De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 18 mei pagina 2

18 mei 1890 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

.Van Hierop. Mr. Willeumier zon > «iweesie behouden en ia 1910de B tot eigen-èxploitatie. Dat de Maatweigeren sommige hmar opgelegde ie te nemen en de gemeente rekening moest doen (naiuuriHes) vond d«Ée spreker «ene zeer j. Maar Mr. De Vries bracht liet oog dat de commissie ad hoc een den Raad gekregen had, waarnaar gedragen en nu had zij, in verband rende concessie, waardoor de was, zooveel voordeelen poals maar mogelijk was. Doch overeenkomst minstens tusschen gesloten wordt, kan ne partij niet opnemen wat zij verkiest. Zeker had óók nog meer gunstige bepade gemeente gevraagd, maar was eetuit op den onwil der A. O. M. En Dier vond dat het een onaangenamen t «p hem had gemaakt, dat dit onderwerp Te vergadering van aandeelhouders der was behandeld en aangenomen onder j dat dit nu ook het uiterste was e Mij. zou zijn te bewegen; dan autj. De Vries: Maar daardoor zijt ge vrijheid belemmerd! Integendeel we .i-veel vrijer in onze redeneeringen. De ia na gebonden, en wij, wij kunnen de voordeelen eens bespreken, die de l door deze overeenkomst geniet, wat ik 'ng der A. O. M. niet graag zou Vries, ik maak u mijn compliment! , een t roef boer l En ik denk dat Schadd > zijn Plantaadje-Middellaan zal zitten luj zich zóó heeft laten verschalken. schijnt toch nog zoo slim niet te _ $r uitziet, dat hij die voordeelen voor ate eerst gewaar wordt uit de openbare den Baad! En gij, mr. Willeumier! lieber Fxeundl Denk er aan: t's auch, bricht's doch nicht. atVauch, bricht's nicht mit dir!) knnircn w«, vervolgde mr. De Vries, zooeoacessie aangenomen is, naasten wanwillen, niet alleen om de lijnen zelf te maar ook om die aan derden in af te staan, in het laatste geval moeechter een ietsje meer betalen. Eu de feepaling, door mr. Willeumier bedoeld: moest niet vergeten dat die bepaling r een voordeel was voor de gemeente. (veeg het recht, aan de Maatschappij zekere \1e leggen wat zij nu niet had Mij. weigerde, dan behoefde de geze niet zelve te exploiteeren, de (noodig "de) lijnen konden dan wegblijven of de » kon er concessie voor geven aan anMaar die anderen zullen er nooit zijn lijnen die zelfs de A. O. M. niet hebben T*p*n de heeren Willeumier en Muijsken, aan bod. Beras was van oordeel dat het rapport lissie een chaos was, waaruit hij althans kan worden, en Z.E.A. stelde nog eene *an amendementen voor, waardoor de zaak BOg meer menschen dan Dr. Berns chaoap a'ls Van Hall vond dat de overeenkomst leek dan zij was en vond de voordeelen gekocht. In 't voorbijgaan bracht hij een van hulde aan den heer Sanders, voor energie en volharding. Jitta Sr. zocbt de oorzaak van de tegen de A. O. M. in haren bloei is zijn meening uit, dat de gemak- en Ettertjes spoedig evenveel vijanden zoubebben, als zij het maar net zoo druk :en dacht dat de commissie onder sugvan de A. O. M. was geraakt, maar Van Nierop verzekerde, dat daar lui onder die niet zoo gemakkelij k te hypnotiseeren waBr wordt veel geklaagd over de A. O.M., en een witten schouder en een poezelen ?Info. Ja, de verzoeking was te groot en hij er zich zelf rekenschap van kon , raakten zijn lippen zacht, heel zacht blanke huid. Ka de heer Rheeve zich dat oogenblik voor den geest roept, laat hij zich in stoel vallen en doet de oogen dicht en ilacht. Freule Amy was nog een oogenblik bl ijzitten, ssoodat eene plotselinge gemoedsbeklemming, geboren uit schrik over zijn URBfmetelheid, reeds begon te wijken. Maar vloog ze op en stond tegenover hem, gloeiende wangen en fonkelende oogen. »Mijnheer!" Hij keek haar aan en zei niets. Hij ge lde niet den minsten angst of verlegenJttid meer, hij bedacht alleen, dat zij er nog nooit zoo aantrekkelijk had uitgezien als nu 'in haar toorn. Verduiveld wat stond haar ent goed ! En hij keek nog ettelijke secon n tot hij begreep, dat hij toch iets zeggen .noest. Frank Rheeve had den naam een brutaal teer te zijn en 't was waar, hij durfde meer zeggen dan een ander, maar hij zeide 't op een manier, die zijn brutaliteit tot een pret tige eigenschap maakte. En ook nu stootte bet duiveltje hem aan ze zag er zoo lief «ft. met dat booze gezichtje. . »Freule," zei hij, met zijn gewone gemaktotijkheid en met een overtuigenden klank in zijn stem, »u moet dat niet zoo hoog op nemen. Ik kon 't heusch niet helpen, 't was «en dwaling van me, dat erken ik, maar «em zeer menschelijke en zeer vergeeflijke dwaling. »Leid ons niet in verzoeking" staat m den...." Ook dat nog! Dat was te veel! spreker achtte zich niet geroepen voor haar op de bies te springen, maar mooie gebouwen, die de plaateen waar zij stonden tot sieraad strek ten bad zij gebouwd, dat moest hij toch zeggen. Wat eigen exploitatie betreft, mr. v. Nierop heeft vertrouwen in B. en W., in den Rand, in de oomrnisêie, m d« stedelijk ambtenaren, in ieder een, behalve in de stadspaarden. Die stadspaar den (bij de reiniging) eten wel driemaal zooveel als de paarden van de A. O. M. (Die beesten denken zeker ook: 't Kan beter van een stad dan van een dorp! Paarden word en ook slim tegenwoordig.) Nadat de heer Willeumier zich nog beklaagd had over de fiolen vol toorn en humor die mr. De Vries over zijn (W's.) hoofd had uitgestort, werd de vergadering geschorst tot a. s. Woens dag. Dan zal het klaar, al zou het een zitting zijn van 21 dagen en als er een vertegenwoor diger van A. O. M. op de tribune is, dan zal men op zijn gezicht kunnen lezen, wed ik: Er zahlt die Haupter seiner Lieben, Und sieh, es fehlt kein theures Haupt. NEMO. AUGUST DE DOMME OP DE KATTENTENTOONSTELLING. Ik had al veel gezien in mijn leven, maareen kattententoonstelling nog nooit. Toen ik dan ook hooide van de paniek, die er in de muizenen rattenwereld alhier was uitgebroken naar aan leiding van deze eerste poging in Nederland ter veredeling van het kattenras, stond mijn besluit vast: al mocht de circus in brand staan of al was er kindervoorstelling, waarbij anders mijne tegenwoordigheid onmisbaar is, ik moest en zou naar de katteutentoonstelling! Ik ben er dan ook geweest en ik moet zeg gen : ik begrijp die ratten en muizen niet, om daar zich bang voor te maken. Er wordt niet eens een behoorlijk stamboek van de katten bij gehouden althans het lag er niet en wat moet het dan met de veredeling van het ras geven als men niet een beetje voorzichtig met de keuze der oude lui is, vooral bij de in dit op zicht zoo onverschillige dieren als katten. Als katten?!... Toen ik daar zoo door die dichte riien 50 cents bezoekers en bezoeksters liep want ik ben natuurlijk eeret laat gegaan en daar verscheidene bleeke wangen door een kunstmatig roosje bedekt zag en menigen jeugdigen grijsaard met onnatuurlijk vlammende blikken naar de katten zag kijken, toen kon ik de ge dachte niét onderdrukken, dat de mensen, die zich met de veredeling van alle mogelijke dingen bezig houdt, met die van het rundvee, van paar den, van honden, van volksvennaken zelfs toch ook wel eens een beetje aan den balk in het eigen oog mocht gaan denken. Want den kat knuppelen" doen we wel niet meer, maar hem in het donker knijpen, heere bewaar me mij zelf niet te na gesproken! Van den menscb, het edelste wat de mensch tot nogtoe op deze wereld heeft weten te ont dekken, van dien mensch zelf bestaat ook nog niet eens een stamboek, behalve van de sol daten. En wat kan ons toch nader aan het hart lig gen dan ons eig«n nageslacht! En we doen er letterlijk niets voor dan dat we zorgen, dat het er komt, zonder te vragen, hoe? We lachen er zelfs om als de Schoolmeester OHs'vertelt dat bet is een mislijk aaklig nageslacht, met kwik be vracht". Doe mij een pleizier!... We hebben een burgerlijken stand met een bevolkingsregister, zoo puik, puik ingericht, dat de deurwaarders van de belasting je aan het eindje der wereld vinden kunnen. Maar een conduitelijst houden we er niet op na! Onze zonen en dochters trouwen met volmaakt onbekende wezens, terwijl we van onze koeien nauwkeurig onderzoeken of de grootvaders of grootmoeders misschien ook een soupfomwtje van klauwzeer of parelziekte hebben gehad; maar voor ons eigen geslacht komt het er niet op aan, »Wil u me naar mijn plaats brengen, mijn heer ?" Goddelijk was ze, met dat air! De heer Rheeve liet niet spoedig den moed zinken. »Maar hoor toch eens, freule van Duren, geef me de gelegenheid...." »Ik zal alleen moeten gaan,'' zei freule Amy en wendde zich naar de deur. Dat kon niet en er schoot dus niets an ders over, dan haar den arm te bieden en zwijgend naar haar plaats te brengen, waar zijn buiging met een uiterst koele neiging beantwoord werd. Peinzend begaf de heer Rheeve zich naar het buffet en peinzend verfrischte hij zich met een mengsel van rijnwijn en spuitwater. Hij gevoelde volstrekt geen berouw, hij be trapte zich zelfs, toen hij op zijn horloge keek, op den wensch het laatste half uur nog ee«s door te maken. Vreemd, boosheid maakt toch in den regel den mensch niet mooier, maar zij zag er in dien toestand nog veel liever uit dan anders. En «et de onbestemde gedachte dat hij haar gaarne nog eens boos zou wilen zien, stond hij op en slenterde weer naar de balzaal. Freule Amy danste, kalm en bedaard, en haar cavalier zette een gezicht alsof hij niet wist wat hij zeggen zou. Frank leunde gemakkelijk tegen den post van de deur en volgde haar met de oogen; zjj verwaardigde hem met geen blik. Haar danser was klaar blijkelijk au bout de son latin. en toen de muziek ophield bracht hij haar, zoo spoedig de beleefdheid het veroorloofde, naar haar plaats en maakte zich met een zucht van verlichting uit de voeten, in 't voorbijgaan Rheeve de belangwekkende mededeeling doende, dat freule van Duren vermoedelijk te nauwe schoentjes aanhad, want dat ze ofschoon daaronder, van wege de beschaving, nog heel wat andere ziekten heencben. Teringlijders trouwen dat het zoo kraakt, en al trekken de betrokken belanghebbenden soms voor een oogenblik een bedenkelijk gezicht, zij lachen later toch al weer hartelijk als zij kooren of lezen dat een boer nog eer den veearts bij zijne koe dan den dokter bij zijn dochter laat halen. Een menschenstamboek, dat is wat we noodig hebben, haast even erg, ja meer nog, dan kinder voeding en kindertchoeisel. Men zou des noods voor de administratiekosten iets in rekening kunnen brengen. Ik beveel mijne overpeinzingen op d« kattententoonstelling beleefdelijk aa:i in de overweging van onze sociale hervormers, die ook hier wel maatregelen van controle zullen weten uit te denken evenals tegen luiheid, onwil, enz. Om nu op de tentoonstelliag zei veterug te komen moet ik zeggen, dat ze mij weinig bevredigde. Wij hadden vroeger in het circus een clown gehad met een gamma katten, zooals men nu nog wel in de winkels gamma's van porceleinen hondjes kan zien, zoo van klein oplo-opend tot grooter. Die clown van ons had zoo'n gamma van levende katten en katjes, die voor een scherm zaten, terwijl hunne staarten daarachter in klemmen waren gekneld. Daar maakte hij dan heel aar dige muziekstukjes mede, door in die klemmen van het blad, deed hij ? het te knijpen, zoodat de beesten miauwden van de pijn. Zoo'n aardigheid had ik hier nu ook verwacht '? want het publiek liep er bij ons hard mee weg, omdat het dacht, dat de beesten het uit liefhebberij deden maar hier was niemendal aardigs. HCD alleraardigste was nog, die Egyptische mummiekatten; maar ik moet erkennen, dat als men mij verteld had dat het Egyptische menschen waren in plaats van katten, dan had ik het ook .geloofd, want wat weet ik er nu van hoe een mensch in 4000 jaar veranderen kan. En het allernaarste was de «zwaarste kater", een ontaarde zoon van zijn krijgshaftig geslacht. Tot mijn genoegen merkte ik op dat het schoone geslacht hem al even weinig aandacht waardig keurde als eea vastbesloten ouden vrijer! Als er geen muziek van den heer Coenen was geweest, zou het er stil zijn geweest als in een doofstommeninstituut, want de katten zwegen het woord miauw" in alle talen. De aienschen verveelden hen, men kon het de arme dieren aanzien. Toch waren zij soms bedrij via; genoeg en wier pen het zaagsel met de voorpooien door de tra lies, dat de mensshen met een vies gezicht weg liepen. Het werd gelukkig 5 uur, want door de vele bezoekers er moeten er wel 3000 ge weest zijn bedierf de atmosfeer een weinig. Meneer van Kesteren zal heel wat weg te ruimen gehad hebben. AUGUST. Kunst en Letteren. TOONEEL TE AMSTERDAM. Salon des Varietéa. Hy ivüniet trouwen. (roede getuigen. Oaze Vader., ||s Tivoli. Zonder vrouw op reis. ^ ^ .,.;| ,f]j , i& Ri/j wil niet trouwen is een dramatische schets uit bet Noorsch van Otto M. Möller door W. G. Meuwenkamp. Zij is een grappige kleine meid, die zich in het hoofd hoeft gezet, dat zij niet gedivongen wil worden tot een huwelijk, en die nu alle jongelui, door hare ouders aan haar voor gesteld, voor huwelijkspretendenten houdt, en allen veroordeelt tot een blauwtje. Hij is een knappe jongen, die haar eerlijk liefheeft, en zij mag hem wel lijden maar zij wil niet gedwon gen worden en rnoet hem dus bedanken. Hij re deneert echter anders : als zij hem afwijst legt ze zichzelf dwang op, en dat raag zij niet doen, want zij wil niet gedwongen worden, ergo moet zij heai geen mond opendeed, waarop Frank ant woordde, dat dit inderdaad het geval was, zij had het hem in een vertrouwelijk oogenblik verteld. Hij vestigde zijn aandacht weer op de beleedigde schoone. Zij was wat bleek en staarde op haar waaier; eensklaps keek zij op, hunne oogen ontmoetten elkaar en zij wierp hem een bitterboozen blik toe. En hij? Sloeg hij de oogen neer of keek hij haar smee kend aan? Neen, hij glimlachte, de onmenseh, waarlijk, hij durfde nog tegen haar te glimlachen! Wat was de volgende dans ? hij keek op zijn boekje een wals, geen naam er achter. En daar speelde de muziek al de introductie van denKusswalzer!0,wonderbare beschikking van het noodlot! Een jongensachtige lust om haar te plagen kwam in hem op; het duiveltje der brutaliteit stootte hem aan en siste hem in het oor en drong hem voor uit. Kalm liep hij de zaal door en maakte een buiging terwijl hij zei: »freule ran Duren, mag ik het genoegen hebben ?" Een oogenblik zat zij als verstomd; dat was te erg, dat was een onbeschaamdheid! Toen vloog het bloed haar naar de wan gen, zij wierp hem een blik toe, die een auder dan den heer Rheeve zou hebben vernietigd, en zei met een stem, die koud moest ziju maar trilde van verontwaardigiug:»Dank u,mij nheer,ik heb dezen dans bezet." Het duiveltje grinnikte en sprong van pleizier en stootte en duwde. »Dat spijt me verschrikkelijk, 't Is zoo'n heerlijke wals, freule, en ik zou haar zoo vreeselijk graag roet u willen dansen.'' Zij kon geen woord uitbrengen, zij was te verontwaardigd en kneep haar waaier tusschen de vingers dat het broze ding pijnlijk nemen. Mot. een beminnelijke naïviteit ziet'lt$j (fat adeUjk in, buigt h«*r ioofiije lot tem ?«? twt* vangt de» eersten kus. Het stukje is zoo eenvoudig, dat het ««t «en n»te van fijn gevoel meet gespeeld woeden, als waarover niet iedere actrice beschikken km. Mevr. Rössing wist bet zoo MUI te leggen dat men den juisten indruk ontving van het jonge meisje. Zjj speelde met overtuiging en het jonge meisje is daar juist vol van. Het is geen gril, die haar doet handelen, maar bepaald een wel wat grappige meening te goeder trouw opgevat. De heer Malherbe speelde voor den jouden Aanbidder op do hem eigen beschaafde wijze. Het is jammer, dat hij geen buigzamer stem heeft. Ook in het blijspel G-oede Getuigen van E. Mallachow en O. Eisaier, uit het Duitsch (niet smet teloos) vertaald door den heer v. d. Heuvel, tra den mevr. Eössing en de heer Mallierbe op. De eerste nu als een onhandelbaar wichtje, dat haar brood moet verdienen als gouvernante of gezel schapsjuffrouw en om de drie maanden weder voor hare tante staat met een behuild gezicht, en een ergen honger, met de beste voornemens en be loften voor de toekomst en een paar zonnige oogen, waaraan tante geen weerstand kan bieden. De zonnige oogen en, als zy haar honger gestild heeft, haar vroolijke lach doen haar ten slotte nog het hart veroveren van den heer Reimsfeld, die gelukkig fortuin genoeg bezit om baar vol doende te voeden. Daar de heer Malherbe voor Reimsjeld speelde, waren deze beide rollen zeer goed bezet. Mej. Beukers, die als barones von Seldcnüz op trad, heeft mij we Ier in mijne meening versterkt, dat zij vooral geschikt is v jor het bedaarde genre, der saloustukken. Iii Haar zuster muiiüte zy uit als het kalme jonge huismoederrje, ia Q-oede ge tuigen maakte zij van de barones een type, als weinige harer kunstzusters zouden geleverd heb ben. Zij zou in deze rollen meer optredende, wel licht een tweede Mevrouw de Vries worden en daar mogen wij blijde mee zijn, want het t oone l in Am sterdam kan een dergelijke artiste besi gebruiken. Ook de heer Pilger muntte door z^jn spel uit; zijn uiterlijk had echter wel een tee je ten pre dikant mogen verraden. Mevrouw Huyzers-Rosenveldt is steeds zeer nauwkeurig; mej. Mounier is wat stijf, naar mijn zin. Donderdag-avond werd Ik wil niet trouwen, vervangen door Onze Vader (Ie pater), de aan doenlijke schets van Francois Coppée, waarvan w\j een paar maanden geleden een vertaling gaven. Men zal zich herinneren, dat voorgesteld wordt hoe een jeugdig geestelijke door de communemannen als guzelaar in hechtenis genomen en ge fusilleerd is. Zijne zuster, die h*d gedroomd haar geheele leven aan hem te wydeu, is wanhopig. Zij heeft haar Geloof, het hoogste goed dat zij bezat, verloren. Zij vloekt de moordenaars en als zij de schoten hoort van de troepen, die op de commune-mannen jacht maken, juiclit zij. Zij zou ze aan willen voeren en bij eiken oproerling die viel, hem den moord op haar broeder verwijtea. De woorden van den pastoor, die haar bezoekt hebben weinig vat op haar; als hij kaar aanraadt te bidden, blijkt dat ook dit haar onmogeu^k is. H«t Onze Vader" met 6e woorden vergeef ons onze schulden, gelijk wij vergeven onzen schul denaren" wil haar niet over de lippen. Zij be grijpt, dat elk woord, wat z\j zegt, oen leugen is. Daar stormt een communeman hare woning binnen. De troepen achtervolgen hem. Hij vraagt een schuilplaats. Dan komt al haar haat terug, z\j wil hem op straat terugdrijven, hem volgeu en het uitschreeuwen tot het volk, tot de soldaten, dat hij een moordenaar is. Eerst smeekt de vluchteling om redding, dan berust hij in zijn lot, maar hij wil haar dit aeggen: dat alle priesterpraat, alle vroomheid bedrog is, als zelfs de zuster van een geestelijke een om hulp smeekende verstoot. DO vertoornde vrouw herinnert zich dan het leven van haar gevallen broeder, zijn zelfopoffe ring, de kracht van zijn geloof en zg reikt den vluchteling de oude kleeding van en jongen kraakte. En hij keek haar aan met een zeer genoeglijk gezicht en een uitdrukking in zijn oogen, die veel op bewondering ge leek en haar de hare voor een oogenbiik deed neerslaan. »Zou de gelukkige rechthebbende misschien genegen zijn oui in een transactie te treden," ging hij doodbedaard voort, alsof het de natuurlijkste zaak der wereld gold, »als u zoo goed wilde zijn, me te zeggen, wie .. .'' Maar ik zou daartoe niet genegen zijn, mijnheer Rheeve," zei freule Amy koel en beslist, en gaf hem met een lichte hoofd buiging te kennen dat zij het gesprek als geëindigd weniechte te beschouwen. 3>Dan schiet me niets anders over dan te trachten 't mij opgelegde kruis zoo licht mo gelijk te maken", besloot de heer Rheeve, volstrekt niet uit het veld geslagen: »wals prettig, freule", en daarmee verliet hij haar om naar een meisje uit te kijken dat hem daarin behulpzaam zou willen zijn Hij had haar niet weer gesproken, freule Amy was spoedig heengegaan. Ea toen zij in de eenzaamheid van haar slaapkamer voor haar toiletspiegel zat, beschouwde zij, een opzettelijk met dat doel aangestoken kaars in de hoogte houdende, nieuwsgierig het plekje tusschen hals en schouder, dat zijn lippen hadden aangeraakt en voelde eenige verwondering, dat zij er niets bijzonders aan zag. En daarop bloosde zij en glimlachte, ja, glimlachte juist zoo als de heer Rheeve den volgenden morgen zou glimlachen. Maar toen zij haar spiegelbeeld z»g glimlachen, bloosde zij nog meer en toen haar vis-a-vis in den spiegel dientengevolge rose werd tot in den hals, werd zij boos op zichzelf en sliep in met de overtuiging, dat hij zich hoogst ongepast ge dragen had en zij het hem seer kwalijk nam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl