets nieuws als versiering, is de lijsten van platen van spiegels met levende planten te cncadreeren. De lijst, wordt omwoeld met cretonnc of zijde in aangename kleur, meil-or, artistiek blauw of rosc, crème, of ook donkerder tint. Aan deu cenen hoek wordt een bekertje bevestigd, waarin ecu klimoprauk cu een paar varcutjes. Het is ver bazend, zoo weinig voedsel als deze uoodig hebben om te groeien of althans in het leven te blijvcu. Naarmate de klimop grooter wordt, hetgeen zeer langzaam gebeurt, hecht men haar met een steekje op het cretonne of de zijde. Hier of daar een, strik, een oude fantasie broche, een paar kralen een oud kettinkje, ceii; pauwevccr, geven aan h geheel een artistiek air dat geheel van den smaa der versicrster zelve afhangt. In de Amerikaansche society heeft men in allerlei opzichten andere gebruiken dan iii Europa. En gagementen b.v. worden niet als bij ons, publiek gemaakt; eerst als de huwelijksdag bepaald is. is het officieel voor de wereld. Ook is er van de bruidspartijcu, zooals zij in Euglaud, in Frankrijk en bij ons gewoonlijk zijn, iu d» 'oruidsda^en geen sprake; ook niet van de bruiloft" op deu huwe lijksdag, die ook bij ons verdwenen is. De vrien den worden gcuoodipd tegen de kerkelijke plech tigheid, en daarna volgt, eeue korte receptie. Maar iii de eerste paar maanden ua het huwelijk geven de jongelui een reeks van rccopticavoudcn, waar voor aan de vrienden vau beide families kaarten gezonden worden. Men kan dan hun nieuw te huis" bewonderen en zien of de jonge vrouw erverstand van heeft, het haar gasten gezellig te maken. Gcboortcberichten gaan in den vorm vau ecu eenvoudig kaartje, waarop met kleine letter de naam van den jongen wereldburger en de datum van zijn verschijnen wordt vernield. E?e. /r) Boter dan aS ~- c8 daar wtt jut niet mot c4 c5 kan vervulgon -wegens bG X c^ gevolgd door aS e8 waardour zwart zijn pion weder herovert. 1) Dienende zoowel om c4 - c;"> modelij]; te maken als om den ranval op den e pion te versterken. ?H) Iets beter schijnt aS a7, doch dan komt eveneens: ei cö: a7 - e7. iM cl en de piunnen kunnen door geschoven worden. X) Dit doorselmivon sehijnt gewaagd, omdat wit den pion slecht met n stuk kan besehermen: uit het vervolg-blijkt evenwel dat op de/e wijze de aan.val het best \vordt voortge et. u) Sehijnbaar een zwakke, doch inderdaad een zoorkraehtige zet daar zwart nu gelegenheid krijgt g(; - I'S te spelen j welke deu aanval volhoudt. Het eigenlijke doel er van i,, f3 ?- dl mogelijk temaken om met er, ef; te kunnen vervolgen, do-,-h levens beoogt hij nog zwart tot zet gC 18 te verlokken, hetgeen ook werkelijk gesellief!t. ]t) Waarmede /wart meende den pion te winnen. q] Zwart mag den dpinn met p.iard noeh toren nemen daar wit met ia dl of fa X e.~> zou vervolgen. ,') KöX e5 mP.g niet gespoeld worden wegens i'3 X eö: e7 X c5: 35. c-t 08 + en wit wint (Ie <iuaïiteit. CORRESPONDENTIE. N. S. te 's-IIage. Dank voor de toezending, wij houden ons aanbevolen. Aan uw verlangen zullen wij in ons volgend nummer voldoen. K. S. te Delft. In hot toegezonden probleem schijnt een fout te zijn ingeslopen. Zw. pion kan onmogelijk a4 zijn, daar reeds dnor wit bezet. De oplossing van probleem no. 12 is niet goed. W. v. M. te Delft. Uwc oplossing van probleem VOOR EEBSÏBEGINNENDEN. No. 15. Probleem van den heer N. Steffelaar te 's Ilagc. ZWART No. 16. Een heel aanlig probleem van Ad. Itothmaler in Northauscn. Z\VA tlV b c d e f g \vrr Wit geeft in zetten mat. dwongen is, daar hS >< -"' kan geschieden. Evenzoo inct No. 14. Op uwen variant A gaat zwart No. 13, gaat daarin mank, d'at cG dG, niet ge- j in plaats van g7 f7 op d7 oi f8, om pp dena b c d e f g ii \VIT Wit geoft in 3 zetten mat. volgenden zet bet paard te nemen, en daardoor met n zot het loven te rekken. Wij o'ilvingeu goede oplossingen van H. P., II. V... S. B. alhier.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl