De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 11 mei pagina 4

11 mei 1890 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

; ?Mlft, letoige Khmdidji's ABOU-BECKEB, die tot de feestvie renden uitroept: l w**t1 Uit onzen itam kan ns een man verrijzen, fkr&rsnuffl vol van macht en woesten heldenmoed, «a» hereenigt en ons allen sidd'ren doet. ( k ons noodig, ona, zoo Chrisf nen, Arabieren, /Joden; wil men ooit ons hopen te bestieren. »jj slechts dronken zijn, dan is ons hart voldaan. ii in eiken stam reeds de orde lang vergaan, , ieorschen moord en brand en diefstal onbeteugeld, i overal de deugd door ontucht overvleugeld; men tot elke schande en boosheid ons bekwaam, t of droomt men van misdrijven zonder naam. t nlk een laagheid is de moed van 't volk verdwenen. ; de aad'laar vraagt vol hoon: waar gaan die lafaards henen ?" minder weer dan wij is eens ons nageslacht, i leeuw blikt op ons neer of hij den mensch veracht. JONAS (een Israëliet, antwoordt hierop lachend en meteen bektr in handen.) j wilt, versta ik wel, van een Messias droomen, t Drink dat die heilwensen tot vervulling moge komen, L-Becker, op nw toekomstig1 dwingeland. " Asou-BlOKEE (lijn dolt trekkende.) tw onbeschaamdheid, Jood, straf ik met wisse handt JONAS (eveneens eyn dolk ont\ blootende.) Pelnn, niets liever dan! Mijn mes zal spoedig weten |f 't Arabiereuvel eeu goede schee mag heetenl YÉZID (levendig, terwijl hij de bekers vult) l Neen! Geen bloed, maar wijn! meer bekers bij de hand! ALLEN (drinkende onder het maken van gebaren) Ja, drinken! YÉZID (evenals de anderen be schonken.) Dn gesteld, wij staken eens den brand, j makkers, in dit huis? Komt! Mekka aangestoken, Iqk een Cesar eens gansch Rome heeft doen rooken! ABOU-BECKEB. V 0M»ligen, terug] Of scheelt nw hers'nen wat? £? if .|" ft YÉZID. ff »»en, ik betaal dit huis en ik betaal de stad. '"' Ifcemt allen toortsen op! ,"**?" ALLEN (oprijzende) "^ Ja, ja! de stad moet branden! rff' YÉZID. "" t1'Verdelgen eener stad kan niemand ooit onthanden; ;»> Ben Arabier moet steeds eeu tent voldoende zijn, \ Zooals den vos zijn hol, den leen w welp de woestijn. ??' HASSAN. " Xn zijn wij, als gij zegt, tot waanzin dan vervallen, "Ecto geve een voorbeeld ons de dwaaste van ons allen, - Mihomed, die ginds komt. , ' Bier heeft de Bornier het optreden van den ? peofeet op meesterlijke wyze geplaatst; als hij Wjrschynt, op zy'n ruwen bergstok geleund, in het Hlbt van den opkomenden dageraad, te midden nn deze woestelingen en hun ellendig feestgetier, V jwoelt men als een nieuw tydperk over zy'n volk ';' ofjgaan, en nadat' men te-vergeefs beproefd heeft Mm tot dezelfde buitensporigheden over te halen, hy, onder de diepste stilte: dagen heb ik op den Hera-berg verbeid, eenmaal Ismaël, mijn voorzaat, heeft geschreid. ochtend, tegen 't nnr waarop de sterren kwijnen, ffitHfik, in nevelglans, een engel mij verschijnen. " ^"kflerkende hem terstond, van luister gansch omstraald; ?:' W«nt dikwerf was hij reeds dus tot mij afgedaald. ~ ?gs," sprak hij met klem; »cn ga, van God gezonden, 1 tot nw volk terug; ga hun den weg verkonden!" J wfjl hjj op mijn hoofd zijn vinger heeft gezet, Hyiïaea", sprak hij, »van nu af gezalfd door Gode's wet I" ?':'? Men bespot hem en de gasten verspreiden zich T onder het uiten van wartaal. Mahomed is geble.frfeB, en met hem Georgios, een gryze monnik, - dlta de profeet tot dusverre niet opgemerkt heeft. volgt een der fraaiste tooneelen van het stuk. zoon, deze ure zal veel ernstigs na zich sleepen; * W» n waanzinnig acht heeft nimmer u begrepen. * Alleen ik ken nw ziel; ons heeft het lot gediend; Het bracht weleer ons saam, en ras met u bevriend, ", Heb ik uw fijnen geest lang mogen onderrichten; « M«t dft Evangelie-blaan u telkens mogen stichten. " Ik w«» het die God's doel u steeds ontdekken liet Door gansch 't verleden heen. MAHOMED (met eerbiedige en ern stige teruggetrokkenheid?) O! Ik vergat het niet! GEORGIOS. -^Thang wilt gij voor uw volk een beter tijd doen dagen, D'afgoderij, vol moed, van uit uw land verjagen. MAHOMED (vol overtuiging en eenvoud) Herwaarde vader, ja, ik zeide.- ik wil dat nu. GEORGIOS. Ik hoop het en daarom verschijn ik thans voor u. ? BïM in u een kracht, die, wilt gij haar bestieren, De heil'ge zaak van God kan laten zegevieren; Maar daartoe, Mahomed, behoeft gij langen tijd; tj wscht de worsteling met laagheid, haat en nijd: ...' God zal bestreden zijn door wie men lang vergoodde, In zulk een bangen kamp heeft men een steun van noode. Ik bied u mijne hulp en gij krijgt uit dit land EB over heel deze aard de Christ'nen op uw hand. 'k Spreek in hun aller naam; hier zult ge een schepter dragen En vorst zy'n zoo gij wilt. Al wat ik u kom vragen In rail voor onzen steun is dat gij ook voortaan Het licht van 't Christendom hier op zult laten gaan, Dat Jezus' wet alleen uw volk tot staf zal wezen Hahomed verklaart echter dat dit volstrekt niet in zijne plannen ligt; en Georgios richt nog voor het laatst het woord tot hem: Ik ken n, Mahomed, uw denkeu en gevoelen, Gelijk de klippen die men onder 't meer ziet woelen. Twee lieden zijn in u: n liefdrijk, trouw en zacht: Ben tweede, reus van trots, die slechts op de ure wacht, Om zeker van zijn prooi en van zijn droom te wezen. De laatste is 't die voor mij, helaas l thans is verrezen! q wilt de» Christus niet? 't Is dat nw ijdelheid lem heel zijn meesterschap, ook over n, benijdt. Jewoud'ren doet gij hem; wie in uw hart zou delven )ntdekte 't: zelf» in Hem bewondert gij nzelven. rij waant het: eenmaal ook streeft gij zijn deugd ter zij, tornt gij zijn roem, zijn macht, zijn zegepraal nabij! )! waanzin! durft gij Hem bij u slechts vergelijken. }en reine, voor wiens wenk der menschenkwalen wijken? ij die op Golgotha en Tliabor's kruin zijn vlncht klocht nemen onbevreesd naar ijler, beter lucht. Poen de arme zondares te voet hem is gevallen, tfeedoogenloos verjaagd en wreed beschimpt door allen, Yfocht hij haar voor hun recht beveil'gen in dat uur, (Vaut tusschen Hem en haar lag heel het rein azuur. tfooit heeft Hij tot Zijn mond den bitt'ren kelk geheven, 3én vrouwe kende Hij Zijn moeder geen daarneven... Georgios voorziet het, Mahomed zal dit voor meld niet volgen; nu nog bezit hij Khadidja, het ;oonbeeld van deugd, de teedere vrouw die hem voor struikelen beveiligt, maar wanneer zy niet meer is, zal de profeet zich laten meesleepen, en zyn grootheid verloren zien gaan. Het slot van dit bedrijf, de dood zijner ecbtgenoote, is aan grijpend van schoonheid en diep gevoel. Het gordyn ralt na deze laatste woorden aan den monnik jy Khadidja's lijk: Elaar naam ... ontgaat u eens, in spijt van al uw tranen. ij klimt tot grootheid op, zult u apostel wanen, Vtaar wie uw hart, uw geest, uw ziele ook ooit vergeet, Berinner u Dengeen die Jezus Christus heet! Het tweede bedrijf stelt voor de oaze van een christen-klooster, waaruit de bewoners verdreven zy'n en hier treedt Sofia op, de joodsche profetes, die hare broederen wil wreken op Mahomed, want men is vijftien jaar later en de profeet zwaait thans onverdeeld den schepter der heerschappij over ziel en geweten, en al wie zijn leer niet volgen, worden wreed verdrukt. Ook Mahomed verschijnt, vergezeld van Ayesha, zyn geliefkoosde vrouw, die b.y aan haar echtgenoot Safwan heeft ontnomen. Mahomed meent zich op beiden te kunnen verlaten, en vermoedt weinig dat zij alleen voor het geweld hebben gebukt, maar elkander bleven beminnen en slechts op de ure van ver gelding bedacht zijn. Als de profeet alleen is gebleven, betreedt hij den drempel van het klooster waar hij niets ontwaart dan een achtergelaten kruisbeeld. Daar hangt Hij, Jezus, met zijn handen wreed doorboord, En 't is me, als had Zijn blik vol zachtheid mij bekoord, Eu toch als deed dat oog mij weer verwijten lezen. Hoe kan toch Mahomed zoo dwaas, zoo krachtloos wezen ? O! zoon van Mjriam, vreemdsoortig martelaar, Waartoe voor u gebukt of ik Uw miud're waar'? Waarom? Mijn trotsch gebouw heb ik ten (op geheven; Jezus van Nazareth zij nog profeet gebleven, God riep mij tot het licht na Mozes en na Hem, Opdat hun werk voltooid zou worden; mijne stem Schonk aan dit volk een wet voor allen wel berekend, Hun horizon wordt door mijn aad'laars afgeteekend. Ik ben van zouneglans en van ontzag bekleed. 'kBen Uw gelijke dus! Wie is liet die dat weet? Ik weet het! Onder al degenen die er leefden, 't Zij door hun leer of roem ver boven de aud'ren zweefden, 't Zij dat het Attila, Cesar of wie dan waar', Geen grooter ooit dan ik! Maar dan die Lijder duur? Als Hij heb ik mijn land toch uit het slijk geheven, Heb ik de afgoderij, dat ondier, stout verdreven. Hij zoon des timmerman», ik bij een karavaan Kameelendrijver, koos ook ik een levensbaan Vol glans, die allen mij vergeefs benijden zouden; Den weerschijn van mijn roem zal't nageslacht behouden; 'k Ben groot l Eens overtreft mijn macht het golfgebruis! Mijn schepter is mijn zwaard, mijn groothetd! Maar het Kruis? In het derde bedrijf begint Mahomed te vreezen dat Ayesha nog altyd haar eersten echtgenoot bemint, en Sofia, de Vergelding, heeft besloten dat hierin zijn boete zal liggen. Toch worstelt de profeet nog altyd tegen de liefde die meeren meer zijne ziel onder hare heerschappy kromt. In het vierde bedry'f, waar Mahomed zegevierend uit den oorlog terugkeert, wordt hem Ayesha's verraad medegedeeld; zyn hoogmoed, zyne liefde willen haar redden en hij verklaart voor laster wat hij zelf slechts al te zeer gelooft. Het vyfde bedrijf ontknoopt zich in Mahomed's woning: terwijl zyn graf, door hem gebouwd op den ach tergrond verryst. Sofia is op haar beurt de schul digen komen aanklagen, en de profeet laat Safwan komen, wien hij al zyne eereteekenen ontneemt, totdat deze machteloos langer zijn verraad te loochenen, alleen nog voor Ayesha om