De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 1 juni pagina 6

1 juni 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Kb. il 4e kwasten moeten worden uitgewasschen. In -' 'pvttp buejeg sjjn meer dan 30 verschillende kleuren v»«rkrügbaiu-, terwijl men door menging dit aantal IjKhiiitTijlr tot in het oneindige kan uitbreiden. V6 behandeling van het schilderen zelve is zoo ? «Mwondig, dat zjj in ieders macht ligt. ? (Bouwkundig Weekblad) DE WONDERDOKTER VAN CUCUGNAN. Een Provenfaalsch FablicM. ' Hu vas een heel knap man, de goede dokter, Wit hjj had veel geleerd, en toch wilde men in ?Cueugnan, waar hg zich voor twee jaar gevestigd bad, mar geen vertrouwen stellen in zyne kundigheid. Men vond hem altijd met een boek in de hand. Dasrom zeiden de Cucugnaners: Onze dokter ' weet niets, niemendal Van den morgen tot den avond en van den avond tot den morgen zit hij .te, lezen. Wanneer hy leest, is dat een bewijs, dat hij niets weet; en als h\j niets weet is hij n uilskuiken." Zoo philosopheerden de goede Cucugnaners en Stelden nu eenmaal geen vertrouwen in hem. Maar, een dokter zonder patiënten ia gelijk aan '?«en lamp zonder olie. En toch moet men zijn ? nnzalfg bestaan verdienen: maar de arme dromverdiende niet eens het water, dat hij dronk. Het was hoog tyd, dat de zaken veranderden. gordel, dien hij reeds tot op het laatste je had ingehaald, werd hem weer te wijd; en harder zjjn maag jeukte, des te ijveriger iminsde hjj over een middel dat hem uit zijnen Waarden toestand kon bevrijden. Op een goeden dag liet hij in geheel Cueugnan bekend maken, dat zyne bekwaamheden zóó groot en -machtig waren, dat hij niet slechts in staat 3*s, zieken van alle soort te genezen, wat eigenIJjk'raaar kinderspel was, maar dat hij*t>ok dooden kom opwekken, en wol te verstaan niet pas ge, «korven dooden, maar oude, naar alle regelen der doodgraverskunst begraven dooden. Ik zal M opwekken," riep hij vol zelfvertrouwen uit, op klaarlichten dag, op het kerkhof, ten aan?chouwen van iedereen." Wel is waar geloofde niemand hem, maar de «Jgeloovigen zeiden tot zichzelven: Wat ver liezen w\j erbij, wanneer wij hem op de protf Stellen ? Men moet Lom aan het werk zien. Hij beeft zooveel gelezen! En er wordt immers eiken d»g zooveel uitgevonden! Kom! Laten wij er naar heengaan. Wanneer hij het wonder volbrengt, Kullen wy hem toejuichen, doet hij het niet, dan «uilen wij hem steenigen ; dan kan hij zijne knnst op zich zelf probecren.'' Men besloot dus, Zondagmiddag op het kerkhof bijeen te komen, waar de dokter dan n, desnoods ook twee dooden zou opwekken. Menige oude vryster sprak zelfs van negen of tien jonge mannen. * Lang voor het vastgestelde uur was het kerkhof zoo vol, als de kerken op een mooien Paaschdag, en toen het twaalf uur sloeg, drong de dokter zich door de menigte heen, gekleed in een lange toga. Toen hy op een verhooging had plaats geno men, groette hij, kuchte en schraapte zich de keel. Vrienden", begon hy luid, ik heb u beloofd eenen doode op te wekken, ik zal woord houden. Ik hef mijne hand op ! Stilte, als 't u belieft! Het is voor my even gemakkelijk om Jacques «t'Jean, Nanon of Babeau, Claude of Simon op te wekken Wilt gij, dat Simon uit de dooden zal opstaan ? Hoe heette hij ook weer ? Simoii CabaBié, die een jaar geleden aan een kwaadaardige verkoudheid gestorven is ?" Neem mij niet kwalijk, menheer de toovenaar", riep Catharina, Simon's jonge weduwe. Hij was ronder twijfel een braaf man, die mij gelukkig naakte, en dien ik beweenen zal, zoo lang God My' de oogen in het hoofd laat. Maar, wek hem niet op, want aan het einde van deze maand ga ik uit den rouw, omdat de lange Pascal met mij trouwen wil. Wy zijn al ondertrouwd en de bruids^SBChenken heb ik al gekregen. Wanneer de arme Simon dat moest aanzien, zou hij van ver driet sterven". Het is goed, dat ge mij dat zegt, Catharina! .Dan zullen wij de roodharige Nanon levend ma ken, die op Lichtmis begraven is." Pas op, mijnheer de toovenaar," schreeuwde Jacques Lamell dreigend, terwijl hij de met een steen gewapende rechterhand ophief. Nanon was mijns vrouw. Tien jaar lang hebben wij met elkaar geloefd voor mij tien jaar vagevuur, dat weet geheel Cueugnan. Laat haar voor ons beider rust maar blijven, waar zij is. Zy was zoo scherp als spaansche peper, zoo koppig als een muilezel en ijdel en slordig bovendien; zij was verkwistend en had eene tong! eene echte slange tong, mijnheer! zoodat ze zelfs de heilige Maagd en den heiligen Jozef razend had kunnen maken. En maar ik kan alles zoo niet zeggen." Maar, mijn goede vriend, men zou toch ." Ik waarschuw u. mijnheer de toovenaar," zeide Jacques toornig. Is de vrouw dood, dan neemt men een andere Daar Nanon mij drie kleintjes had nagelaten, die, tusscben twee haakjes, niets op mij gelijken, ben ik hertrouwd. Het zou dus vergeefsche moeite zijn, zooals go ziet." Ah, ja! ik begrijp er alles van," zeide de dokter op geruststeilenden toon. lint is duidelijk, dat ge na het vagevuur te hebben doorstaan, ook nog de hel zoudt moeten doormaken. Eóne vrouw is al meer dan genoeg." Hij streek eens over zijn langen baard, knikte Jacques Lamell toe met een blik van verstandhouding, en verhief opnieuw zijn stem: Hoe zoudt gij het vinden, wanneer ik baas Peter eens opwekte ? Er moet toch iemand op staan uit de dooden!" Meent gij baai Poter van Mas-Kely?" vroeg Felix Dikvuist aarzelend. Zeker, baas Poter van Mas-Kely, dat was een braaf man." Hij was een zeer braaf man ; moge God hem den eeuwigen vrede schenken. Hij was een heilige mijn goede vader. Wek hemniet op, want wanneer hij terug kwam, zou zijn hart breken van verdriet over den strijd die tusschen ons, broeders, ueerscht. En hij had toch den vrede lief bo ven alles. Na heel wat vuistslagen en hooge woorden en na een eindeloos proces hebben ?wij zijne nalatenschap, die uit een paar lapjes grond bestond, verdeeld. Elk van ons hoeft een hoop kinderen en we moeten maar zien, hoe wij ons er doorheen slaan. Ieder doet zyn best, om al het water naar zijn eigen molen te leiden." Dus het zou niet mogelijk zijn, hem op te wekken ?'' Neen, neen," haastte Dikvuist zich te ant woorden. Wanneer hij opstond, zouden wij den armen ouden man een jaargeld moeten uitkeeren; niets zou billijker zijn dan dat. Maar c e tyden zijn slecht, mijnheer de toovenaar! Gij weet het wel, de zijwormen voeren niets uit, of, als zij wat uitvoeren, is hot. il.it zij dood gaan. De wijnstok ken zijn ziek, het koren kunnen wij niet aan den man brengen. De olijven zijn wormstekig, het regent niet en de meekrap is niets waard." ftu, mij goed! Laten wij den armen Peter de rust maar gunnen. Maar ik ben hier niet geko men, om praatjes te houden, en gij niet, om daarbij toe te kyken; wien zal ik dus opwekken wien? zeg zelf inaar, wien ik zal nemen " Mijne arme Gatonne! Geef mij mijne arme Gatonne terug/'smeekteeene oude vrouw schreiend. De wonderdokter deed, alsof hij niets gehoord had en keek peinzend voor zien uit. Reeds ver hief zich eenig gemompel onder de aanwezigen, toen een jong meisje levendig uitriep; Laathaar rusten, mijnheer de dokter. Het arme, mooie meisje had gelijk, toen ze stierf. Op haar sterfbed heeft zy' mij in vertrouwen alles gezegd toen hebben wij haar een bruidskleed aangedaan en haar met een myrthenkrans getooid. Mijne arme vriendin zag er uit als eene bruid. Blijf waar gij zijt, gij heilige, want hij, dien gij liefhadt, is niet een ander op den loop gegaan." De goede dokter wischte zich een traan uit het oog en riep zalvend: Rust in vrede!" Ook de oogen der omstanders werden vochtig. Rust in vrede!" klonk het zacht van alle kanten. Na eene kunstmatige pauze begon de wonder dokter: Op den duur vind ik het wat vervelend, om hier mijnen tijd in ledigheid door te brengen. Ik ken iemand, die vrouw noch kind, zuster noch broeder heeft nagelaten, alleen het voorbeeld zijner deugd aan u allen, en zijne weinige spaarpenuingen aan het hospitaal. Zal ik uwen geestelijke, dien gij allen zoo lief hadt, en dien gij zoo be treurd hebt, opwekken?" Neen, neen," schreeuwden eenige oude kwe zels. Doe het niet, mijnheer de toovenaar." En dame ousseline, de moeder van de congregatie, voegde er bij: Die lieve, goede man! Hij was zoo oud en doof, potdoof! Wanneer men hem in de biecht zwart zeide, verstond hij wit. Laat hem maar in Abrahams schoot; wij hebben in zijne plaats een kleinen jongen herder gekregen, die er heel goed uitziet! Hij is zeer te prijzen, onze nieuwe geestelijke. Hij zingt als een orgel, preekt als een aartsengel en zorgt voor zijne kudde, zooals het behoort." Wat moet ik daarop antwoorden? Wanneer dat zoo is, moeten we naar iemand anders uit zien. Ziet, hier is een kleinen houten kruis, dat geheel bedekt is met gras en bloemen, alsof zij de zwarte kleur ervan wilden bedekken. Hier rust een zuigeling; het kind is maar tien maanden oud geworden. Het zou eigenlijk zonde zijn, het in zijne sluimering te storen; het is zoo ge lukkig, niet in eene zelfzuchtige en booze wereld te leven, waar men te hooren krijgt wat gijlieden van mij vertelt, vrienden. Maar wan neer gij wilt, dat ik het kiüd opwek, zal het ge beuren." Mijnheer de toovenaar'', smeekte eene oude vrouw schreiend, de kleine dooilo behoorde ons toe; ik ben zijne grootmoeder. Mijne dochter zoogde het kind nog en het zou al tandjes krij gen, toen het stierf. Och, het was zoo liet, zoo aardig. God heeft het van ons genomen: Zijn wil geschiede l Maar nu hebben wij een ander kind; wat de Hemel ons met de eene hand ont nomen heeft, heeft hij ons met de andere terug gegeven. Wek het niet op, want mijne dochter heeft geen melk genoeg voor tvreo eu wij zijn te arm om eene min te houden." Toen zeide de dokter: Voor vandaag is het genoeg. Daar ge mij vandaag het wonder niet wilt laten volbrengen, zal het op een anderen dag gebeuren, niet, doordat ik oen doode opwek, maar doordat ik u verhinder te sterven." Beleefd groetend, ging hij heen. Sedert dien * in Cueugnan. redde menigeei nu veel vertrouv, zijn woord niet g, Hier eindigt i. eindigt zij goed. &g volbracht hij wonderkuren k^t>t de dooden met rust, maar jjjyven. De Cucugnaners stelden «^m, want, zeiden zij, dat hij ' ,?(?< heeft, is onze eigen schuld. Zooals gij ziet, Wij raden onzen lezers aan deze van weerskanten uitnemend gespeelde partij langzaam en oplettend na te gaan, men sla vooral de varianten, die in de noten zijn aangegeven, niet over ! Ten einile met het naspelen van meesterpa.rtijen zijn voordeel te doen, doet men het best zich in de plaats van de -«-innende partij te stellen en bij iederen zet, dien deze doet, eerst zich zelven af' te vragen wat men in diens plaats zou gespeeld hebben. De zetten der verliezende partij speie men slechts mechanisch na. BELANGRIJKE MEDKDKKLINGEN UIT DE SCHAAKWERELD. Dezer dagen werd te Berlijn een Veroin deutschcr Schacbraeister" opgericht, welke vereuniging zich ten doel stelt nationale wedstrijden, matelies, consultatie en correspondentie partijen tusschen de eerste Duitsche meesters-, in het leven te roepon. Do lierlijnsche bladen melden hieromtrent o.a. het volgende: liet betrekkelijk weinige succes dat onze Duitsche meesters op de groote internationale wedstrijden te beurt viel is hoofdzakelijk aan ge brek aan onderlinge oefening te wijlen, liet was voor ecu groot deel do oorzaak van Amlerssoii's nederlaag tagen Murp'uij in 1858. Eerstgenoemde had sedert hot Londensche congres 1851 zich met schaken onledig- gehouden terwijl Morphij, kort te voren gieh voortduren'! ra e t de sterkste Kngelsche schakers gemeten had en daardoor in staat werd gesteld zijn kracht ten vollo te kunnen ontwik kelen. Zoo bijv neemt Louis Paulsen gedurende het verloop van iederen grooten wedstrijd in kracht toe ; hij begint met alles te verliezen, dan komen de remises en tegen het einde moet alles voor hem zwichten. En zoo zijn er tal van voorbeelden onder onze Duitsche spelers". De vereenis'ing is van plan sterke Duitsche schakers in do gelegenheid te stellen aan alle grootc Internationale tournooicn deel te nemen en VOO DAMES. De w.juip in het staatsbestuur. Schilderessen. Em amazonencorps. Feesten. Modedwaasheden. \ Terwijl in zoovele beschaafde landen de vrouw nog het stemrecht mist, is het niet onbelangrijk, te vernemen, hoe men er over oordeelt, waar het haar sedert twintig jaar verleend is. Twintig jaar geleden, toen het gebied Wyoming het eerst op de kaart van de Vereenigde Staten verscheen, wist men in de constitutie een artikel te doen insluipen, waardoor de vrouw geëmancipeerd werd in politiek opzicht. Dat het Wyoniing heel goed gegaan is, en het nu reeds 'op het punt is tot staat gepromoveerd te worden, is zeker niet enkel daaraan toe te schrijven; maar in elk geval is de welvaart door dezen revolutionnairen maatregel met tegengehouden. In de nieuwe constitutie die thans in bewerking is, wordt de bepaling behouden. In een interessant artikel in de Fortniyhtly vat de heer Horace Plunkett, die door circulaires en enquêtes alle gegevens verzameld heelt, de resul taten van zijn onderzoek samen. De verhouding waarin de vrouwen deel uitma ken van het kiezerscorps, is in Wyoming een derde; van deze stemmen 80 percent. Het zijn niet enkel de ongetrouwde, die er kiezen mogen, ook de getrouwde, en van de verdeeldheid die de politiek in de gezinnen zou brengen, waar man j en vrouw verschillend zoudon stemmen, is niets gebleken. Wel maken do getrouwde vrouwen meer van hun kiesrecht gebruik dan de ongetrouwden. Sommigen schrijven dit daaraan toe, dat de ge trouwde vrouw beter hare verantwoordelijkheid inziet; an.ieren meenen, dat de ongetrouwde er iets tegen heeft, reeds zoodra zij meerderjarig is, dit feit publiek te maken. Omtrent de wijze waarop de vrouwen stemmen verkreeg do heer Piunkett allerlei inlichtingen. Van den eenen kant: da vrouwen stemmen alleen op aandrang van een man; het uiterlijk, de ma nieren en vriendelijkheid van den candidaat zijn van buitengewoon veel invloed: een candidaat wiens vrouw men niet lijden mag, kan zijn polilieke carrière wel opgeven. Van den anderen kant: de vrouwen zien bij het bepalen van haar keus zeer ernstig toe op zedelijke waarde; wanneer ruen ziet boa zij op candidatenlijsten van htm partij meestal eenige namen schrappen, is dat omdat de candidaat niet onberispelijk van repu tatie is; het niveau van het bestuur rijst dus onder haren invloed. Nu de uitwerking van het vrouwenkiesrecht op de wetgeving en het bestuur. Immers, zooals de heer Horace Plunkett zegt: tlie proof of the pudding is in the eating. Op deze wijs wint de vrouw wer kelijk hare zaak, want in geen Amerikaansche staat is minder omkooping en minder nepotisme aan te wijzen dan in Wyoming. Do vrouwen heb ben haren invloed slechts zelden rechtstreeks doen gelden, maar dan was het om strenge wetten te krijgen tegen speelhuizen en zedeloosheid, on maatregelen ten voordeela van liberaal onderwijs en Zondagsrust; ook eene bepaling op het beter ventileeren van mijnen is een speciale verovering der vrouwen. In de commissies waarin zij zitting hebben, is men van onomkoopbaarheid on goede administratie verzekerd. Bij de verkiezingen schenen over 't algemeen de vrouwelijke kiezers minder omkoopbaar dan de mannelijke. Het is waar dat tegenover het canvassing" door middel van bier, whiskey en sigaren op den verkiezhigsdag zelf, in dezelfde klasse het verleiden der vrouwen door appels, kauwgom, klontjes en dergelijke snoeperyen staat, en het afhalen met oen mooi rijtuig- op haar een wonderbare tooverkracht uitoefent; maar over 't algemeen is de vrouw minder omkoopbaar dan de mau. Het misbruik maken van haar invloed, door he.fe mannelijk element in het bestuur uittealniten, kwamr.. eenige malen voor. maar steeds met een goed doeL Zij hebeen in eenige steden alle ambten, van het mayorschap tot den post van portier der gemeen teschool, ingepakt, maar het was oin aan de liquor rule" in de plaats een eind te maken. Het stadje Edgeton bv. was een klein Monte-Carlo; de vrouwen wisten er alles in handen te krijgen,, en verdreven al wat haar niet aanstond: speelhuis, billardzaal, geheime drinksalons, café-ehantant en erger. Hiawatha en Manhattan zijn ook geheel onder vrouwelijk bestuur; er wordt niet bij ver meld, hoelang deze steden, wanneer de vrouwen aan haar zuiveringsproces de hand willen blijven, honden, voor de Amerikaansehe heeren bewoon baar zullen blijven. * * Bij den Conseil Supérieur des Beaux-Arts te Parijs is een deputatie verschenen van de Vereeniging van schilderessen en beeldhouwsters", die thans 500 leden bevat. Zij hadden in opdracht, den Conseil Supérieur mondeling het verzoek over te brengen, dat voortaan ook vrouwen de Ecole des Beaux-Arts zouden mogen bezoeken en mede dingen naar den Prix de Rome. De raad toonde zich zeer slecht gestemd ten opzichte van dit verzoek; maar Guillaume, wiens invloed zeer groot is, trok partij voor de dames en het was aan hem te danken dat de volgende motie werd aange nomen : De Conseil-Supérieur spreekt den wensch uit, dat de vrouwen door hulp van den Staat tot hareartistieke vorming denzelfden steun genieten als de> mannen". Het kon maar een wensch zyn, omdat de mi nister alleen over het geval te beslissen heeft. Maar hoe de beslissing ook moge uitvallen, er zal voor de dames in de Ecole des Beaux-Arts eerst na de verbouwing en uitbreiding plaats kunnen gevonden worden. * * In La Jeune Fitte, het tijdschrift door Mej. Cath. Alberdingk Thijm te Brussel opgericht, ko men van tijd tot tijd historische artikelen voor,. onderteckend Martha d'Orey; Etincellein Figaro. beweert dat deze Martha d'Orey niemand anders is dan de Belgische prinses Clémentine. * * * In Oostenrijk heeft zich, naar het Militdr Wochenblatt meldt, een corps vrijwillige Amazo nen ter beschikking van den keizer gesteld voor het geval van een oorlog, a Vinstar van Dahomey. Het feit is werkelijk gebeurd. Het Armeeblatt van 13 j pril 1890 bevat het stuk, in het oorspronke lijk alicisch en in Duitsche vertaling; het is op 30 Dec. 1889 ingediend en door drie dames onderteekend, die uit naam van velen" verlof vragen een wijwilligerscorps van amazonen te vormen. Daar tegenwoordig alles, oud en jong, voor den krijgsdienst wordt opgeroepen, meenen ook wij vrouwen, die vaak krachtiger en moediger zijn dan de verweekelijkte mannen, niet te mogen achterblijven. De tegenwoordige geweren zijn zpa eenvoudig en uitmuntend van constructie, dat men enkel handen noodig heeft om er mee om te gaan". De dames willen den Staat niet lastig vallen: zii vragen noch bezoldiging, noch paarden,, noch uniform, zij vragen enkel een ouden ijzer vreter als kommandant. Op het verzoek is reeds 20 Januari door het ministerie van Oorlog afwij zend beschikt en dit besluit is langs hierarchisc'aen weg door middel van het lle corpskommando aan de verzoeksters kenbaar gemaakt. In 1866 hadden ook in Berlijn een aantal actri ces het plan opgevat, een amazonencorps te vor men; een van deze kon wellicht nu bijna als oudeijzervreter" optreden, indien zij was voortgegaan zich in den krijgsdienst te oefenen. * # # Het saizoen te Parijs is zoo levendig, alsof het nog in lang niet zou eindigen. De prinses de Léon gaf een schitterend bal in haar hotel aan de Boulevard des Invalides, waar zij zelve met zeven anderen dames en acht heeren den menuet van Don Juan danste; de dames waren in costuum Luuis XVI en gepoederd, ieder met een ander kapsel, een meesterstuk van den coiffeur a la mode Lenthéric; de heeren droegen witten, rok met roode opslagen, rood vest, roode korte als voorbereiding hiertoe zullen kleine wedstrijden georganiseerd worden. Alle spelers van eenige beteekenis zijn tot don bond toegetreden en de zaak vond terstond zulk een algemoenen bijval, dat reeds in Juli de eerste wedstrijd kan gehou den worden. Te Londen werd in de groote handicap" tournooi bij Simp.son den eersten prijs door Lee op glansrijke wijze gewonnen. Hij won 16 partijen en maakte ."> remis», verloor echter geen enkele ! Om de '2e, 3e en 4e prijzen moeten Bird Mason, en Tinsley vechten. Om den oden prijs spelen Muller en van Vliet. Omtrent de match Blackburne-Laske<- valt nog niets naders te berichten. Mr. Robert Steel uit Calcutta staat Blackburno voor £ 50 borg, maar Lasker heeft in Duitschland tot nog toe niet meer dan £ O bij elkaar kunnen brengen en Blackbunie lieol't £. 50 als minimum tut voorwaarde gesteld. Een hoogst belangrijke correspondentie wedstrijd om 1000 dollars wordt op het oogciiblik gehomlon tusschen Steinitz (New-York) en Tschigorin (St. Potersburs). Wij zullen onze lezers geregeld van het verloop dezer partijen op de hoog'.u houden. Van den heer Gunsberg vernemen wij dat zijn lang besproken match met Steinitz, om het kam pioenschap der wereld a.s. herfst in New-York zal plaats hebben. De inzet zal ± /BOOG be dragen. In Juli iK'gïnt een groot internationaal concours te Manchester. Zooeven ontvangen wij het bericht, dat do match Blackburne-Laskcr door zal gaan. 3. e4 e5-f- d5 d4 4. eó df)^ en mat. Remisestudie Tan C. F. Jacnisch. Wit 1. fl x f8 2. e(i e7 3. e7 e8 koiingin 4. e8 <:8 5. CS c8f G. c:S elf 7. el flf Zwart h7 X f8 f8 X d7 h3 g."> e5 X g* g3 h4 h4 h3 h3 h4 enz. OPLOSSINGEN. Probleem No. 23 van Grcenwood. Wit Zwart 1. c2 c3 g7 X c.'5 a7 X e3 Wij ontvingen goede oplossingen van H. P.( M. B., W. v. K., Ph. E. 3. alhier. CORRESPONDENTIE. Th. W. v. d. W., alhisr. Wij zijn volkomen eens met u, dat de belangen van zwart niet uit het oog mogen worden verloren, al moet wit over winnaar blijven, maar as zwart f5 X g6 speelt, dan volgt fl 14 f, op wdken zet zwart gedwon gen is te spelen g6 e4, en dan kan d:3 d3. mat gevoegelijk gcschiedei. M. E., te Zutfen. Men ian lid worden van den schaakbond door zich bij het hoofdbestuur (hier de IIH. C. van Olst, Notar.s, President, Jhr. A. E. van Foreest, Secretaris of T. J. Veraars. Penning meester), aan te melden. D? contributie bedraagt / 2.50 's jaars. De voordeelm zijn gratis, toezen ding van het jaarboekje, toegang tot de jaarlijkscbe algemeene vergadering en tot de wedstrijden, II. v. li. te Ede. Als in No. 30 op do d6 zwart speelt e6 e5 dan volgt c7 g7 en g4 of g7 d7f en mat. Als in No. 22 wit a'2 a3 doet dan gaat zwart f5 f3f en mat is on mogelijk.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl