Historisch Archief 1877-1940
DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
?datVmien keend, miene jong. O, ich wiss waal,
«lat er zou terugkomme oet dee wiejert (vijver) ;
ieh wis waal dat er neet veur good vort kos
2e draagt het kind jubelend naar de hut der
«troopers. Schoon haar vader haar doet inzien,
?dat deze knaap haar kind niet is, verzorgt zij
liem met hartstochtelijke tederheid. Zijne natte
Weeren worden gedroogd bij het vuur, terwijl hij
dn een stoel bij den haard zit. .Ze spreekt met
-den jongen, die het Limburgsch maar voor de
ihelft verstaat. Als zij hem naar zjjn naam vraagt,
.noemt hij zich : Eelco.
.Eelco! Wat 'n rare naom!" scheeuwt Ma
rianne lachend. »Eelco Eelco I" en zij
klapt in hare handen telkens als zij dit woord
uitnpreekt. »Wat zês-te van deênaom, vajer?
Er hit Eelco."
»En ich heit Marianne!" voegde zij de
Meine toe. »Zek ins : Marianne J"
»Ook dat begreep het jongske ....
«Marianne I" grinnikte hij dan ook, vroolijk
lachend.
»Zek noe ins : ... mooder Marianne !"
»Mooder Marianne !" klapte hij haar toe.
^Nauwelijks had bij dit gezegd, of ze greep den
inaap onder de bloote armen, bief hem op,
drukte hem tegen haar hart en nu eens luid
weenend, dan weder hartstochtelijk lachend,
kuste zij den jongen op den mond, op de borst,
op de schouders, overal, waar hare lippen het
lichaam van het kind konden treffen I"
»Hubs et gehuurd vajer?" wendde zij zich
plotseling tot den oude. »Er heet gezag:
mooder Marianne!"
Door eene bladzijde als deze heeft Latnberts
Hurrelbrinck zijne plaats onder de
dorpsnovellisten met eere verdiend. De zuster der stroopers,
het kind van haar vijand reddend en verzorgend,
boezemt eerbied in, wint onze genegenheid. De
verdere afwikkeling van dezen knoop is minder
goed geslaagd. De geredde knaap is aanleiding,
Sat de stroopers het leven van Warstra., den
Frieschen veldwachter, sparen, wanneer hij hun
in handen valt. Er ontstaat toenadering, zelfs
liefde tusschen Marianne en Warstra. Deze
laatste werdt naar Friesland geroepen door den
dood zijner moeder. Nu hij weg is, besluiten de
Delahaie's wraak te nemen op den Baron van
Vilvoorde. Zij steken de hooiachelven, die bij het
kasteel staan in brand weldra brandt bet ge
bouw. De oude Delahaie wordt door de mare
chaussees gedood. Warstra vlucht met Marianne
en zijn kind naar Friesland.
Naast deze vrij alledaagsche ontknooping staat
tevens, dat de toon der gesprekken, als zij niet
in het Limburgsch gevoerd worden, te stijf ofte
kinderachtig is. Onze nieuwe Limburgsche dorps
verteller neme eene les bij zijn kunstbroeder
Seipgens, bij Heering of Hollidee. Reeds is in de
laatste novelle : »Bokken-Tienus" zekere vooruit
gang te bespeuren in den stijl, maar in dit
opaicht moet nog zeer veel verbeterd en gewij
zigd worden. Zijn blik op het leven der Lim
burgsche boeren en Limburgsche stroopers is
.helder genoeg. Indien hij slechts met Goethe
gelooft, dat hij, zoo hij midden in dit volle
menschenleven grijpt, steeds iets interessants zal vin
den, is hij behouden.
DR. JAN TEN BRINK.
!) Nog niet in den handel gebracht, zal dit
boekdeel echter binnen korten tijd verschijnen.
VARIA.
PLASTISCHE KONST.
De geschiedschrijver Rothan, een getrouw mede
werker van de Itevue des Deux Mondes, heeft
?eene kostbare verzameling schilderyen nagelaten,
?die op 27 en 28 Mei in de galerie Georges Peut
zyn te zien geweest en thans verkocht worden.
De oude Hollandsche kunst is er buitengewoon
in vertegenwoordigd. Rothan was een van die ver
zamelaars, die langzamerhand met liefde en zorg
in stilte hun collectie vormen en ervan genieten.
Er zullen dus schilderijen onder zijn, die in geen
tientallen van jaren op verkoopingen geweest zijn.
Rothan had acht van Goyen's, alle uit den besten
tijd van den meester, een Windstilte van 1633,
een Boerenhuisje van 1655 en daartusschen een
Stadsgezicht, een Veerpont, een SlerJc en molen,
een Zeegezicht, een Kerkje aan Jtet water, enz.
Voorts een Jan van de Capelle (van wien het
Louvre geen enkel stuk bev/.t); een Strand te
Scfieveningen van Simon d "eger; twee Jacob
Ruysdael's, een Korenveld jen Wintergezicht,
en eenige prachtige Salo' /Vcuysdael's; een Jan.
Steen(?), Christus de h Jj .en uit den tempel
verdryvend; een Bramari ae Witte, De Sint
Ursula Kerk te Delft va 'binnen; een Aart van
der Neer, Winter in Holland; een Thomas de
Keyser, een Berckheyde, een Vrouwenportret van
Frans Hals, mooier dan al wat er in het Louvre
van hem is; een Philippe de Champagne, een
Peter Coode, een Duyster, enz.
Van de Vlaamsche school is er een schets van
Van Dijck, een portret van Jordaens, verscheiden
stukken van Teniers, van Porbus (historische por
tretten); van de Fransche school eenige kleinere
meesters als Drouais, Largillière, Nattier, Rigaud,
Pare, Charlet,Pagnest, maar ook zeer fraaie David's,
Prud'hon's Watteau's, Boucher's, Fragonard's,
Oudry's, Moreau's. Van de Italianen zyn de meest
opmerkelijke stukken die van Guardi. Daar een
aantal der Hollonders niet in het Louvre verte
genwoordigd zijn, wordt de Fransche regeering
door de bladen uitgenoodigd, hier eenige
aankoopen te doen.
De burgerlijke rechtoank te Versailles deed
deze week uitspraak over Le Rembrandt du
Pecq." Zy wees het verzoek der erven Bernard
tot nietigverklaring van den verkoop af, als on
gegrond, en verklaarde den commissaire-priseur
Haran, die alle voorzorgsmaatregelen had geno
men, opdat er geen vergissing kon plaats hebben,
als hors de cause. De rechtbank erkent, dat de
zoogenoemde expert Gaudouin verschillende ver
zuimen, zijne opdracht betreffende, heeft gepleegd,
en daarvoor verantwoordelijk is. Een onderzoek
door deskundigen om uittemaken of de Rembrandt
ecjit is, houdt de rechtbank voor nutteloos, daar
de uitspraak geen einde zou maken aan het ver
schil in meening. Wel echter acht zy een onder
zoek door deskundigen noodzakelijk, om
vasttestellen welke schade door de heer Gaudouin aan
den heer Bernard is toegebracht, en daartoe wordt
aan den directeur van de Ecole des Beaux-Arts,
een der ambtenaren van het Louvre en den kunst
criticus Emile Michel de taak opgedragen, de
waarde van het schilderstuk vasttestellen.
Eene tentoonstelling die ons aangaat, is in
Vigostreet te Londen in de kleine galerij van den heer
Dunthorne, the Rembrandt Head, geopend. Zy be
vat acht-en-dertig athmospherische
aanteekeningen in pastei", van een Amerikaan, George
Hitchcock. De kunstenaar is sedert acht jaar in Europa,
heeft te Parijs gestudeerd, en nu in [Holland
schetsen gemaakt. Zijne Haarlemsehe tulpenvelden
trokken op de laatste Londensche
Academytentoonstelling de aandacht. De Athmorpheric notes"
nu omvatfen studiëu van allerlei zee- en
luchteffecten, sneeuw, mist, opgaande maan, tulpen
velden, bloeiende boomgaarden, dit alles in Hol
land opgedaan. Het zyn frissche, spontane schet
sen van eenvoudige effecten binnen het bereik
van pastei; de bekoorlyke kleine collectie trekt
bezoekers.
Het bekende schilderij van Meissonier, 1814,
waarvoor door den heer Bague 500.000 francs
betaald was, is thans door den heer Chanchard,
gewezen directeur van de Grands magasins du
Louvre, voor 850.000 francs gekocht.
TOONEEL EN MUZIEK.
Te Straatsburg is de componist Victor Nessier
na eene langdurige ziekte overleden. Hij was den
28n Januari 1841 te Baldenheim in den Elzas
geboren en dus oorspronkelijk Fransen onderdaan.
Hy studeerde eerst in de theologie en beoefende
tevens de muziek. Eene opera Fleurette1', die hij
in 1864 te Straatsburg liet opvoeren, had wel is
waar slechts het gewone lokale succes, maar gaf
hem toch aanleiding om zich geheel aan de mu
ziek te wijden. Hij ging naar Leipzig, studeerde
daar en trad al spoedig praktisch op, werd direc
teur van het koor aan den stads-schouwburg, leider
van eene zangvereeniging en een geliefd compo
nist voor liedertafels. Van 1867 tot 1879 voerde
hy' in zyn schouwburg eenige opera's en operettes
op, die verder geen opgang maakten, tot het hem
gelukte met den Rattenfanger" en meer nog met
den Trompeter von Sakkingen" zich bekend te
maken; met het laatstgenoemde werk oogstte hy
veel roem en geld, daarna nam zijn productief
vermogen af, zijn laatste opera's hadden slechts
een matig succes.
Nessjer bezat als componist veel tooneelroutine;
hij verstond het, den gemoedelijken toon te treffen
en daarby eenigszins uoftheaterfahig" te blijven.
Als mensen was hy algemeen bemind.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Pierre Loli's herinneringen uit zyn jeugd. Men
schrijft van den 23 dezer uit Parijs: Pierre Loti
geeft heden bij Calmann Lévy een bundel her
inneringen uit zijn jeugd uit, die hij Le Roman
d'wn Enfant betitelt. De meest in 't oog vallende
eigenschap van dezen roman is, geen roman te
zijn, zelfs niet een samenhangende levensbeschrij
ving, maar slechts een opeenvolging van beelden
en indrukken, die Loti tot den leeftijd van veer
tien en een half jaar, toen hy het plan op
vatte, om evenals zyn oudste broeder en de meeste
zy'ner voorvaderen, marine-officier te worden
gezien en ondervonden heeft. My'n geschiedenis",
zegt ny in het begin, zou alleen die van een
zeer net kind geweest zijn, erg vertroeteld, wel
opgevoed, uiterst gehoorzaam en in zyn kleine
manieren alty'd onberispelijk, in wiens enge
gecapitionneerde omgeving niets onverwachts voor
valt, en dat door geen slagen getroffen wordt,
of teedere voorzorgen hadden er het ruwe van ver
zwakt. Ik wil daarom deze geschiedenis niet
schryven, die vervelend zou worden, maar enkel,
zonder verband of overgang, oogenblikken
opteekenen die mij in het bijzonder getroffen hebben,
zoodat ik ze my nu nog met groote duidelykheid
herinner, nu ik reeds zooveel boeiende dingen,
zooveel avonturen en gezichten sinds lang ver
geten ben.
Loti's herinneringen van deze soort gaan ver
wonderlijk ver terug, want hy begint met een be
schrijving uit zyn tweede levensjaar, hoe hij voor
de eerste maal zich zeker voelde op zijne beenen
en vanzelf begon te springen en te loopen. Dan
volgen bekoorlijke beschrijvingen van het streng
protestantsche ouderlijk huis te La Bochelle en
de eerste uitstapjes naar het eiland Oléron, de
geboorteplaats van Lote's moeder. Ofschoon Loti
eene in ieder opzicht gelukkige jeugd doorleefde,
daar hij niet zoo als de meeste Fransche kinde
ren in het college behoefde te wonen, maar het
alleen als dagscholier bezocht, treft men toch in
zijne berinneringen zeer dikwijls treurige gedach
ten aan. Hij ly'dt onder den omgang met minder
angstvallig opgevoede kameraden, en onder den
dwang-van het schoolwerk. Zelfs in Fransche op
stellen is hij altijd de laatste, daar hij den
grooten aap" zooals hij zyn leeraar noemt, zijn ware
gedachten niet bekend wil maken. Toen hij de
taik opkrijgt een schipbreuk te beschrijven, le
vert hy slechts n enkel blad papier in, met het
opschrift: de schipbreuk" bovenaan en daaronder
zijn naam. In plaats daarvan timmert hij jaren
lang aan een poppentheater waar hij het sprookje
Peau d'Ane" op wil voeren en verwerft zich al
spelende eone groote vaardigheid op de piano.
Als beroep beschouwt hij eerst dat van geeste
lijke als ideaal, maar de berichten van zijn broe
der werken op zijne verbeeldingskracht en van
den geestelyke kwam een zendeling. Spoedig toch
vindt hij dat de al te koele protestante
godsdienstoeiening hem den indruk slechts bederft,
dien hem de huisgodsdienst en zijn eigen bijbel
lezen achterlieten. De geestelijke roeping gaat
geheel verloren. De familie wil hem ingenieur
maken, maar op een warmen zomerdag vat Loti
het plan op, naar zee te gaan. Hij schrijft in het
geheim aan zijn broeder naar het Verre Oosten,
een brief, waarin hij over zijn lot beslist. Wij, die
weten welke phantastische beschrijvingen de
scheepsluitenant Pierre Viaud uit vreemde streken
heeft medegebracht, konden bijna geneigd zijn de
2de Jaargang,
Schaakspel.
l Juni 1890.
De volgende schoone partij zal zeker velen
interesseeren, daar beide spelers persoonlijk in
Amsterdam bekend zyn. Men zal zien dat
Mini?atie, sinds het Amsterdamsche congres groote
vorderingen heeft gemaalt en zich uit een tweede
.klasse tot een eerste llasse speler heeft ont
wikkeld.
MATCH-PARTIJ,
kortelings te Manchester gespeeld.
Onregelmatige spelopening.
Miniatie. Lasker.
Wit. Zwart.
l P. gl f3 d7 d5
2 d2 d4 P. g8 - f
Tschigorin speelt hier met voorliefde L. g4.
3 e2 e3 e7 e6
4 c2 c4 c7 c6
5 b2 b3 P. b8 - d7
6 L. f l - d3 L. f8 d6
7 P. bl d2 e6 - e5
8 c4 X d5 c6 X d5
Op P. do zou 9 P, c4 met voordeel voor wit
-volgen.
9 d4 X eS P. d7 X e5
10 D. dl eöo o
11 L. cl 12 T. f8 e8
12 T. al cl P. e5 g61
een diepdoordachte zet.
13 P. 13 d4 P. g6 f4
14 D. e2 f l P. 16 g4
15 L. d3 bl
Speelt wit de raadsheer naar e2 dan volgt T. e3!
16 F e3 P. e3 17 D. gl (D. f3 L. g4 18 D. e3
P. g2 f) P- g2 t 18 K- & D- h* t 19 K. f3 D.
f4 f
15 .... P. g4 x e3!
een prachtig en waarschijnlijk volkomen correct
?offer.
Stand na den 15den zet van zwart.
ZWART
16
17
Na 17 K.
X h3 D.
17
18
19
20
21
22
Op h3
wijze. T,
23
24
25
26
27
22
/
b c d e f g k
WIT
f2 x e3 D. d8 g5
T. hl gl !
f2 wint zwart aldus : P. h3 f 18 g2
X e3 f 19 K. g2 L. h3 f.
T. e8 X c3 f
K. el dl L. c8 gl f
P. d4 f3 T. a8 e8
T. cl c3 d5 d4
T. c3 c4 P. f4 d.1!
L. b2 X d4!
wint zwart op volgende schitterende
f3 !!
P. f3 P. e3 f
K. cl P. fl f
P. g5 T. el f
K. c2 L. f5 t
P. e4 L. e4 f
.... b7 b
23 K. dl - c2
Gaat de koning naar cl, dan volgt L. a3 f
24 K. c2 c4
25 S. g5 P. 1)4 f
Door den toren te spelen verliest wit eveneens.
23 .... D. g5 d8!
De eenvoudigste wijze de partij snel te winnen.
24 T. c4 c3 T. e3 c3 f
25 K. c2 b2
L. c3 gaat natuurlijk niet wegens P. e3 f
25 T. c3 c7
26 D. f l d3 P. d5 f6
27 P. f3 g5 L. d6 c-5
28 L. d4 X ef> I'- d8 X d3
29 L. bl X d3 T. c7 X c5
30 P g5 f3 L. g4 X f3
31 P. d2 X f3 T. c5 d5
en zwart wint.
Stand na den Sisten zet van zwart.
ZV7ART
""?, R' ''%/'"'% '
ii & <?-&,
f^ V' <?"> z'w#,
^ m t^ >?*A * m
ft
hand der Voorzienigheid daarin aan het werk t*
zien, die een verlegen, verwend kind, tegen daa '
wil van al zyn familiebetrekkingen, tot het ruw»
beroep van zeeofficier heeft gevoerd. Loti vermeldt
aan het einde, dat hij tot zyn zeven-en-twintigstft
jaar hevig te kampen heeft gehad tegen de ge- ?
volgen van zy'ne opvoeding als
kruidje-roer-meniet, maar dat hy toen eindelyk in het bezit
g*komen is van stalen spieren, die een directeur
van een circus de woorden ontlokten: Hoe
jammer dat uwe opvoeding zoo laat begonnen is".
Loti schijnt dezen spijt te deelen Ons echter
komt het voor, dat aan de weekelyke opvoeding
evenveel verdienste toekomt by' zyn roem als
schrg'ver, als aan de harding van zyn leven op zee.
Het nieuwst in journalistische entreprises",
waarin de Amerikaansche bladeu zoo vindingrijk
zijn, is de photographische interview. Men weet
dat de groote Amerikaansche dagbladen altoos
een menigte schetsen en portretten bevatten, en
nooit in verlegenheid zyn wanneer het er op aan
komt, het nieuwsgierig publiek met de gelaats
trekken der beroemdheden van den dag, boksers,
bowlers, misdadigers, de hoofdpersonen in een
proces wegens echtscheiding, enz. bekend te maken.
Maar aan het verbinden der photographie
instantanée met de mondelinge interview tot het leveren
van een volledigen indruk in de pers, had tot dus
verre nog niemand gedacht, figaro heeft het met
Bonlanger pp Jersey eenige maanden geleden in
gevoerd, en we herinneren ons uit de Fransche
lllustration uit Gambetta's ty'd eene reeks van
een twintigtal schetsen naar den redenaar gedu
rende n debat genomen, maar op de schaal
zooals thans de New-Yorker World het heef t toe
gepast, is er nog niet mede gewerkt.
De persoon, die zich het eerst de eer, of den
last, liet irelgevallen zich door den reporter van
de World, vergezeld van een staf van twee ste
nografen en een photograaf, te laten interviewen j
was de senator John J. Ingalls uit Kansas, een
uitmuntend spreker. De reproductie van het on
derhoud nam niet minder dan vier pagina's der
World, die zoo groot is als de Times, in beslag.
De in boud van het gesprek was eigenlyk van
geen belang, want al wat er gezegd werd is reeds
door den senator honderdmaal gezegd en gedrukt,
maar de hoofdzaak waren de 27 uitmuntende
instantanées, die het blad vulden. Bij ieder beeld
zijn de woorden gedrukt, die de senator sprak,
en. de lezer ontvangt van het gesprokene, en van
het karakter en de persoonlykheid des sprekers
op die wijze een indruk die door niets overtroffen
wordt. Zelfs de overtuigende kracht van de rede.
wint er door, als men juist by krachtige plaatsen
en goedgedachte wendingen plotseling het ernstig
gezicht en de eigenaardige geste van den rede
naar voor zich ziet.
Byna nog beter dan de interview met Ingalls
gelukte die met den beroemden kanselredenaar
Talmage; hier had men in de vier bladzijden niet
minder dan 39 photographische portretten inge
lijfd, en zy leveren zulk een volkomen beeld, dat
men den beroemden prediker door en door meent
te kennen.
Wetenschap.
abcde i g h
WIT
RIPOLIN.
Door den heer Gust. Briegleb te Amsterdam
wordt in eigenaardige praktische verpakking eene
verfsoort in den handel gebracht, die nu vijf jaren
geleden in de stoom-verf-fabriek te Ouder-Amstel
werd uitgevonden, maar thans reeds hier en in
het buitenland burgerrecht heeft verkregen. Zjj
wordt Bipolin genoemd, en heeft alle goede eigen
schappen die aan een goede verf gesteld mogen
worden.
Ripolin droogt binnen weinige uren op, loopt
gedurende dien tijd van zelf glad, verhardt dan
spoedig, is onveranderlijk in licht, lucht of water,
koude of hitte, en kan gebezigd worden op hout,
metaal (dit wordt daardoor langen tijd tegen.
roesten beschermd), cement, kalk, gips, steen,
glas, papier, enz., en blijkt zelfs bestand te zijn
tegen ammoniak en andere gassen, zoodat die
verf hare diensten ook in fabrieken kan bewijzen.
Van de fijnheid van ripolin kan men zich het
best overtuigen, door de verf, die men sterk ver
dund heeft met terpentijn of benzine, op gewoon
glas te strijken, waardoor dit laatste als 't ware
gekleurd glas schijnt te zijn.
Men gebruikt de vert op gewone wijze, echter
in dunne lagen en met een niet te styve kwast.
Voor niet poreuse voorwerpen is een enkele laag
voldoende, daarentegen eischen poreuse voorwer
pen minstens twee lagen, waarvan de eerste goed
gedroogd behoort te zijn wanneer de laatste wordt
aangebracht. Ook op de oude gewone verf kan
gerust ripolin gebruikt worden, mits men de niet
vast aangehechte verf vooraf goed verwijdere. Bij
metalen voorwerpen moeten alle oude verf- of
roestvlekken vooraf verwijderd worden.
Een paar feiten kunnen voldoende zijn om te
bewijzen, dat ripolin geen verfsoort is, die spoedig
van de lijst der deugdzame materialen zal ver
dwijnen. De Stoomvaart-Mij. Nederland"' gebruikt
sinds geruimen tijd en met zeer gunstig gevolg
de gele soort op de schoorsteenen van bare booten
op Java, en de Kon. Ned. Stoomvaart My." de
rozenroode op de huid van hare schepen, zoowel
boven als onder de waterlijn. Als proef werd ze'l's
de schroef van een der Java-booten met witte
ripolin geverfd; na eene reis naar Java en terug
naar Nederland bleken de inmiddels rusteloos ge
weest zijnde schrocfbladen nog wit en volkomen
roestvrij te zijn.
Ripolin wordt geleverd in vaten van 30, 60 of
200 kgr. inhoud, oi kisten, met eenige blikken
van 2 tot 10 kgr. inhoud.
Volgens genomen proeven kan men met l kgr.
der verf een glad oppervlak van 8 a 12 M2, een
maal beschilderen.
Om zoo te zeggen voor dagelijks gebruik, wordt
deze verf ook verkocht in bukken busjes van 25
cents tot ?1.50, welker deksels op eenvoudige
wijze afgenomen, en weder op de opening gedrukt
kunnen worden, om het dik worden te voorkomen.
Is het materiaal niettegenstaande deze voorzorg
toch lijvig geworden, dan kan men het met een
weinig terpentijn of benzine verdunnen) waarmeda