De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 1 juni pagina 5

1 juni 1890 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ?datVmien keend, miene jong. O, ich wiss waal, «lat er zou terugkomme oet dee wiejert (vijver) ; ieh wis waal dat er neet veur good vort kos 2e draagt het kind jubelend naar de hut der «troopers. Schoon haar vader haar doet inzien, ?dat deze knaap haar kind niet is, verzorgt zij liem met hartstochtelijke tederheid. Zijne natte Weeren worden gedroogd bij het vuur, terwijl hij dn een stoel bij den haard zit. .Ze spreekt met -den jongen, die het Limburgsch maar voor de ihelft verstaat. Als zij hem naar zjjn naam vraagt, .noemt hij zich : Eelco. .Eelco! Wat 'n rare naom!" scheeuwt Ma rianne lachend. »Eelco Eelco I" en zij klapt in hare handen telkens als zij dit woord uitnpreekt. »Wat zês-te van deênaom, vajer? Er hit Eelco." »En ich heit Marianne!" voegde zij de Meine toe. »Zek ins : Marianne J" »Ook dat begreep het jongske .... «Marianne I" grinnikte hij dan ook, vroolijk lachend. »Zek noe ins : ... mooder Marianne !" »Mooder Marianne !" klapte hij haar toe. ^Nauwelijks had bij dit gezegd, of ze greep den inaap onder de bloote armen, bief hem op, drukte hem tegen haar hart en nu eens luid weenend, dan weder hartstochtelijk lachend, kuste zij den jongen op den mond, op de borst, op de schouders, overal, waar hare lippen het lichaam van het kind konden treffen I" »Hubs et gehuurd vajer?" wendde zij zich plotseling tot den oude. »Er heet gezag: mooder Marianne!" Door eene bladzijde als deze heeft Latnberts Hurrelbrinck zijne plaats onder de dorpsnovellisten met eere verdiend. De zuster der stroopers, het kind van haar vijand reddend en verzorgend, boezemt eerbied in, wint onze genegenheid. De verdere afwikkeling van dezen knoop is minder goed geslaagd. De geredde knaap is aanleiding, Sat de stroopers het leven van Warstra., den Frieschen veldwachter, sparen, wanneer hij hun in handen valt. Er ontstaat toenadering, zelfs liefde tusschen Marianne en Warstra. Deze laatste werdt naar Friesland geroepen door den dood zijner moeder. Nu hij weg is, besluiten de Delahaie's wraak te nemen op den Baron van Vilvoorde. Zij steken de hooiachelven, die bij het kasteel staan in brand weldra brandt bet ge bouw. De oude Delahaie wordt door de mare chaussees gedood. Warstra vlucht met Marianne en zijn kind naar Friesland. Naast deze vrij alledaagsche ontknooping staat tevens, dat de toon der gesprekken, als zij niet in het Limburgsch gevoerd worden, te stijf ofte kinderachtig is. Onze nieuwe Limburgsche dorps verteller neme eene les bij zijn kunstbroeder Seipgens, bij Heering of Hollidee. Reeds is in de laatste novelle : »Bokken-Tienus" zekere vooruit gang te bespeuren in den stijl, maar in dit opaicht moet nog zeer veel verbeterd en gewij zigd worden. Zijn blik op het leven der Lim burgsche boeren en Limburgsche stroopers is .helder genoeg. Indien hij slechts met Goethe gelooft, dat hij, zoo hij midden in dit volle menschenleven grijpt, steeds iets interessants zal vin den, is hij behouden. DR. JAN TEN BRINK. !) Nog niet in den handel gebracht, zal dit boekdeel echter binnen korten tijd verschijnen. VARIA. PLASTISCHE KONST. De geschiedschrijver Rothan, een getrouw mede werker van de Itevue des Deux Mondes, heeft ?eene kostbare verzameling schilderyen nagelaten, ?die op 27 en 28 Mei in de galerie Georges Peut zyn te zien geweest en thans verkocht worden. De oude Hollandsche kunst is er buitengewoon in vertegenwoordigd. Rothan was een van die ver zamelaars, die langzamerhand met liefde en zorg in stilte hun collectie vormen en ervan genieten. Er zullen dus schilderijen onder zijn, die in geen tientallen van jaren op verkoopingen geweest zijn. Rothan had acht van Goyen's, alle uit den besten tijd van den meester, een Windstilte van 1633, een Boerenhuisje van 1655 en daartusschen een Stadsgezicht, een Veerpont, een SlerJc en molen, een Zeegezicht, een Kerkje aan Jtet water, enz. Voorts een Jan van de Capelle (van wien het Louvre geen enkel stuk bev/.t); een Strand te Scfieveningen van Simon d "eger; twee Jacob Ruysdael's, een Korenveld jen Wintergezicht, en eenige prachtige Salo' /Vcuysdael's; een Jan. Steen(?), Christus de h Jj .en uit den tempel verdryvend; een Bramari ae Witte, De Sint Ursula Kerk te Delft va 'binnen; een Aart van der Neer, Winter in Holland; een Thomas de Keyser, een Berckheyde, een Vrouwenportret van Frans Hals, mooier dan al wat er in het Louvre van hem is; een Philippe de Champagne, een Peter Coode, een Duyster, enz. Van de Vlaamsche school is er een schets van Van Dijck, een portret van Jordaens, verscheiden stukken van Teniers, van Porbus (historische por tretten); van de Fransche school eenige kleinere meesters als Drouais, Largillière, Nattier, Rigaud, Pare, Charlet,Pagnest, maar ook zeer fraaie David's, Prud'hon's Watteau's, Boucher's, Fragonard's, Oudry's, Moreau's. Van de Italianen zyn de meest opmerkelijke stukken die van Guardi. Daar een aantal der Hollonders niet in het Louvre verte genwoordigd zijn, wordt de Fransche regeering door de bladen uitgenoodigd, hier eenige aankoopen te doen. De burgerlijke rechtoank te Versailles deed deze week uitspraak over Le Rembrandt du Pecq." Zy wees het verzoek der erven Bernard tot nietigverklaring van den verkoop af, als on gegrond, en verklaarde den commissaire-priseur Haran, die alle voorzorgsmaatregelen had geno men, opdat er geen vergissing kon plaats hebben, als hors de cause. De rechtbank erkent, dat de zoogenoemde expert Gaudouin verschillende ver zuimen, zijne opdracht betreffende, heeft gepleegd, en daarvoor verantwoordelijk is. Een onderzoek door deskundigen om uittemaken of de Rembrandt ecjit is, houdt de rechtbank voor nutteloos, daar de uitspraak geen einde zou maken aan het ver schil in meening. Wel echter acht zy een onder zoek door deskundigen noodzakelijk, om vasttestellen welke schade door de heer Gaudouin aan den heer Bernard is toegebracht, en daartoe wordt aan den directeur van de Ecole des Beaux-Arts, een der ambtenaren van het Louvre en den kunst criticus Emile Michel de taak opgedragen, de waarde van het schilderstuk vasttestellen. Eene tentoonstelling die ons aangaat, is in Vigostreet te Londen in de kleine galerij van den heer Dunthorne, the Rembrandt Head, geopend. Zy be vat acht-en-dertig athmospherische aanteekeningen in pastei", van een Amerikaan, George Hitchcock. De kunstenaar is sedert acht jaar in Europa, heeft te Parijs gestudeerd, en nu in [Holland schetsen gemaakt. Zijne Haarlemsehe tulpenvelden trokken op de laatste Londensche Academytentoonstelling de aandacht. De Athmorpheric notes" nu omvatfen studiëu van allerlei zee- en luchteffecten, sneeuw, mist, opgaande maan, tulpen velden, bloeiende boomgaarden, dit alles in Hol land opgedaan. Het zyn frissche, spontane schet sen van eenvoudige effecten binnen het bereik van pastei; de bekoorlyke kleine collectie trekt bezoekers. Het bekende schilderij van Meissonier, 1814, waarvoor door den heer Bague 500.000 francs betaald was, is thans door den heer Chanchard, gewezen directeur van de Grands magasins du Louvre, voor 850.000 francs gekocht. TOONEEL EN MUZIEK. Te Straatsburg is de componist Victor Nessier na eene langdurige ziekte overleden. Hij was den 28n Januari 1841 te Baldenheim in den Elzas geboren en dus oorspronkelijk Fransen onderdaan. Hy studeerde eerst in de theologie en beoefende tevens de muziek. Eene opera Fleurette1', die hij in 1864 te Straatsburg liet opvoeren, had wel is waar slechts het gewone lokale succes, maar gaf hem toch aanleiding om zich geheel aan de mu ziek te wijden. Hij ging naar Leipzig, studeerde daar en trad al spoedig praktisch op, werd direc teur van het koor aan den stads-schouwburg, leider van eene zangvereeniging en een geliefd compo nist voor liedertafels. Van 1867 tot 1879 voerde hy' in zyn schouwburg eenige opera's en operettes op, die verder geen opgang maakten, tot het hem gelukte met den Rattenfanger" en meer nog met den Trompeter von Sakkingen" zich bekend te maken; met het laatstgenoemde werk oogstte hy veel roem en geld, daarna nam zijn productief vermogen af, zijn laatste opera's hadden slechts een matig succes. Nessjer bezat als componist veel tooneelroutine; hij verstond het, den gemoedelijken toon te treffen en daarby eenigszins uoftheaterfahig" te blijven. Als mensen was hy algemeen bemind. LETTEREN EN WETENSCHAP. Pierre Loli's herinneringen uit zyn jeugd. Men schrijft van den 23 dezer uit Parijs: Pierre Loti geeft heden bij Calmann Lévy een bundel her inneringen uit zijn jeugd uit, die hij Le Roman d'wn Enfant betitelt. De meest in 't oog vallende eigenschap van dezen roman is, geen roman te zijn, zelfs niet een samenhangende levensbeschrij ving, maar slechts een opeenvolging van beelden en indrukken, die Loti tot den leeftijd van veer tien en een half jaar, toen hy het plan op vatte, om evenals zyn oudste broeder en de meeste zy'ner voorvaderen, marine-officier te worden gezien en ondervonden heeft. My'n geschiedenis", zegt ny in het begin, zou alleen die van een zeer net kind geweest zijn, erg vertroeteld, wel opgevoed, uiterst gehoorzaam en in zyn kleine manieren alty'd onberispelijk, in wiens enge gecapitionneerde omgeving niets onverwachts voor valt, en dat door geen slagen getroffen wordt, of teedere voorzorgen hadden er het ruwe van ver zwakt. Ik wil daarom deze geschiedenis niet schryven, die vervelend zou worden, maar enkel, zonder verband of overgang, oogenblikken opteekenen die mij in het bijzonder getroffen hebben, zoodat ik ze my nu nog met groote duidelykheid herinner, nu ik reeds zooveel boeiende dingen, zooveel avonturen en gezichten sinds lang ver geten ben. Loti's herinneringen van deze soort gaan ver wonderlijk ver terug, want hy begint met een be schrijving uit zyn tweede levensjaar, hoe hij voor de eerste maal zich zeker voelde op zijne beenen en vanzelf begon te springen en te loopen. Dan volgen bekoorlijke beschrijvingen van het streng protestantsche ouderlijk huis te La Bochelle en de eerste uitstapjes naar het eiland Oléron, de geboorteplaats van Lote's moeder. Ofschoon Loti eene in ieder opzicht gelukkige jeugd doorleefde, daar hij niet zoo als de meeste Fransche kinde ren in het college behoefde te wonen, maar het alleen als dagscholier bezocht, treft men toch in zijne berinneringen zeer dikwijls treurige gedach ten aan. Hij ly'dt onder den omgang met minder angstvallig opgevoede kameraden, en onder den dwang-van het schoolwerk. Zelfs in Fransche op stellen is hij altijd de laatste, daar hij den grooten aap" zooals hij zyn leeraar noemt, zijn ware gedachten niet bekend wil maken. Toen hij de taik opkrijgt een schipbreuk te beschrijven, le vert hy slechts n enkel blad papier in, met het opschrift: de schipbreuk" bovenaan en daaronder zijn naam. In plaats daarvan timmert hij jaren lang aan een poppentheater waar hij het sprookje Peau d'Ane" op wil voeren en verwerft zich al spelende eone groote vaardigheid op de piano. Als beroep beschouwt hij eerst dat van geeste lijke als ideaal, maar de berichten van zijn broe der werken op zijne verbeeldingskracht en van den geestelyke kwam een zendeling. Spoedig toch vindt hij dat de al te koele protestante godsdienstoeiening hem den indruk slechts bederft, dien hem de huisgodsdienst en zijn eigen bijbel lezen achterlieten. De geestelijke roeping gaat geheel verloren. De familie wil hem ingenieur maken, maar op een warmen zomerdag vat Loti het plan op, naar zee te gaan. Hij schrijft in het geheim aan zijn broeder naar het Verre Oosten, een brief, waarin hij over zijn lot beslist. Wij, die weten welke phantastische beschrijvingen de scheepsluitenant Pierre Viaud uit vreemde streken heeft medegebracht, konden bijna geneigd zijn de 2de Jaargang, Schaakspel. l Juni 1890. De volgende schoone partij zal zeker velen interesseeren, daar beide spelers persoonlijk in Amsterdam bekend zyn. Men zal zien dat Mini?atie, sinds het Amsterdamsche congres groote vorderingen heeft gemaalt en zich uit een tweede .klasse tot een eerste llasse speler heeft ont wikkeld. MATCH-PARTIJ, kortelings te Manchester gespeeld. Onregelmatige spelopening. Miniatie. Lasker. Wit. Zwart. l P. gl f3 d7 d5 2 d2 d4 P. g8 - f Tschigorin speelt hier met voorliefde L. g4. 3 e2 e3 e7 e6 4 c2 c4 c7 c6 5 b2 b3 P. b8 - d7 6 L. f l - d3 L. f8 d6 7 P. bl d2 e6 - e5 8 c4 X d5 c6 X d5 Op P. do zou 9 P, c4 met voordeel voor wit -volgen. 9 d4 X eS P. d7 X e5 10 D. dl eöo o 11 L. cl 12 T. f8 e8 12 T. al cl P. e5 g61 een diepdoordachte zet. 13 P. 13 d4 P. g6 f4 14 D. e2 f l P. 16 g4 15 L. d3 bl Speelt wit de raadsheer naar e2 dan volgt T. e3! 16 F e3 P. e3 17 D. gl (D. f3 L. g4 18 D. e3 P. g2 f) P- g2 t 18 K- & D- h* t 19 K. f3 D. f4 f 15 .... P. g4 x e3! een prachtig en waarschijnlijk volkomen correct ?offer. Stand na den 15den zet van zwart. ZWART 16 17 Na 17 K. X h3 D. 17 18 19 20 21 22 Op h3 wijze. T, 23 24 25 26 27 22 / b c d e f g k WIT f2 x e3 D. d8 g5 T. hl gl ! f2 wint zwart aldus : P. h3 f 18 g2 X e3 f 19 K. g2 L. h3 f. T. e8 X c3 f K. el dl L. c8 gl f P. d4 f3 T. a8 e8 T. cl c3 d5 d4 T. c3 c4 P. f4 d.1! L. b2 X d4! wint zwart op volgende schitterende f3 !! P. f3 P. e3 f K. cl P. fl f P. g5 T. el f K. c2 L. f5 t P. e4 L. e4 f .... b7 b 23 K. dl - c2 Gaat de koning naar cl, dan volgt L. a3 f 24 K. c2 c4 25 S. g5 P. 1)4 f Door den toren te spelen verliest wit eveneens. 23 .... D. g5 d8! De eenvoudigste wijze de partij snel te winnen. 24 T. c4 c3 T. e3 c3 f 25 K. c2 b2 L. c3 gaat natuurlijk niet wegens P. e3 f 25 T. c3 c7 26 D. f l d3 P. d5 f6 27 P. f3 g5 L. d6 c-5 28 L. d4 X ef> I'- d8 X d3 29 L. bl X d3 T. c7 X c5 30 P g5 f3 L. g4 X f3 31 P. d2 X f3 T. c5 d5 en zwart wint. Stand na den Sisten zet van zwart. ZV7ART ""?, R' ''%/'"'% ' ii & <?-&, f^ V' <?"> z'w#, ^ m t^ >?*A * m ft hand der Voorzienigheid daarin aan het werk t* zien, die een verlegen, verwend kind, tegen daa ' wil van al zyn familiebetrekkingen, tot het ruw» beroep van zeeofficier heeft gevoerd. Loti vermeldt aan het einde, dat hij tot zyn zeven-en-twintigstft jaar hevig te kampen heeft gehad tegen de ge- ? volgen van zy'ne opvoeding als kruidje-roer-meniet, maar dat hy toen eindelyk in het bezit g*komen is van stalen spieren, die een directeur van een circus de woorden ontlokten: Hoe jammer dat uwe opvoeding zoo laat begonnen is". Loti schijnt dezen spijt te deelen Ons echter komt het voor, dat aan de weekelyke opvoeding evenveel verdienste toekomt by' zyn roem als schrg'ver, als aan de harding van zyn leven op zee. Het nieuwst in journalistische entreprises", waarin de Amerikaansche bladeu zoo vindingrijk zijn, is de photographische interview. Men weet dat de groote Amerikaansche dagbladen altoos een menigte schetsen en portretten bevatten, en nooit in verlegenheid zyn wanneer het er op aan komt, het nieuwsgierig publiek met de gelaats trekken der beroemdheden van den dag, boksers, bowlers, misdadigers, de hoofdpersonen in een proces wegens echtscheiding, enz. bekend te maken. Maar aan het verbinden der photographie instantanée met de mondelinge interview tot het leveren van een volledigen indruk in de pers, had tot dus verre nog niemand gedacht, figaro heeft het met Bonlanger pp Jersey eenige maanden geleden in gevoerd, en we herinneren ons uit de Fransche lllustration uit Gambetta's ty'd eene reeks van een twintigtal schetsen naar den redenaar gedu rende n debat genomen, maar op de schaal zooals thans de New-Yorker World het heef t toe gepast, is er nog niet mede gewerkt. De persoon, die zich het eerst de eer, of den last, liet irelgevallen zich door den reporter van de World, vergezeld van een staf van twee ste nografen en een photograaf, te laten interviewen j was de senator John J. Ingalls uit Kansas, een uitmuntend spreker. De reproductie van het on derhoud nam niet minder dan vier pagina's der World, die zoo groot is als de Times, in beslag. De in boud van het gesprek was eigenlyk van geen belang, want al wat er gezegd werd is reeds door den senator honderdmaal gezegd en gedrukt, maar de hoofdzaak waren de 27 uitmuntende instantanées, die het blad vulden. Bij ieder beeld zijn de woorden gedrukt, die de senator sprak, en. de lezer ontvangt van het gesprokene, en van het karakter en de persoonlykheid des sprekers op die wijze een indruk die door niets overtroffen wordt. Zelfs de overtuigende kracht van de rede. wint er door, als men juist by krachtige plaatsen en goedgedachte wendingen plotseling het ernstig gezicht en de eigenaardige geste van den rede naar voor zich ziet. Byna nog beter dan de interview met Ingalls gelukte die met den beroemden kanselredenaar Talmage; hier had men in de vier bladzijden niet minder dan 39 photographische portretten inge lijfd, en zy leveren zulk een volkomen beeld, dat men den beroemden prediker door en door meent te kennen. Wetenschap. abcde i g h WIT RIPOLIN. Door den heer Gust. Briegleb te Amsterdam wordt in eigenaardige praktische verpakking eene verfsoort in den handel gebracht, die nu vijf jaren geleden in de stoom-verf-fabriek te Ouder-Amstel werd uitgevonden, maar thans reeds hier en in het buitenland burgerrecht heeft verkregen. Zjj wordt Bipolin genoemd, en heeft alle goede eigen schappen die aan een goede verf gesteld mogen worden. Ripolin droogt binnen weinige uren op, loopt gedurende dien tijd van zelf glad, verhardt dan spoedig, is onveranderlijk in licht, lucht of water, koude of hitte, en kan gebezigd worden op hout, metaal (dit wordt daardoor langen tijd tegen. roesten beschermd), cement, kalk, gips, steen, glas, papier, enz., en blijkt zelfs bestand te zijn tegen ammoniak en andere gassen, zoodat die verf hare diensten ook in fabrieken kan bewijzen. Van de fijnheid van ripolin kan men zich het best overtuigen, door de verf, die men sterk ver dund heeft met terpentijn of benzine, op gewoon glas te strijken, waardoor dit laatste als 't ware gekleurd glas schijnt te zijn. Men gebruikt de vert op gewone wijze, echter in dunne lagen en met een niet te styve kwast. Voor niet poreuse voorwerpen is een enkele laag voldoende, daarentegen eischen poreuse voorwer pen minstens twee lagen, waarvan de eerste goed gedroogd behoort te zijn wanneer de laatste wordt aangebracht. Ook op de oude gewone verf kan gerust ripolin gebruikt worden, mits men de niet vast aangehechte verf vooraf goed verwijdere. Bij metalen voorwerpen moeten alle oude verf- of roestvlekken vooraf verwijderd worden. Een paar feiten kunnen voldoende zijn om te bewijzen, dat ripolin geen verfsoort is, die spoedig van de lijst der deugdzame materialen zal ver dwijnen. De Stoomvaart-Mij. Nederland"' gebruikt sinds geruimen tijd en met zeer gunstig gevolg de gele soort op de schoorsteenen van bare booten op Java, en de Kon. Ned. Stoomvaart My." de rozenroode op de huid van hare schepen, zoowel boven als onder de waterlijn. Als proef werd ze'l's de schroef van een der Java-booten met witte ripolin geverfd; na eene reis naar Java en terug naar Nederland bleken de inmiddels rusteloos ge weest zijnde schrocfbladen nog wit en volkomen roestvrij te zijn. Ripolin wordt geleverd in vaten van 30, 60 of 200 kgr. inhoud, oi kisten, met eenige blikken van 2 tot 10 kgr. inhoud. Volgens genomen proeven kan men met l kgr. der verf een glad oppervlak van 8 a 12 M2, een maal beschilderen. Om zoo te zeggen voor dagelijks gebruik, wordt deze verf ook verkocht in bukken busjes van 25 cents tot ?1.50, welker deksels op eenvoudige wijze afgenomen, en weder op de opening gedrukt kunnen worden, om het dik worden te voorkomen. Is het materiaal niettegenstaande deze voorzorg toch lijvig geworden, dan kan men het met een weinig terpentijn of benzine verdunnen) waarmeda

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl