De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 4 mei pagina 5

4 mei 1890 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

r-iin i -tm«iiir:itlii'iiBi in riff ? i' ir ""itb il i ra fumn tfTH DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD TÖOR NEDERLAND. 2o. door bet groote volumen en gewicht der dading kan men slechts eene beperkte (kleine) ^hoeveelheid munitie aan boord hebben; 3o. tot bescherming van het kanon met toebehooren wordt eene hoeveelheid pantser ver?eischt, welke niet in verhouding is tot het ove rige gedeelte van het schip; 4o. het manoeuvreeren met de vuurmonden vereischt zeer samengestelde en licht in het onrgereede gerakende werktuigen; 5o. de groote hoeveelheid stoom, welke voor ?de bediening vereischt wordt, gaat verloren voor de voortbeweging van het schip, wellicht in -oogenblikken dat de vaartsnelheid zoo hoog mo gelijk moet worden opgevoerd. Oen ziet dus, er wordt reeds een beweging van teruggang van de overdrijving waargenomen, ?en het zou ons niet verwonderen indien men zoo langzamerhand ook komt tot minder zwaar, licht of niet gepantserde schepen, die zeer snel loopen .«n behalve met licht geschut bewapend zijn met bijv. 4 krachtige kanonnen van om streeks 24 cM. kaliber, vooral niet zwaarder we>gende dan 30 a 35 ton. In verband hiermede zij het ons vergund ongeveer te herhalen wat ?reeds in boven aangehaald nummer van dit blad werd geschreven, namelijk: Zoo doende zou men verkrijgen schepen met groote zeewaardigheid, die zich zeer snel kunnen bewegen en waarvan het kanonvuur den vijand meer nadeel zal toe brengen dan waartoe de slechts langzaam vurende overdreven zware kanonnen der kolossale zware, «net minder snelheid zich bewegende pantserschepen in staat zijn. Zulke groote oorlogsschepen worden toch niet -voor ondergang bewaard en hebben in vele ge vallen eene onvoldoende actieve kracht. EEN HOTEL-ROMAN. Een ware geschiedenis, naar het Noorsch, van A. FBC/LDTC. Vertaald door FLOMS. Acht dagen achtereen hadden zij vlak tegenover ?elkaar gezeten 's middags in het bad-hótel in Skodsborg. Zij was een mooie jonge weduwe, zooals men die in lederen roman beschreven kan zien; zy was juist op een interessanten ouderdom, 30 jaar, en nog behoefde haar teint geen vrees voor het elektrische licht te hebben. Men moet zich nu niet een avonturierster, een van die coquetten voorstellen, die de badplaatsen bezoeken, om daar ?onder den schyn van genezing te zoeken voor de ?eene of andere zwakheid, hare netten te spannen. Neen, zij was naar Kopenhagen en van daar naar Skodsborg gegaan, even zoo wars van egoïstische belangen als een burgerman, die toch eens in zyn leven die plaatsen wil zien; zy had een verblijf gezocht aan de zee voor haar en hare twee kin deren en was door de reclame-aanplakbilletten der tentoonstelling te Kopenhagen, in de straten van Parijs, op het denkbeeld gekomen om kennis te maken met dat verre Thule" het is niet bekend of zy' verwacht had ijsberen op de stra ten te zien rondwandelen, anders zou de reis wel niet doorgegaan zyn maar zeker is het dat zy de kust PU voornamelijk Skodsborg verrukkelijk vond. Ja, zy was een Franf aise, en wel Parisienne, maar had, het is wel ongeloofelyk, maar toch waar, toch volstrekt niet het voornemen om a tout prix veroveringen te maken. Ten minste niet vóór den oen Augustus 's namiddags half zes, want toen veranderden de zaken aanmerkelijk. Zij was iets te laat aan tafel gekomen, want zij was natuurlyk lang met haar toilet bezig geweest (als Parisienne uit een goeden kring kleedde zij zich met veel smaak) en haar tien-jarige dochter (de zeven-jarige jongen at met de bonne) zette een zuur gezicht, daar men de gerechten niet snel genoeg rord diende. Toen zy nu gezeten was, kwam de verrassing waarop ik dengeachten lezer heb voorbereid. In plaats van de vervelende Kopenhaagsche koopmansvrouw, die de vorige da gen tegenover haar gezeten had, kreeg zij een overbuur in het. oog, die haar meer belang in boezemde, een knappe jonge man, ongeveer 30 jaar, die onberispelijk gekleed was, van een zeer gedistingeerd uiterlijk, bizonder nobel, zoodat zij er dadelijk over begon na te denken tot welke natie hy wel kon behooren Dat hij niet uit het Zuiden was, kon men dadelyk aan zyn lichtblonden .baard zien. Een Engelschman was hij ook niet, want h^j dronk champagne, iets wat de zonen van Albion by'na nooit aan het middagmaal in de hotels doen, en h\j had een scheiding in het haar tot aan den nek toe maar een Deen of een Duitscher kon het ook niet zyn zulke goede manieren, en daarby een overhemd dat zoo prachtig zat! Misschien een Zweed, een Hol lander of mogelijk een Rus? In allen gevalle hij zag er knap uit en had goede manieren, slechts in n opzicht niet; onafgebroken zag hij haar met zulk een opmerkzaamheid aan, dat zelfs zy', die zoo dikwijls de koningin op de bals was ge weest en gewend was in de opera al de kijkers op haar gericht te zien, als zij de loge inkwam (voornamelijk als zij dat prachtige halssierraad met safieren aan had) zy zelfs, verlegen werd, ongeduldig balletjes van het brood rolde en vóór het dessert opstond, wat haar dochtertje Daisy een zwaren zucht ontlokte. Men moet werkelijk wel nerveus worden" dacht Mama, als iemand zoo voortdurend een ander met de oogen doorboort, maar interessant is hy' toch -- en bovendien het is toch geen teeken van een slechten smaak waarom zou hy my ook niet aan mogen zien?" Aldus waren de logische redeneeringen van Me vrouw de Renailles, toen zy boven in haar kamer haar koffie dronk en zeer in het geheim (want in het publiek wilde zy' zich niet emancipeeren) een kleine cigarette aanstak. Terwijl mun rookt, denkt men logischer; dat was ook het geval met mevrouw Adeline (zoo was haar voornaam). Ten eerste," dacht zy, moet men iemands naam en nationaliteit kennen, als zoo iemand een ander nieuwsgierig maakt; waarvoor dient anders het vreemdelingenboek ?" Tot mevrouw Adelines eer moeten wy bekennen, dat het op dat oogenblik werkelyk Biets anders dan nieuwsgierigheid was die haar naar den portier deed gaan, waar zy na allerlei kleine combinaties vernam, wie de vreemdeling was: Mynheer Lindow, uit Kopen hagen." Welk een teleurstelling! slechts Mijnheer Lin dow" kortweg, geen graaf, geen baron, de onbe schaamde had geen enkelen titel, hy die haar zoo verschrikkelijk gefixeerd had. Zij besloot van nu af aan haren overbuur zóó te behandelen dat hy wel spoedig zoudt verkoelen, en den geheelen ty'd, van de soep af tot aan het dessert, wierp zy hem geen enkelen blik toe. Maar vreemd, de ge strenge koelheid van Adeline scheen Mynheer Lindow nog meer voor haar in te nemen; zijn blik rustte byna onafgewend op haar, dan zag hij haar van terzyde aau, dan scheen hij haren prachtigen arm te monsteren en dan weder haar hoofd, ja, toen zij opstond, bemerkte zij (vele dames hebben oogen in de nek) dat hij haar na zag tot zy' aan den trap gekomen was. Was Adeline nieuwsgiering iets naders van den vreemde te hooren, Lindow van zyn kant wachtte ook niet lang om naar zijn schoone overbuur te informeeren en hij deed het behendig; op de trap ontmoette hij het kamermeisje, die juist een der kleedingstukken van hare mevrouw gestreken had; een dier welriekende voortbrengels, die slechts uit een Parijsch lingeriemagazijn kan komen. JEfet was niet moeielijk een gesprek met het praatgrage kamermeisje aan te knopen; het kleedingstuk gaf aanleiding tot de conversatie, en terwy'l daar Mynheer Lindow het kunstwerk bewonderde, sprak zij nog eens zoo vroolijk. Zoo ging het acht dagen, zonder dat de zaken eenige verandering schenen te hebben onder gaan; hij ('wij noemen hem Richard) zat evenals vroeger op zyn plaats en dronk zijn halve flesch Cliquot; maar in het hart van de schoone Adeline had er een omwenteling plaats gehad. Er zijn slechts weinig vrouwen, die op den duur koud blijven tegenover zulk een stom, maar toch sprekend huldebetoon, en dus was ook hare ergenis over zijne onbeschaamdheid langzamerhand verdwenen en had plaats gemaakt voor eene sym pathie, die hoe langer zoo sterker werd, ja, nu had zy er wat voor willen geven, als er zich in plaats van, de stomme blikken een gesprek had kunnen ontwikkelen, Haar twijfel over zijn Fransch verdween in de eerste dagen, toen zij hoorde, hoe verbazend vlooi end hij den Franschen kellner in Molières taal uit schold. Dus daar was geen vrees voor! Waar om eigenlijk zou zij hem ni^t aanmoedigen? Zou zij, die gedurende vijftien jaren zoovele bals had medegemaakt, dat niet geleerd hebben? De gelegenheid kwam spoedig; hij ging in don tuin, rookte een sigaar en floot zachtjes den Boulanger-marsch. Nu ging zij voorbij, liet oogenschijnhjk bij ongeluk zooals een dame der groote wereld zoo goed doen kan haren zakdoek vallen en ging verder. Het spreekt var. zelf dat Richard bukte en dien opnam; het spreekt minder van zelve, dat hij dien met een opmerkzaamheid be schouwde, alsof hij ernstige problemen daarop las, en nog minder dat hij dien dicht by°den mond hield! Maar die kleine zakdoek was ook zoo prachtig; er waren vogeltjes en bloempjes in het kantwerk, en de lucht herinnerde aan de oranje wouden aan de Riviera. Op eens scheen hy het ongepaste in zyn gedrag te begrijpen, liep haastig door den tuin, vond Mevrouw de Renaille en reikte haar blozend zy'ne vondst over, terwy'l hy eenige woorden stamelde; zij had natuurlyk" haar verlies volstrekt niet bemerkt, hoewel geen zy'ner bewegingen haren scherpen blik ontgaan was. Maar het zou nog beter worden. Op een morgen, dat zij om koffie te drinken op het terras kwam, schoener dan ooit, in een lichte zomerdracht en met een groote bergere op, zag zij hoe Mijnheer Lindow snel een schetsboekje uit den zak haalde, en stilletjes haar begon uit te teekenen en dat met zulk een drift, dat hij niet bemerkte, hoe de oogen van den nieuwsgie rigen kellner zijn werk bekeken. De stemming van Mevrouw Adeline werd hoe langer zoogeagiteerder, hield hij haar voor den gek of beminde hij haar werkelijk? Het werd haar te benauwd in de kamers; zy moest het bosch in, in de vrije natuur, om haar innerlijke ontroering meester te worden. Zij liep naar een der schaduwrykste heuvels en sneller dan zij vermoed had zag zy het welbekende gelaat - niemand anders dan Richard stond naast haar tusschen het jeugdige groen. Snel was haar besluit genomen frisch ge waagd is' half gewonnen! Ach ja!" zuchtte zij halfluid. Is u bedroefd," zeide hy' zacht. Ach ja! als ik deze heerlijke natuur beschouw, wordt het afscheid van Denemarken mij zoo moeielijk." Gaat u weg?" zeide hij verschrikt, en men kon zien dat dit bericht een diepen indruk op hem maakte. Ja, ik ben nu lang genoeg van huis geweest." Och! u moest hier nog eenigen tijd blijven, mevrouw;" hy zag haar smeekend aan, het ver blijf hier schynt u veel goed te doen." Ik zou gaarne blijven, maar ik moet nog een vriendin bezoeken, dis mij op haar buitenplaats verwacht." Werkelijk, mevrouw, dat doet me zeer leed; als u weg gaat ziet Skodsborg mij ook niet lan ger. Uwe aanwezigheid is oorzaak dat ik hier nog ben anders zou ik reeds eenige dagen geleden in Kopenhagen zijn." Hoe staat mijn aanwezigheid in verband met uw verblijf hier?" vroeg zij, zich zeer naïf aan stellende, terwijl er een blos op hare wangen kwam. U schertst, mevrouw! Zou het mogelijk zijn, dat u niet gemerkt zou hebben, hoe ik u die acht dagen heb opgemerkt. Dat verrukkelyke ... Spaar my uwe komplimenten, smeek ik u", zeide zij. Neen, mevrouw, wees verzekerd, dat ik uwe aanwezigheid niet alleen interessant vind, maar dat zy mij ook van groot nut is geweest," ver volgde hij openhartig; zy' keek verbaasd op en de herinnering aan u zal nooit weggaan; ver oorloof mij, mevrouw, wilt u de goedheid heb ben hier een blik op te slaan?" Met deze woorden deed hij een rol papier open '?'" hij uit den zak van den jas haalde en liet die haar een exemplaar van een mode-journal zien, waarin bizonder natuurgetrouw de verschil lende toiletten van mevrouw de Renailles, eenige in zinkografie, andere gekleurd waren wedergege ven; ook de bergère-hoed en de peignoir die hij bij de ontmoeting van het kamermeisje gezien had, waren er, en zelfs de zakdoek was afgeteekend, en in de berichten over de mode kon men lezen, dat Eau de Nice de meest moderne parfum was. (Hij had den doek dicht genoeg by den neus gehouden om er over te kunnen oordeelen). Ade line had natuurlijk geen tijd om dat alles dadelijk te bemerken, zij wankelde en was eene onmacht nabij. Mijnheer Lindow scheen verlegen, maar gevoelde zich volstrekt niet schuldig. Mevrouw, had ik kunnen gissen, dat deze teekeningen u zoo pijnlijk zouden aandoen vergeet mij mijne indiscretie dat ik ze zonder uwe toestemming vervaardigd heb ik kon niet 2de Jaargang. Schaakspel. 4 Mei 1890. UIT HET MORPHIJ-BOEK. JHene zeer schoone partij gespeeld door den grooten meester Paul Morphij en Theod. Lichtenhein. Wit. Zwart. l e2 e4 e7 e5 2 f2 f4 e5 X f4 3 gl _ 13 d7 d5 4 e4 X d5 f8 e7 5 fl b5 f c7 X c3 Stand na den lOden zet van wit. ZWART 6 d5 X c6 7 b5 c4 a 8 g2 _ g3 9 O O c 10 gl 11 13 12 d2 13 dl X U ei hl e5 d4 h5 d f7 f b7 X c6 e7 h4 t f4 X g-'ïb g3 X h2 f h4 f6 g8 h6 i G X c5 (18 X d4 ht5 X f7 Stand na den 17den zet van wit. ZWAET a b c d e f e h 15 h5 x f7 f 1(5 cl g5 f 17 hl c3 18 al dl 19 fl 20 dl 21 f2 22 c2 23 c3 x f2 d4 e j c!2 c3 d4 e8 d8 e5 - f6 f6 X g5 g5 _ d2 (12 x c3 c3 x (14 c6 c5 h8 e8 cöX d4 Stand na den 2Gsten zet van zwart. ZWABT denken dat het u leed zou doen uwe totiefótft gekopieerd te zien; wees zoo goed te bedenk»»: dat het voor Scandinaviëis; daar kent men de origineele kostumes niet en ook niet de dapiB, die ze draagt, ik maak u nogmaals mjjno excuses voor mijne brutaliteit " hy boog en. verwyderde zich door het bosch. Mevrouw de Renaille bleef nog eenigen tod alleen om over deze desillusie na te denken. Z\j was op de gebeele wereld boos, niet het minste op haar eigen fantaisie, die haar er toegebracht zulk een bedriegelijke hoop te voeden, want zij' had gemeend eindelijk het geliefde voorwerp ge vonden te hebben. Arme Adeline! Zou zij zich kunnen troosten ? Ik geloof van wel. abcdefgh WIT VOOR DAMES. Sara Bernhardt thuis. Voorjaarstoiletten. Sarah Bernhardt is weder voor de zóóveelste maal door een buitenlandsch journalist geïnter viewd en steeds nog is het verhaal min of meer interessant. De actrice woont, als vele kunstenaars, op groolen afstand van haar dagtaak; het kost haar zeker een goed half uur rijden in haar met rose gevoerd coupeetje, om van den boulevard Pereire, geheel buiten, aan de vestingwerken, naar het theater de la Porte Saint-Martin te rijden. Maar: Eenmaal door de groote poortdeuren van Sarah's hotel gekomen, treedt men uit het prozaïsch alledaagsche leven in het ryk van een ideaal paus de Cocagne, waar alle mannen geestig en aue. vrouwen schoon zyn, want la divine Sarah tolt vele warme vriendinnen onder hare kunstzusters en de vrouwelyke critici. Terwy'l een deftige livereiknecht u in den petto t salon laat, komt de getrouwe Madame Guérard naar voren en zegt hoffelyk: Wacht eenige wei nige oogenblikken; er is een schryver bjj haar", en de eerbiedige toon, waarop de vriendelijke oude vrouw het verachte woord schrijver" -uit spreekt, doet u terstond iets voor haar gevoelen. Het overschot van een déjeuner, a Vanglaise ge diend (het koud vleesch op het buffet, de wjjn in karaffen, de vruchten op tafel), ziet men in de naaste kamer; en door een buigzaam kamerschut van lange gekleurde rietstaven, dat aan de arca den van Romeinsche fruitwinkels doet denken, heeft men een kijkje in het atelier, met zyn luipaardenvellen voor tapijt, zyn curiositeiten overal, zijn bovenlicht, waar gestreepte zijden gordijnen voor hangen, die een aangename halftint werpen op de zwaar gedrapeerde standbeeldfiguur der actrice zelve, in gesprek met haar schrijver". Plotseling drukt hij, de schrijver, een vurigen kus op hare hand, en verdwijnt, droomend van den roem dien hij en Madame Sarah te zamen zullen verwerven in een tragi-comedie, met zijn naam onderteekend. De gastvrouw treedt vooruit, drukt den Engelsch man de hand, en roept haastig: Nu, laat mij maar praten; ik weet precies wat ge mij komt vragen. Neen, neen, neen, ik zal nint in een Passiespel optreden, noch hier noch in Engeland, waar ik, entre nous, bang zou zijn voor de *Hig" Church, noch in Amerika. Om met het begin te beginnen, ik heb er nooit aan gedacht de Sainte-Vierge voor te stellen", en haar gelaat nam de uitdrukking van gekrenkte onschuld aan ; ik geef toe, dat ik wel gaarne eene vertooning van een mysterie, op het schoone gedicht van d'Haraucourt gegrond, zou georgani seerd hebben, maar in dat geval, en ik heb nog niet geheel de gedachte opgegeven, zou Mad. Marie Laurent de rol gespeeld hebben, en ik zou eenvoudig het koor geweest zyn. Ge weet dat er in de Grieksche treurspelen altoos een koor van vrouwen was." Dus Maria Magdalena ?" Ja, Maria Magdalena en de overige heilige vrouwen. Ge zult toch moeten toegeven dat zoo iets ge schieden kan zonder zelfs het prikkelbaarste gods dienstig gevoel te kwetsen. De gansche wereld stroomt immers naar Oberammergau? En myste riën en mirakelen waren in de Middeneeuwen eea der middelen, door de kerk gebruikt tot versprei den van godsdienstonderricht ?" Waaraan schry'tt ge dan het gedrag van het publiek op Goeden Vrijdag toe?" Vooreerst aan den dag zelf. Het was eene fout; het feit plaatste ons, de vertolkers van het werk van monsieur d'Har*icourt. ongeveer op de hoogte van lieden die op dien dag vleetchdiners organiseeren. Men had een andere gelegenheid moeten kiezen. Dan kwam er bij dat het Cirque d'Hiver zoo groot is, zoodat men de stemmen nauwelyks verstaan kon. Het publiek verveelde zich en protesteerde dus. Maar werkelijk, het gedicht is mooi, en in vol komen eerbiedigen en waardigen geest opgevat. Helaas, de menschen zijn soms zoo onbillijk. Weet ge wel dat ik eens in Amerika heb moeten vluchten om mijn leven te redden ? Men had verteld dat ik katten martelde, ze levend braadde, que saus je? ik, die dol van dieren houd, en ze als kin deren verzorg! De Sainte-Vierge te spelen, neen inderdaad; de eer van onze groote nationale figuur Jeanne d'Are vertoond te hebhen, is mij reeds genoeg. Als ik eene rol onder handen heb, leef ik al dien tijd er in", en haar gelaat kreeg iets plechtigs als luisterend naar hemelsclie stemmen,?ge ziet, ik draag het costuum ook," en zenuwachtig streek ztj langs den dikken rooinkleurigen zijden burnous, die recht van den hals tot de voeten neerhangt en enkel beneden het middel wordt vastgehouden, door den zwaren gordel van geciseleerd zilver en goud, dien zij altoos in al hare creatiën" draagt. En ge komt naar Engeland'/'' Ja, in Mei. Ik zal wat ouds en wat niemvs spelen. Gy zult mij ook als Clcopatra zien, een rol die my steeds aangetrokken heeft." En de com die-Fraiigaise/.'" Ik weet het nog niet: het heelt iets aantrekkelijks, zijn carrière te eindigen daar waar men begon. Maar eerst ga ik twee en twintig maanden weg, Engeland, Amerika, Australië. Hoe verder hoe beter, wat mij betreft. Ik heb wol eens gedacht dat het aardig zou zijn, van den rand der wereld af te tuimelen, omlaag, om! laag, naar een andere ster; wat dunkt n, zouden ze vreemd opkijken als ze mij zagen?" O madame, er zijn meer dingen in hemel en aarde, dan waar wij van droomen in onze phllosophie."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl