Historisch Archief 1877-1940
Ho. 677
DE AMSTERDAMMER,
JBLAnD;
ia het overspannen brein van een zenuwachtig»,
van een verwaande, van een halve krankzinnige
kouden zulke denkbeelden opkomen! Ja,
eindeluk is ze gevonden de formule, om den lastigen
Havelaar van de baan te schuiven. De man was
niet goed bij het hoofd, en kon het dus
eigenlijk niet helpen. Een dokter heeft het
immers gezegd. En dokters weten het wel!
Eerepalmen en lauweren voor dien dokter! Hij
heeft Nederland verlost van het Havelaarsspook.
En juist te goeder ure kwam ook nog een inge
nieur, die anderhalfjaar in Indiëwas geweest
«venals die dokter, de goede gemeente vertellen,
dat men gerust kon zijn: Er was nooit zoo erg
in Lebak gekneveld,
Arme Multatuli! Gelasterd, miskend, doodge
zwegen tijdens uw leven; in De Gids ') krank
zinnig 2) en ontoerekeiibaar verklaard na uw
dood.
En zijn werken ? Ja, vroeger vonden wij ze
wel aardig, geniaal soms; zeker, nu en dan wel
aardig; maar nu we weten, dat de schrijver
eigenlijk niet wel bij het hoofd was, zoo behoeven
wij die werken ook niet meer mooi te vinden.
Jammer, dat Vosmaer dat niet eerder geweten
heeft. Zijn boekje is nu bepaald een vergissing.
Van Vloten, Swart Abrahamsz, die hadden het
bij het rechte eind.
Arme Multatuli....
Toch niet zoo heel arm. Uw geest en uw ziel
waren veel te rijk, om geschaad te worden door
het knagen van uw benijders en het bevitten
van een paar kurfcdroge schoolmeesters.
Deze brieven zullen toonen aan allen, die het
zien willen, uw rijk gemoed, uw warm hart. Men
zal niet langer kunnen loochenen; deze stuk
ken zijn authenthiek
Ik zal niets uit die brieven aanhalen. Meo leze
ze en spreke er niet veel over. Wie niets gevoelt,
legge het boek uit de hand. De grove vingers
van ijskoude nieuwsgierigheid blijven verre van
deze intieme bladen.
De uitgave dezer brieven is een goede daad.
Want er zal een licht opgaan over den menseh
Douwes Dekker, helderder dan tot nog toe ge
schenen heeft. Men zal nu zuiverder alles
kunnen beoordeelen en begrijpen. Vooral het
j mgfre geslacht kan hierbij profiteeren. Want
liet schijnt tegenwoordig meer en meer »bon ton"
te worden, niet zoozeer om op M. aftegeven, dan
wel hem als een overwonnen standpunt te be
schouwen, hem dus voor den tweeden keer dood
te zwijgen.
Als M. zoo weinig invloed heeft gehad door
persoon en werken, dat we ten opzichte van hem
nu reeds, nu hij nog niet eens gekend is, zouden
kunnen overgaan tot de orde van den dag, dan
is het wel heel mager geweest.
Nu eerst breekt de tijd aan, en de uitgave dezer
brieven zal er de aanleiding toe wezen, dat de
groote figuur van M. ten volle zal begrepen, ge
waardeerd en geapprecieerd worden. Geen kwaad
willige verguizing aan den eenen kant, en ook
geen banale bewondering van onbevoegden aan
den anderea kant.
Want er zijn er niet weinigen, die M. allén
daarom bewonderen, omdat hij niet in God ge
loof Je, eu omdat hij zich kras uitliet over poli
tieke en sociale toestanden.
Uit deze brieven reeds is te zien, hoe zijn on
geloof is ontstaan, door overpeinzing en twee
strijd. Het is niet het goedkoope, vulgaire on
geloof van den koffiehuis-habitué, kelluer, radi
caal of socialist, die weinig nadachten over zulke
zaken, die nooit in de woestijn zijn geweest.
Multatuli was veel te scherpzinnig, veel te
fijngevoelig, veel te artistiek vooral, om sympa
thie te kunnen gevoelen voor het grove en op
pervlakkige materialisme van Dageraadslui, en
l) lu De Gids. Kan het stuitender? In het
zelfde tijdschrift, dat hem tijdens zijn leven een
voudig iguoreerde, en dat na zijn dood beloofde
dit goed te maken!
2) Krankzinnig. De geleerde heeren schijnen
het nog altijd geen axioma te vinden, dat een
elastische draad, die gespannen is, tot het uiterste
dikwijls, dat zoo'n gespannen draad eerder breken
kan dan een draad, die in toestand van .volko
men ontspanning is! Want hierop komt de
geheele geschiedenis van het verband tusschen
genie en waanzin eigenlijk neer. De eenvoudigste
zaak ter wereld diaschen de tegenwoordige
psychopathen als buitengewone geleerdheid op. Laten
zij die geleerdheid in hun speciale vak-tijdschrif
ten uitkramen, en zich niet met letterkunde be
moeien, waarvan zij toch geen verstand hebben.
Laten alle letterkundigen zich toch met kracht
verzetten tegen dal goedkoope krankzinnig ver
klaren van groote geesten door dokters. Alles
loopt ten slotte uit op het geven van een
premie aan de middelmatigheid. En dit mug
niet geduld worden.
voor de demagogische tendenzen van vele
tegenwoordige socialisten. Men weet hoe ide
alistisch gezind, hoe werkelijk aristokratisch,
hoe waar conservatief hij was; hij die sympathie
had voor de witte panache, den wapperenden
vederbos van een koning, niet voor de gepluimde
slaapmutsen van «geachte leden l"
l Juni '90. J. J VAN LAAR.
P. A. VAN OVEREEM.
Met belangstelling vernemen wij dat eenige
letterkundigen en vrienden van den dichter P. A.
van Overeem te Amsterdam, zich vereenigd heb
ben om den algemeen geachten, vriendelijken en
voor ieder steeds hulpvaardigen man op zijn
70n verjaardag den 17n Juni een huldeblijk aan
te bieden.
V. Overeem is een bekende Amsterdamsche
persoonlijkheid; op geen rederijkerswedstrijd of
voorstelling wordt zijn fraaie grijze kop gemist.
Met levendige belangstelling neemt hij nog steeds
deel aan alles wat de Nederlandsche litteratuur
betreft en zijn lier is nog wel besnaard.
Wanneer men hem in functie ziet als deur
waarder bij het 3e kantongerecht alhier en hij
met allen daarbij behoorenden ernst zijn plicht
vervult, zou men alleen aan het ietwat vlugge
dragen van zijn hoed hij heeft dien, trots zijn
70 jaren, nog altijd kranig op drie haren staan,
kunnen bemerken dat hij in waarheid den naam
van «deurwaarder Lustig" verdient, die hem door
zijn vrienden niet als spotnaam maar als
petname" wordt gegeven. Even vlug als zijn loop
en bewegingen is ook zijn pen heeft de eene
of andere corporatie voor eene of andere gelegen
heid een gedicht noodig gehad, Pieter van Over
eem greep met kracht in de snaren en liet
ze klinken dat het een lust was om te hooren.
In den helaas te vroeg verbranden schouwburg
op het Leidscheplein, reciteerden Thomasvaêr en
Pieternel van 1863?66 en van 1871-72 een
Nieuwjaarsweoseh door Overeem gedicht. De
oudAinsterdamsche nachtwacht, zaliger gedachtenis,
was vroeger de eenige stedelijke ambtenaar die de
burgerij in prent en schrift een waarlijk aardige
Nieuwjaarswensch bood, dat kwam omdat P. A.
van Overeem zich verwaardigde dien geheel belan
geloos te dichten.
Als gelegenheidsdiehter zocht en zoekt van
Overeem zijn evenknie, maar ook blijspelen en
dramatische tafereelen ontvloeiden aan zijn vrucht
bare pen. De Kantooropstand, blijspel in l be
drijf in 1852 door hem geschreven, wordt nu nog
door Rederijkers gespeeld. De Dichter blijsp. in
2 bed., De Kiezers blijsp. l bedr. enz. enz. wer
den herhaaldelijk ten tooneele gevoerd.
Voor de Theaters van Lier en Prot dichtte hij
de nieuwjaarswenschen van 1873?76 1877?78
en in 1882 nogmaals voor het Nederlandsch
tooneel. Tal van gedichten en ontboezemingen be
wijzen dat P. A. van Overeem bij al de droge
drukte en zorgen die zijn ambt medebracht, lust
behield tot iets hoogers en beters en gaarne van
zijn geestelijken overvloed aan anderen mede
deelde.
Dat het aan den dichter niet aan blijken van
belangstelling zal ontbreken op den 17 Juni
is zeker.
ERRATUM:
Wagner. In 't artikel over het Dusseldorfsche
muziekfeest komt voor : aan de godin van Wotan."
Men leze: Aan de goden van Wagner."
VARIA.
PLASTISCHE KUNST.
Gegoten marmer. In het atelier van den heer
Erhard Wzn. Schoenner te Nürnberg is, volgens
de Frankfurter Zeitung, tegenwoordig een door
dezen kunstenaar ontworpen levensgroote groep,
Amor en Venus, tentoongesteld, die in marmer
gegoten is. Deze interessante uitvinding komt
in hoofdzaak hierop neder. Het gebruikte mate
riaal is echt marmer, dat fijn gemalen en chemisch
weder gebonden wordt, en dat, nadat het weder hard
is geworden, volkomen dezelfde eigenschappen
bezit als gehouwen marmer. Door verdere che
mische behandeling kan men willekeurige aderen,
kleuren en nuances te voorschijn doen komen.
Over het mode), dat voor grootere voorwerpen
altijd uit klei wordt gemaakt, wordt uit gips een
zoogenoemde verloren vorm" gegoten. Zoodra
h^t gips hard is geworden, verwijdert men het
kleimodel, maakt dan het gips, door behandeling
met eene daarvoor geschikte stof, voor vocht on
doordringbaar, en giet den vorm vol met het tot
eene brij aangemaakte gemalen marmer. Waarmede
die brij wordt gemaakt, meldt de berichtgever
niet. Men laat alles verder twee dagen staan.
De brij is dan zoo hard geworden, dat men den
vorm kan stuk slaan en verwijderen, maar toch
nog zoo week gebleven, dat het noodige retou
cheeren gemakkelijk kan geschieden Binnen acht
dagen heeft het beeld zijne normale hardheid
gekregen en kan dan, zoonoodig, met beitel en
vyl verder worden bijgewerkt. Ten opzichte van
de aantebrengen kleur kan men eene groote ver
scheidenheid verkrijgen. Wil men bijvoorbeeld
aan het marmer eene grauwe kleur geven, dan
wordt aan de brij een zwakke zilveroplossing toe
gevoegd. Is het beeld geheel hard, dan kan men
aderen en verschillende nuanceeringen maken
door op de gewilde plaatsen de oppervlakte eens
of meermalen met ijzervitriool te bestrijken. De
gegoten beelden zijn volkomen scherp van om
trek, zoodat het model tot in de kleinste
byzonderheden getrouw wordt teruggegeven.
De Bibot-tentoonstelling in Parijs. Onder de
eigenaardige, aanzienlijke meesters, die Meissonier
uit het Paleis de l'Industrie naar het Champ de
Mars hebben gevolgd, neemt Ribot eene eerste
plaats in. Zijn strenge nauwkeurigheid van
teekening, zijn breede, krachtige opvatting vol uit
drukking boeit het oog en houdt den geest bezig,
zooals dat de schilderijen der groote Spanjaarden
en Hollanders doen, Velasquez en Ribera,
Rembrandt en Frans Hals, die hij zich zoowel voor
de beheersching van licht en schaduw, als voor
juiste en karakteristieke kleurmenging ten voor
beeld stelde. Reeds lang was het de wensehvan
kunstvrienden, eens de oudere werken van den
meester, die op de tentoonstellingen zooveel op
zien hadden verwekt, tegelijk met zijn weinig be
kende nieuwe scheppingen te zien. In Mei 1887,
kort na de opening van den Salon, werd een aan
tal van Ribot's schilderijen in de Galerie
Bernheim jeune geëxposeerd. Gelijktijdig waren in de
Ecole des Arts Mület's werken voor het eerst en
denkelijk ook wel voor het laatst alle vereenigd
te zien. Groote bewondering viel toen van alle
zijden ten deel aan Ribot, om zijn volmaaktheid
vari opvatting en uitvoering, eigenschappen waar
door zijn Barmhartige Samaritaan en zijn St.
Sebastiaan eene .eereplaats in de Galerie du
Luxembourg hebben gekregen. Van de werken van
Millet liep men naar die van Ribot, werd niet
moe beide te bewonderen en vergat er den Salon
bijna door. Is er ook een grooter tegenstelling
denkbaar dan de indrukken die men door deze
beide meesters krijgt ? Het oog nog vervuld van
Millet's lichte beemden, wonderlijk verlichte zons
ondergangen en doorschijnend fijne nevels, meent
men in een duisteren kerker, in een kloof af te
dalen, als men de donkergeschaduwde portretten
van Ribot, die geestvolle, gerimpelde mannen- en
vrouwenportretten aanschouwt, die schilderstukken,
waarop iedere penseelstreek leven, gevoel en uit
drukking weergeeft, en zelfs levenlooze dingen,
een aarden pot, een ijzeren kachel of een schotel
met eten een verrassenden graad van werkelijk
heid bezitten. De tegenwoordige
Ribot-tentoonstelling wordt in hetzelfde gebouw gehouden en
behoett niet voor de vroegere onder te doen. De
71 schilderijen in olieverf', de 18 aquarellen en
teekeningen geven den toeschouwer in verwonder
lijke mate den indruk der waarheid, zoo treffend
als weinig schilders van onzen tijd, dat vermogen.
Ieder stuk van Ribot is een heeie geschiedenis.
meestal de geschiedenis van een lijden, altijd ern
stig, de afspiegeling van den strijd om het bestaan.
Zelfs de kinderen, die hij zoo schoon spelend of
droomend voorstelt, schijnen reeds een voorgevoel
te hebben van het leven, dat met ruwe bandeen
einde zal maken aan hunne spelen en droomen.
Een Ameriltaansch eeregeschenk voor Frankrijk.
De dankbare herinnering aan de sympathie en
de krachtdadige hulp, welke Frankrijk aan de
Amerikanen in hun onafhankelijkkeidskrijg heeft
betoond, zal hare uitdrukking vinden in de opdracht
van een eeregeschenk, waarvoor in de Vereenigde
Staten reeds gelden worden ingezameld. De
onderneming gaat uit van de Nationale
Vereeniging der zonen van de Amerikaansche Revolutie"
en wordt bestuurd door een comité, waarvan Dr.
W. S. Webb te New-York president is. De con
tributie zal per persoon l dollar bedragen.
Omtrent den vorm van het geschenk is nog
geen vast besluit genomen; in alle gevallen moet
het grootsch en tevens nuttig zijn. Er is voorge
steld om op eene plaats iu Frankrijk, door het
Fransche volk zelf te bepalen, eene trouwe na
bootsing van het kapitool te Washington met het
standbeeld der vrijheid te bouwen, en als een
compleet Amerikaansch museum met alle schatten
van dit land te voorzien. Dat zou inderdaad een
vorstelijk tegencadeau zijn voor het jubilégeschenk
der Fransche republiek, Bartholdy's kolossus der
vrijheid, die aan den ingang van de haven van
New-York is opgesteld.
2de Jaargang.
Schaakspel.
15 Juni 1890.
SPAANSCHE PARTIJ.
Wit. Zwart
Max Weiss. W.H.-K. Pollock.
(Weenen). (Baltimore).
l e2 e4 e7 e5
2 P.gl f3 P.b8?cG
3 L.fl b5 a7 a6
4 L.b5 a4 Pg8 f6
5 d2 d.3 b7 bó
6 L.a4 b3 L.föc5 ?
7 c2 c3 d7 - d5
8 e4 x d5 P.fG x d5
Mr. Pollock behandelt de geheele partij in elk
opzicht iu echt Morphyscben geest. Tot hiertoe zijn
de zetten volkomen gelijk aane en Matchpartij
tusschen Anderssen en Morphy. Deze ouderwetsche
verdediging is echter geenszins aan te bevelen, niet
tegenstaande Mr. Pollock's succes indeze partij
9 D.dl e2 0 0
10 D.e2 e4 L c8 e6
11 P ?3 x e5 P.c6 x e5
12 D.e4 x e5 P.d5 b4!!
Het is niet te verwonderen dat zelfs een mees
ter als Max Weiss dezen verborgen en hoogst
genialen zet over het hoofd zag; toen hij 11
P.eö: speelde.
13 0-0
neemt wit hot offer aan dan krijgt zwart gele
genheid tot een gedachten aanval door L.b4
14 K.dl! D.b3,15 L.d2 T.a8,16 D.e2, L.b3, etc
13 .... P.b4 x d3
13 D.e5 hó ! L.eli x b3
15 a2 x b3 T.f8 e8 !
16 P.bl d2 D.ilS c7 !
17 b3 b4 L.c5xf2f!!
Het begin van een diep doordachte combinatie, j
18 K.gl hl D.eV el
19 h2 h3 P.dSxclüj
Het is een waar genot deze partij door te spe
len, elke zet is even verrassend als schoon.
20 T.fl x el T.e8 x elf
21 K.hl h2 L.t2 gif
22 K.b.2 g3 T.el e.'Jf
23 Kg3 g4 P.cl ea
24 P.d2 fl g7 g6 ?
25 D h5 d5 h7 h5f
26 K.g4 g5 K.g8-g7!
Wederom prachtig gespeeld, zwart laat zijn
sterken tegenstander geen oogenblik met rust en
treft steeds de sterkste zetten.
27 P.fl x e3 f? f6f
en mat volgt in een paar zetten.
De heer Schallopp te Berlijn, stuurt ons volgend
geestig partijtje, dat door hem dezer dagen tegen
een amateur gespeeld werd.
Wit N. N. Zwart Scharllopp.
l e2 e4 e7 e5
2 p.gl _ f3 P.b8 c6
3 d2 d4 c5 x d4
4 L.fl c4 Pg8 f6
5 P.t3 - g5 P.c6 e5
6 D.dl x d4 ? P e5 x c4
7 D.d4 x c4 D.d8 e7
8 o o 1)7 h.6
9 c4 có h6 x g5
10 c5 x f 6 D.e7 e5
11 g2 g3 ? d7 df>
12 D.c4 c3 d5 - d4
13 T.fl el d4 x c3
14 T.el x e.">t L.c8 e6
15 T.e5 x g5? g7 x f6
16 T.g5 b5 a7 a6
17 T.bf» X b7 o o
Zulk een beslissende roquade komt zeker zeldenvoor!
18 T.b7 a7 en zwart zet in 9 zetten mat.
CORRESPONDENTIE.
R. J. L. te L. Dank voor berichten; wij moeten
de partijen wegens plaatsgebrek thans achterwege
laten, zoodra wij ruimte hebben zullen wij een
uwer matchpartijen opnemen; wij worden uit het
buitenland overstelpt met interessante partijen.
TOONEEL EN MÜZI1K. " /
Een, Heroë*-kwartet."
Schumann, Berlioz, Wagner in
leven en merken 'geschetst, door
H. Trip. Uitgave van H. Pottenen Taa.;
te Sneek.
Een zeer aanbevelenswaardig boek dat, in
aangenamen stijl geschreven, den lezer doet twsnia
maken met het leven van vier der voornaamst»
componisten. Met onpartijdige waardeering ont
leedt de schrijver de karakters die hij behandelt;
hij laat Schnbert, Schumann, Berlioz en Wagner
zien, zooals ze waren, hoe zy werkten, leden ea
dachten, ieder naar zijn temperament, aanleg en
begaafdheid. Als biografische studie wellicht tft.
oppervlakkig, is het boek van Mr. Trip toch een
aangename lectuur.
De typografische uitvoering is keurig en fijn;
de portretten die er in voorkomen z\jn fraai.
Sarah Bernhardt spreekt in een briefje aan de
redactie van den Figaro het bericht tegen, alaot
haar gezondheidstoestand haar beletten zou, de
voorgenomen vooorstellingen te Londen te geven.
Zij zal er 23 Juni de serie openen.
Een vaudeville in drie bedrijven van Richard
O'Monroy, Tout feu et flammes, heeft in het
Variétés-theatre te Parijs veel succes gehad.
De bekende directeur van den Kiilner
Mannergesancfoerein, Zollner, heeft een benoeming als
directeur eener Duitsche liedertafel te New-Yorit
aangenomen, met 12000 mark bezoldiging.
Verschenen is Tooneel en Muziek in de Hoofdstad
Treurige herinneringen en blijde vooruitzichten,
besproken door Taco H. de Beer en Mr. H. Trip.
Uitgegeven ten voordeele van het schouwburgfonds.
Te Parijs heett in de Groote Opera eene Bel
gische zangeres gedebuteerd, Mlle Fiéreus, wier
stem van grooten omvang en zeer welluidend,
wier voordracht dramatisch en wier verschijning
zeer imposant moet zijn.
De Sociétédes grandes auditions musieales de
France heeft de eerste harer uitvoeringen gewijd
aan Berlioz. Ten gehoore is gebracht zijne opera
Béatrice et Bénédict, die indertijd door bemidde
ling van Bénsizet te Baden het eerst werd opge
voerd, met Lefort en Pauline Viardot in de titel
rollen. Deze zijn nu vervuld door den heer Engel
en Mad. Bilbaut-Vauchelet, met veel succes.
Te Darmstadt wordt op 15 Juni een monument
onthuld voor den abt Vogler. De buste van den
abt staat op een voetstuk van gepolijst graniet;
aan beide zijden van dat voetstuk zijn bustes van
Vogler's beroemdste leerlingen, Meyerbeer en
C. M. von Weber, geplaatst.
LETTEREN EN WETENSCHAP,
Te New-York is Fletcher Harper, lid der be
kende uitgeversfirma Harper Brothers, na een
langdurige ziekte overleden. Harper, den 7en
Octobcr 1828 geboren, was de jongste van de vier
broeders, die de firma Harper Brothers vormen.
Het Heine-monument te Dusseldorf. Zooals
men weet, bestaat het plan te Dusseldorf een
monument voor Heine op te richten. Het comité,
dat zich tot dat doel geconstitueerd heeft, hield
1.1. Zondag te Dusseldorf eene vergadering, waarin
de voorzitter meedeelde, dat vele bekenae
manren van alle politieke en godsdienstige partyen
hem hun groote sympathie voor het plan hadden
kenbaar gemaakt, en dat er reeds onderhands
ongeveer 30.000 Mark was bijeengebracht. De
vergadering besloot, nu eene oproeping tot het
Duitsche volk te richten, en ook in die landen
waar Heine een gevierd dichter en door uitste
kende vertalingen een lievelingsschrijver geworden
is, aan het plan ruchtbaarheid tr geven. De op
roeping zal door Paul Heyse gesteld worden en
binnenkort in alle bladen verschijnen.
De beeldhouwer Ernst Herter te Berlijn heeft
twee schetsen voor het monument gemaakt; de
een stelt den dichter levensgroot voor, de andere
is eene allegorische voorstelling, een fontein, met
het relief-portret van den dichter in een lauwer
krans op de voorzijde van den sokkel. Men ziet
hier den dichter op jeugdigen leeftijd, toen hij
nog geen baard had, het portret moet zeer goed
gelijken.
Boven op het postament staat omlaagblikkend
van een rotsblok en het golvende haar kammend,.
de heerlijk gemodelleerde figuur der Loreley; zij
moet bijzonder goed geslaagd en niet al te con
ventioneel zijn. Rondom den sokkel is een bas
sin, dat uit een marmeren bekken onder het por
tret van den dichter gevoed wordt. Drie gestal
ten, die de lyriek, de sage en de satire
symboliseeren, sluiten het geheel naar beneden hoogst
voordeelig af.
Keizer Wilhelm heeft met veel belangstelling
kennis genomen van beide schetsen en er zijne
groote ingenomenheid mee betuigd.
Het tweede deel van Friedrich van Bodenstedt's
Lebenserinnerungen", dat nu onlangs verschenen
is, zal de ergernis van de Heine-vereerders gaande
maken. Hij deelt een gesprek mede dat hij in
Augsburg had met den redacteur der Allgemeine
Zeitung, een der oudste en intiemste kennissen
van Heine. Deze verzekerde dat Heine's voortdu
rende uitvallen tegen Duitschland voortvloeiden
uit niets anders dan uit zijn eigen teleurgestelde
eerzucht. Na de waardigheid van doktor te hebben
verworven (1825; liet hij zich te Heiligenstadt b\j
Göttingen doopen, met het doel om zijn doopceel
te gebruiken als das JKntreebillet zur Europaischen
Kultur." Al zijne energie was in dien tijd gericht
op het verkrijgen van een post in den Pruisischen
staatsdienst. Toen hij in Pruisen niet slaagde,
wendde hij zich tot het Beiersche gouvernement,
maar daar lukte het evenmin. Toen hij bemerkte
dat het nutteloos was om langer te solliciteeren
naar eene staatsbetrekking in Noord- of
ZuidDuits chland, schaamde hij zich over zijne zelf
vernedering en keerde zich met bitteren spot en
haat tegen zijn vroegere patroons, die hij zeer