genade smeekt. Deze echter smeekt niet, zij verwijt den dwingeland integendeel zijne wandaden en zegt onder meer deze schoone regelen: Eens hebt gij ons verteld; rast dat gij het nog weet, Van Jezus Christus, van dien anderen profeet; Eu 'k voelde toen, helaas! welke afgrond u, u beiden, Voor altijd van elkaar, o Mahomed! moet scheiden. Gij ziet niet anders dan deu man op aard', den heer, Den meester, somberen bewaker onzer eer; 't Is of uw wetten slechts de vrouw ter aarde buigen, Of ze allen slechts van smaad voor ons geslacht getuigen; Een speelbal, die alleen nw zinnen soms verrukt, Gaat zij, voor 't leven lang, in slavernij gebukt, Tot eeuwig offer heeft nw wet haar uitgelezen, Eu Zelfs uw Paradijs moest haar eeu schande wezen, Ziehier dan welk een lot wij dankeu aan uw wet; Ziehier ons aller leed en ziehier Mahomed. Hij Jezus, heeft in plaats van 't juk waarvoor wij beven, De Morgenster op 't hoofd der vrouwe zacht geheven. In plaats van de slavin, wie zelfs geen vrijheid heugt, Heeft hij van haar gemaakt de Onsterfelijke deugd. Eu om den dwingeland alom te iaten zwijgen, Heeft hij tot hem wiens trots in 't stof haar wilde neigen, Gesproken met een ernst als gold het een gebod: Aanschouw in 's hemels licht uw moeder naast uw God!' Overtuigd van hare ontrouw en haat, en ge voelende dat zyne liefde voor haar hem verder machteloos maakt voor zijne roeping, wil Mahomed zich zelf het leven benemen en nog in den dood grooter zijn dan de Galileeër, die hem bij het leven overtroffen heeft. Maar zijn laatste stervens kreet is als die van Juliaan den Afvallige : Jezus Christus!" CLAUDIUS. VARIA. PLASTISCHE KUNST. In het Hotel Drouot werden deze week, bij de verkooping van de collectie Bonnemaison-Basscle, de volgende prijzen gemaakt: Corot, Landschap, morgeneffect, 16.500 fr.; een Avondeffect, 2.600 fr.; Studie van een vrouw, 2.500 ir.; een Biddend meisje, 2000 fr.; Jonge vouw, zittende aan het strand der zee, 1.420 fr. fan Jongkind: Kanaal in Holland, maneschijn, S.150 fr.; id. met ondergaande zon, 2.100 fr.; \tond van de Maas, 2.000 fr.; Maneschijn, gezicht n Holland, 1.800 fr,; Winterlandschap, Hollandsche Schaatsenri/jders. 1400 fr.; een Kade te Havre, ..675 fr.; de Seine te Vertheuil, morgeneffect, door Claude Monet, 1.750 fr.; Landschap met sneeuw, door Claude Mouet, 1.020 fr.; Hij Sèores, een ovaal doek van Troyon, 1.400 fr. De geheele collectie, bestaande uit 39 schilderyen, bracht by'na 60.000 fr. op. Het schilderen is ontegenzeggelijk een gezond beroep. Het oudste lid der Academie van Beel dende Kunsten, Robert-Fleury, den den 5n dezer Pary'8 stierf, heeft het tot 93 jaar gebracht, en onder de overige leden zijn er drie tusschen de 80 en 90 jaar. Robert-Fleury werkte reeds ang niet meer. Op de wereldtentoonstelling in de division centennale zag men van hem nog een jalilei, die veel karakter had. Zijn beste doek is het Gesprek te Poissy," dat hy in 1840 ge schilderd heeft. Zy'n zoon Tony Kobert-Fleury leeft voor eenige jaren in den Salon een voortreffelyk portret van zyn vader tentoongesteld, wiens academische tradities hy voortzet, al heeft ly ook de kracht door het bekoorlijke vervangen. Voor den academischer! zetel van den ouden kunstenaar moeten Jules Lefebvre en Jean-Paul Laurens de meeste kans hebben. In de bovenvoorzaal van Felix Meritis, daartoe door de HH. Holdert & Co. welwillend afgestaan, zullen de aquarellen, etsen, enz. tentoongesteld worden, welke door verschillende kunstenaars voor iet fonds tot versdiaffiny van een orgel aan bet Concertgebouw, zy'n vervaardigd. Dit is eene ge legenheid om de liefhebbers van toonkunst en die van fraaie teekeningen te vereenigen; men weet dat al de tentoongestelde kunstwerken ten bate van het fonds zullen verloot worden. De zaal is door de HH. Vos en Legrand keurig ge decoreerd, onder toezicht van de HH. Prof. Eudolf Stang en Th. Schill. TOONEEL EN MUZIEK. Op de Freie Bühne" te Berlijn is eene tragicomedie van Arthur Fitger opgevoerd, Von Gottes G-naden, Dit stuk is niet, zooals de vroeger door dit gezelschap gegevene, realistisch of naturalistisch, maar historisch en philosophisch. Het speelt in een Duitsch vorstendom ty'dens de revolutie. Alleen het vierde bedrijf had eenig succes. In het Lessing-theater werd Em Besuch van Brandes met veel by'val opgevoerd. Men meldt ons uit Londen dat de geestige cor respondent van het Haagsche Dagblad, onze landgenoot Alexander Teixeira de Mattos, benoemd is tot tooneelcriticus van het nieuwe maandschrift Beauty's Queens, dat in Mei zal verschijnen en waaraan schrijvers van den eersten rang zullen meewerken. In den Parkschouwburg treedt in de plaats der groote opera, die er gedurende den winter den scepter heeft gezwaaid, thans de operette op, Eene Compagnie Parisienne, onder directie van Mme veuve -de Rette et Cie, opent er Zaterdag 10 Mei eene reeks van voorstellingen met Boccace, de aardige operette van Franz von Suppé, welke door de vertooningen in Frascati reeds een oude, maar aangename bekende voor het Amsterdamsen publiek is. Men zal haar met genoegen weer door een nieuw gezelschap, nieuwe komische ac teurs en bekoorlijke zangeressen zien opvoeren. LETTEREN EN WETENSCHAP. De Vereeniging Joost van den Vondel hield deze week den aangekondigden wedstry'd in het voordragen der werken van baren patroon. Tien gedichten werden voorgedragen, en de jury liet uit de tien candidaten een drietal tot de voor dracht van het prijsvers" toe. Het resultaat was, dat de eerste prijs niet werd toegewezen, de tweede werd verkregen door den heer Vrugtman te Zutphen, de derde door de dames Van Dom melen en van Greuningen, ex aequo,, waarop het bestuur zoo galant was, in plaats van de medaille te laten verloten, er twee te laten maken, voor ieder der dames een. Van het tijdschrift Hellas, orgaan der Philhel leensche Vereeniging te Amsterdam, is de tweede aflevering van den tweeden jaargang verschenen. Het comitévan redactie bestaat nog uit Mevr. Zwaanswyk te Nijmegen en de HH. Flament te Maastricht en dr. H. C. Muller te Amsterdam. De aflevering bevat een studie van Prof. Kern over de geschiedenis van de uitspraak van het Grieksch; voorts artikelen van Prof. Aug. Boltz, Dr. H. C. Muller, Dr. G. N. Hatzidakis, Jules Ferretti en C. Casangés, gedichten van Drossinis en Eftaliotes, een oude sage, met vertaling en commen taar van Prol. Boltz, en eenige huishoudelijke mededeelingen. De romanschrijver Julius Gundling, meer be kend onder zijn pseudoniem Lucian Herbert, is te Praag in den ouderdom van 62 jaren over leden. Hy was ongemeen vruchtbaar en heeft sinds 1860 een groot aantal historische romans het licht doen zien, waarvoor hij de stof deels aan de geschiedenis van den tegenwoordigen tijd, deels aan de mémoires der vorige eeuw ontleende. Met name heeft hy de geschiedenis van Napo leon III in eene reeks van romans behandeld, die bij het lezend publiek veel bijval vonden. Zijne specialiteit was de Prager locale roman, waarin hij, die zelf te Praag geboren was, het maat schappelijke leven aldaar op boeiende wyze schil derde. Militaire Zaken. HET NIEUWE BELGISCHE REPETEERGEWEER. België, dat en meer in het bijzonder de stad Luik en omstreken _ «teeds de bakermat s geweest van allerlei wapenfabricage, was door de «wapening van zijn leger met het geweer AlbiniJraendlin (model 1868, kaliber 11 mJM.) vooral n de laatste jaren zeer ten achteren. Hoofdza kelijk betrof dit de doelmatigheid der (blok) luiting en de snelheid van vuren, die beiden ?oor de grendelsluiting waartoe o. a. het i'ransche Gras-geweer model 1874, het Duitsche ilausergeweer model 1871, het Russische Beriangeweer model 1872 en het Nederlandsen* Idein kaliber geweer model 1870 behoorden onderdeden. Na een ruim driejarig onderzoek evenwel is bij Koninklijk besluit van 23 October 1889 in Belgi aangenomen een repeteergeweer van torn kaliber 7.65 m.M.) volgens bet > nieuwste stelsel van Mauser de groote wapenfabrikant te Obernlorf in Wurtemberg ; hetwelk wat het stelsel en de constructie betreffen in hoofdzaak met hes Duitsche repeteergeweer model 1888 (kaliber 7.9 mM.) waarvan in het Militair Blad no. 7 van 15 April jl. eeue korte beschrijving voorkomt, overeenstemt. Het nieuwe Belgische repeteergeweer model 889, waarvan de vervaardiging in de rijkswapen'abriek te Luik en waarschijnlijk ook in nog andere fabrieken van particulieren aldaar zal >laats hebben, behoort tot het stelsel derpo%'esaders, d. w. z. dat het magazijn van het wapen, ,ot welks opneming eene opening in den bodem van het staartstuk is gemaakt, met eenige pa tronen te gelijk (bij dit geweer 5), welke zich in >én patroonhouder van dun plaatstaal bevinden, can geladen worden. Bij het Belgische stelsel wordt, evenals bij onze volgens het stelsel Vi,ali gewijzigde geweren klein kaliber, de patroonwuder, die zeer licht is (hij zou slecht 6 gram wegen, hetwelk onbegrijpelijk licht voorkomt) na iet brengen der patronen in het magazijn verwijderd. Naar wordt medegedeeld, geschiedt dit door het vooruit brengen van den grendel. De jatronen b'ggen dan zonder omhulsel boven elrander in het magazijn en wordt hierdoor het voordeel verkregen, dat men een gedeeltelijk verschoten magazijn met de hand kan bijvulen. , Bij het duitsche stelsel kan dit niet, dewijl daarbij de ledige patroonhouder, die 17,5 gram weegt, eerst na het verschieten der 5 patronen door de onderopening van het magazijn op den grond valt. Het wapen kan ook als enkellader jebruikt, d. i. de patronen stuk voor stuk met Ie hand ingebracht worden. De bovenste patroon ligt in het magazijn hoog jenoeg om door den grendel, die dan vooruitgeduwd wordt, in den loop geschoven en door het geheel sluiten (oaar rechts bewegen) van den grendel op hare juiste plaats in de kamer gebracht te worden. Door een zoogenaamde aanbrenger, die door een sterke veer steeds naar boven wordt gedrukt en waarop de onderste patroon rust, wordt elke patroon op hare beurt hoog genoeg gebracht om in den loop te worden gevoerd. De patroon heeft van achteren geen rand, maar eene kleine verdieping waarin de patroontrekker, die aan de rechterzijde van den afsluiter beves tigd is, grijpt, en waardoor de ledige huls na het schot bij het naar links bewegen en daarna ach ter uitbrengen van den grendel, terug getrokken en door den uüwerper, links van den afsluiter aangebracht, verwijderd wordt. De voordeelen eener patroon zonder rand werden reeds vermeld in No. 644 van dit blad (7 Oct. 1889) en wel op bldz. 5 de laatste kolom regel 20 v. b. en verder. Even als bij het Duitsche geweer 88 is de eigenlijke loop met eenige speelruimte door een dunnen stalen mantel omgeven en heeft de terugstool van het schot in de richting van de as der ziel plaats. Dit laatste wordt verkregen door twee nokken op den geleider, die bij ge sloten grendel in overeenkomstige openingen van het staartstuk grijpen en daarin steun vinden. Eenige opgaven omtrent het nieuwe Belgische repeteergeweer laten wij hieronder volgen : Gewicht van het wapen met dolkbajonet 4 313 K. G. Gewicht der patrcoi 27.5 gram. Lengte der patnxn 78 m M. Gewicht van den k >gel, met zacht looden kern en mantel, bestaande uit een alliage van koper en nikkel (maillechort), 14 gram. Lengte van den ko^el 30 mM. Spoed der trekken 25 cM. Diepte der trekken, omstreeks 0,1 m.M. Omtrent de aan te nemen rookvrije buskruitsoort is nog geene bepaalde keuze gedaan. Een soort zwart buskruit van de fabriek te Weiteren (België) gemerkt L schijnt tot nu toe de beste resultaten te hebben gegeven. Waarschijnlijk zal de lading 3 a 3,5 gram en de aanvankelijke snel heid ruim 600 M. bedragen. Per minuut kun nen 15 a, 20 schou n w irden gedaan. Volgens het Journal de Bruxelles van 12 April jl. zijn 10 April te voren met het nieuwe Bel gische repeteergeweer door den ingenieur Resimont op het terrein der patroonfabriek van den heer M. L. Bachinann te Etterbeek eenige proe ven genomen, die wij hier in het kort willen nededeelen. Vooraf zij vermeld, dat aan het Belgische repeteergeweer de eisen was gesteld geworden, dat het tegen een gasdrnk van 3000 atmosferen bestand moest zijn. Volgens bovengenoemden ingenieur zou de loop zelfs aan een druk van 8000 atmosferen hebben weestand ge boden. (Men is geneigd hierbij aan een drukfout of aan een buitengewoon deugdzaam materiaal te denken, zoo hoog komt ons deze druk voor).) Bij de proeven werd van den schietbok ge vuurd en de buskruitlading der patronen bestond nit 3 05 gram rookvrij buskruit (a base nitro cellulose) genaamd H. P. waarmede aan den ko gel eene aanvankelijke snelheid van 610 M. in de seconde werd medegedeeld. De proeven dienden voornamelijk om het indiingingsvermogen van het projeciiel na te gaan. Het doel waartegen gevuurd werd, bestond uit eene reeks greenen planken elk 3 a 3.7 cM. dik, aangeleund tegen een wal van sterk aangestampte kleiaarde. De afstand waarop geschoten werd bedroeg om streeks 45 M. Bij het eerste schot drong de kogel door 31 (34 ?) planken en bleef in den kleiwal steken. Bij de twee volgende schoten bleven de kogels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl