Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEBDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Nó. 670
bestaan ieder uit eene hoofdverster.
gd door een rij forten. De versterkte
j worden onderling als 't ware ver
door forten, wier aantal tusschen Verdun
Toul 7 en tusschen Epinal en Belfort 6 be
iengte tusschen de uiterste punten dezer
bedraagt 40 Uren gaans, van welke 27 uren
ppend versterkt zjjn. Twee openingen
(on~' * gedeelten) ieder van omstreeks
A de eene ten noorden van Verdun
LÓng'wy en Montmédy) en de andere een 5
uren meer achterwaarts tusscben Toul en
zijn opzettelijk gelaten, ten einde de
beDgen Van groote troepenmassa's hetzij om
Bsef op te treden of zich tydig terug te
trekniet te belemmeren.
v?43e tweede, verdedigingslinie bevindt zich eene
l", Twrsterkte legerplaats bij Rheims in het noorden
jï&'i*. eene by Langres in het zuiden, terwijl als
":. tbrde verdedigingslijn de eveneens verschanste
'*"f^4B|erplaats in het zuiden en Parijs m het
noor'" "" a!» laatste bolwerk bij een aanval bestemd
>y -Bovengenoemde versterkte legerplaatsen
die*f Den om een geheel leger op te nemen, te
be'''^«Jhermen, zoo noodig de gewenschte rust
tever'?-'- icbaffwn of opnieuw te organiseeren.
j'. ?* Hierbij is dn* het beginsel gehuldigd, dat zij
" M als operatiebasis (waarvan de bewegingen
in) dan als steunpunten van het leger
zulOm bijv. een denkbeeld te geven van de
uitgebreidheid der versterking van Parijs, zij
medegej, dat dit omringd is door een aantal forten
ens de eischen des tijds (natuurlijk toen zij
«rd werden) ingericht, op een afstand van
tot 12 kilometers van den buitenomtrek der
Blyke stad verwijderd, en eene lengte
be" van omstreeks 21 uren gaans. In 1870
Parijs, behalve door eene hoofdom walling
gracht) met 94 bastions (welke eene lengte
? uren gaans besloeg en waarin doorlatingen
-_r spoor- en straatwegen, evenwel zonder
voor*/kerken), nog verdedigd door eene, dien hoofdwal
omgevende r^j van 17 forten, welke echter slechts
- >p een afstand van 2 a 3 Kilometers van den
: Irttftenomtrek der eigenlijke stad verwijderd waren
"Een groot verschil derhalve met nu!
" Wij vragen ons echter af of de soort van
ChineeBche muur met versterkingen, die door
Frankfgk sedert 1871 ten koste van ongehoorde
sommen spreekt van 3000 a 4000 millioen
fran? ken is opgericht, bij een eventueelen oorlog
inet Duitschland w_el aan het doel zal
beantwoorden ? Natuurlijk is men bij zulk een
stel< nel van verdediging en overrompeling van een
tgdelijk veel sterkeren vijand gevrijwaard, maar
" 'xTh«B mist ook de noodige vrijheid van beweging,
" die veel grooter zou zijn indien alleen de
hoogst."UOpdige strategische punten, bijv. de uit
DuitschIsnd komende spoorweglynen en straatwegen, als
mede de voornaamste bruggen door zelfstandige
forten, waren afgesloten. Bovendien blijft 3e
waarde van versterkingen niet standvastig, maar
.vermindert naar gelang de aanvalsmiddelen vol
maakter en vernielender worden. Wat in de
?vereterkingikunst kort geleden nog het hechtste
«B het beste s cheen, is in de naaste toekomst
allicht reeds gebrekkig en geheel onvoldoende
"?om op den duur en met goed gevolg aan de
moderne aanvalsmiddelen weerstand te bieden.
- Het is ook daarom, dat men tegenwoordig
?en- terecht meer waarde hecht aan
deuitbrei" ding van goed geoefende levende strijdkrachten
«das aan een zeer groot aantal versterkingen of
forten, welke laatste althans bij het overgaan
een passieve verdediging tot offensieve be
togen daarop nadeelig kunnen werken. De
ervinding evenwel zal als in zoo vele andere
.p» moeten leeren of Frankrijk goed gezien
geoordeeld heeft door zijne verdedigingsliniën
te richten zooals het dit gedaan heeft; maar
Jast ons tevens hopen, dat de gelegenheid
daartoe zich zoo mogelijk nimmer zal voordoen.
Kaar gemeld wordt, zullen dit jaar in de
vervoor Tinus werd het tijd om naar een baas
om te zien. Wat de ouwe ziel betrof, och,
die was nu. al zoolang bij hun, dat ze nu
maar moest blijven tot ze stierf."
Flor de Mimorsase vertelde dat alles op
haar eenvoudige, natuurlijk-humoristische
wijze, zonder klacht of traan. Haar
bezoek?, fier niet geheel op haar gemak in die
. vreemde, sobere omgeving staarde het
alïedaagsche gelaat, met zijn ruw aangegeven
- trekken, aandachtig aan met een
vaagyoelende bewondering voor den heldhaftigen
eenvoud span die .'onbeschaafde vrouw, in
ier toestand ze zjch niet kon indenken.
ziet u, £* TOUW," ging de
schoonaöngeluk is net, zal ik
^nderbui - al is het
~ *h eindelijk weer
v'fc^ke momenten,
""* £'aar toch nog
sterkte legerplaats te Epinal oefeningen worden
gehouden in den vestingoorlog, waarbij het 6de
legerkorps (Chalons-surMame) als aanvaller zal
optreden, en waarbij zoo wel door dezen als door
den verdediger gebruik zal worden gemaakt van
op spoorlijnen met smal spoor verplaatsbaar ge
schut (zoogenaamde défense mobile). Den schrijver
der in de Fortnightly Review voorkomende
mededeelingen betreffende de versterkingen in
Frankrijk zeggen wij het gaarne na; dat als een
der merkwaardigste eigenschappen van het
Fransche leger in 1889 moet beschouwd worden de
goede geest welke het officierscorps bezielt, dat
zich niet met staatkunde bemoeiende, stil maar
ernstig en met onvermoeiden ijver zijne beste
krachten besteedt om verzuimen van weleer zoo
veel doenlijk goed te maken.
Wij voegen hieraan den wensch toe; dat het
voorbeeld van het in 1871 geknakte Frankrijk,
dat de geldelijke en persoonlijke offers, sedert
dien tijd door de Fransche natie gebracht om
zijne weerbaarheid te verhoogen, ieder volk en
dus ook het Nederlandsche er van doordringe en er
toe opwekke om naar de verhouding zijner krach
ten desgelijks te doen.
GEMEENTERAADSZITTING.
Ge hebt zeker voor de ramen van een boek- en
plaatwinkel die alleraardigste photographie wel
eens gezien, waarop een aantal jongentjes, met
en zonder slaapmutsjes op, zyn afgebeeld, gezeten
in een halven cirkel, te midden waarvan een an
der jongmenschje staat, getooid in een zwarten
rok doch overigens gekleed als een neger
terwy'l hy een groot bord vóór zich houdt, op
hetwelk te lezen is: Oefl'entliche Sitzung!
Nu, ik wil er een lief ding onder verwedden,
dat, als ge Woensdag de openbare zitting van
onzen gemeenteraad hadt bijgewoond, die grap
pige photographie u geen oogenblik uit de gedachten
zou zyn geweest.
Het geheele cirkeltje achtbare mannen zat daar
precies zóó. Dezen met vreeselijk bedrukte ge
zichten; genen zelfs met een zekeren angst op
het gelaat; anderen weer met de onverschilligste
uitdrukking, die men zich denken kan; nog an
deren met een vroolijk lachje, blpbaar omdat
tout allait pour Ie mieux dans Ie meilleur des
mondes.
In het eerste gedeelte der Oeffentliche Sitzung
deden alleen als medewerkende personen mede
de heeren Heemskerk (met zyn slaapmuts een
beetje naar zijn joligen kant), van Hall, Sassen,
Mees, Heineken, Serrurier, Altes en de heer in
den zwarten rok.
Maar als een schouwburg ongeschikt is'', zoo
drukte de heer Heemskerk zich langzaam uit,
dan kunnen wij toch niet verklaren, dat hij wél
geschikt is. Ben jelui dan zoo op schouwburgen
gesteld, om. ze maar, het koste wat het wil, ge
opend te houden?"
