Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER,
VOOR N^
de derde en meer gewichtige vraag
Mr Witteumier geqppeni ofnogsan d
gBéacbt wordt, 'zulke we
vermooel meer tooren, indien de
raadslett op hun tellen passen. Want de
wethout vel over de scboolfeadea, maar hij doet
anders. Nu moet toegegeven worden
4it een zwaar werk is, dat een normaal
gemensch geen acht uur per dag volhoudt.
Worden de jongens echter niet schoon
on ik herinner mij altyd nog met bijzonder
en dat onze" kindermeid er nooit zoo
er dacht. Het meisje was anders ook niet
gekomen met ons vieren, of wy waren altkans
t erdagsavonds niet op tijd naar bed gekomen.
*&, vrees ik, bij hare moeders verzameld,
anzou ft in overweging geven haar wedhoudster
W.derwü's te maken. Ik wed, de jongens zouden
ais spiegels, want ze had in haar tijd een
;e voorliefde voor blinkende jongens.
meneer Van Lennep schijnt volstrekt geen
zien in dat geplas en geploeter. Er wordt
eene proef genomen op ne school, maar
.moei beduidt niets, ook al gelukt zy. Want
Jïschool was toevallig" een zolder, waar de
in konden staan. Maar die zolder was
andere scholen niet. Een aardige baas, o ie
ider l B|j gelegenheid van het ontwerpen
ae nieuwe school vraagt een lid, of er aan de
gedacht wordt. En nu zegt het
achttootd van het onderwijs niet: zeker we
zulj alle nieuwe scholen een badgelegenheid
t Neen, hij vertelt dat boven de andere
geen zolders z\jn
l Keer je niet «m in je graf, meid! Ik
je alles: de harde sponsen, die je met
«eheent uit te zoeken; de zeep in mijn
<le geniepige, koude waterstraal op mijn
r rugje; de fijne, kam en het knippen van
nagels alles vergoef ik je, maar büjf
lig.1 Keer je niet om! Blijf parlementair en krab
i wethouder niet in zijn gezicht, zooals je my'
gedaan hebt, toen ik verontwaardigd over al
ksrdhwidigheden ja in je duim beet. Ssst!...
_. betoogingen, ook geen ordelijke!
?Over het »dres aan de regeering door de
hee&Pj,jnappel, Treub en Heineken ontworpen,
den we een belangwekkend debat, dat zich
/? J^Uer gelukkig voornamelijk tot de heeren
Fy'n£,4|p|iel «n De Vries bepaalde. Nu, twee advocaten
-»,il «neer dun voldoende op nen achtermiddag,
hpOtal wanneer de heeren doen alsof ze in de
jlflitwal zyn en een weinig aan het
woordenzif_ titB raken. Be heer Sassen wierp tegen het adres
;;..«p- dat do Raad zich door dit in te zenden partij
'<UfJM «telten in de verdeeldheid die thans heerscht
de Hervormde Kerk. Maar de heer Pjjnappel
niet goed hoe men, zonder zich partij te
zou kunnen argumenteeren voor of tegen
' «enig denkbeeld.
. Dat de aanneming van het adres zeker
ge«4ohiedde met eene minderheid tegen, dat wist de
' Hgeering aan wie het gericht was toch ook wel.
' Het drukte alleen het gevoelen van de
meerder" Ikêd van de voorstanders dus uit. En die
voorJtwulers hadden nog niet verklaard dat zij met
"ili in het adres verkondigde stellingen het oneens
: Wen. (Het zal wel waar zijn: ze zwegen in
denkbare tak*).
r. De Vries z*g een onderscheid in de
scheuSier thans de kerk in rep en roer bracht,
? <(Ht de aftcaeidiiig" die dit voor een halve eeuw
,'jittA. Dat WAS een gezichtspunt, dunkt mij, dat
heer De Vries een eereplaatsje waardig maakt
de Nieuwe Lichters, zooals men die
afgevroeger noemde. Ook zijn poging om
l ."Set verzoekschrift te vergelijken bij kinderen dien
bet verboden is te vragen aan tafel, en het dan
door te zeggen: ik zou wel een glas wijn
hebbeo, maar ik durf er niet om te
vradeed oek wel een weinig denken aan de
'«Bgiuaeiitatie, die onder een steek en boven een
rtébroek nitkwam.
Wyn aaa tafel! Is het nu een tijd om te
spre* iPOOT ditmaal de schoenen van haar zoontje
kon laten verstellen.
" I«te was er dat haar vreeselijk hinderde
?DO dikwijl* lij er achter kwam, en dit
ge- beurde nogal eens: het was dal Bruvold
?Voor zich zelven zoovele verteringen maakte,
en nu eens dit dan weder dat drank
zooWei als lekkernijen ging halen bij den
wïakelier op den hoek der straat. Hoeveel
Ifnarzen zouden er niet verzoold, hoeveel hulp
«ou haar niet in het huishouden verstrekt
kunnen worden, voor al het geld dat daar
mede heenging. Maar nooit zou er een woord
- OT«T hare lippen komen ten opzichte van dit
teedere punt. Hij was immers de man, wien
een kleine versnapering, een ontspanning,
wel toekwam. Als de kinderen er maar niets
fan bemerkten; en zij deed al wat zij kon
om dit te verhinderen.
Gedurende den nacht, wanneer zij van
ver'?«oeklheid den slaap niet kon vatten, en uren
?wakker lag dan kwamen de gedachten.
;, Overdag had zij het te druk om te kunnen
denken. Maar gedurende de lange uren van
den nacht kwam haar van allerlei voor den
geest, en tobde zij zich af met de vraag, wat
«r nu toch eigeniijk aan haar huwelijksleven
Ontbrak, want dat er iets niet in den haak
moest zrjn,was haar duidelijk genoeg geworden.
Zou het zijn dat zij altijd zoo schraal in
h«t geld zat ? Of dat zij niet voldoende troost
«ocht in den godsdienst ? Gebrek aan liefde ?
Oeh, aan liefde dacht zij eigenlijk zelden
meer: z'rj had er in haar leven zoo weinig
Tïan leeren kennen, dat zij was gaan twijfe
len of iets dergelijks wel bestond. Maar toch,
wanneer er werkelijk een liefde kon gevonden
: worden, die standvastig was, niet alioen in de
onbezorgde dagen der jeugd, maar voor al
toos, tot het einde toe, die bestand KOU zijn
tegen geldzorgen, den last van kleine i
indereny togen zwoegen en sloven, ja zelfs i. Ten
horde bittere woorden, dan zeker, dacht j
ffixraw Bruvold, moest zulk een gevoel iemai. l
gelukkig doen zijn, zoo gelukkig als men het
hier op aarde maar kon wenschen. Zij kreeg
tranen in de oogen, alleen door er aan te
denken.
ken over w\jn aan tafel voor de kinderen, terwyl
men een oogenblik te voren aan andere kinderen
een emmer waschwater weigert.
Het adres werd aangenomen! Maar of we daar
mede HU ook de Kerkelijke hoogleeraren zullen
kwijt raken, dat gelooft nog
NBMO.
Kunst en Letteren.
TOONEEL TE AMSTERDAM.
Vereenigde Rotterdamsche
Tooneelisten: Vorstenschool.
Kon. Vereeniging: »Het Ned.
Tooneel": Een gewetensx,aak.
Tivoli: Een onnooxel vrouwtje.
Toen Multatuli in 1870 een naschrift voegde
aan den tweeden druk van zijn Vorstenschool
gaf bij zijn hart aldus lucht:
«Bij den overvloed van keurige voortbrengselen
vertaalde en onvertaalde waarover de
tooneelbesturea te beschikken hebben, is het niet
vreemd dat dit werk nog altijd niet aan de beurt
gekomen is. Onlangs zelfs is het mij gebleken,
dat drie directeuren van een der aanzienlijkste
theaters in ons land, nog niet eens den titel van
m'n stuk hadden hoeren noemen, toen ik reeds
bezig was met de korrectie van de tweede
uitgaal'..."
In het tijdschrift »het Ned. Tooneel.' 2e jaar
gang en jaargang 1874/75 drong de heer mr. J.
N. v. Hall, secretaris van het »Tooneelverbond"
vruchteloos aan op het ten tooneele brengen van
Vorstenschool, iets waarvoor Multatuli hem zeer
dankbaar was.
Eerst bij den vijfden druk kon Multatuli in het
voorbericht schrijven:
«Sedert dien tijd na de beide eerste uitga
ven namelijk heeft er in de fata vun
Vorftenschool 'n volslagen omkeering plaats gehad.
Door den moed, den kunstzin en ik durf hier
bQ voegen: door de vaderlandsliefde van de
tooneeldirecteuren Le'Gras, v. Zuijlen en Haspels
is het stuk weggerukt nit de vergetelheid, waar
toe sommigen 't ouder gewoonte schenen ver
oordeeld te hebben."
Ik kan mij begrijpen welk een voldoening bet
voor den schrijver geweest moet zijn, zulk een
werk eindelijk vertoond te zien. Hoe moet bij
te moede zijn geweest, toen na eeu strijd van
vele jaren dit geestesproduct, waarvan bij enkele
lezing de waarde reeds zoo duidelijk blijkt, ver
toond zag, en op eene wijze die hem geheel voldeed.
Donderdagavond woonde ik de voorstelling bij
in het Grand Theiitre door de s> Vereenigde Rot
terdamsche tooneelisten" gegeven. Dit gezel
schap vierde hiermede zijn intrede in
deAmstelstad, waar het eene maand denkt te verblijven. Wij
hebben in geruimen tijd niet het genoegen gehad
deze artisten te kunnen genieten, en het doet klaar
blijkelijk het Amsterdamsen publiek genoegen, hen
ba zijn midden te zien. Het was Donderdag stamp
vol in het Grand Theatre, en d« vertolking van Vor
stenschool nam het publiek gebeel in pacht. Overal
zag men opgetogen, ontroerde gezichten, en de
indruk van dien eersten avond moet voor de
medespelers eeu goed voorteekeu zijn. Het was
ook iets byzonders, Mevrouw Beersmans, terwijl
in Plancius een meeting ten gunste van den
werkman gehouden werd, te hooren voordragen
de regels:
Het volk
Is laag gezonken, moeder! Ziel eu hart
Gaan onder bij aanhoudend stoflijk lijden.
De gloed van hooge geestdrift wordt gedoofd,
Als 't leven slechts een kamp is met het lage,
Als niet te sterven 's levens eenig doel is,
EB uitstel van bezwijken hoogste prijs f'
De meeting bewijst echter, dat op het
Nederlandsche volk niet de regel van toepassing is:
Het volk is uitgeput, berust uit zwakte."
Maar nu had zij een grootsch plan ge
vormd, tot welks volvoering zij zich vast en
stellig voorgenomen had, alles op het spel
te zetten. En dit was dat zij haar oudste
dochter, Maja, die nu zeventien jaar oud was,
zooveel zou laten leeren, dat zij door haa,r
eigen arbeid een onafhankelijke vrouw zou
worden, die zich zelven door het leven zou
kunnen helpen. Zij vroeg dienaangaande de
echtgenoote van den dominee eens om raad.
«Maar Maja is immers een knap meisje," had
deze toen gezegd; >zij zal wel spoedig een
man krijgen." Doch een angstig: «God be
ware haar daarvoor!" van juffrouw Bruvold
had haar verhinderd verder voort te gaan.
Toen het vrouwtje tehuis was had zij, ter wille
van Bruvold, spijt gevoeld over hetgeen zij
gezegd had. Hij was toch zooveel erger niet
dan anderen, en iedereen moet wat hebben
in het leven. Dit was nu eenmaal niet
anders!
Toch hoopte zij niets vuriger dan dat haar
plannen met haar dochter mochten gelukken.
Maar het ongeluk wilde dat Maja al heel
weinig zin scheen te hebben in de levenstaak,
haar door haar moeder toegedacht. Er was
een jong student, met lang golvend haar,
die in den laatsten tijd bedenkelijk dik
wijls voorbij kwam, en dan alleen oogen had
voor het venster, waaraan het jonge meisje
gewoonlijk zat. Maja lachte dan en school
weg achter het gordijn, maar toch niet ver
der dan dat men haar nog altijd heel goed
kon zien.
Juffrouw Bruvold werd er wanhopig onder.
Wat moest daar nu van komen ? AVaarop
zouden zij trouwen ? Plet zou nog minder
worden dan met Bruvold en haar. En zij
blikte terug op die lange rij van jaren, op
die tallooze, moeitevolle, bange dagen, en half
doorwaakte nachten; op al dat getob zouder
einde. En dat alles zou Maja ook al moeten
doormaken. Zij, zulk een teer fijn meisje,
en de arme moeder treurde reeds bij voor
baat over het lot, dat zij voor haar kind in
het verschiet zag.
(Slot volgt).
Doch dit ter zijde' gelaten: Vorstenschool
maakte weder een indruk als ware het gisteren
geschreven ; alleen werden de verkondigde denk
beelden nu meer gewaardeerd en begrepen, dan
toen de schrijver het stuk de wereld' inzond.
