Historisch Archief 1877-1940
*B
rooi'
fiu tMB ik aaa bet «iet gekomen wan,
wonderbare antitfaeee tusschen willen en
en kern verzocht «au toegevendheid in
t oordeel, barstte bij in e«n schaterend gelach
',«* koppelde van louter pleizier van den
jroet op den anderen: *0! dat k kostelijk,
eindelijk kalm was, terwijl ik
mij«fw*êg of ik in een gekkenhuis gekomen
itf dat er in de spanning van de laatste
bjjj mijzelf een schroefje was losgegaan,
tktj tot mij:
mag/ae toegevendheid wil ik u wel laten
maar ik geloof niet dat ze u heel veel
data."
, de-toegevendheid van een zoo invloedrijk
ik ben in het geheel geen recensent."
fk»W*t, BB ? geen recensent ? Heb ik niet de
met dokter ScntaÜDger ?
£eker, die ben ik!"
fe-j»iiangtbeater-kritikus van het TayblattT
niet bepaald. Die woont in het huis
Ik ben dokter Schlesinger, de
tand
ik weer beneden in de huisdeur stond
ik de heele lange lijst der recensenten en
beurde ie. De lust om nog meer bezoeken
F Ie toggo>, wa» ulij vergaan.
">
*",
11'
Cl
'H
,V'
AAK HET HOF VAN MANDARA.
eenen brief aan Prof. Schweinfurth, dien de
'e Zeitomg openbaar maakt, beschrijft de
reiziger Otto Ehlers zijn bezoek bij deri
schen >koning" Mandara op de volgende
:elijke wijze: Het bekende opperhoofd,
de faam reeds tot een dooden man gemaakt
j ontving mij bijzonder levendig al leed
? ook zeer aan de gevolgen van eene al te zeer
zijnen stond doorgebrachte jeugd onder
tot een einde komende saluutschoten van zijne
slieden, gekleed in een lang, wit gewaad,
hoofd bedekt met een jagershoed versierd
strnisveeren, en leunende op twee zijner ge
wen, aan den ingang van zijn «paleis". Het
Volgende gesprek ontstond: »Wees
gegroet,Man~*ïllH*! Gij hebt lang op mij moeten wachten,
«prnar in Zanzibar vertelde men mij, dat gij
gejMpiVCii waart, en daarom draalde ik, totdat ik
ifrét zekere bericht kreeg, dat gij nog in leven
Itaart." »Ik weet alles, want Meliare (de
'?^?ieboonzoon van Mandara en opperhoofd van het
J landje Marangoe) heeft in Zanzibar laten ver
tellen, dat ik 'dood was, opdat gij mijne
gewhenken niet zoudt brengen. Ik heb hem ge
«trafü, zijn land verwoest, zijn vee verdreven en
"««lle hutten verbrand. Meliare is ontvlucht en
nu in Rornbo. Maar hoe is het met uwen
ir. die zoo vriendelijk voor mijne lieden
geis, en zoo blij was met de speren, die ik
gezonden heb ?'" »Het gaat hem goed,
hij heeft mij opgedragen u te groeten, en u
«gnen dank te betuigen; gij krijgt veel
geBchenken, die ik u morgen zal brengen."
?Goed, kom morgen. Mijne lieden vertellen
*Ȇ; dat gij iu Uleia (Europa) zeer
vrienxlerijk voor hen zijt geweest eu dat niemand
ten heeft geslagen. Gaat het uw vader
Woed/? Ik heb gehoord, dat hij een huis
Jkeeft zoo groot als een stad, en uit de muren
(tooomt water en vuur, vele slaven en slavinnen
behooren hem toe, en allen zijn rijk." (De
onderdanen van Mandara, die in Hamburg
het Hamburger Hof" logeerden, hielden dit
'Miei voor het huis van mijnen vader, die hun
'_ en_ bezoek bracht; 3e kellners en
kamerjes hielden ze voor zijne slaven, en met het
%ater en het vuur bedoelden zij de waterleiding
jfn bet electrisch licht). »Wat hebben uwe
lieden u over onzen keizer verteld?" »Zij
ttiden, dat hij groot en machtig is, en meer
foldaten heeft dan er banaanboomen bij den
, Kilimandsjaro zijn, en veel groote kanonnen.
e soldaten maken zooveel stof, dat men ze
«iet kan zien. De menschen loopen bij u in
,e menigte rond en men kan niet zien.
waarzij leven, want alles is van steen. In een
groot huis (de beurs te Hamburg) hebben zij
aeer menschen gezien, dan er hier zijn. Zij
«tonden zoo dicht op elkaar als schapen in een
coói en allen hadden kleeren aan en hoeden op."
_ »Hebben zij niet meer over Hamburg
ver?*dd?" »Zij zeggen, dat daar veel water is en
.Teel wilde dieren zijn (Hagenbeck) die met vleesch
gevoed werden. De vrouw van uwen keizer is
mei groot en mooi, bijna zoo groot als ik, en
heeft wit haar en drie kinderen, die ook wit
-haar hebben". «Hebben zij niet verteld, dat
ij bij Bismarck zijn geweest, wiens portret ik
U verleden jaar heb gebracht?" »O, ja!
|0ij hebben veel verteld, maar ik heb veel ver
geten. Zij zeggen, dat hij grooter is, dan ik, en
.twee groote honden heeft, zooals hyena's. Hij
^eeft bier met hen gedronken en Ndoerascha
«leeft hem snuif gegeven, die hij zeer lekker
"vond, en toen hebt gij hem een speer geschon
ken. Het spijt mij erg, dat hij dood is." »Hij
is niet dood; wie heeft u verteld, dat hij ge
storven is?" »Ndoera en Ravirra vertelden mij.
dat zij hem dood gezien hebben, in een huis,
waar alle menscheu dood waren. Hij stoud
daar, juist zooals ze hem in zijn huis hebben
gezien, maar hij was dood, en sprak niet meer
(Panopticum)."
, Nadat ik Mandara uitgelegd had, dat zijne
lieden slechts een beeld van Bismarck hadden
gezien, en dat hijzelf, Goddank, nog leefde, ant
woordde hij: »Dat doet mij pleizier, dan moet
ge hem nog eene mooie speer brengfin." ;>Wat
nebben uwe lieden verder nog verteld?" »Zij
zeggen dat uw ponche (bier) heel lekker is, lek
kerder dan het mijne, maar gij hebt ze niet daar
gebracht, waar gij het ponche maakt." »Maar
zij hebben toch gezien, hoe de geweren gemnakt
worden." »Ja, maar daarvan begrepen zij niets,
alles draaide zoo." -r- s>Is Duitschlaud goed aan
Uwe lieden bevallen ?" »Ja, zij vinden het er
erg prettig, en het is heel groot. Maar zij mo
gen het hier aan niemand zeggen, dat heb ik
verboden ; want zij zeggen nu, dat Maschi klein
is.'' Hij hield plotseling op en vroeg toen:
Is het waar, dat gij Boesjiri hebt
opgehangen ?" Toen ik dit bevestigde, scheen hij zich
zeer onbehaaglijk te voelen, en vroeg: »Hangt
gij al uwe vijanden op ?" ^Natuurlijk! Maar
daarover behoeft gij u niet ongerust te maken;
voor onae vijanden zeggen wij: ophangen! maar
voor onze vrienden: aanhangen! En gij zijt im
mers onze vriend?"
Daarna nam ik afscheid van Mandara, die in
gedachten verzonken bleef zitten. Buiten ston
den de vier lieden, die het vorige jaar de ge
schenken van Mandara aan den keizer gebracht
hadden, op mij te wachten. Tot mijne groote
vreugde waren zij in niets te onderscheiden van
hunne landgenooten; zij waren evenzeer gedecol
leteerd als dezen en droegen geen oude hoeden,
rokken van kellners of dergelijke niet bij het
landschap passende kleediugstukken. Alle ge
schenken, die zij in Europa hadden gekregen, had
den zij aan hunne vrouwen gegeven, met uitzonde
ring van de wapenen, die Mandara hun dadelijk
had afgenomen.
Den volgenden dag begaf ik mij op weg, om
de geschenken van den keizer aan huu adres te
bezorgen, voorafgegaan door mijne soldaten en
vergezeld door een zekeren mijnheer von Eltz,
dien Majoor Wiszman mij verzocht had bij Man
dara te introduceeren als agent voor deze streek.
Voor den ingang van Mandara's woniog plaat
sten de soldaten zich en haie en terwijl zij het
geweer presenteerden, gaf ik den zwarten mo
narch als een vriendschnpsbewijs van deu keizer
eeneii ring met het keizerlijk naamcijfer in bril
janten , legde hem eenen Bourgoiidischen ko
ningsmantel uit het Opera-gebouw te Berlijn om
de schouders, en bedekte zijn hoofd met eenen helm
waaronder Niemann indertijd zijüe toehoorders
als Lohengrin had verrukt. Toen werd een zware,
nieuw zilveren beker met schuimende champagne
gevuld en aan Mandara overhandigd om op de
gezondheid van den Duitschen keizer te ledigen.
Deze aarzelde niet lang, greep den beker met
beide handen, ledigde hem in n teug en gaf
hem aan mijne bedienden terug, om opnieuw
gevuld te worden, niet de woorden : »ifu voel
ik mij weer beter."
Van de talrijke geschenken die ik den vorst van
Maschi nu moest overhandigen en verklareii, wekten
vooral een kleine stoommachine, eene brandspuiten
eene aardglobe zijne bijzondere belangstelling op.
Ik moest hem wijzen langs welken weg zijne lieden
naar Berlijn gereisd waren, waar Engeland, Frank
rijk en Amerika lagen, enz. Hij begreep alles
zeer gemakkelijk, kon water en laud van el
kaar onderscheiden, en maakte met den vinger
een reis naar Amerika. Toen ik hem vertelde,
dat de aarde even rond was, als de voor hem
staande globe, keek hij mij aan, alsof hij wilde
zeggen: »Ma<ik dat een ander wijs." Eene groote
wassen pop met beweegbare oogen, endie»Papa"
en »Mama" kon zeggen, bracht hem in da groot
ste verwondering, evenals eene koe, waarin meu
bovenaan melk kon gieten, dis men er van on
deren weer uit kon melken. Ik noodigde
Maudara uit, ook eens te melken, maar hij ant
woordde: »Dat is geeu werk voor eenen sultan,"
wenkte een zijner vrouwen en liet aan het bui
ten verzamelde, ten hoogste verwonderd volk, de
melkgevende koe uit Europa voorstellen. Nadat
Mandara alle geschenken in ontvangst genomen
had, zeide. hij : »Ik heb veel wonderbare zaken
gekregen, maar waarom hebt gij geen kanonnen
voor mij meegebracht, zooals mijne lieden iu
Berlijn hebben gezien, en dip zoo groot zijn. dat
een man er in kan slapen ?" Ik legde hem
uit, dat zulk een kanon zoo zwaar is, dat al
zijne krijgslieden met elkaar niet in staat zouden
zijn, het vau zijne plaats te krijgen, laat staan
naar Moschi te brengen. »Goed! maar mijne
lieden hebben ook kleine kanonnen gezien, die
door vier paarden getiokkea werden, waarom
hebt ge er niet zoo een voor mij meegebracht?"
Toen ik hem antwoordde, d.tt zoo'n kanon zelfs
nog te zwaar was, om naar Kilirnandsjaro te
brengen, maar dat ik, zoodra hij een goeden,
behoorlijken weg naar Pangani had laten aan
leggen, er voor zou zorgen dat hij twee kanonnen,
elk met vier paarden er voor, zou krijgen, was
hij tevreden gesteld. Den volgenden dag heesch
Mandara onder de gebruikelijke plechtigheden
iu zijne residentie de Duitsche vlag, en over
reedde de opperhoofden vau acht naburige staten
hetzelfde te doen. Later volgden ook de ten
zuid-oosten van Küiumndsjaro in de vlakte ge
legen republieken Kahe en Aroeschawnjini dit
voorbeeld. Mandara ze'f heefc mij gedurende
mijn verblijf in Moschi letterlijk overladen met
geschenken vau gemeste ossen en schapen en
heeft zich in elk opzicht uitmuntend gedragen.
VOOil DAMES.
Mus Dorothy Tennant..
Gezond' 'icxtntiil der sturleerenrle vrouwen.
twecgececJit.
Stanley is dan geëngageerd : de tijding is offi
cieel en al wat reporters uit zijn mond hebben
opgeteekend omtrent lijn afkeer of schuwheid
tegenover vrouwen, heeft moeten zwichten voor de
aantrekkingskracht van miss Dorothy Tennant.
In Juni zullen de jongelui trouwen.
Miss Dorothy Tennant is in de Engelsche
kunstwereld een bekende figuur; zij schildert aller
liefste kinderscènes, origineel en gracieus; in al
lerlei illustraties zijn haar aardige straatjongens
gereproduceerd, buitelend, stoeiend, in alle leven
dige, bewegelijke houdingen. Vau haar zelve be
staat een portret door Watts, en zij diende ook
tot model aan het bekende stuk van Millais No!",
een meisje dat een brief in de hand houdt en
over het antwoord nadenkt.
De moeder vau miss Dorothy stamt van Olivier
Cromwell af en heeft uitgebreide bezittingen iu
Wales. Zij was eenmaal eeue^ro/'essionaJtea-uti/;
in de brieven van Mérimée wordt hasr salon te
Londen beschreven. Ook Dorothy is een heel mooie
vrouw, lang en flink, een Rubensnguur. Zij bracht
als leerlinge van Carolus Dnran en Kenner twoe
jaar te Parijs door, hoeft ook daar veel kennissen
en weigerde verscheidene goedo partijen ter wille
van Stanley.
Hot engagement toch is eigonlijk reeds drie
jaar hangende, maar hot geheim is goed bewaard.
Niemand wist dat al de couranten berichten,
Stanley in een inodderraoeras verdronken,
Stanley in Khartocm in een kooi gesloten, Stan
ley door de negers vermoord. regelrecht het
hart van miss Dorothy kwamen treiïen, niemand
wist ook, dat Stanley's krachtige en welsprekende
woorden, vol bemoediging en hoop, aan haar ge
richt waren. Het is nu de vraag of Stanley op
zijn lauweren zal gaan rusten of weer de wereld
ingaan ; in elk geval is het Dorothy's vast bosluit,
wanneer hij weer de binnenlanden van het zwarte
vasteland mocht gaan doorkruisen, hem iu eik
geval te vergezellen.
Ondanks zijn gevoelens voor miss Dorothy, heeft
Stanley, zelfs in de laatste jaren, over den omgang
met vrouwen altoos met eenigen schroom gespro
ken. Hebt ge er wel eens over gedacht, hoe ge
er uitziet als ge met eene vrouw spreekt? Ik
kan het met niets beter vergelijken, dan met een
forsch man dio een baby hanteert, schnw. voor
zichtig, angstig. Ik voel me nooit op mijn gemak
als ik met een vrouw spreek, of liet moet zulk
een buitengewone zijn, dat zij mij gezond verstand
te hooren geeft. De zaak is, ik kan niet met
vrouwen praten. In haar tegenwoordigheid ben
ik juist zulk een huichelaar als andere mannen,
en het ergert mij dat ik moet acteeren eu be
langstellen en mij zelf verloochenen zondereenige
reden ter wereld, alleen omdat ik. zooals de
andere mannen, vrees dat anders handelen, of
spreken onwelgevallig zou zijn. In die, val&che
positie wil ik mij niet begeven." Ik kan niet
stil zitten, als er van liefde of iets dat daarop
gelijkt, gesproken wordt. Ik heb met nianneu
omgegaan, niet met vrouwen; en door de maclit
der omstandigheden heb ik de hardheid, kortheid,
eenvoud, ruwheid van den omgang met mannen aan
genomen. Poëten en vrouwen schijnen mij zoo week,
zoo ongelijk aan mannon, dat wie met hen praat
terstond zijn toon moot verzachten, en zijn woorden
zoeken, om niet, zonder het te willen, te kwetsen.
Vandaar dat de mannen zelden oprecht zijn tegen
over vrouwen of dichters." Ik beschouw de
vrouw, hetzij zwart of wit. ais ver boven ons ver
heven. Zij zijn menschelijkor, vlugger met haar sym
pathie, vatbaarder voor nieuwe denkbeelden, dan
de man. Ik heb sinds twintig jaar naar eene vrouw
uitgezien, zonder den tijd te hebben om er een
te viini»n."
Gelukkig hr^eft Stanley nu. tijd gevonden, en na
al wat hij beleefd heeft, kan men hem niet boter
dan een aangenamen huiselijke kring wenschen.
In Engeland is een boekje uitgekomen van Mrs.
Henry Sklgwick over den gezondheidstoestand
der studeereiulo vrouwen". Ei.'ii dor argumenten
toch tegen de verdere ontwikkeling der vrouw is
vaak geweest, dat studio voor hare gezondheid
nadeelig zou zijn, cu mevr. Siügwick heeft on
dernomen, deze bewering met cijfers te weerleg
gen. Voor ons land zou de reJenocring niet noodig
zijn; c meisjes die bij oiis hard stiuleeren, onder
wijzeressen, pianistes, jonge schilderessen, zijn
volstrekt niet minder gez°n<l da.n hare zusters, die
enkel huiselijk \verk do«n. Voor Engeland schoon
het b e .vijs noodig, on Mr.s. Sid.;w:ck heeft de sta
tistiek omtrent G7U meisjes, die aan vier
hoogescholen studeerden Girtor., icwnhaui, Lady
Margeret eu Soiaervillc, opgemaakt. Zij heefc
daaraan toegevoegd de statistiek omtrent de ge
zondheid van eene zuster der sUuloereude, dio
het dichtst bij haar was in leeftijd, cu bevonden
dat van do studoerenden 08 percent en v;.u deze
zusters 5!) percent volkomen gezond waren. (Er
staat tegenover, dat vaak van een gezin de krach
tigste meisjes zullen gaan sUulecren en de zwakkere
thuis blijven) Maar ook is de percentage van
gezondheid iu hot zevende jaar der studie even.
goed als bij het begin der studie, en dit is meer
afdoende. Dat studeerende Bekjes minder Boude»
trouwen dan niet-studeeren<l«, is aiet ge Weken;
wel dat zg vaak l«ter trouwen, on dat 25 nit de?"
klasse komen die de meeste ongetrouwde vrouwen,
telt.
Er is geen dagblad van eenige verspreiding
meer, waarin men onder de advertenties geen
huwelijksaanvragen aantreft, en te meer, naarmate
het adverteerou in dat land eene instelling van
beteekenia geworden is, zooals in Engeland. In
Frankrijk vindt men het nog minder, ofschoon
Figaro en vele andero bladen ook hun
rubriekjemariages riches" hebben; maar men moet niet
denken dat daarom het zonder bemidtleliHg trou
wen in Franisrijk regel zou zijn. Hert schijnt dat
tusschenkonist in huwelijkszaken een maatschappelijke
behoefte is; het zieienkoppelen", nu door de bla
den en agenturen georganiseerd, werd toch ook
door de vriendelijke oude dames, die er zich
vroeger mede belastten, niet als doodzonde
beschouwd, en hoe vele geestelijken vaji alle ge
zindten, doktere, notarissen, die in vele families,
kwamen, habben geholpen om jongelui met elkaar
in kennis te brengen en gemeend daarmede een
goed werk te doen.
De agenturen bestaan in Parijs, ofschoon zij
niet allo openlijk adverteeron, in grooten getale.
Soms komt er eene met de politie in aanraking,
wanneer zij, zooals Mad. Limouzin, Wilson's me
deplichtige, met déhuwelijksbezorging ook het
verkoopen van ridderorden en staatsambten ver
binden. Maar meestal handelen de agenten met
tact, en vaak weet een der partijen nog jaren na
het huwelijk niet, dat de ander door een agent
schap op haar of hem is opmerkzaam gemaakt
eu in kennis is gebracht. Er zijn iu Parijs drift
soorten van huweltjksagentscbappon, die zich offi
cieel bekend makeu; en daarenboven nog tallooze
die in een kriiig van kennissen opereeren. De
eerste soort is naar Engelsen model; de
AgenceFoy'1 zegt, dat roeds in het eind der vorige eeuw
een Loudensche agence matnmomale haar voor
beeld is geweest. Zij is de voornaamste
aandeelhoudster in het blad Hymen, dat geheel aan
huwelijkszaken gewijd is, maar in verspreiding
verre overtroffen wordt door de Engelsche
Matrimonuil News; daarentegen is op dit oogenblik
de Fransche agence blociender dan de Engelsche,
omdat de Engelsche dames meer op zich zei ven
handelen, zelf adverteeren en zelf onderzoeken^
terwijl men het in Frankrijk aan de discretie van
het agentschap overlaat. In beide landen geeft
trouwens de lectuur van het blad geen prettigen
indruk; de Engeische advertenties zijn
materialistischer, onbeschaamder, maar ook een Franscli
meisje kondigt aan: 50.0UO francs apiès parents",
als vader en moeder dood zijn.
Het abonnement op Hymen bedraagt 30 francs;
heeren en dames mogen daarvoor zes maanden
lang 6 regels per maand advertoeren. De dames
hebben daarna geen verdere onkosten raeor; de
heeren mooteu na liet huwelijk nog hunne d
niers" betalen. In Engeland maakt de
Matrimonial Newi geen verschil tusscheu heeren en dames;
de redacteur verleent daar eene audiëntie" voor
5 shillings. De advertenties kosten 3 shillings, ea
het antwoord evenveel. Maar in Londen zijn oak
agenturen waar alleen de dame betaalt; de reden
ligt natuurlijk daarin, dat er in Engeland zooveel
meer vrouwelijk aanbod is, en iu Frankrijk, waar
ccue huwelijksgift noodzakelijk geacht wordt, de
hoeren de zoekenden zijn. Het blad Alliaiice den.
Famüles is zeer discreet. Men abonneert zich,
leest de advertenties, adresseert zijn brief onder bet
nummer der advertentie aan de Kedactie. 3 Ilue
Milton, en deze aer.dt hem onder een dubbele
enveloppe aan het juiste adres. Dit is direct,.
maar duur; 50 francs inschrijving en 5 percent
van de huwelijksgitr. Het is eenvoudig en pro
zaïsch ; maar er loopt ook veel bedrog door;
onnoozelen worden vaak op allerlei kosten gejaagd
on eindelijk heet het dan, dat hun physique"
aan de bewuste jonge dame niet behaagt en zij ?
kunnen heengaan. Of men steit don candidaat,
zooals de zich noemende barones de S. op den
boulevard Magonta, eene reeks van schatrijke
hfritiïres uit Caycnne en overal vandaan voor,
die later blijken doodarme leerlingen vau het
Conservatoiru te zijn. Toch komen er ook dik
wijls gelukkige huwelijken van.
De drie soorten buroaux in Parijs houden zich
met verschillende standen bezig. De voornaamste
zorgt voor de groote wcrcïd. Hooge
gepensionneerae ambtenaren, adellijke hoeren zonder geld,
worden er mot rijke meisjes in kennis gebracht.
Men betaalt niets of bijna niets vooruit, er wordt
op het fatsoen der klanten gerekend : de beloo
ning is 5 percent vau den bruidschat. De tweede
soort houdt zich bezig met lagere ambtenaren,
mindere officieren, slagersweduwen, fatsoenlijk
maar vulgair; zij laat hare klanten vooruit be
talen en noemt eerst duchtige informaties. De
derde i-oort is eigenlijk verachtelijk; zij doet schit
terende zaken, en baar agenten moeten geen
hoog denkbeeld van de menschheid hebben. De
rnbleem No. 24 van E. N. Frankeiistein. Londen.
(Eervol vermeld in 't tornooi der Miinchener
Keuesto Xachrichtcu).
abcdefgh
Wit geeft in 3 zotten mat.
Wit koning fökoningin cl paard d'J pion c3 do
f.'J 'ft.
Zwart koning c-5 loopsr g'! pion cG di £4.
Probleem Xo. 25 van A. Bolus.
Wit: K. d2, D. al, li. g8. P. d4, pionnen c4,
g4 en h'i.
Zwart: K. e-i, pionr.en d">. (13 en h4.
Mat in drie zetten.
Probleem Xo. 20 van J. JospcrbCii. to Socndborg.
(,'jc prijs iu 't tornooi der Gazette Letteraria".)
Wit: K. 12, D. g-j. T. eU. T. M, P. e4, K. {G,
11. h'i. pionnen a.'5. 1)4. c5 en cG.
Zwart: K. do, lï. a2, pion g4.
Mat in twee zotten.
OPLOSSING EX.
Probleem Xo. 21 van Michacl Sneycr te Nicolajev.
l do c2 f onverschillig.
2 dl d5 dito.
3 c2 _ b3 of
do c5 f en mat.
Xo. 22 van K. Susholz te Delft.
Wit Zwart
1. f2 el f5 bl
2. g(> X bl h6 f5
3. d2 d3 f rnat met variatie.
Goede oplossingen ontvingen wij v
C. en II. M. da C. alhier, lï. P. te '
vau I-I. P. M.
's Hage.
CORRESPONDENTIE.
X. St. te 's Ilago. Volgens uw schrijven zou
probleem Xro. 17 een neven oplossing hebben, uwe
dwaling bestaat echter daarin, dat ais zwart
c4 d4 in plaats van e4 f4 speelt, mat
onmogelijk is. Omtrent probleem no. 8 moeten.
wij blijven bij onze reeds geuite meening, want
wit verklaard dadelijk na het damhalen, dat bij
een paard verlangt, en dan is mat weer onmogelijk