De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 15 juni pagina 4

15 juni 1890 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Ho. 677 DE AMSTERDAMMER, JBLAnD; ia het overspannen brein van een zenuwachtig», van een verwaande, van een halve krankzinnige kouden zulke denkbeelden opkomen! Ja, eindeluk is ze gevonden de formule, om den lastigen Havelaar van de baan te schuiven. De man was niet goed bij het hoofd, en kon het dus eigenlijk niet helpen. Een dokter heeft het immers gezegd. En dokters weten het wel! Eerepalmen en lauweren voor dien dokter! Hij heeft Nederland verlost van het Havelaarsspook. En juist te goeder ure kwam ook nog een inge nieur, die anderhalfjaar in Indiëwas geweest «venals die dokter, de goede gemeente vertellen, dat men gerust kon zijn: Er was nooit zoo erg in Lebak gekneveld, Arme Multatuli! Gelasterd, miskend, doodge zwegen tijdens uw leven; in De Gids ') krank zinnig 2) en ontoerekeiibaar verklaard na uw dood. En zijn werken ? Ja, vroeger vonden wij ze wel aardig, geniaal soms; zeker, nu en dan wel aardig; maar nu we weten, dat de schrijver eigenlijk niet wel bij het hoofd was, zoo behoeven wij die werken ook niet meer mooi te vinden. Jammer, dat Vosmaer dat niet eerder geweten heeft. Zijn boekje is nu bepaald een vergissing. Van Vloten, Swart Abrahamsz, die hadden het bij het rechte eind. Arme Multatuli.... Toch niet zoo heel arm. Uw geest en uw ziel waren veel te rijk, om geschaad te worden door het knagen van uw benijders en het bevitten van een paar kurfcdroge schoolmeesters. Deze brieven zullen toonen aan allen, die het zien willen, uw rijk gemoed, uw warm hart. Men zal niet langer kunnen loochenen; deze stuk ken zijn authenthiek Ik zal niets uit die brieven aanhalen. Meo leze ze en spreke er niet veel over. Wie niets gevoelt, legge het boek uit de hand. De grove vingers van ijskoude nieuwsgierigheid blijven verre van deze intieme bladen. De uitgave dezer brieven is een goede daad. Want er zal een licht opgaan over den menseh Douwes Dekker, helderder dan tot nog toe ge schenen heeft. Men zal nu zuiverder alles kunnen beoordeelen en begrijpen. Vooral het j mgfre geslacht kan hierbij profiteeren. Want liet schijnt tegenwoordig meer en meer »bon ton" te worden, niet zoozeer om op M. aftegeven, dan wel hem als een overwonnen standpunt te be schouwen, hem dus voor den tweeden keer dood te zwijgen. Als M. zoo weinig invloed heeft gehad door persoon en werken, dat we ten opzichte van hem nu reeds, nu hij nog niet eens gekend is, zouden kunnen overgaan tot de orde van den dag, dan is het wel heel mager geweest. Nu eerst breekt de tijd aan, en de uitgave dezer brieven zal er de aanleiding toe wezen, dat de groote figuur van M. ten volle zal begrepen, ge waardeerd en geapprecieerd worden. Geen kwaad willige verguizing aan den eenen kant, en ook geen banale bewondering van onbevoegden aan den anderea kant. Want er zijn er niet weinigen, die M. allén daarom bewonderen, omdat hij niet in God ge loof Je, eu omdat hij zich kras uitliet over poli tieke en sociale toestanden. Uit deze brieven reeds is te zien, hoe zijn on geloof is ontstaan, door overpeinzing en twee strijd. Het is niet het goedkoope, vulgaire on geloof van den koffiehuis-habitué, kelluer, radi caal of socialist, die weinig nadachten over zulke zaken, die nooit in de woestijn zijn geweest. Multatuli was veel te scherpzinnig, veel te fijngevoelig, veel te artistiek vooral, om sympa thie te kunnen gevoelen voor het grove en op pervlakkige materialisme van Dageraadslui, en l) lu De Gids. Kan het stuitender? In het zelfde tijdschrift, dat hem tijdens zijn leven een voudig iguoreerde, en dat na zijn dood beloofde dit goed te maken! 2) Krankzinnig. De geleerde heeren schijnen het nog altijd geen axioma te vinden, dat een elastische draad, die gespannen is, tot het uiterste dikwijls, dat zoo'n gespannen draad eerder breken kan dan een draad, die in toestand van .volko men ontspanning is! Want hierop komt de geheele geschiedenis van het verband tusschen genie en waanzin eigenlijk neer. De eenvoudigste zaak ter wereld diaschen de tegenwoordige psychopathen als buitengewone geleerdheid op. Laten zij die geleerdheid in hun speciale vak-tijdschrif ten uitkramen, en zich niet met letterkunde be moeien, waarvan zij toch geen verstand hebben. Laten alle letterkundigen zich toch met kracht verzetten tegen dal goedkoope krankzinnig ver klaren van groote geesten door dokters. Alles loopt ten slotte uit op het geven van een premie aan de middelmatigheid. En dit mug niet geduld worden. voor de demagogische tendenzen van vele tegenwoordige socialisten. Men weet hoe ide alistisch gezind, hoe werkelijk aristokratisch, hoe waar conservatief hij was; hij die sympathie had voor de witte panache, den wapperenden vederbos van een koning, niet voor de gepluimde slaapmutsen van «geachte leden l" l Juni '90. J. J VAN LAAR. P. A. VAN OVEREEM. Met belangstelling vernemen wij dat eenige letterkundigen en vrienden van den dichter P. A. van Overeem te Amsterdam, zich vereenigd heb ben om den algemeen geachten, vriendelijken en voor ieder steeds hulpvaardigen man op zijn 70n verjaardag den 17n Juni een huldeblijk aan te bieden. V. Overeem is een bekende Amsterdamsche persoonlijkheid; op geen rederijkerswedstrijd of voorstelling wordt zijn fraaie grijze kop gemist. Met levendige belangstelling neemt hij nog steeds deel aan alles wat de Nederlandsche litteratuur betreft en zijn lier is nog wel besnaard. Wanneer men hem in functie ziet als deur waarder bij het 3e kantongerecht alhier en hij met allen daarbij behoorenden ernst zijn plicht vervult, zou men alleen aan het ietwat vlugge dragen van zijn hoed hij heeft dien, trots zijn 70 jaren, nog altijd kranig op drie haren staan, kunnen bemerken dat hij in waarheid den naam van «deurwaarder Lustig" verdient, die hem door zijn vrienden niet als spotnaam maar als petname" wordt gegeven. Even vlug als zijn loop en bewegingen is ook zijn pen heeft de eene of andere corporatie voor eene of andere gelegen heid een gedicht noodig gehad, Pieter van Over eem greep met kracht in de snaren en liet ze klinken dat het een lust was om te hooren. In den helaas te vroeg verbranden schouwburg op het Leidscheplein, reciteerden Thomasvaêr en Pieternel van 1863?66 en van 1871-72 een Nieuwjaarsweoseh door Overeem gedicht. De oudAinsterdamsche nachtwacht, zaliger gedachtenis, was vroeger de eenige stedelijke ambtenaar die de burgerij in prent en schrift een waarlijk aardige Nieuwjaarswensch bood, dat kwam omdat P. A. van Overeem zich verwaardigde dien geheel belan geloos te dichten. Als gelegenheidsdiehter zocht en zoekt van Overeem zijn evenknie, maar ook blijspelen en dramatische tafereelen ontvloeiden aan zijn vrucht bare pen. De Kantooropstand, blijspel in l be drijf in 1852 door hem geschreven, wordt nu nog door Rederijkers gespeeld. De Dichter blijsp. in 2 bed., De Kiezers blijsp. l bedr. enz. enz. wer den herhaaldelijk ten tooneele gevoerd. Voor de Theaters van Lier en Prot dichtte hij de nieuwjaarswenschen van 1873?76 1877?78 en in 1882 nogmaals voor het Nederlandsch tooneel. Tal van gedichten en ontboezemingen be wijzen dat P. A. van Overeem bij al de droge drukte en zorgen die zijn ambt medebracht, lust behield tot iets hoogers en beters en gaarne van zijn geestelijken overvloed aan anderen mede deelde. Dat het aan den dichter niet aan blijken van belangstelling zal ontbreken op den 17 Juni is zeker. ERRATUM: Wagner. In 't artikel over het Dusseldorfsche muziekfeest komt voor : aan de godin van Wotan." Men leze: Aan de goden van Wagner." VARIA. PLASTISCHE KUNST. Gegoten marmer. In het atelier van den heer Erhard Wzn. Schoenner te Nürnberg is, volgens de Frankfurter Zeitung, tegenwoordig een door dezen kunstenaar ontworpen levensgroote groep, Amor en Venus, tentoongesteld, die in marmer gegoten is. Deze interessante uitvinding komt in hoofdzaak hierop neder. Het gebruikte mate riaal is echt marmer, dat fijn gemalen en chemisch weder gebonden wordt, en dat, nadat het weder hard is geworden, volkomen dezelfde eigenschappen bezit als gehouwen marmer. Door verdere che mische behandeling kan men willekeurige aderen, kleuren en nuances te voorschijn doen komen. Over het mode), dat voor grootere voorwerpen altijd uit klei wordt gemaakt, wordt uit gips een zoogenoemde verloren vorm" gegoten. Zoodra h^t gips hard is geworden, verwijdert men het kleimodel, maakt dan het gips, door behandeling met eene daarvoor geschikte stof, voor vocht on doordringbaar, en giet den vorm vol met het tot eene brij aangemaakte gemalen marmer. Waarmede die brij wordt gemaakt, meldt de berichtgever niet. Men laat alles verder twee dagen staan. De brij is dan zoo hard geworden, dat men den vorm kan stuk slaan en verwijderen, maar toch nog zoo week gebleven, dat het noodige retou cheeren gemakkelijk kan geschieden Binnen acht dagen heeft het beeld zijne normale hardheid gekregen en kan dan, zoonoodig, met beitel en vyl verder worden bijgewerkt. Ten opzichte van de aantebrengen kleur kan men eene groote ver scheidenheid verkrijgen. Wil men bijvoorbeeld aan het marmer eene grauwe kleur geven, dan wordt aan de brij een zwakke zilveroplossing toe gevoegd. Is het beeld geheel hard, dan kan men aderen en verschillende nuanceeringen maken door op de gewilde plaatsen de oppervlakte eens of meermalen met ijzervitriool te bestrijken. De gegoten beelden zijn volkomen scherp van om trek, zoodat het model tot in de kleinste byzonderheden getrouw wordt teruggegeven. De Bibot-tentoonstelling in Parijs. Onder de eigenaardige, aanzienlijke meesters, die Meissonier uit het Paleis de l'Industrie naar het Champ de Mars hebben gevolgd, neemt Ribot eene eerste plaats in. Zijn strenge nauwkeurigheid van teekening, zijn breede, krachtige opvatting vol uit drukking boeit het oog en houdt den geest bezig, zooals dat de schilderijen der groote Spanjaarden en Hollanders doen, Velasquez en Ribera, Rembrandt en Frans Hals, die hij zich zoowel voor de beheersching van licht en schaduw, als voor juiste en karakteristieke kleurmenging ten voor beeld stelde. Reeds lang was het de wensehvan kunstvrienden, eens de oudere werken van den meester, die op de tentoonstellingen zooveel op zien hadden verwekt, tegelijk met zijn weinig be kende nieuwe scheppingen te zien. In Mei 1887, kort na de opening van den Salon, werd een aan tal van Ribot's schilderijen in de Galerie Bernheim jeune geëxposeerd. Gelijktijdig waren in de Ecole des Arts Mület's werken voor het eerst en denkelijk ook wel voor het laatst alle vereenigd te zien. Groote bewondering viel toen van alle zijden ten deel aan Ribot, om zijn volmaaktheid vari opvatting en uitvoering, eigenschappen waar door zijn Barmhartige Samaritaan en zijn St. Sebastiaan eene .eereplaats in de Galerie du Luxembourg hebben gekregen. Van de werken van Millet liep men naar die van Ribot, werd niet moe beide te bewonderen en vergat er den Salon bijna door. Is er ook een grooter tegenstelling denkbaar dan de indrukken die men door deze beide meesters krijgt ? Het oog nog vervuld van Millet's lichte beemden, wonderlijk verlichte zons ondergangen en doorschijnend fijne nevels, meent men in een duisteren kerker, in een kloof af te dalen, als men de donkergeschaduwde portretten van Ribot, die geestvolle, gerimpelde mannen- en vrouwenportretten aanschouwt, die schilderstukken, waarop iedere penseelstreek leven, gevoel en uit drukking weergeeft, en zelfs levenlooze dingen, een aarden pot, een ijzeren kachel of een schotel met eten een verrassenden graad van werkelijk heid bezitten. De tegenwoordige Ribot-tentoonstelling wordt in hetzelfde gebouw gehouden en behoett niet voor de vroegere onder te doen. De 71 schilderijen in olieverf', de 18 aquarellen en teekeningen geven den toeschouwer in verwonder lijke mate den indruk der waarheid, zoo treffend als weinig schilders van onzen tijd, dat vermogen. Ieder stuk van Ribot is een heeie geschiedenis. meestal de geschiedenis van een lijden, altijd ern stig, de afspiegeling van den strijd om het bestaan. Zelfs de kinderen, die hij zoo schoon spelend of droomend voorstelt, schijnen reeds een voorgevoel te hebben van het leven, dat met ruwe bandeen einde zal maken aan hunne spelen en droomen. Een Ameriltaansch eeregeschenk voor Frankrijk. De dankbare herinnering aan de sympathie en de krachtdadige hulp, welke Frankrijk aan de Amerikanen in hun onafhankelijkkeidskrijg heeft betoond, zal hare uitdrukking vinden in de opdracht van een eeregeschenk, waarvoor in de Vereenigde Staten reeds gelden worden ingezameld. De onderneming gaat uit van de Nationale Vereeniging der zonen van de Amerikaansche Revolutie" en wordt bestuurd door een comité, waarvan Dr. W. S. Webb te New-York president is. De con tributie zal per persoon l dollar bedragen. Omtrent den vorm van het geschenk is nog geen vast besluit genomen; in alle gevallen moet het grootsch en tevens nuttig zijn. Er is voorge steld om op eene plaats iu Frankrijk, door het Fransche volk zelf te bepalen, eene trouwe na bootsing van het kapitool te Washington met het standbeeld der vrijheid te bouwen, en als een compleet Amerikaansch museum met alle schatten van dit land te voorzien. Dat zou inderdaad een vorstelijk tegencadeau zijn voor het jubilégeschenk der Fransche republiek, Bartholdy's kolossus der vrijheid, die aan den ingang van de haven van New-York is opgesteld. 2de Jaargang. Schaakspel. 15 Juni 1890. SPAANSCHE PARTIJ. Wit. Zwart Max Weiss. W.H.-K. Pollock. (Weenen). (Baltimore). l e2 e4 e7 e5 2 P.gl f3 P.b8?cG 3 L.fl b5 a7 a6 4 L.b5 a4 Pg8 f6 5 d2 d.3 b7 bó 6 L.a4 b3 L.föc5 ? 7 c2 c3 d7 - d5 8 e4 x d5 P.fG x d5 Mr. Pollock behandelt de geheele partij in elk opzicht iu echt Morphyscben geest. Tot hiertoe zijn de zetten volkomen gelijk aane en Matchpartij tusschen Anderssen en Morphy. Deze ouderwetsche verdediging is echter geenszins aan te bevelen, niet tegenstaande Mr. Pollock's succes indeze partij 9 D.dl e2 0 0 10 D.e2 e4 L c8 e6 11 P ?3 x e5 P.c6 x e5 12 D.e4 x e5 P.d5 b4!! Het is niet te verwonderen dat zelfs een mees ter als Max Weiss dezen verborgen en hoogst genialen zet over het hoofd zag; toen hij 11 P.eö: speelde. 13 0-0 neemt wit hot offer aan dan krijgt zwart gele genheid tot een gedachten aanval door L.b4 14 K.dl! D.b3,15 L.d2 T.a8,16 D.e2, L.b3, etc 13 .... P.b4 x d3 13 D.e5 hó ! L.eli x b3 15 a2 x b3 T.f8 e8 ! 16 P.bl d2 D.ilS c7 ! 17 b3 b4 L.c5xf2f!! Het begin van een diep doordachte combinatie, j 18 K.gl hl D.eV el 19 h2 h3 P.dSxclüj Het is een waar genot deze partij door te spe len, elke zet is even verrassend als schoon. 20 T.fl x el T.e8 x elf 21 K.hl h2 L.t2 gif 22 K.b.2 g3 T.el e.'Jf 23 Kg3 g4 P.cl ea 24 P.d2 fl g7 g6 ? 25 D h5 d5 h7 h5f 26 K.g4 g5 K.g8-g7! Wederom prachtig gespeeld, zwart laat zijn sterken tegenstander geen oogenblik met rust en treft steeds de sterkste zetten. 27 P.fl x e3 f? f6f en mat volgt in een paar zetten. De heer Schallopp te Berlijn, stuurt ons volgend geestig partijtje, dat door hem dezer dagen tegen een amateur gespeeld werd. Wit N. N. Zwart Scharllopp. l e2 e4 e7 e5 2 p.gl _ f3 P.b8 c6 3 d2 d4 c5 x d4 4 L.fl c4 Pg8 f6 5 P.t3 - g5 P.c6 e5 6 D.dl x d4 ? P e5 x c4 7 D.d4 x c4 D.d8 e7 8 o o 1)7 h.6 9 c4 có h6 x g5 10 c5 x f 6 D.e7 e5 11 g2 g3 ? d7 df> 12 D.c4 c3 d5 - d4 13 T.fl el d4 x c3 14 T.el x e.">t L.c8 e6 15 T.e5 x g5? g7 x f6 16 T.g5 b5 a7 a6 17 T.bf» X b7 o o Zulk een beslissende roquade komt zeker zeldenvoor! 18 T.b7 a7 en zwart zet in 9 zetten mat. CORRESPONDENTIE. R. J. L. te L. Dank voor berichten; wij moeten de partijen wegens plaatsgebrek thans achterwege laten, zoodra wij ruimte hebben zullen wij een uwer matchpartijen opnemen; wij worden uit het buitenland overstelpt met interessante partijen. TOONEEL EN MÜZI1K. " / Een, Heroë*-kwartet." Schumann, Berlioz, Wagner in leven en merken 'geschetst, door H. Trip. Uitgave van H. Pottenen Taa.; te Sneek. Een zeer aanbevelenswaardig boek dat, in aangenamen stijl geschreven, den lezer doet twsnia maken met het leven van vier der voornaamst» componisten. Met onpartijdige waardeering ont leedt de schrijver de karakters die hij behandelt; hij laat Schnbert, Schumann, Berlioz en Wagner zien, zooals ze waren, hoe zy werkten, leden ea dachten, ieder naar zijn temperament, aanleg en begaafdheid. Als biografische studie wellicht tft. oppervlakkig, is het boek van Mr. Trip toch een aangename lectuur. De typografische uitvoering is keurig en fijn; de portretten die er in voorkomen z\jn fraai. Sarah Bernhardt spreekt in een briefje aan de redactie van den Figaro het bericht tegen, alaot haar gezondheidstoestand haar beletten zou, de voorgenomen vooorstellingen te Londen te geven. Zij zal er 23 Juni de serie openen. Een vaudeville in drie bedrijven van Richard O'Monroy, Tout feu et flammes, heeft in het Variétés-theatre te Parijs veel succes gehad. De bekende directeur van den Kiilner Mannergesancfoerein, Zollner, heeft een benoeming als directeur eener Duitsche liedertafel te New-Yorit aangenomen, met 12000 mark bezoldiging. Verschenen is Tooneel en Muziek in de Hoofdstad Treurige herinneringen en blijde vooruitzichten, besproken door Taco H. de Beer en Mr. H. Trip. Uitgegeven ten voordeele van het schouwburgfonds. Te Parijs heett in de Groote Opera eene Bel gische zangeres gedebuteerd, Mlle Fiéreus, wier stem van grooten omvang en zeer welluidend, wier voordracht dramatisch en wier verschijning zeer imposant moet zijn. De Sociétédes grandes auditions musieales de France heeft de eerste harer uitvoeringen gewijd aan Berlioz. Ten gehoore is gebracht zijne opera Béatrice et Bénédict, die indertijd door bemidde ling van Bénsizet te Baden het eerst werd opge voerd, met Lefort en Pauline Viardot in de titel rollen. Deze zijn nu vervuld door den heer Engel en Mad. Bilbaut-Vauchelet, met veel succes. Te Darmstadt wordt op 15 Juni een monument onthuld voor den abt Vogler. De buste van den abt staat op een voetstuk van gepolijst graniet; aan beide zijden van dat voetstuk zijn bustes van Vogler's beroemdste leerlingen, Meyerbeer en C. M. von Weber, geplaatst. LETTEREN EN WETENSCHAP, Te New-York is Fletcher Harper, lid der be kende uitgeversfirma Harper Brothers, na een langdurige ziekte overleden. Harper, den 7en Octobcr 1828 geboren, was de jongste van de vier broeders, die de firma Harper Brothers vormen. Het Heine-monument te Dusseldorf. Zooals men weet, bestaat het plan te Dusseldorf een monument voor Heine op te richten. Het comité, dat zich tot dat doel geconstitueerd heeft, hield 1.1. Zondag te Dusseldorf eene vergadering, waarin de voorzitter meedeelde, dat vele bekenae manren van alle politieke en godsdienstige partyen hem hun groote sympathie voor het plan hadden kenbaar gemaakt, en dat er reeds onderhands ongeveer 30.000 Mark was bijeengebracht. De vergadering besloot, nu eene oproeping tot het Duitsche volk te richten, en ook in die landen waar Heine een gevierd dichter en door uitste kende vertalingen een lievelingsschrijver geworden is, aan het plan ruchtbaarheid tr geven. De op roeping zal door Paul Heyse gesteld worden en binnenkort in alle bladen verschijnen. De beeldhouwer Ernst Herter te Berlijn heeft twee schetsen voor het monument gemaakt; de een stelt den dichter levensgroot voor, de andere is eene allegorische voorstelling, een fontein, met het relief-portret van den dichter in een lauwer krans op de voorzijde van den sokkel. Men ziet hier den dichter op jeugdigen leeftijd, toen hij nog geen baard had, het portret moet zeer goed gelijken. Boven op het postament staat omlaagblikkend van een rotsblok en het golvende haar kammend,. de heerlijk gemodelleerde figuur der Loreley; zij moet bijzonder goed geslaagd en niet al te con ventioneel zijn. Rondom den sokkel is een bas sin, dat uit een marmeren bekken onder het por tret van den dichter gevoed wordt. Drie gestal ten, die de lyriek, de sage en de satire symboliseeren, sluiten het geheel naar beneden hoogst voordeelig af. Keizer Wilhelm heeft met veel belangstelling kennis genomen van beide schetsen en er zijne groote ingenomenheid mee betuigd. Het tweede deel van Friedrich van Bodenstedt's Lebenserinnerungen", dat nu onlangs verschenen is, zal de ergernis van de Heine-vereerders gaande maken. Hij deelt een gesprek mede dat hij in Augsburg had met den redacteur der Allgemeine Zeitung, een der oudste en intiemste kennissen van Heine. Deze verzekerde dat Heine's voortdu rende uitvallen tegen Duitschland voortvloeiden uit niets anders dan uit zijn eigen teleurgestelde eerzucht. Na de waardigheid van doktor te hebben verworven (1825; liet hij zich te Heiligenstadt b\j Göttingen doopen, met het doel om zijn doopceel te gebruiken als das JKntreebillet zur Europaischen Kultur." Al zijne energie was in dien tijd gericht op het verkrijgen van een post in den Pruisischen staatsdienst. Toen hij in Pruisen niet slaagde, wendde hij zich tot het Beiersche gouvernement, maar daar lukte het evenmin. Toen hij bemerkte dat het nutteloos was om langer te solliciteeren naar eene staatsbetrekking in Noord- of ZuidDuits chland, schaamde hij zich over zijne zelf vernedering en keerde zich met bitteren spot en haat tegen zijn vroegere patroons, die hij zeer

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl