De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 8 juni pagina 4

8 juni 1890 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

4 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. «76' Jj«UI komt, dat de verf uit fy r ge wreven edele bestaat. Zeker is het, dat er rood, oranje '«* purper in is, waar geen Europeesche water(Wpf me* vergeleken kan worden. In vele is Perjübèhe invloed merkbaar, b\j voorbeeld in de , jjsfcchtig decoratieve uitgewasschen randen van Wttige teekeningen; in andere erkent men duidc^jk het werk van Italiaansche kunstenaars, er l» «en Madonna b\j een Hindoe-tempel neerdafcad" bij. In de Perzische randpatronen zijn tusschen tw«e of drie golvende kleuren goud gesprenkeld. Wat de teekening betreft, zijn de hoofd«n meest zeer goed, de handen minder, en het voeten zoo slecht mogelijk. De afwerking van jaweelen, oorhangers, colliers, is verbazend. De dierfiguren, vooral olifanten, zijn vol karakter; d« perspectief is nu eens juist, dan weer kinder achtig naief; men ziet wel karpetten geheel als een vierkant uitgespreid. Er zijn goede proeven van landschap, maar zonder gedachte aan atmos feer. Hpt interessantst, artistiek en historisch, lijn de portretten van keizers en vorsten. Zij zijn altoos klein, 15 centimeters hoogstens, de koppen «jjn keurig, eenvoudig behandeld, zoo goed als Holbein het gedaan zou hebben. Zij zijn het werk van zeer groote kunstenaars, wier namen men nooit kennen zal. Want ofschoon het hun gewetea niet bezwaard schijnt te hebben, den mensen af te beelden, hetgeen de Islam verbiedt, kwam ' het hun zeker niet politiek voor, hun naam onder het schilderstuk te zetten. Het gevoel van stijl is onberispelijk, de prinsen zien er allen gedistin geerd uit, als oostersche vorsten, die sinds dui zend jaar koningsbloed in hun aderen hebben. De manuscripten, in vitrines tentoongesteld, zijn even merkwaardig. Er is een Perzisch exemplaar van de historie van Rama, voor keizer Akbar ge maakt, omstreeks 1582, dat won derfraai is. Het is geheel geïllustreerd door de talrijke kunsteBMtrs die deze keizer aan zijn hof lokte, en kolonel Hanna meent dat het werk eraan, destjjds wel 20,000 pond moet gekost hebben. De verkooping Rothan te Parijs is in drie dagen afgeloopen, en er zyn goede prijzen betaald. De eerste dag bracht 399.150 francs op, alles Fransche kunst, waaronder: twee Bouchers, De muziek en Dt Schilderkunst, samen 49,000; De Molen van Boucher 12,100; De Jonge Ku nstenaar van David 12,500; Fanchon, van Fragonard 12,000; De dame met de parasol van Lancret 20,000; het portret van Buffon van Nattier 11,200; Talleyrard van Prudhon 7500. De tweeden dag kwamen de Hollanders; de opbrengst was 421,600 francs, waaronder: Berkheyde, De Groote Markt te Haarlem, 10,000 francs, (door het museum van Lyon ge kocht); Frans Hals, De Vrouw met den Hand schoen 38,000, De man met den grijzen manfel 6,500 en De drinkers 5,100 francs; Van der Capelle, De Maas, 7700; Cranach, portret van Luther, 5600; A. Cuyp, Zeegezicht 8500; Duyster De page 5700; Van Dyck, Rondedans van amoretten 5600; Van Goyen; Kerk en molen 5,100 en Wirdttüte 10,000 francs; Hondecoeter, Vogels 10,600; Jordaens, Eegentenportret 52,000 francs. Een Paleis der Doges van Canaletto bracht 15,000, en .Hl Petrus en H. Paulus van Ribera 4,300 francs op. De derde en laatste dag leverde slechts 273,000 francs. Er waren: een Ruysdael, Korenveld 24,000; Teniers de jongere, De Eooker 11.500; Palamedesz, portret van J. JV. Gael, 15,500; Portret de jongere, Maria de Medicis 17,200; Vlieger, Strand van Scheveningen, 11,000; Van de rNeer 8,800; Mieris, De fijnproever 4000, enz. Onder de minia turen was een Vrouwenportret van Moreelse, dat 4600 en een Jonge edelman van Pot, die 1800 francs gold. Het totaal is 1,093,000 francs. Pp de tentoonstelling in het Palais de l'Industrie (de oude salon) zijn bekroond: Eerste prijs voor schilderkunst: De Richemont, un réve (naar Zola's roman); Tweede prijzen: Le Lièpvre, Rachou, Fournier, Carpentier, Bompard, Gueldry, FrancLamy, Mengin, Yarz, Cbigot, Beauvais, Pezant, : Xiambert, Bertrand. Beeldhouwkunst: eerste prijs IjCharpentier voor twee groepen De Strijders en Het Lied en Puech voor eene Sirene en een buste van Mad. Constans. Tweede prijzen: Ganquié, Pech, - Dolivet, Mathet, Rambaud, Icard. Den eersten prijs voor etsers kreeg Levy, den tweeden Milius. TOONEEL EN MUZIEK. JEien correspondent van de GrapMc schrijft uit Rome: Al de muziekcritici van Italië, die tegen woordig zijn geweest bij de eerste vier voorstel lingen van de nieuwe opera Cavalleria Rusticana, zyn het er over eens, dat er een nieuw muzikaal genie ontdekt is. De componist, een jongman van 26 jaar, uit Livorno, muziekonderwyzer aan eene school in Sicilië, tegen 100 francs per maand, heeft in vijftig dagen zijne opera voltooid. De vorm is meesterlyk, de melodie rijk, overvloedig, echt Italiaansch. De pers begroet in den jongen man den opvol ger van Rossini en Verdi. De correspondent ver geet den naam van den nieuwen componist te noemen. De Opéra-Comique te Parijs heeft waarschijn lijk een succes in handen met La Basoche van Messager. Het libretto is onwaarschijnlijk als van een operette, maar aardig. De jonge overmoedige koningin Maria van Engeland bezoekt Parijs in cognito, een dag vóór de ontvangst die haar be reid word door haren bruidegom, den ouden zwak ken k«ning Lodewijk XH. Zij wordt verliefd op den roi de la Basoche, dien zij voor den echten koning houdt, en wiens vrouw nu weer door an deren voor de echte Maria wordt aangezien. Dus verwisselingen, het meest alledaagsche element van het komische. Ook de muziek heeft menigen bekenden toonval, maar is bevallig en tevens met talent en distinctie geschreven. Antoine's Théatre Libre heeft te gelijk met Ibsen's Spoken, dat onder het onduidelijke van de vertooning een weinig leed, ook een nieuw Fransen stuk, La pêche, van Geard, opgevoerd. Het naturalisme op het tooneel heeft hiermede weer een nederlaag geleden. Men vond hier en daar wat aardigs, maar de ontknooping is afschuwelijk. Een echtpaar met een kind bezoekt een ander echtpaar. Allen hebben honig op de lippen, maar gal in het hart, althans de vrouwen. De jongen plukt in den tuin van zijn gastheer een perzik, lie laty blijkt rot te zijn; deze perzik brengt het tragisch conflict tot uitbarsting. Uit wraakzucht ver haalt de beminnelijke gastvrouw haren gast, dat zyne vrouw hem bedriegt. De man grijpt een mes, en vliegt van het tooneel. Eenige seconden later komt de knaap binnen: P'pa cfu'a assassiném'man!" Dit is dus de dernier cri van het naturalisme en de gordijn valt. Het gezelschap Amstels Vriendenkring," op gericht 31 Augustus 1888, zal op Zaterdag 14 dezer in Maison Strouken" een uitvoering geven, waarop zullen worden vertoond Justas van Maurik's Pakketten voor Dames en eene vaudeville De Parijsche grisette. Een interessante verkooping zal op Dinsdag 10 Juni bij de firma G. Theod. Bom en Zoon, Spui straat 135, plaais hebben. Zij betreft de geredde meubelen, kostbaarheden, wapens, boeken, pren ten, gedenkpenningen, van wijlen den Stadsschouw burg. Menigeen zal een reliquie willen hebben uit het gebouw waar hij zoo vele aangename avonden gesleten heeft, hetzij dan een Meroringischen zetel, een prikslede, een stel roksknoopen door J. Tjasink gedragen, 20,450 francs aan Fran sche assignaten, of het aanplakbiljet van de laatste voorstelling, in den Stadsschouwburg gegeven. Deze week, nu juist Nessier gestorven is, wordt iet 200 jaar geleden dat de trompetter van Sak kingen, Werner Kirchhofer, zelf overleed. Op iet kerkhof te Sakkingen vindt men op de zerk ien grafschrift in het Latijn, van deze beteekenis: ,Eeuwige rust voor ziel en lichaam zocht in het leven en vond door een gelukkigen en kalmen dood het in wederzijdsche liefde onvergelijkelijke echtpaar, de heer Franz Werner Kirchhofer en vrouwe Maria Ursula von Schönauw, hij den laatsten Mei 1690, en zij op 21 Maart 1991. Zij mogen in God leven". Het Maandblad voor Muziek, orgaan der WagnerVereeniging te Amsterdam, onder redactie van Mr. H. Viotta, bevat in zijn 7de aflevering van den tweeden jaargang, om belangwekkende studie over Hector Berlioz en La Damnation de Faust, door den redacteur zelven. Hetzelfde nummer bevat een vervolg van het artikel over schouwburgbouw en akonstiek, dat in een vorig nummer de aan dacht trok. De groote opera te Parijs heeft deze week, in overeenstemming met hare verplichtingen, eene opera van twee acten van een prix de Rome opgevoerd. Het was Zaïre, van den heer Véronge de la Nux, libretto door do h.h. Blau en Besson aan de tragedie van Voltaire ontleend. De opera beeft, ondanks al wat de critici erin waardeeren, slechts een zeer matig succes gehad; in twee kleine acten heelt slechts zeer zelden de compo nist van onze dagen de gelegenheid om te toonen wat hij kan, en de directeuren der Groote Opera besteden aan het monteeren van zulk een ge dwongen werk ook niet de zorg, waarmede een groote première wordt voorbereid. LETTEREN EN WETENSCHAP. Twee van de oudste boekhandelaarsfirma's te Londen, Rivington and Co. op Witerloo-Place, en Longmans in Paternoster-Row, hebben zich vereenigd. De eerste zaak werd in 1710 door Charles Rivington gevestigd, de zaak van Long mans dateert van 1726. Te Padang is Maandag 2 Juni overleden de bekende schrijfster Annie Foore, (Mevrouw Ijzer man?Junius) zij werd geboren 26 Maart 1846. De Provinciale Ocerijselsche en Zwolsche Courant heeft ter gelegenheid van haar honderd-jarig be staan op 22 Mei 1890 een alleraardigst souvenir aan hare lezers geschonken. Aan het nummer van dien datum is een facsimile van het nummer van 22 May" 1790 (destijds Overijselsch Week blad tot Nut van 't Algemeen) toegevoegd, en in de courant zelf zijn verkleiningen opgenomen van al de verschillende hoofden die het blad van Martinus Tijl heeft gedragen, in 1791 als Overvjselsche Courant, in 1795 met Vrijheid; Gelijkheid en Broederschap" in top, in 1811 met Franschen en Hollandschen tekst naast elkaar. Het is een nummer om te bewaren. Een verzameling tafels in spijkerschrift van groote waarde is juist in Engeland aangekomen. De opschriften betreffen gedeeltelijk gerechts-, ge deeltelijk handelszaken; zij loopen over eene pe riode van 2300 tot 200 jaar voor Christus. Een opschrift uit het jaar 2200 v. C. bewijst dat des tijds in Babyion makelaars bestonden die rijke kinderlooze ouders tot het adopteeren van kinde ren overhaalden. De agenten ontvingen volgens het contract eene vergoeding van de ouders van de kinderen en van de adoptiefouders. Militaire Zaken. VEREENIGING TOT BEVORDERING DER BE LANGEN VAN RIDDERS VAN DE MILI TAIRE WILLEMSORDE MOED, BELEID EN TROUW". Naar aanleiding van het onlangs inroepen van de weldadigheid voor de betrekkingen van een overleden militair van het Nederlandsen-Indische leger, Ridder der Militaire Willemsorde, vereenigden zich zeventien heeren tot een comité, ten einde eene Vereenigi-tig tot stand te brengen, die zich ten doel stelt om in het belang van de Rid ders dier orde beneden den rang van officier werkzaam te zijn. Voorzeker is dit een edel doel, want hoevele dapperen toch zijn in de verschillende Indische oorlogen niet het slachtoffer geworden van trouw en moed, terwijl menigeen met wanhoop in de ziel den laatsten adem moet hebben uitgeblazen, bij de gedachte aan zijne dierbare betrekkingen, die onvoldoende of in het geheel niet verzorgd achterbleven. Om het doel der Vereeniging nader te doen kennen, vermeenen wij niet beter te kunnen doen dan hieronder te doen volgen den (eenigszins ver korten) inhoud van een ingezonden stuk voorko mende in De Avondpost van 30 April jl. en tot opschrift voerende de woorden aan het hoofd dezer regelen gesteld. Wij wenschen hun" (den Ridders der M. W. O. namelijk) wanneer ze uit den militairen dienst treden, het leven in de bur germaatschappij te vergemakkelijken; hen te on dersteunen, wanneer zij buiten eigen schuld in armoede geraken; hun behulpzaam te zijn bij het zoeken naar eene betrekking. Wij willen zooveel mogelijk zorgen, dat zij, die in het belang van ons vaderland de eer onzer vlag ophielden en een voorbeeld gaven van zelf opoffering, niet bezorgd behoeven te zijn voor het lot, dat hunne weduwen en weezen wacht. In den aanhef der wet van 30 April 1815 zeide Z. M. Koning Willem I, dat de vereeniging der Orde bijzonder geschikt is tot opwekkingen aankweeking der militaire deugden. Aan de aankweeking der militaire deugden heeft elk volk behoefte. De Militaire WillemsOrde houdt een ideaal omhoog van tucht, onzelf zuchtigheid, plicht, vaderlandsliefde en eer. Ze geeft wijding aan zekere daden van zelfopoffering, die zonder berekening, zonder dat op gevolgen gelet wordt, verricht worden, alleen omdat ze plicht zijn, omdat de eer gebiedt. Onze geëerbiedigde Koning, volkomen instem mende met ons denkbeeld, heeft bereids het Beschermheersqhap aanvaard der te stichten ver eeniging. Hartelijk hopen wij, dat wij ook gesteund zul len worden door onze landgenooten, nu wij uit giften en jaarlijksche bijdragen pogen een fonds bijeen te brengen, om der keurbende van onze Koninklijke Marine en van ons leger, zoowel hier als in de Indien, te toonen, dat ons volk den mannen dankbaar is, die de eer der vlag hoog houden. Landgenooten, steekt met ons den ridders der M. W. O. bij het intreden in de burgennaatschappij de broederhand toe! Amsterdam, 30 April 1889." Was geteekend. Luit.-Gen. Jhr. G. M. Verspyck. Luit.-Gen. K. van der Heijden. Vice-Adm. Jhr. F. de Casembroot. Gen.-Maj. I. II. Romswinckel. Mr. G. vart Tienhoven. Mr. S. A. Vening Meinesz. Jhr. Mr. G. J. Th. Beelaers van Blokland. Mr. J. G. Gleichman. Mr. F. J. M. A. Reekers. Mr. E. N. Rahusen. G. A. Baron Tindal. Kol. F. A. van Braam Houckgeest. Luit.-Kol. A. A. F. Lanzing. Maj. J. F. D. Bruinsma. Maj. A. D. J. de Man. Maj. G. de Wijs. Charles Boissevain. In een vergadering door bovengenoemde heeren gehouden in de Trèveszaal (Binnenhof) te 's-Hage en ten doel hebbende om tot het constitueeren van bovengenoemde Vereeniging over te gaan, voerde de luitenant-generaal VEESPYCK het woord en zeide o. a.: Het doel is tweeledig: lo. een natinaal fonds te stichten, bestemd om te ondersteunen weduwen en weezen van ridders der M. W. O., onverschillig hunne nationaliteit; 2o. ridders der orde en, in enkele buitenge wone gevallen, eervol vermelden behulpzaam te zijn in het verkrijgen van een betrekking, wat ook den ridders, hoe bescheiden hun eisenen ook zijn, dikwijls moeielijk valt. Nadat allen de oorkonde hadden onderteekend, stelde de voorzitter voor en werd besloten, Z. M. den Koning van het feit kennis te geven met aanbieding van de heilwenschen van het Comité. Is het nog noodig om ieder Nederlander op te wekken de menschlievende, schoone taak dezer vereeniging te steunen ? Wij meenen van neen! Wij vertrouwen dat er overal in ons land perso nen zullen gevonden worden, die het bestuur der vereeniging in zijn edel pogen behulpzaam willen zijn, en daardoor veel er toe zullen bijdragen dat deze haar doel bereikt. Wordt zulks het geval, welnu dan is het voor ons allen, landgenooten, eene aangename gewaarwording, een groote vol doening, dat zij, die onder het zoo afmattende tropische klimaat of in andere streken door uit stekende krijgsdaden van moed, beleid en trouiv de eer onzer vlag reeds zoo schitterend hand haafden, steeds onbezorgd ten strijde kunnen trek ken. Ze voeren dan de zedelijk versterkende over tuiging met zich mede, dat al mochten ze zonder voldoende middelen van bestaan, of verminkt in het moederland terugkeeren, of zelfs doodelijk ge wond en vér van degenen die hun zoo na, aan het hart liggen, afscheid moeten nemen van het leven, de broederlijke liefde in het vaderland zich hunner heeft aangetrokken en voor hen zorgen zal. Dat het der Vereeniging gegeven moge worden zulk een trap van bloei te bereiken, dat die hulp op onbekrompen wijze kan geschieden, is onze innige wensen. Mei 1890. ( Verbetering.) In No. 674 (25 Mei jl.) van dit blad werd op bldz. 5 eerste kol. v. o. en tweede kol. v. b. ver meld: Ier Woord" (oud sergeant) ... is .... met den korporaal F. H. W. Schordell .... de eenige" geweest, die sedert de instelling der M. W. O. met het Eerekruis der 3de klasse be loond zijn geworden". De meeste lezers zullen wel begrepen hebben, dat hier door den schrijver bedoeld was: dat zij de eenige militairen beneden den rang van officier zijn geweest, aan wie deze groote onderscheiding ten deel viel". Wetenschap. DE LIJKVERBRANDING. In de Bevue des Deux-Mondes bespreekt Dr. Jules Rochard, van de Académie de Médécine, het vraagstuk der lijkverbranding op zeer kalme en onbevooroordeelde wijze. Ofschoon voor de lezers der conservatieve Revue schrijvend, laat hij de meening der kerk en de ouderwetsche vooroordeelen buiten rekening; daarentegen heeft hij met veel zorg de resultaten der meest volledige onder zoekingen en de adviezen der bevoegden in het vak in zijn artikelen ingelascht. Dr. Rochard begint met er op te wijzen, dat de oudheid de lijkverbranding kende en dat, van Hercules tot aan de laatste Romein sche keizers, alle helden en personen van aanzien, bij ongeveer alle volkeren der oudheid, met groote pracht ver brand werden. Eerst tegen het eind der zesde eeuw begon het Christendom zijn invloed zoover te doen gelden, dat de patricische familiën van deze gewoonte moesten afzien. Van deze over winning genoot het Christendom gedurende twaalf eeuwen, en eerst de Republiek van 1789, met al hare Grieksche en Romeinsche aspiratiën, dacht aan een herstel van den brandstapel in plaats van de groeve. Den 21 brumaire an V diende Legrand d'Aussy bij den Raad der Vijfhonderd een wetsvoorstel in, waarbij aan ieder burger zou worden toegestaan, naar zyne keus de lyken zijner bloedverwanten te doen verbranden of' be graven, mits in overeenstemming met de eischen der politie en der volksgezondheid. Het ontwerp werd aan eene commissie in handen gegeven, door deze omgewerkt en op nieuw ter tafel ge bracht, maar tot eene stemming is het nooit gekomen. Een volgend wetsontwerp, twee jaar later, had geen beter lot; maar toen eene burgeres Dupr Géneste verlof vroeg om het lijk van haren zoon te doen verbranden, vond de regeering geen vrijheid om dat te weigeren. Er was geen oven, maar men maakte een antieken brandstapel en vergaarde zoo goed mogelyk de asch om haar in eene urn te Bewaren. Ook het voorbeeld der burgeres vond geen navolging. De volgende poging was in het begin van het tweede keizerrijk; ditmaal niet uit liefde voorde oudheid, maar voor de hygiëne, en zy vond in alle landen tegelijk, Frankrijk, Duitschland, En geland, weerklank, maar het meest in Italië. In 1857 richtte professor Coletti eene memorie tot de academie van letteren en wetenschappen te Padua; dit stuk kwam eerst tien iaar later, toen de beweging haren weg gemaakt had, tot waar deering. Toen volgden de congressen van Florence, Milaan, Napels, Venetië, allen na de cholera; de geheele medische wereld was er over in rep en roer, en de politici gebruikten het nieuwe denk beeld als wapen tegen de reactionnaire regee ringen. Weldra volgde een voorbeeld. Te Florence over leed een Oostersch prins, Rajach-Maharaja, rajah van Kellapore, en op 2 December 1870 werd hij aan de oevers van de Arno verbrand, met al de plechtigheden in zijn land gebruikelijk. De brandstapel was samengesteld uit de meest ont vlambare stoffen, het lichaam was doortrokken met naphtaline en harsen, toch duurde het acht uren eer het verteerd was, zoodat op de verza melde Italiaansche wereld de proef geen gunstigen indruk maakte. Verbranding in de open lucht is dan ook een zeer gebrekkige manier. Te Rome, waar de reus achtige brandstapels van geurig hout nog met bloemen en reukwerk bedekt waren, en het lichaam in fijne harsen gebaad was, leed de gansche buurt onder den stank ; men verbrandde dan ook in la ter tijd buiten de stad. In de open lucht tus schen het vuur worden de lijken alleen verkoold; men vond ook na de autodafés de lichamen ver koold weer; het procédéis langzaam, onvolledig en kostbaar. Voor de verspreiding van het denkbeeld was dan ook de oven noodig, en deze voldoet goed. De eerste verbranding daarin was die van Mevrouw Dilke, te Dresden, 10 October 1875; op 22 Janu ari 1876 volgde baron Keiler, die aan de stad Milaan een kapitaal voor een lijkoven had nage laten, mits men hem daar het eerst verbrandde. Er vormden zich in Italiëoveral vereenigingen, en in 1882 telden deze 6000 leden. Reeds waren er toen te Milaan 219, te Lodi 20 lijken verbrand. Ook Garibaldi had den wensch uitgedrukt, zelfs schriftelijk en met allerlei bepalingen, dat men hem verbranden zou in het roode hemd waarin hij Italiëhad vrijgemaakt, maar toen de leden der vereeniging kwamen, met zijne vrienden en den afgevaardigde Crispi aan het hoofd, verzette zich de familie tegen hun plan en wilde het lijk niet afgeven. Intusschen gaat te Milaan het verbranden nog voort, evenals voor Duitschland te Dresden, voor Zwitserland te Zürich, in Engeland te Woking en. te St. John in Surrey, waar de hertog van Bedford naast den publieken oven zijn eigen familie oven heeft laten bouwen. In Frankrijk staat de wet eerst sedert November 1887 het verbranden toe, en op het kerkhof Père-Lachaise is sedert acht maanden de oven in werking. De tegenwoordige inrichting der ovens is het resultaat van heel wat proeven. Het verschil lag vooral in de gebruikte brandstof. Het eerst nam men te Milaan blokjes en takkebossen; maar het lijk werd niet gauw genoeg verteerd. Daarna probeerde men het met lichtgas; in den toestel van Torsoul en Fradet is het kooloxyd, uit coke getrokken, waarvan men de verbranding bevordert door doorstrooming van warme lucht. Het gebouwtje op Père-la-Chaise is kleiner en minder decoratief dan dat van Milaan. Het is een huisje met een koepel als eene kapel en een schoorsteen als eene fabriek. Het gas wordt ge leverd door een oven die onder den grond is aan gebracht ; daarboven is eene kamer waar de lucht verwarmd wordt; de eigenlijke oven ligt weer daar boven. Hij is van baksteen; de kist met zijn in houd wordt er in geplaatst. Langs den bodem is een stel gaspitten; langs de kanten monden de pijpen met warme lucht uit; aan de voorzijde ontsnapt de rook. De grond heeft twee diepe gleuven waarover de kist op eene schuif naar binnen geduwd wordt. De oven heeft twee deuren ; voor de eerste ligt de schuif op hare rails; er zijn pijpen met water ter zijde aangebracht om de plotselinge hitte te temperen, waaraan zij, ia den oven komend, zou zijn blootgesteld.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl