Historisch Archief 1877-1940
.Van Hierop. Mr. Willeumier zon
> «iweesie behouden en ia 1910de
B tot eigen-èxploitatie. Dat de
Maatweigeren sommige hmar opgelegde
ie te nemen en de gemeente
rekening moest doen
(naiuuriHes) vond d«Ée spreker «ene zeer
j. Maar Mr. De Vries bracht
liet oog dat de commissie ad hoc een
den Raad gekregen had, waarnaar
gedragen en nu had zij, in verband
rende concessie, waardoor de
was, zooveel voordeelen
poals maar mogelijk was. Doch
overeenkomst minstens tusschen
gesloten wordt, kan ne partij
niet opnemen wat zij verkiest. Zeker
had óók nog meer gunstige
bepade gemeente gevraagd, maar was
eetuit op den onwil der A. O. M. En
Dier vond dat het een onaangenamen
t «p hem had gemaakt, dat dit onderwerp
Te vergadering van aandeelhouders der
was behandeld en aangenomen onder
j dat dit nu ook het uiterste was
e Mij. zou zijn te bewegen; dan
autj. De Vries: Maar daardoor zijt ge
vrijheid belemmerd! Integendeel we
.i-veel vrijer in onze redeneeringen. De
ia na gebonden, en wij, wij kunnen
de voordeelen eens bespreken, die de
l door deze overeenkomst geniet, wat ik
'ng der A. O. M. niet graag zou
Vries, ik maak u mijn compliment!
, een t roef boer l En ik denk dat Schadd
> zijn Plantaadje-Middellaan zal zitten
luj zich zóó heeft laten verschalken.
schijnt toch nog zoo slim niet te
_ $r uitziet, dat hij die voordeelen voor
ate eerst gewaar wordt uit de openbare
den Baad! En gij, mr. Willeumier!
lieber Fxeundl Denk er aan:
t's auch, bricht's doch nicht.
atVauch, bricht's nicht mit dir!)
knnircn w«, vervolgde mr. De Vries,
zooeoacessie aangenomen is, naasten
wanwillen, niet alleen om de lijnen zelf te
maar ook om die aan derden in
af te staan, in het laatste geval
moeechter een ietsje meer betalen. Eu de
feepaling, door mr. Willeumier bedoeld:
moest niet vergeten dat die bepaling
r een voordeel was voor de gemeente.
(veeg het recht, aan de Maatschappij zekere
\1e leggen wat zij nu niet had
Mij. weigerde, dan behoefde de
geze niet zelve te exploiteeren, de (noodig
"de) lijnen konden dan wegblijven of de
» kon er concessie voor geven aan
anMaar die anderen zullen er nooit zijn
lijnen die zelfs de A. O. M. niet hebben
T*p*n de heeren Willeumier en Muijsken,
aan bod.
Beras was van oordeel dat het rapport
lissie een chaos was, waaruit hij althans
kan worden, en Z.E.A. stelde nog eene
*an amendementen voor, waardoor de zaak
BOg meer menschen dan Dr. Berns
chaoap
a'ls
Van Hall vond dat de overeenkomst
leek dan zij was en vond de voordeelen
gekocht. In 't voorbijgaan bracht hij een
van hulde aan den heer Sanders, voor
energie en volharding.
Jitta Sr. zocbt de oorzaak van de
tegen de A. O. M. in haren bloei
is zijn meening uit, dat de gemak- en
Ettertjes spoedig evenveel vijanden
zoubebben, als zij het maar net zoo druk
:en dacht dat de commissie onder
sugvan de A. O. M. was geraakt, maar
Van Nierop verzekerde, dat daar lui onder
die niet zoo gemakkelij k te hypnotiseeren
waBr wordt veel geklaagd over de A. O.M., en
een witten schouder en een poezelen
?Info. Ja, de verzoeking was te groot en
hij er zich zelf rekenschap van kon
, raakten zijn lippen zacht, heel zacht
blanke huid.
Ka de heer Rheeve zich dat oogenblik
voor den geest roept, laat hij zich in
stoel vallen en doet de oogen dicht en
ilacht.
Freule Amy was nog een oogenblik bl
ijzitten, ssoodat eene plotselinge
gemoedsbeklemming, geboren uit schrik over zijn
URBfmetelheid, reeds begon te wijken. Maar
vloog ze op en stond tegenover hem,
gloeiende wangen en fonkelende oogen.
»Mijnheer!"
Hij keek haar aan en zei niets. Hij ge
lde niet den minsten angst of
verlegenJttid meer, hij bedacht alleen, dat zij er nog
nooit zoo aantrekkelijk had uitgezien als nu
'in haar toorn. Verduiveld wat stond haar
ent goed ! En hij keek nog ettelijke secon
n tot hij begreep, dat hij toch iets zeggen
.noest.
Frank Rheeve had den naam een brutaal
teer te zijn en 't was waar, hij durfde meer
zeggen dan een ander, maar hij zeide 't op
een manier, die zijn brutaliteit tot een pret
tige eigenschap maakte. En ook nu stootte
bet duiveltje hem aan ze zag er zoo lief
«ft. met dat booze gezichtje.
. »Freule," zei hij, met zijn gewone
gemaktotijkheid en met een overtuigenden klank
in zijn stem, »u moet dat niet zoo hoog op
nemen. Ik kon 't heusch niet helpen, 't was
«en dwaling van me, dat erken ik, maar
«em zeer menschelijke en zeer vergeeflijke
dwaling. »Leid ons niet in verzoeking" staat
m den...."
Ook dat nog! Dat was te veel!
spreker achtte zich niet geroepen voor haar op
de bies te springen, maar mooie gebouwen, die
de plaateen waar zij stonden tot sieraad strek
ten bad zij gebouwd, dat moest hij toch zeggen.
Wat eigen exploitatie betreft, mr. v. Nierop heeft
vertrouwen in B. en W., in den Rand, in de
oomrnisêie, m d« stedelijk ambtenaren, in ieder
een, behalve in de stadspaarden. Die stadspaar
den (bij de reiniging) eten wel driemaal zooveel
als de paarden van de A. O. M. (Die beesten
denken zeker ook: 't Kan beter van een stad
dan van een dorp! Paarden word en ook slim
tegenwoordig.)
Nadat de heer Willeumier zich nog beklaagd
had over de fiolen vol toorn en humor die mr.
De Vries over zijn (W's.) hoofd had uitgestort,
werd de vergadering geschorst tot a. s. Woens
dag. Dan zal het klaar, al zou het een zitting
zijn van 21 dagen en als er een vertegenwoor
diger van A. O. M. op de tribune is, dan zal
men op zijn gezicht kunnen lezen, wed ik:
Er zahlt die Haupter seiner Lieben,
Und sieh, es fehlt kein theures Haupt.
NEMO.
AUGUST DE DOMME OP DE
KATTENTENTOONSTELLING.
Ik had al veel gezien in mijn leven, maareen
kattententoonstelling nog nooit. Toen ik dan
ook hooide van de paniek, die er in de
muizenen rattenwereld alhier was uitgebroken naar aan
leiding van deze eerste poging in Nederland ter
veredeling van het kattenras, stond mijn besluit
vast: al mocht de circus in brand staan of al
was er kindervoorstelling, waarbij anders mijne
tegenwoordigheid onmisbaar is, ik moest en zou
naar de katteutentoonstelling!
Ik ben er dan ook geweest en ik moet zeg
gen : ik begrijp die ratten en muizen niet, om
daar zich bang voor te maken. Er wordt niet
eens een behoorlijk stamboek van de katten bij
gehouden althans het lag er niet en wat
moet het dan met de veredeling van het ras
geven als men niet een beetje voorzichtig met de
keuze der oude lui is, vooral bij de in dit op
zicht zoo onverschillige dieren als katten.
Als katten?!... Toen ik daar zoo door die
dichte riien 50 cents bezoekers en bezoeksters
liep want ik ben natuurlijk eeret laat gegaan
en daar verscheidene bleeke wangen door een
kunstmatig roosje bedekt zag en menigen jeugdigen
grijsaard met onnatuurlijk vlammende blikken
naar de katten zag kijken, toen kon ik de ge
dachte niét onderdrukken, dat de mensen, die
zich met de veredeling van alle mogelijke dingen
bezig houdt, met die van het rundvee, van paar
den, van honden, van volksvennaken zelfs
toch ook wel eens een beetje aan den balk in
het eigen oog mocht gaan denken. Want den
kat knuppelen" doen we wel niet meer, maar
hem in het donker knijpen, heere bewaar me
mij zelf niet te na gesproken!
Van den menscb, het edelste wat de mensch
tot nogtoe op deze wereld heeft weten te ont
dekken, van dien mensch zelf bestaat ook nog
niet eens een stamboek, behalve van de sol
daten.
En wat kan ons toch nader aan het hart lig
gen dan ons eig«n nageslacht! En we doen er
letterlijk niets voor dan dat we zorgen, dat het
er komt, zonder te vragen, hoe? We lachen er
zelfs om als de Schoolmeester OHs'vertelt dat bet
is een mislijk aaklig nageslacht, met kwik be
vracht".
Doe mij een pleizier!...
We hebben een burgerlijken stand met een
bevolkingsregister, zoo puik, puik ingericht, dat
de deurwaarders van de belasting je aan het
eindje der wereld vinden kunnen. Maar een
conduitelijst houden we er niet op na!
Onze zonen en dochters trouwen met volmaakt
onbekende wezens, terwijl we van onze koeien
nauwkeurig onderzoeken of de grootvaders of
grootmoeders misschien ook een soupfomwtje van
klauwzeer of parelziekte hebben gehad; maar
voor ons eigen geslacht komt het er niet op aan,
»Wil u me naar mijn plaats brengen, mijn
heer ?"
Goddelijk was ze, met dat air! De heer
Rheeve liet niet spoedig den moed zinken.
»Maar hoor toch eens, freule van Duren,
geef me de gelegenheid...."
»Ik zal alleen moeten gaan,'' zei freule
Amy en wendde zich naar de deur.
Dat kon niet en er schoot dus niets an
ders over, dan haar den arm te bieden en
zwijgend naar haar plaats te brengen, waar
zijn buiging met een uiterst koele neiging
beantwoord werd.
Peinzend begaf de heer Rheeve zich naar
het buffet en peinzend verfrischte hij zich
met een mengsel van rijnwijn en spuitwater.
Hij gevoelde volstrekt geen berouw, hij be
trapte zich zelfs, toen hij op zijn horloge
keek, op den wensch het laatste half uur
nog ee«s door te maken. Vreemd, boosheid
maakt toch in den regel den mensch niet
mooier, maar zij zag er in dien toestand
nog veel liever uit dan anders. En «et de
onbestemde gedachte dat hij haar gaarne
nog eens boos zou wilen zien, stond hij op
en slenterde weer naar de balzaal.
Freule Amy danste, kalm en bedaard,
en haar cavalier zette een gezicht alsof hij
niet wist wat hij zeggen zou. Frank leunde
gemakkelijk tegen den post van de deur en
volgde haar met de oogen; zjj verwaardigde
hem met geen blik. Haar danser was klaar
blijkelijk au bout de son latin. en toen de
muziek ophield bracht hij haar, zoo spoedig
de beleefdheid het veroorloofde, naar haar
plaats en maakte zich met een zucht van
verlichting uit de voeten, in 't voorbijgaan
Rheeve de belangwekkende mededeeling
doende, dat freule van Duren vermoedelijk
te nauwe schoentjes aanhad, want dat ze
ofschoon daaronder, van wege de beschaving, nog
heel wat andere ziekten heencben.
Teringlijders trouwen dat het zoo kraakt, en
al trekken de betrokken belanghebbenden soms
voor een oogenblik een bedenkelijk gezicht, zij
lachen later toch al weer hartelijk als zij
kooren of lezen dat een boer nog eer den veearts
bij zijne koe dan den dokter bij zijn dochter
laat halen.
Een menschenstamboek, dat is wat we noodig
hebben, haast even erg, ja meer nog, dan kinder
voeding en kindertchoeisel. Men zou des noods
voor de administratiekosten iets in rekening
kunnen brengen.
Ik beveel mijne overpeinzingen op d«
kattententoonstelling beleefdelijk aa:i in de overweging
van onze sociale hervormers, die ook hier wel
maatregelen van controle zullen weten uit te
denken evenals tegen luiheid, onwil, enz.
Om nu op de tentoonstelliag zei veterug te komen
moet ik zeggen, dat ze mij weinig bevredigde. Wij
hadden vroeger in het circus een clown gehad
met een gamma katten, zooals men nu nog wel
in de winkels gamma's van porceleinen hondjes
kan zien, zoo van klein oplo-opend tot grooter.
Die clown van ons had zoo'n gamma van levende
katten en katjes, die voor een scherm zaten,
terwijl hunne staarten daarachter in klemmen
waren gekneld. Daar maakte hij dan heel aar
dige muziekstukjes mede, door in die klemmen
van het blad, deed hij ? het te knijpen,
zoodat de beesten miauwden van de pijn.
Zoo'n aardigheid had ik hier nu ook verwacht
'? want het publiek liep er bij ons hard mee
weg, omdat het dacht, dat de beesten het uit
liefhebberij deden maar hier was niemendal
aardigs.
HCD alleraardigste was nog, die Egyptische
mummiekatten; maar ik moet erkennen, dat als
men mij verteld had dat het Egyptische
menschen waren in plaats van katten, dan had ik
het ook .geloofd, want wat weet ik er nu van
hoe een mensch in 4000 jaar veranderen kan.
En het allernaarste was de «zwaarste kater",
een ontaarde zoon van zijn krijgshaftig geslacht.
Tot mijn genoegen merkte ik op dat het
schoone geslacht hem al even weinig aandacht
waardig keurde als eea vastbesloten ouden
vrijer!
Als er geen muziek van den heer Coenen was
geweest, zou het er stil zijn geweest als in een
doofstommeninstituut, want de katten zwegen
het woord miauw" in alle talen. De aienschen
verveelden hen, men kon het de arme dieren
aanzien.
Toch waren zij soms bedrij via; genoeg en wier
pen het zaagsel met de voorpooien door de tra
lies, dat de mensshen met een vies gezicht weg
liepen. Het werd gelukkig 5 uur, want door
de vele bezoekers er moeten er wel 3000 ge
weest zijn bedierf de atmosfeer een weinig.
Meneer van Kesteren zal heel wat weg te
ruimen gehad hebben. AUGUST.
Kunst en Letteren.
TOONEEL TE AMSTERDAM.
Salon des Varietéa. Hy ivüniet trouwen.
(roede getuigen. Oaze Vader., ||s
Tivoli. Zonder vrouw op reis. ^ ^ .,.;| ,f]j , i&
Ri/j wil niet trouwen is een dramatische schets
uit bet Noorsch van Otto M. Möller door W. G.
Meuwenkamp. Zij is een grappige kleine meid,
die zich in het hoofd hoeft gezet, dat zij niet
gedivongen wil worden tot een huwelijk, en die
nu alle jongelui, door hare ouders aan haar voor
gesteld, voor huwelijkspretendenten houdt, en
allen veroordeelt tot een blauwtje. Hij is een
knappe jongen, die haar eerlijk liefheeft, en zij
mag hem wel lijden maar zij wil niet gedwon
gen worden en rnoet hem dus bedanken. Hij re
deneert echter anders : als zij hem afwijst legt ze
zichzelf dwang op, en dat raag zij niet doen, want
zij wil niet gedwongen worden, ergo moet zij heai
geen mond opendeed, waarop Frank ant
woordde, dat dit inderdaad het geval was,
zij had het hem in een vertrouwelijk
oogenblik verteld.
Hij vestigde zijn aandacht weer op de
beleedigde schoone. Zij was wat bleek en
staarde op haar waaier; eensklaps keek zij
op, hunne oogen ontmoetten elkaar en zij
wierp hem een bitterboozen blik toe. En hij?
Sloeg hij de oogen neer of keek hij haar smee
kend aan? Neen, hij glimlachte, de
onmenseh, waarlijk, hij durfde nog tegen haar
te glimlachen!
Wat was de volgende dans ? hij keek op
zijn boekje een wals, geen naam er achter.
En daar speelde de muziek al de introductie
van denKusswalzer!0,wonderbare beschikking
van het noodlot! Een jongensachtige lust
om haar te plagen kwam in hem op; het
duiveltje der brutaliteit stootte hem aan en
siste hem in het oor en drong hem voor
uit. Kalm liep hij de zaal door en maakte
een buiging terwijl hij zei: »freule ran
Duren, mag ik het genoegen hebben ?"
Een oogenblik zat zij als verstomd; dat
was te erg, dat was een onbeschaamdheid!
Toen vloog het bloed haar naar de wan
gen, zij wierp hem een blik toe, die een
auder dan den heer Rheeve zou hebben
vernietigd, en zei met een stem, die koud
moest ziju maar trilde van
verontwaardigiug:»Dank u,mij nheer,ik heb dezen dans bezet."
Het duiveltje grinnikte en sprong van
pleizier en stootte en duwde.
»Dat spijt me verschrikkelijk, 't Is zoo'n
heerlijke wals, freule, en ik zou haar zoo
vreeselijk graag roet u willen dansen.''
Zij kon geen woord uitbrengen, zij was te
verontwaardigd en kneep haar waaier
tusschen de vingers dat het broze ding pijnlijk
nemen. Mot. een beminnelijke naïviteit ziet'lt$j (fat
adeUjk in, buigt h«*r ioofiije lot tem ?«? twt*
vangt de» eersten kus.
Het stukje is zoo eenvoudig, dat het ««t «en
n»te van fijn gevoel meet gespeeld woeden, als
waarover niet iedere actrice beschikken km. Mevr.
Rössing wist bet zoo MUI te leggen dat men den
juisten indruk ontving van het jonge meisje. Zjj
speelde met overtuiging en het jonge meisje is
daar juist vol van. Het is geen gril, die haar doet
handelen, maar bepaald een wel wat grappige
meening te goeder trouw opgevat. De heer
Malherbe speelde voor den jouden Aanbidder op do
hem eigen beschaafde wijze. Het is jammer, dat
hij geen buigzamer stem heeft.
Ook in het blijspel G-oede Getuigen van E.
Mallachow en O. Eisaier, uit het Duitsch (niet smet
teloos) vertaald door den heer v. d. Heuvel, tra
den mevr. Eössing en de heer Mallierbe op. De
eerste nu als een onhandelbaar wichtje, dat haar
brood moet verdienen als gouvernante of gezel
schapsjuffrouw en om de drie maanden weder voor
hare tante staat met een behuild gezicht, en een
ergen honger, met de beste voornemens en be
loften voor de toekomst en een paar zonnige
oogen, waaraan tante geen weerstand kan bieden.
De zonnige oogen en, als zy haar honger gestild
heeft, haar vroolijke lach doen haar ten slotte
nog het hart veroveren van den heer Reimsfeld,
die gelukkig fortuin genoeg bezit om baar vol
doende te voeden. Daar de heer Malherbe voor
Reimsjeld speelde, waren deze beide rollen zeer
goed bezet.
Mej. Beukers, die als barones von Seldcnüz op
trad, heeft mij we Ier in mijne meening versterkt,
dat zij vooral geschikt is v jor het bedaarde genre,
der saloustukken. Iii Haar zuster muiiüte zy uit
als het kalme jonge huismoederrje, ia Q-oede ge
tuigen maakte zij van de barones een type, als
weinige harer kunstzusters zouden geleverd heb
ben. Zij zou in deze rollen meer optredende, wel
licht een tweede Mevrouw de Vries worden en daar
mogen wij blijde mee zijn, want het t oone l in Am
sterdam kan een dergelijke artiste besi gebruiken.
Ook de heer Pilger muntte door z^jn spel uit;
zijn uiterlijk had echter wel een tee je ten pre
dikant mogen verraden.
Mevrouw Huyzers-Rosenveldt is steeds zeer
nauwkeurig; mej. Mounier is wat stijf, naar mijn
zin.
Donderdag-avond werd Ik wil niet trouwen,
vervangen door Onze Vader (Ie pater), de aan
doenlijke schets van Francois Coppée, waarvan w\j
een paar maanden geleden een vertaling gaven.
Men zal zich herinneren, dat voorgesteld wordt
hoe een jeugdig geestelijke door de
communemannen als guzelaar in hechtenis genomen en ge
fusilleerd is. Zijne zuster, die h*d gedroomd haar
geheele leven aan hem te wydeu, is wanhopig.
Zij heeft haar Geloof, het hoogste goed dat zij
bezat, verloren. Zij vloekt de moordenaars en als
zij de schoten hoort van de troepen, die op de
commune-mannen jacht maken, juiclit zij. Zij zou
ze aan willen voeren en bij eiken oproerling die
viel, hem den moord op haar broeder verwijtea.
De woorden van den pastoor, die haar bezoekt
hebben weinig vat op haar; als hij kaar aanraadt
te bidden, blijkt dat ook dit haar onmogeu^k is.
H«t Onze Vader" met 6e woorden vergeef
ons onze schulden, gelijk wij vergeven onzen schul
denaren" wil haar niet over de lippen. Zij be
grijpt, dat elk woord, wat z\j zegt, oen leugen is.
Daar stormt een communeman hare woning
binnen. De troepen achtervolgen hem. Hij vraagt
een schuilplaats. Dan komt al haar haat terug,
z\j wil hem op straat terugdrijven, hem volgeu en
het uitschreeuwen tot het volk, tot de soldaten,
dat hij een moordenaar is.
Eerst smeekt de vluchteling om redding, dan
berust hij in zijn lot, maar hij wil haar dit
aeggen: dat alle priesterpraat, alle vroomheid bedrog
is, als zelfs de zuster van een geestelijke een om
hulp smeekende verstoot.
DO vertoornde vrouw herinnert zich dan het
leven van haar gevallen broeder, zijn zelfopoffe
ring, de kracht van zijn geloof en zg reikt den
vluchteling de oude kleeding van en jongen
kraakte. En hij keek haar aan met een
zeer genoeglijk gezicht en een uitdrukking
in zijn oogen, die veel op bewondering ge
leek en haar de hare voor een oogenbiik
deed neerslaan.
»Zou de gelukkige rechthebbende misschien
genegen zijn oui in een transactie te treden,"
ging hij doodbedaard voort, alsof het de
natuurlijkste zaak der wereld gold, »als u
zoo goed wilde zijn, me te zeggen, wie .. .''
Maar ik zou daartoe niet genegen zijn,
mijnheer Rheeve," zei freule Amy koel en
beslist, en gaf hem met een lichte hoofd
buiging te kennen dat zij het gesprek als
geëindigd weniechte te beschouwen.
3>Dan schiet me niets anders over dan te
trachten 't mij opgelegde kruis zoo licht mo
gelijk te maken", besloot de heer Rheeve,
volstrekt niet uit het veld geslagen: »wals
prettig, freule", en daarmee verliet hij haar
om naar een meisje uit te kijken dat hem
daarin behulpzaam zou willen zijn
Hij had haar niet weer gesproken, freule
Amy was spoedig heengegaan. Ea toen zij
in de eenzaamheid van haar slaapkamer voor
haar toiletspiegel zat, beschouwde zij, een
opzettelijk met dat doel aangestoken kaars
in de hoogte houdende, nieuwsgierig het
plekje tusschen hals en schouder, dat zijn
lippen hadden aangeraakt en voelde eenige
verwondering, dat zij er niets bijzonders aan
zag. En daarop bloosde zij en glimlachte,
ja, glimlachte juist zoo als de heer Rheeve
den volgenden morgen zou glimlachen. Maar
toen zij haar spiegelbeeld z»g glimlachen,
bloosde zij nog meer en toen haar vis-a-vis in
den spiegel dientengevolge rose werd tot in den
hals, werd zij boos op zichzelf en sliep in met de
overtuiging, dat hij zich hoogst ongepast ge
dragen had en zij het hem seer kwalijk nam.