Mr. Van Hall drong met klem aan op beter
papier, papier voor de coulissen opdat die minder
ontvlambaar zouden .zijn. Ook het streng optre
den tegen den Parkschouwburg keurde hij af,
daar die toch veel beter was ingericht dan het
Grand Théatre, waar by een paniek de vluchtende
bezoekers van het balcon, de omvallende losse
stoelen die hun den weg belemmerden, allicht in
het parterre zouden werpen. Armand Sassen
kermde over oude deunen van mr. Pynappel, die
het vluchten meer beletten dan bevorderen zou
den; Alting-Mees wilde den heelen rataplan aan
B. en W. terug zenden; mr. Heineken heeft het
benauwd in schouwburgen en vooral in den Park
schouwburg; Korthals Altes informeert naar de
trappen achter de buffetten in den Parkschouw
burg (maar die is alleen voor de buffetjuffrouwen,
papa) terwijl de heer Serrurier toezegt dat er
studie gemaakt zal worden van het papier voor
de coulissen, ofschoon de rapporten uit Brussel
omtrent het practisch nut dier onbrandbare de
coraties nu niet zoo by'zonder gunstig zijn.
En de heer in den zwarten rok, die
nietgeze»Ja, maar mevrouw, da's niet met mekaar
te vergelijken. Menschen van uw stiek zijn
zoo niet opgebracht voor het verdriet. Wij,
och we zien van der jeugd af haast niet an
ders dan akeligheid en tranen, wij worden er
wel aan gewend maar toch komt het altijd
nog onverwacht en dan kost het wel een
beetje bataille met je eigen om er het heofd
weer bij te scheuren."
# ])E
Trees is veel grijzer geworden sinds dien
tijd en Hannes niet minder; hun smal levens
weggetje loopt langzaam naar beneden.
De oude «douarière" ij lang dood en Ti
nus heeft >verkeering". .-?
Als ze het beleven moge ^"ijgen Hannes
en Trees die haar af kec' t «gestichten"
in stilte heeft overwonnen o «haar jongen"
niet ten laste te vallen ee:1 plaats in het
bestjeshuis, waar ze bij elkander kunnen
U1'iven. Maar tot dien tijd gaat Flor de
--? o-eti"ouw iederen ochtend naar haar
'
ten is, verklaart dat het in alle schouwburgen
gevaarlijk is, welke maatregelen men ook neemt.
Het hangt er maar van af naar welken kant de
paniek uitslaat. Hier hebben we nu spreekbuizen
achter de coulissen ingevoerd om met den diender
in het orkest te kunnen praten. Luister eens
hoe goed die werken. (Hij brengt de buis aan de
mond en spreekt):
Ben jij daar, diender?'1
De diender (doodelijk verschrikt en met be
vende stem): Ja, j., j., j ., ja, Zyn Majesteit!
Is-sis-sis-sis ter brand?"
Neen, kerel, houd je bedaard I Wat klets je
van brand l"
Diender. O, Goddank Zijn Excellentie! Mijn
vrouw en kindertjes zitten ook net op de galerij."
Dat moet niet meer gebeuren, hoor! De vrou
wen van dienders moeten voortaan in het algemeen
belang maar met de kameraads van hun mannen
naar de komedie gaan I"
Diender. Ik hoop het waar te nemen, meneer
de commissaris. Maar wat wou u nu eigenlijk
zeggen?"
Er is een van de heeren acteurs omgevallen.
Stuur dadelijk een owvreuse naar achteren!"
Diender. Zal er voor zorgen, meneer de In
specteur."
Wacht even! Je moet de noodige gereedschap
pen meebrengen, versta je me!"
Diender. Begrepen, brigadier!"
Deze proeve van paniek-bezwering werd met
blykbare belangstelling door den geheelen halven"
cirkel gevolgd, maar zy kon toch niet beletten dat
toen de heer in den zwarten rok het volgend
nommer van het programma der ffentliche Sitzung
aankondigde, alle gezichten zich in afschuwelijke
plooien trokken. Het electrisch licht! ....
Mr. Daniels scheen er al heel erg tegen op te
zien. Die verzocht uitstel van executie en verlangde
een consult van een raadscommissie versterkt door
twee leden van het Dag. bestuur. Dat had by de
Amsterdamsche Omnibus-Malaria ook zulke gunstige
resultaten gehad en f! e petroleumhaven was er,
ondanks het verval van krachten, waaraan zij
lydende was, toch ook weer aardig door op de
been gekomen.
Op het gelaat van Mr. De Vries, dat anders
onder alle omstandigheden des levens zoo monter
staat, stond nu duidelijk een paniek te lezen.
Mrs. Pijnappel en Treub waren erg stil; zij had
den blijkbaar een kwaad geweten; zij hadden het
roet in het eten gedaan. De heer Ankersmit
wilde, als Mr. Daniels, ook maar uitstel van de
zaak. Die was bang voor zooveel concurrentie
onder leveranciers van electrisch licht, dat de
Kalverslraat te smal zou zijn om er al de gelei
dingen in te leggen. Och wat, kreunde Mr. De
Vries, als er twee concurrenten komen, zal het
veel zijn en die zullen het samen over den
financieelen kant wel eens worden, daar kan je op aan.
Zoo bracht iedereen met moeite en inspanning
zijne meening uit voor en tegen de motie-Daniels.
De heer met het bord: Oeffentliche Sitzung vóór
zich, riep: Maar de vorige vergadering heeft
besloten dat B. en W. deze voordracht moesten
indienen en we behooren die dus nu ook te be
handelen j" en daarop werd de motie-Daniels met
een kleine meerderheid verworpen.
Toen werd het er echter niet beter op. Op
het eerste artikel kwamen van alle kanten al
dadelijk aanmerkingen. Het was een verwarring
van belang en toen eindelijk bij stemming dat
artikel en daarmede dus de geheele voordracht,
die op verlangen der vorige vergadering was in
gediend, werd verworpen, ontstond er een ware
raadspaniek. Alle heeren sprongen op en liepen
door elkaar als de bliksemen.
De heer met den zwarten rok Het van schrik
het bord Oeft'entlicho Sitzung vallen, greep naar
de spreekbuis en riep, zooals ieder door een pa
niek geslagene allicht zou doen: vrouw, maak
dat je ongemerkt weg komt, het smeult!" Eu de
diender antwoordde: ik., ik., ik., ik., hoop
het waar te nemen Zijn Majesteit!"
Mr. de Vries behield nog zooveel tegenwoor
digheid van geest, dat hij den toestand duidelijk
inzag en zijne meening kortelijk uitdrukte in den
smartelijken uitroep: Wij maken een m al figuur!"
Iedereen die het verwarde troepje aanzag was
het daar vrij wel over eens, behalve de heer
Dijkmans die met een blik om zich heen, naar
alle richtingen, vroeg: Wij? Wij een mal figuur?
Neen, mr. Pijnappel alleen maakte een mal figuur
toen hij in vorige vergadering zijn amendement
niet introk, nadat het door den heer Treub on
mogelijk was gemaakt."
Men zocht naar een zondebok en meende dien
in den heer Lnden gevonden te hebben, die hun
echter glooiende kolen op het hoofd stapelde,
door zijne verklaring dat hy, spijt alle malle
figuren die de raad geliefde te maken, zijne stem
steeds zou uitbrengen naar zijne overtuiging.
Om zich zooveel mogelijk uit den neteligen toe
stand te redden werd er een voorstel gedaan om
terug te komen op het besluit in de vorige ver
gadering genomen.
En als dat verworpen wordt?" vroeg de heer
Treub. Wel dan daar was men eenstemmig
over dan komt de oorspronkelijke voordracht
"-?B en W. weer aan de orde.
«ens aan! De heeren zitten daar kalm
-t. «r wel gedaan moet worden, als
Vnrg ontstaat, en bij
'?Mpn raken zij
Kunst en Letteren.
TOONEEL TE AMSTERDAM.
Salon des Variétés: De liefde is geen speelgoed.
De Meinacht.
Kon. Vereenigjng Het Ned. Tooneel": Defami*
lie Boulinard. Een bezoek.
Schouwburg Frascati: Roodkapje.
In den Salon des Variétés wordt vertoond De
liefde is geen speelgoed van Alfred de Musset,
bewerkt door prof. A. G. v. Hamel, van Gro
ningen.
Men kent de geschiedenis. Een jong meisje,
zooeven uit het klooster gekomen, waar zij hare
opvoeding ontving, staat voor de vraag of zij met
baren neef, den speelnoot harer kinderjaren, huwen
wil. Zij houdt wel veel van hem, doch schrikt
terug voor een huwelijk, als zij niet zóó overtuigd
is van de liefde van haar aanstaanden man, dat
zij niet voor ontrouw behoeft te vreezen. Daar
is een schrikbeeld, dat haar voor oogen staat.
In het klooster was een jonge, schoone zuster,
die haar vertelde, hoe zij eens een gelukkige
jonge vrouw was. Toen bedroog haar man haar,
zij zocht troost by' een vriend; nu boet zy in
haar afzondering.
Neef Perdican weet door het boerinnetje Bosette
het hof te maken, de ijverzucht van haar nichtje
Camüle op te wekken. Niettegenstaande al hare
bezwaren is zy maar al te gelukkig als hjj
haar zijne liefde verklaart, toch zullen zy niet
te zamen door het leven gaan.
Rozette, begrijpende dat zij als speelbal heeft
gediend, sterft en Camüle, diep getroifen, verlaat
Perdican voor altijd.
De liefde is geen speelgoed!
In vele opzichten gelijkt Camüle op Svava. In
een bijeenkomst met Perdican vraagt zij hem, of
hij in Parijs maitressen heeft gehad. Zy vraagt
zelfs maar dadelyk in het meervoud. Als Perdican
bekent, voegt zij hem toe, of hij voor een van
haar ooit liefde heeft gevoeld. Zij stelt de liefde
zoo hoog, dat zy geen liefde kan begrijpen zon
der achting.
Svava is echter eenvoudiger en meer conse
quent. Zij acht het feit, dat haar verloofde eene
maitresse gehad heeft, voldoende om met hem te
breken.
Camille^ zou Perdican toch gehuwd hebben, als
Rozette zich de zaak niet zoo aangetrokken had.
Dat onderscheid in karakter wordt verklaard
door den stand, waarin de hoofdpersonen leven.
Perdican en Camüle zijn adellijken. Zij be
schouwen uit een seigneuraal oogpunt die
flirtation met Rozette. Haar dood alleen treft diep
genoeg, om hen te scheiden.
De soberheid in Svava pakte het publiek meer
dan de vertooning van De lief de is geen speelgoed,
Mej Roelofsen, die de rol van Camille vervulde,
nam evenals in Svava en in Donna Diana te
veel een preéktoon aan. Het is zeker een ge
makkelijker en aangenamer emplooi om vóór, dan
om tegen de liefde te spreken; doch als men
eenmaal belast is met het minder aangename,
moet men jfejaf toch zoo goed mogelijk doen.
Zooals men ni(j| mededeelde, gevoelde mej.
Roelofsen zich ongestjiJii. Dit kan natuurlijk ook invloed
op haar spel gejÉfend hebben.
De heer Royairiia (Perdican; beviel mij beter.
Het spelen in costuum gaat hem zeer goed af.
De heer Poolman had een mooie type van den
ouden baron gemaakt, doch om zijn stem te
veranderen werd hij te geaffecteerd. Mej. Spoor
was een eenvoudige lieve Rozette, mevr. de
Boerv. Rijk een vrome gouvernante.
De heeren Bigot en v. Sprinkhuyzen schenen
in hun gedachten meer bij Janus lulp dan bjj
een Fransch edelman te zijn.
Bij de abonnements-voorstellingen op Maandag
en Dinsdag ging aan het tooneelspel van de
Musset zijn dramatisch gedicht De Meinacht vooraf.
De vertaling was van den heer Jacobus van Looy;
de heer Royaards zeide De Dicht er, mej. Beukers
De Muze. Deze vertooning, voldeed echter weinig.
Beide artisten spraken onduidelijk en de heer
Pioyaards was in zyn spel zeer nonchalant.
Het applaus, toen het scherm viel, was meer dat
van een welopgevoed publiek, dan dat van een
schare opgetogen toehoorders.
Een kunstminnaar was echter zoo getroffen, dat
hij het noodig oordeelde mej. Beukers dadelijk de
hand te gaan drukken, waarby hij verrast werd.
toen het scherm bij het applaus weder opgehaald
werd. Haantje de voorste" werd met gejuich
begroet.
En zoo hebben wij dan de laatste
abonnementsvoors'elling bijgewoond. Als ik naga, wat de di
rectie van den salon ons aanbood, dan meen ik, dat
men zeer tevreden kan zijn. Drie avonden waren
aan oudere schrijvers gewijd: Donna Diana, van
Moreto, De Vrek van Molière en De liefde is geen
speelgoed van De Musset; twee aan nieuwe
buitenlandsche stukken (Het OnweerM Svava); een aan
een oorspronkelijk tooneelspel (Haar zuster). Doch
niet alleen om het genotene moeten wij tevreden
zijn, doch ook omdat wij getuigen zijn geweest van
een ernstig streven om artisten en publiek in kennis
te brengen met iets anders dan politie- en
echtbreukdrama's. De inteekenaars op de voorstel
lingen hebben getoond dat streven te waardeeren
door een trouwe opkomst, en als ik om mij heen
zag, dan verheugde het mij voor regenten, directie
en artisten, die zich veel moeite getroost hebben,
Hüd dezelfde personen zoo vast hun
plaat
'?"g personen aan de
abon^nw zijn geworden,
'V gehad.
-at de
jon