Een bewijs te meer hoe ver de denker zijn tijd
vooruitwas.
Ik zal echter niet voortgaan over deze voor
stelling.
Ik Deern de vrijheid te besluiten met nog twee
aanhalingen.
Vosmaer schreef eens van Vorstenschool:
nVorstenschool met zijn smachten naar het
hoogste en edelste, met zijn grootsche gedachten,
met zijn kuisen en teeder gevoel, met zijn hooge
opvatting van het leven, raet zijn kreten
uit het hart, doet eer aan het gemoed waaruit
het opfloei<5e ....
Als kunstwerk is Vorstenschool niet
Nederlandsch alleen, maar neemt in de litteratuur
der menschheid een eerste plaats in naast het
beste."
En Multatuli schreef van de vertooning :
»Het is mij 'n ware behoefte die heeren (Le
Gras, v. Zuylen en Haspels) openlijk dank te
zeggen, voor 't opvoeren van m'n drama, zoowel
als voor de ivyxa waarop ze die taak volbrachten.
Ook als zelf medewerkende artisten hebben zij
aanspraak op de erkentelijkheid van ieder, die
't wél meent met vaderlandsche kunst, en 't
daarmee samengaand nationaliteitsgevoel. Zeer
in 't bijzonder ook breng ik hier hulde aan de
artistieke wijs waarop de heer D. Haspels de rol
van Koning Oeorge vertolkte. Die kunstenaar
heeft door 'n eigenaardige opvatting aan die rol
'n waardigheid weten te geven, waardoor de door
mij begane fout in de karakterteekening van
(jeorf/e volkomen wordt uitgewischt, zoo zeHs
dat ik nu niet wenschen zou die partij anders
geschreven te hebben. Ziedaar 'n fortuintje dat
niet dikwijls aan tooneelschrijvers te beurt valt.
Hartelijk dank l"
Wat zal ik hieraan toevoegen ? De heer D.
Haspels speelt nog voor Koning George en nog
even goed. Alleen een woord van hulde aan
mevrouw Beersmans (de Koningin), en aan mevr.
Jonkers (Hanna), terwijl ook de heer Crispijn
als Prins Spiridio in het bijzonder genoemd
mag worden.
Men heeft bij het Ned. Tooneel Een bezoek"
verruild tegen »Een gewetenszaak van Octave
Feuillet.
Dit tooneelspel is van heel wat minder
bediridenis, en als men »Een bezoek" bijgewoond heeft,
kan men eens zien welk een kracht er in die
stukKen uit het Noorden zit, en hoe afgezaagd
de wijze van werken van zekere Fransche schrij
vers begint te worden.
Temeer kan men die vergelijking maken omdat
de quaestie die in Een gewetenszaak" behan
deld wordt, verwant is aan de vragen, die in
»Een bezoek" gedaan worden.
Hier is een jong mensch, de heer de Morière,
die eens een jonge vrouw geschaakt heeft. Na
eenigen tijd is de jonge vrouw gestorven, de
Morière achterlatende met een dochtertje.
Hij zou het kind gaarne bij zich houden,
want hij heeft het van ganscher harte lief, doch
als rnau van de wereld begrijpt hij heel goed,
dat niemand het jonge meisje later zou willen
ontvangen als meu haar te zijnen huize moest
gaan opzoeken. Nu heeft hij een vriend, de
Brion Savigny, die getrouwd is met een nichtje
van de Trouw die haar huis verliet om Morière
te volgen, en tot dit echtpaar wendt deze zich
met het verzoek zijn kind te willen opvoeden,
huisvesten en later m de wereld te willen
brengen.
Zijn verzoek wordt geweigerd, fa men begrijpt
dat men hier voor (Ie vraag staat : Moet het
kind van schuldige ouders lijden om hun daad?
Er is maar een wijze waarop de vraag opgelost
kan worden en dat is: de Morière mag ziju kind
nooit terugzien. Blijft hij weg dan is mevrouw
de Brion bereid het kiod tot zich te nemen.
Raoul begrijpt de reden waarom hij verbannen
wordt, en hij hemint zijn kind genoeg om toe
te stemmen. Hij zal het haar schrijven, doch
dan ook komt het goede hart van mevrouw de
Brion boven, zij verscheurt den brief, roept Raoul
terug en maakt zich gereed het kind te ontvan
gen, zonder verder te vragen, dat de vader het
nooit zal bezoeken.
Even zwak als het stukje in elkaar zit, even
onverzorgd was Woensdag het spel der ar
tisten.
Mevrouw Pauwels?van Biene (Gravin de
BrionSaviyny') was klaarblijkelijk verkonden en de
de heer Clous (de Morière) joeg zoo voort, dat
hij bijna over zijn eigen woorden viel.
Voor hedenavond is aangekondigd »De schil
derij van Signorelli." een stuk dat in
Duitschland veel succes had,
Ik ben MPJ. Verbeek in Tivoli" gaan verwel
komen, ;toen zij Maandagavond in Een onnoozel
vrouwtje, een blijspel, het nieuwste successtuk
van het »Theatre du Palais Royal'1, optrad.
Dit is niet zoo ere als ik er wel in »Tivoli"
gezien heb, doch er komen nog toespelingen ge
noeg in. Anders vond ik er ook wel zeer on
schuldige aardige tafreeltjes in.
Zoo bv. dat waar de heer Cltaponet (Thönissen),
wijnhandelaar, in een restaurant komt, waarvan
de eigenaar hpm geld schuldig is. Hij wordt
voor de verwachte oberkollr.er aangezien, en de
chef brengt hem verscheidene schalen met eten.
Chnponet ziet dit voor een beleefdheid aan, en
gaat met 'zijne vrouw gemoedelijk aan het smullen.
De heer Thöiiiwen en mevrouw de la Mar
speelden dit tafreeltje allergrappigst.
Overigens kan ik het de heer en mevrouw
Chaponet niet kwalijk nemen, dat nu hun doch
ter reeds over het jaar met mijnheer da Prétrai
getrouwd is, zij wel eens grootouders zouden
willen worden.
De verwijten, hun schoonzoon gedaan, gaan
echter wat ver.
Ik zal ook niet den staf breken over het doen
optreden van pseudo-baronnessen en markiezinnen
als mej. Kley en Kiehl moesten voorstellen, doch
een Fransch schrijver denkt zich die persoontjes
heel wat anders dan ze in Tivoli vertoond wor
den. Een blonde prnik en een kleurige j nrk
maken nog geen elegante demi-monda.iiie. Alleen
mevrouw v. Ollefea ah Nanine was eea aardige
rvx- de- chaussée,
Wat mej. Herberich aangaat, zij was als het
onnoozele jonge vrouwtje zeer goed doch ik
?weet niet of zfl in het bJ;j*pel «al blijken tehuis
te behooren. Haar stem en baar gebaren wijzen,
dunkt mij, naar een andere richting.
Vooral kwam dit bij mij op. toen zij in het
gesprek 'met Nanine bemerkte, dat zij te doen
had met een der vroegere kenniasen Van haar
man.
't Is mogelijk, dat ik mij vergis, maar ik heb
er reeds vroeger aan gedacht.
Overigens is nwj. Herbench nog een beetje
eentonig in hare gebaren, doch zij is jong ; zij
heeft uog tijd van leven en van leeren.
De hh. v. Lier zullen met l Juni weder met
een eigen gezelschap in het Grand théatre op
treden.
Verhuisd zijn of verhuizen zullen nu bepaald:
Mevr. Eössing-, de hh. Malherbe en Smit, van
Van Lier naar den Salon des Variétés; mej.
Spoor en de heer Royaards gaan van den Salon
naar de Kon. Vereeniging Het Ned. Tooneel;
mej. Roelofsen en Aug. Poolman, benevens de
heer Jos. v. Biene gaan naar het gezelschap van
Jan C. de Vos, dat te Rotterdam opgericht wordt,
ea mej. Alida Klein heeft mede te Botterdan
een emplooi gevonden.
Fr.
EEN DANK U" EN EEN VERZOEK.
(Ligezonden).
Nu de zes abonnementsvoorstellingen in den Sa
lon des Variétés" aigeloopen zijn, is lieï, dunkt
my, plicht, dat iemand uit het publiek aan de
Commissie, die deze voorstellingen ontworpen on
voorbereid heeft, dank betuigt voor dezen arbeid.
Het is onbetwistbaar, dat deze reeks van voor
stellingen een der gelukkigste vormen is geweest,
waarin zich de nieuwe belangstelling der ont
wikkelden voor het nationaal tooneel heeft geuit ^
Het succes der voorstellingen staat vaat; en dat
succes zal eens voor den geschiedvorscher van
ons Amsterdamsche tooneel een verkwikkende
bladzyde zijn.
Nog -ooit heb ik een poging van idealisten on»
in de realiteit in te grijpen en er op in te wer
ken zoo helder, zoo zichtbaar zien gelukken. Ge
lukken in ieder opzicht; want door die voorstel
lingen werden gebaat n het publiek n de kun
stenaars. Hoog boven de verschillende behaalde
voorcleelen steekt dit uit: het bewys is geleverd,
dat men, om het publiek te trekken, niet nood
zakelijk litteraire prullen moet vertoonen. De
meeste der zes stukken zijn verscheidene malen
ook op gewone avonden voor een publiek ge
speeld, dat niet per circulaire bij elkaar gelezen
was. De waarde van dit feit is, naar 't mij voor
komt, niet hoog genoeg te schatten. Op een Za
terdagavond of Zondagavond Svava" Donna
Diana", de Vrek" of de Liefde is geen speel
goed" mir nichts, dir nichts te zien aangekon
digd, is een aanblik, waarby, naar ik meen, de
tooneelvrienrl iets feestelijks, iqts triomfeerends
moet gevoelen.
De artkten hebben bijgeleerd, zoowel door eigen
studie als door toezicht van anderen. Die meer
dere ontwikkeling zal hun heele leven lang vruch
ten voortbrengen, die de kunstenaars gelukkig
en het publiek blij zullen maken. En e kunsc
zelf, die hoog troont, en op het geheele pogen
en werken en woelen en zoeken neerziet zy
knikt ons allen toe met den genailigen glimlach
van vorstelijke welwillendheid; zij weet, dat dit
alles geschied tot haar eer en in haar naam.
Uit haar naam in 't eind verzoek ik den man
nen van het initiatief eendrachtig het goed be
gonnen werk voort te zetten.
Wat men doet ter wille van de kunst alleen
moet gelukken.
C. TIGELL.
MUZIEK IN DE HOOFDSTAD.
Er had hier gedurende de laatste dagen plaats:
een Coneert van Mme Alessandra Stromfeld aaet
medewerking van 't concert van 't Concertgebouw,
een concert van de Phïlharmonische kapel Mozart
aan de uitvoering van Nederlandsche voortbreng
selen gewijd, en een Concert van Mevr.
OollinTobisch, als zangeres, met medewerking van Mej.
Reddirgius, sopraan, en de h.h. Messcha/ert, Rog.
mans, Röntgen, Cramer, Fr. Coenen en Bosmans.
De laatste twee concerten, die op «en Woensdag
vielen, kon ik niet bijwonen. Omtrent het laatste
sta ik echter nog te worden ingelicht e,n zal ik
hierover dus in het volgend nummer van dit blad
iets kunnen zeggen.
Het concert van Alessaiidra Stromfeld deed deze
zangeres opnienw kennen als eene uitmuntende.
Haar eerste nummer: de scèiw de la folie uit
Lucia di Lammei moor van Donizetti leed aan
vankelijk naar 't mg voorkwam onder eenige ont
stemming harerzijds, die misschien door het ge
zicht van de uiterst leege zaal was opgewekt. Hwe
verdere nummers evenwel waren alie in hun soort
even voortreffelijk. Niet alleen bleek Alessandra
Stromfeld in hare Aria van de koningin in dft
Hugenoten en in de bekende Valse de l'ombre
uit Dmorah, beide van Meijerbeer, eene onfeil
bare coloratuur te bezitten, benevens een instru
ment dat volkomen door haar bsheerscht wordt
zij coquetteert een weinig met dit meester
schap maar in het Russische lied van
Rubinstein Die Nacht bleek zij ook nog meer dan dit
ui. oen ongewoon fijn gevoelende muzikale natuur
te bezitten. Heerlijk innig b. v. klonk in gemeld
lied dit c'" d'. Waarlijk deze zangeres is een
buitengewone kunstenares; zij is eene van die,
welke individualiteit bezitten en de overtuiging
daarvan, welke haar stormenderhand over het
publiek doet zegevieren. Zij zal in mijne mr
aikale herinneringen eene voorname plaats büjvea
bekleeden ....
Den Amsterdamschen lezers van dit blad xij
herinnerd aan de uitvoering van gewijde muziek
op Zondag 4 Mei (om 2 uur in de Nieuwe Lutb.
koepelkerk) door het trecitscb. klein gemengd