Historisch Archief 1877-1940
rija eigen «cliitteiwid*
vaa rifn meisjes, en mijnheer
tevKdm. Trotsch als hij was
overwinning, kon hjj bet
«, zoo pa en dan zijn hart eens lucht
t over de goedheid van mijnheer, en de
van de vorige knechts, die met d$n
konden omgaan, en zoo antwoordde hij,
zijner kennissen zeide, dat hij zeker
opslag van loon zou krijgen, als de
* *x> uitermate vriendelijk voor hem was:
tj- onder ons gezeid, daar kan ik wel zoo'n
«rekenen ; ik -heb al zoowat kunnen
t m'neer de B'ron daar wel plan op
d opdat denkbeeld gebracht zijnde,werkte
verder uit en den daaropvolgenden
Zailddag, toen hij weer naar gewoonte aan
barken was, had hij, wakend, weer een
"en droom.
liet hem roepen. Hij werd
binnenge«n stond met zijn pet in de hand in de
yan mijnheer's kamer. Mijnheer zat aan
t schrijftafel en keerde zich om, toen hij Janus
t
vrind, ik heb je laten roepen ; ik moetje
t .spieken."
?H je dienst, m'neer de B'ron."
bent nu al ruim. drie maanden in mijn
net zooals meneer zeit, ruim drie maanden."
bevalt het je hier nogal, hè?"
best meneer; ik hoop dat meneer ook over
«reden is?"
Janus, ik moet je zeggen, ik heb al veel
BChts in den laatsten tijd gehad, maar geen
de anderen heeft het zoolang bij me
uitaden als jij."
meneer, ik hoop, dat het zoo blijven
ben ik niets bang voor; ik zie wel, je
netjes en ijverig, dus zal 't wel gaan. En
, nog al goed rondkomen met hetgeen je
me verdient?"
tn'neer, ochf ik heb geen groote
huishouweet, drie dochters heb ik, knappe
meizeg ik het zelf, die den boel knapjes en
in orde houwen, dat scheelt veel."
dus die doen ook hun best, net als hun
Komaan, dat mag ik hooren."
meneer, niet dat ik mijn eigen kinders
wil, maar kwiek en flink zijn ze."
7>* 3JT<e moet me eens met hen kennis laten maken.
ze gerust maar eens hier komen. Ze hebben
wel een spaarpot?"
meneer, wat zal ik u zeggen, bij zulke
rmenschen als wij zijn, komt dat niet veel
Ju, enfin, dat zal wel komen. Onthoud maar
wat ik je voorspel. Lui, die flink oppassen,
ik graag vooruit. Ik ga wel door voor een
mensen, maar "
Ml meneer, dat weet ik wel beter. Ik heb
'*>|pt altnd wel gezeid, ze kennen meneer niet, daar
'"'*?"? 3t hem in."
Janus. Ik ben blij dat ik iemand
geheb zooals jij, iemand, waar ik mijn
. gerust aan kan toevertrouwen. Dat is voor
; *eel waard. Je komt zeker je weekloon
onthe ? Komaan, dat is goed. Hier heb je
tij^ ewone portie en dft."
?" ' J0e Baron stond op, opende zijn portefeuille
^haalde er een bankje van ?25 uit, dat hij
?~~ in de hand stopte.
dit is voor je meisjes. Ze moeten er maar
mooien hoed of een mooi manteltje voor
5,r meneer de B'ron, dat durf ik waarlijk
nemen dat is veel te
ons, neem jij het maar gerust mee;
jedochnjogen wel eens wat van me hebben. Ga
laar gauw naar huis en maak ze eens blij."
mijnheer klopte hem als een goeden
kameop den schouder en duwde hem lachend de
uit.
'|j naar huis. Voor zijne woning stonden zijn
reeds op te wachten.
__»fio, Mantje, Truus, kom eens hier, kinders.
«al je toch nooit raden, wat ik hier voor
t In mijn zak heb".
Bn in zijn verbeelding liet hij ze al raden:
«Bloemenzaad!"
.
*aak
" ' »Wat lekkers".
»Ook niet".
»JSen buitenkansje gehad bij meneer?"
»Ja, maar jullie moet raden, wat i"
«Een gulden!"
- Zoover was hij met zijn blijspel gevorderd,
toen hij plotseling tot de werkelijkheid
teruggewerd door het luidruchtig geblaf van
den lievelingshond van den Baron, die
,en zijne beenen doorstoof, en bijna de
oorwerd, dat Janus met zijn neus dichter bij
<4e . bloemperken kwam dan wenschelijk was.
Niet wetend, dat de Baron zijne lieveling op den
Toet volgde, en uit zijn humeur, dat hij in zijn
?choonen droom zoo opeens gestoord werd, nam
bij zijn hark en gooide er den verstoorder zijner
illusiën mede, zoodat die zich luid jankend uit
de voeten maakte.
- Zeg, ik zou mijn handen thuis houwen, ho?"
klonk het achter hem. Verschrikt keerde hij zich
om en stond voor zijn meester, als een dief, die
Op heeterdaad betrapt wordt.
De Baron kwam pas van tafel en zag er met
hoogroode kleur, wit vest en hooge boorden
ontzagwekkend uit. Het vleesch was taai ge
weest en de aardappelen te flauv, dus had hij
«\jnen troost gezocht bij eenige extra glazen ec
langzamerhand 't gevoel gekiegen dat een vul
kaan hebben moet, eenige oogenblikken voordat
lüj vuur gaat spuwen. Op den kok kon hij zijn
toorn niet koelen, want die was toevallig niet in
de nabijheid. Zoo naderde de vulkaan den armen
Janus, die door eene noodlottige omstandigheid
, meehielp, het oogenblik van uitbarsting te
verIiaasten. Geen antwoord ontvangend op zijne
-Waarschuwing, herhaalde de Baron nog eens :
>Zeg, ik zou mijn handen thuis houwen, hè?"
*O, meneer de B'ron, ik ik w-wist
biet ik schrok zoo en
»Dan was je zeker niet aan je werk. En als
yj schrikt, "kan mijn hond dat dan helpen ? Mag
jij zoo doen met mijn hark en mijn hond?"
»Nee, p-pardon meneer, maar dat is ook
is ook anders mijn gewoonte niet "
>Je gewoonte niet. O zoo. Maar dat verkies
ik niet te gelooven. Maak dat een ander wijs.
En ik heb al lang gemerkt dat je in plaats van
aan je werk te btjjven op mijn tuinstoelen in
mijn prieel gaat, zitten, die zijn voor jou niet
gemaakt, begrepen ?"
»Maar m'nh?"
>Spreek me niet tegen. Brutaliteit komt hier
niet te pas. Je hebt er totaal geen begrip van
dat je hier in mijn tuin niet inag doen wat je
verkiest en dat verdraag ik niet langer. Je zit
den godgansehelijlcen dag in mijn prieel op mijn
tuinstoelen mijn kostbaren tijd te verbeuzelen en
je gooit met mijn hark naar mijn hond; dat
verkies ik niet langer "
De vulkaan moest weer adem scheppen. Janus
maakte van die gelegenheid gebruik ooi eene
verontschuldiging te stamelen, toen de baron hem
in de rede viel:
«Enfin, we begrijpen elkander, je past me
niet. Als de maand om is, kan je vertrekken.
Zulke ezels als jou kan ik niet gebruiken."
Voorloopig door zijne uitbarsting een weinig
opgelucht, stapte baron Van der Zande verder.
Daar stond onzo romanheld, als 't toonbeeld
van verbazing en wanhoop, 't Was hem, als
daalde er een nevel voor zijne oogen en het
ruischte hem in de ooren alsof er een zware
stortregen om hem heen neerviel.
O, schoone droom I
O, wreed ontwaken!
VOOR DAMES.
Mode. Drawing room. Historie
der mode. Grootmoeders.
Vrouwenonderwijs in Oostenrijk. Kamer
planten.
De mode is in zooverre aan 't goedkooper
worden, dat men niet meer bij ieder nieuw
costuum een nieuwen hoed noodigheeft. Voorzomer
en najaar zal men weer meer veeren dragen
dan de voorjaarshoeden vertoonen. De vogels heb
ben voor kapellen plaats gemaakt, die in alle
kleuren en in alle grootten, zelfs de onwaar
schijnlijkste bij geheele dozijnen worden aan
gebracht. Gouden torren, blauwe vliegen, spinnen,
komen hun. concurrentie aandoen; een hoed van
wit fluweel met een kleinen krokodil erop, uit
Parijs ontvangen, maakte dezer dagen gedurende
de Londensche season sensatie.
De mouw blijft het karakteristieke van het
costuum. Wie fluweel en pluche te warm yindt
voor den zomer, neemt zijde, surah, satijn, of ook
wel gitten netwerk, chenille of kant op een trans
parant van zijde. Een gevolg is, dat menjaijuettes
zonder mouwen gaat maken, daar dubbele hooge
mouwen elkander hinderen, en de mouw toch van
andere stof dan kleed of mantel genomen wordt.
De kleine gitten zomermanteltjes, bijna niet meer
dan een fichu, hebben ook in plaats van mouw
wel een paar gitten kettinkjes, die om den arm
vallen. In gouden of zilveren kralen draagt men
ze niet op straat, alleen in rijtuig.
*
# *
Voor de laatste drawing-room van koningin
Victoria zijn, gelijk wij meldden, eenige manteaux
de cour van gekleurd laken gereed gemaakt, maar
zij zijn niet gedragen. Het was een groote teleur
stelling voor de nienwigheidzoeksters die ze had
den laten gereed maken; toch is niemand naar
huis gestuurd, want men had den vorigen dag de
toestemming van de koningin laten vragen, en
deze had geweigerd ze toe te laten.
?»
* *
Figaro geeft bij zijn nummer van 10 Mei een
uitmuntend afgewerkt geïllustreerd supplement, de
mode in het vronwencostuum sedert 1700 voor
stellend. Een vijftigtal keurige figuren, niet naar
de overbekende historische schilderijen van
Josephine, Mad. Récamier, Marie Amélie. enz.
maar naar typische modeplaten genomen, geven
een overzicht van al de overdrijvingen der !
gance, die nu eens aan dit, dan aan dat deel van
de vrouwelijke verschijning grootere belangrijk
heid heeft toegekend. Men zou zeggen dat de
samensteller van het nummer een zekere voor
liefde heeft voor de modes van 1830?1840. van
deze toch is het grootste aantal opgenomen, maar
ook merveilleufes uit an V en cocodettes van 1878,
mutsen, crinolines, tournures, alle schakeeringen
der mode zjjn vertegenwoordigd. De tekst van
het nummer is geleverd door Vallet, Etineelle
en Ie Marquis d'Astre.
Etineelle maakt in haar kleine bespiegeling de
opmerking, dat onder de vernuftigste vindingen
der latere jaren de Engelsche tta-gown behoort,
een toilet, waarin een vrouw voor.al hare fantazie,
haar smaak, haar stemming een uiidrukking kan
vinden. Zij kan als een sultane uit de duizend
en-én nacht, het kleed laten borduren en
overborduren met goud, bezaaien met blauwe tur
kooizen en rose koraal ; zg kan het gedempt,
dommelig en wazig maken als een modern land
schap, zij kan er iedere voorliefde voor een tijd
vak of een persoonlijkheid in weergeven.
Het oudste der thans nog bestaande modejour
nalen is de Moititeiir de la Mode, die in 1843
opgericht werd ; de meest toongevcnde de laatste
jaren zijn het bekende Journal des dames et des
demoiselles en de Revue de la Mode. Van een
paar modetijdschriften worden de clichés en
vignetten terstond na het afdrukken naar Londen
en Berlijn verzonden, en de tekst daar vertaald,
zoodat zij tegelijk in het buitenland en te Parijs
verschijnen.
* *
*
Mad. Edmond Adam schrijft in, de Nortlt, Ame
rican Review een aardig artikel over de Parijsche
société. Het zal misschien hare republikeinsche
vrienden verwonderen, dat zij als type daarvan nog
steeds den aristocratische faubourg Saint-Gerrnain
neemt; toch is het zoo; do salons van de her
togin de Maillé, de hertogin de Polignac en, de
markiezin de Lillers worden door haar als mo
dellen gekozen. Zij wijst op den invloed der oude
douairières in die kringen. Naar mate men in
Frankrijk hooger komt in maatschappelijk milieu,
naar die mate neemt de invloed der bejaarde
vrouw toe. De oude grootmoeder, als een
doodeter beschouwd bij de boeren, vrij slecht behandeld
in de klasse der werklieden, met eerbied zonder
gezag omringd bij de bourgeoisie, is in den adellijken
faubourg onder den naam van douairière eene
mogendheid". Aan haar is de leiding van dochters,
kleindochters en achterkleindochters toevertrouwd.
De moeders en grootmoeders prenten het jonge
meisje die distinctie in, die als hootdregel niet
alleen hare manieren, maar ook hare gedachten
en daden moet doordringen.
De grootmoeder let op alles en mag over alles hare
meening zeggen; de jonge vrouw dan.het product van
verstand, ondervinding en liefderijke toewijding, is
eene grande dame waarvan de Europeesche aristocra
tieën de wedergade niet aanwijzen, Zij is zich
volkomen bewust van hare schoonheid of moreele
waarde, maar zij weet ook in geval van nood ge
heel op den achtergrond te treden. Hare opvoeding
heeft met eigenlijk onderwijs slechts toevallige ont
moetingen; maar wat zij weten wil, zorgt zij te
leeren, van wat zij verneemt behoudt zij met
oordeel en smaak het goede, en wat zij weet kan
zij op de keurigste wijze zeggen."
* *
Te Florence is op l Mei eene tentoonstelling
van handwerken geopend, onder het patronaat
van .. . Dante's Beatrice. De signora Brunamonti,
oone der Italiaansche schrijfsters van onzo dagen,
lid der Academia della Crusca, hield een openings- ]
rede over Dante en Beatrice.
* *
*
De vorige week is bij het Oostenrijksch Huis
van Afgevaardigden eene petitie der Weener
vroinvcnvereenigiiigcn ten gunste van uitbreiding
van het onderwijs voor vrouwen ingediend. Het
stuk is ondorteekend door zes vereenijiingen:
Verein für eiweücrtc Frauenbildunij, Wiener
Hausfraucnverein, Verein der Lehrerinnen, ^l?nd
Hh-zieherinnen, Pensiionsverein der provisorwehen
und privaten Lehrerinnen. Verein der Schril
tstellerinnen und Künstlerinnen, en eindelijk
Musili-paedafiogisdie;' Verein der Musiklehrerinnen,
gezamenlijk 3644 leden tellend. In de petitie wordt
het verzoek gedaan, dat voor de vrouwen onder
dezelfde voorwaarden als voor de mannen de ge
wone universitaire studie in de philisophische en
medische faculteit zal worden geopend ; dat haar
het verkrijgen van academische graden aan de
binnenlan sche universiteiten zal worden mogelijk
gemaakt, en haar zal worden toegestaan, mede
te dingen naar professoraten aan inrichtingen voor
hooger onderwijs en te practiseeren als
vrouwenof kinderartsen in Oostcnrijk-Hongarije, speciaal
in de Duitsch sprekende landen. Tevens verzoeken
de dames, dat de regeering zal voortmaken met
n. Wit schijnt den zet g7 a7 niet te willen afwach
ten, waardoor hij nog meer gedrukt zou worden.
o- Wit is niet zoo heel gerust, daarom brengt hij zijn
koning in veiligheid.
p. Deze toren heeft gedurende al dien tijd geen dienst
kunnen doen, nu schijnt een geschikt veld er voor gevonden
te zijn.
q. Nu begint wit don aanval aan deze zijde.
r. Zwart wacht natuurlijk dezen aanval niet nf.
s. Deze pion dreigt werkelijk voor wit gevaarlijk te wnrden.
t. De pionnen geven zwait eon groot overwicht, hij moet
op de eene of andere wijze dam haien.
No. 23. Probleem van Greenwood.
ZWART
Rcmisstudie van den hofraad C. F. v. Jaenisch
te St. Petersburg.
ZWAKT
het stichten van oen gymnasium voor meisjes*.
waartoe reeds besloten is.
In de memorie van toelichting der petitie, wordt,.
terecht sj: .op gewezen, dat de vrouwen wel zjjn
uitgesloten van de concurrentie tot de goed be
zoldigde .petrekkingen, maar z\j in de minder
bezoldigdiij" an de concurrentie der mannen geheel
prijsgegeven zijn. Nog altoos beschouwt men on»
derwijs en ontwikkeling voor de vrouw in de
ge-goede klassen grootendeels als een middel van
bestaan, en dan nog wel als een vaak vernederend
middel van bestaan. Het gebrekkige en ontoerei
kende dat vrouwelijke productie soms vertoont in
vergelijking met die van mannen is gewoonhjk
niet aan gemis aan talent, maar aan gebrekkige
voorbereiding te wijten, die het brandwerk van
dilettantisme op het voorhoofd draagt. De ernst
der tijden eischt ernstige menschen; hoe zal de
vrouw, welke nouit de strenge leerschool van echte
wetenschap geniet, onder haars gelijken en in den
kring dor familie aan hare zending van ideaal
arbeiden beantwoorden ? De tegenwoordige betrek
king der maatschappij tot hare vrouwelijke me
deleden die geen manaelijken steun genieten, toont
eene wanverhouding (usscheu doel en uitslag, die^
bijna belachelijk is. Om toch het teeder vrouwe
lijk gevoel van meisjes en vrouwen tegen inge
beelde of twijfelachtige gevaren te beschutten,
worden zij aan de zekerste gevaren zonder steun
overgeleverd. Om hare verbeeldingskracht tegen
de mogelijke bezoedeling der ernstige studie te
behoeden, geeft men ze aan geest- en
hartverdervende ledigheid prijs. Ooi ze tegen iedere ruwa
aanraking der buitenwereld te beveiligen, levert
men ze weerloos aan onkunde, armoede, en vaak.
schande over; om ze voor haro aangewezen lots
bestemming te behouden, worden zij tot de ver
nederende en dikwijls zoo ongelukkige
verzprgingshuwelijken gedwongen."
Op voorstel van den afgevaardigde Jaques werd
besloten dat de gehocle memorie van toelichting
in het verslag der Kamerzitting zou worden op
genomen.
#
* *
Met ieder heeft een tuin, maar menigeen houdt
van bloemen op balcon, veranda of bloemtafel.
Het groote bezwaar daarbij, vooral waar het
groenblijvende planten, palmen, varens, cyca's, kentia's,
aralia's. aspidistae's; geldt, is dat denaarde armer
wordt en langzamerhand alle voedende kracht
verliest. Men moet dan de planten verpotten,,
maar ook dat gaat op een bovenwoning slecht,
en voor menigeen is het gemakkelijker aan een
anker wijn, dan aan een zak goede aarde te ko
men. Do mest die in den vollen grond als kunst
matig voedsel dient, heeft voor kamerplan ten haar
bezwaren ; men heeit dus gedacht aan chemische
meststoffen en deze worden inderdaad met goed
gevolg aangewend. Als men van vier zouten de
vereischte hoeveelheid in water oplost, en daar
mede langzamerhand de planten begiet, brengt
men hun ongevoelig en zonder bezwaar de ver
eischte hoeveelheid voedsel bij.
De vier zouten zijn; nitras chalcicus, nifras
kalicus, phosphas kalicus en sulphas magnesiae; men
mengt ze in de volgende verhouding. Om l Kilo
mest te verkrijgen, neemt men:
GOO gram nitr. chalc. a ?4.?het Kilo ? 1.20
150 nitr kalic. .,050 0.07)4
150 phosph. kalic. 4 _ 0.60
100 sulph. magn. 0.30 0.03
1000 gram f 1.90 X
Deze prijzen worden door Henri de Parville op
gegeven, in de drogistwinkels hier te lande kun
nen ze niet veel duurder zijn. Per liter regen
water of ander water neemt men 10 gram van,
het mengsel; gewoonlijk is n begieten per maand
voldoende om de plant krachtig en fleurig te hou
den; in den tusschentijd besproeit men naar be
hoefte met gewoon water. Er is wel eens ge
meend dat men daarmede de voedende stoften
weer afvoerde, maar deze vrees is ongegrond; de
aarde en. de wortels bemachtigen terstond de mi
neralen en staan ze niet meer aan het water af.
Men nioct de oplossing vooral niet sterker maken
of te veel herhalen, dan verbrandt" de plant;.
ook de bladeren moet men niet aanraken. Als
planten wat bleek van kleur zijn geworden in
dekamer, kan een half theelepeltje phosphas ferii
aan den voet van den stam dienst doen; dit ver
hoogt de groene kleur der bladeren.
Het spreekt vanzelf, dat deze bemesting ook
voir potplanten in perkeu uitmuntend is, maar
voor deze komt zij, hoe goedkoop ook voor
kamerWit koning a8 kasteel e4 paard d7 looper g2
pion b4 c2 e2
Zwart koning d5 koningin g7 paard cG looper a7
pion c4 d6.
abcde fgh
WIT
Wit speelt eerst, en kan slechts remise maken.
OPLOSSINGEN.
Probleem no. 18 van kapt. C. Speycr Nicolajew.
Wit Zwart
l f5 - g5 cG X d5
2 g5 g4 e6 ? f5
3 c8 X d7 f
No. 19 van K. Willmers.
l b4 _ CG d7 X cG
2 f6 d5 cG x d5
3 d8 X <15 f eG f6
4 do 15 f en mat.
No, 20 van Wustro te Berlijn.
l d5 d(i f5 e5
2 c7 cl e5 d4
3 cl x c3 t en mat.
Wij ontvingen goede oplossingen van W. v. H.,
K. S. te Delft, H. M. da C., U. S., M. 15. alhier.
Geachte llccr Eedacteur!
Met den heer Th. W. v. d. W. kan ik het niet
er over eens worden, dat de oplossing van het
probleem No. 8 faalt, wanneer zwart na den 2en
zet d7 X d4 speelt. Ik dacht dat dan volgde
f 7 X 8 (Dame), en dat het juist om dien zet
van zwart was dat het witte kasteel alleen door
een pion kon worden genomen; want een paard
of raadsheer (zwart) op f6 zou nu het raat ver
hinderen, terwijl met een kasteel (zwart) na den
2en zet van wit f6 X f? zou kunnen spelen en
dan het mat met gG f 5 verhinderen De dame
is dus van zelve uitgesloten.
Ook heb ik eene nevcnoplossing gevonden voor
het probleem No. 17 en wel de volgende:
"Wit cG e5 f, zwart b3 d5 e4 f5,
wit e2 g3 f dS g5, zwart e4 f4 mat,.
wit d8 g5 mat.
Hoogachtend,
Uw Dw.
N. STEFFELAAK.
'sHage, 145-90.