Historisch Archief 1877-1940
_. 30 Juni a.s. zal men in den schouwburg
veder eens een vertooning geven van
.«ardjge operette Sureouf de Kaper, en -wel
- ;*en-*oordeele van den beer Jos. Willemsens. Wij
; jróttuuwen, dat de beneficiant van de zijde van
nbliek ruimschoots de belangstelling zal
onwaarop hjj aanspraak beeft.
Door de heeren Koldert & Co. is aan bet bestuur
hei Concertgebouw alhier aangeboden het
.Apollobeeld, dat gedurende meer dan tachtig jaren
?4» (thans voor drukkerij ingerichte) groote
concert:I»al van het gebouw Felix Meritis" heeft
verHet beeld was indertjjd door Koning
LoNapoleon aan de Maatschappij Felix
Meten geschenke gegeven. Het bestuur van
iet Concertgebouw heeft dit geschenk in dank
«anvmard.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
De geschiedschrijver Froude heeft zijn Leven
T«n Lord Beaconsfield" voltooid. Veel heeft hem
T)M 'het werk de welwillendheid van Lord
Rothschild geholpen, die den schrijver Lord
Beaconsfields briefwisseling met zijne zuster Miss Sarah
Diaraeli, met Mrs. Brydges Williams en anderen,
t?T beschikking stelde. Mrs. Brydges Williams was
eene dame van Joodsche afkomst en woonde te
Tor. qnay. ZQ werd bekoord door Disraeli's werken en
-vermaakte den geestigen verdediger van het
Jodendom haar vermogen, onder voorwaarde dat
*e joet hem in hetzelfde graf zou worden begraven.
"MM. Brydges Williams stierf vóór haren vriend
" W werd in Hughenden op het mooie dorpskerkhof
bjjjezet, waar later ook het gebeente van den
jJjJOOten Engelschen staatsman, aan hare zijde,
" «en laatste rustplaats vond.
' Frofessor Blackie over Goethe en Shakespeare.
Da bekende Edinburgsche hoogleeraar Blackie,
Meld onlangs voor de Goethe-Vereeniging te
Londw een voordracht over Goethe. De
oudelevens- lustige heer, die in vele opzichten, nl. zijne stoute
v taal. zfln geestigheid en z\jne sympathie voor
Duitschland aan zvin grooten landgenoot Carlyle
doet denken, schetste eerst in frissche trekken
het beeld van zijn Duitschen lievelingsdichter",
die, door het lot zeer begunstigd bij de keus
ijjner ouders", evenals zooveel jongelieden van
. deftigen huize niet wist, wat hij met zichzelf zou
? beginnen. In zijn vlegeljaren legde hij zich op
de rechtswetenschap toe, wat hem echter geluk
kig nog tjjd genoeg overliet om het voorbeeld
van andere jongelui te volgen en smporlijk ver
liefd te worden. Dit bewees dat hij van het
goede hout gemaakt was; want een jonge man,
die op zijn 21e jaar nog niet tot over de ooren
verliefd is, is geen knip voor den neus waard en
belooft weinig voor de toekomst". Geldt dit reeds
van gewone menschen, des te meer geldt het van
een dichter, en Goethe heeft aan de hooge ver
wachtingen, die h\j in deze richting opwekte, ten
volte beantwoord. Het verdient de hoogste be
wondering, dat hij in de Weimarsche hoflucht als
dichter ongerept bleef in de trivialiteiten en de
etikette van het hofleven, en dat hij een eerlijk
en eerbaar -man is gebleven. Zelfs het gevaar
lijke gif van de vleierij der grooten, deerde hem
niet. Als lyricus is Goethe onevenaard, en slechts
n komt hem nabij Robert Burns.
Professor Blackie droeg nu eenige gedichten
van zijn Schotschen lievelingsdichter voor en ver
klaarde, dat het Schotsch muziek was in
vergeIqking met het Engelsch. Een Engelschman, die
het Schotsche dialect niet kent, was een domme
gqk; maar een Schot, die slechts Engelsch praat
en z\jne schoone moedertaal niet kent of haar
minacht, is erger dan een gek, hij is een deser
teur en landverrader. Onder alle omstandighe
den waren Burus en Goethe eene betere lectuur
voor jonge dames dan de moderne sensatie-romans,
die hoofd en hart leeg laten, als zij ze niet met
domme gedachten vullen. Goethe's dramatische
werken, ten minste de latere, geleken in schoon
heid en kuischheid veel meer op de beste drama's
der oude Grieken, dan op het Engelsche drama,
dat aan een overvolheid van beweging en aan
een te groot gebrek aan eenheid lijdt om vol
maakt genoemd te werden.
Shakespeare is te vergelijken met een wild
oerwoud, Goethe met een heerlyk, goed onder
houden park, en de een zoowel als de ander, was
op zijn gebied onovertroffen. Goethe en Shake
speare geleken ^ook op elkaar in het schoone
evenwicht der ziel. Beiden waren zoo groot, dat
niets hen uit dit evenwicht kon brengen; zij
bleven rustig staan en blikten op het gewemel
aan hunne voeten neder. Goethe ontdekte vóór
Darwin de wet der natuurlijke ontwikkeling; hij
?was echter grooter dan Darwin, daar hij door het
onderzoek en de wetenschap het menschelijk ge
voel niet verloor, zoodat hij bewaard bleef een
soort van brilledragenden worm te worden. Ook
als criticus had Goethe beteekenis, en dat is meer
dan van de meeste dichters gezegd kan worden.
Men heeft Goethe zijne zinnelijkheid verweten;
maar hij was niet zinnelijk. Er zijn altijd men
schen die er hun werk van maken het schitteren
de te bekladden en het verhevene in het stof te
sleuren; de kleinsten zijn het grootst in het
kwaadspreken en Goethe had ia Duitschland
hetaelfde lot wat Gladstone in Engeland moet dul
den: door benijders en stumperds belasterd te
worden.
Nieuwe uitgaven voor schoolgebruik. De firma
Noordhoiïte Groningen, wier lijst van werken,
ten behoeve van de school uitgegeven, tot de
meest volledige behoort, zendt ons weder een
aantal werken ter kennismaking, die onlangs bij
haar zijn verschenen, op welke wij gaarne de
aandacht vestigen.
Allereerst noemen wij de herdrukken van twee
werken over aardrijkskunde: Onze Planeet, grond
beginselen der wis- en natuurkundige aardrijks
kunde, met 101 platen en met 15 kaartjes in
afzonderlijken Atlas, door Dr. H. Blink, en
BeJcnOpt Leerboek der Aardrijkskunde, met in den
tekst geplaatste grafische voorstellingen, door D.
Aitton. Dat van beide werken, ofschoon in vrij
aanzienlijke oplage gedrukt, na betrekkelijk korten
t\jd een tweede druk noodig was, is zeker de
beste aanbeveling. Overigens zijn zij in een aantal
vakbladen met ingenomenheid besproken. Indien
w\j ons eene enkele opmerking veroorloven, dan
is het dat in het werk van Dr. Blink de wiskun
dige aardrijkskunde er, met het oog op de behoeften
onzer Hoogere Burgerscholen, waarvoor het, volgens
den titel, mede bestemd is, wel wat schraal
afkomt, en dat in het werk van den heer Aitton
de illustratiën, ofschoon duidelijk genoeg, verre
van fraai zijn.
In zijn Merkwaardige Personen uit ons verleden,
een leesboek voor de hoogste klassen der Lagere
School, geeft de heer T. Pluim eene reeks van
goed geschreven schetsen, aan welke meer zorg
en arbeid besteed is, dan men allicht zou ver
moeden. Dat een schets als die in welke
Rembrandt wordt besproken, een kunstkenner zou
bevredigen, of dat men uit de weinige bladzijden,
aan Vondel gewijd, zich een eenigszins juiste
voorstelling van de beteekenis van onzen dichter
kan maken, zal wel niemand kunnen beweren.
Maar daarom kan het den schrijver ook niet te
doen zijn geweest. Zijn leesboek is voor de lagere
scholen bestemd en geeft voor kinderen gezonden
en licht verteerbaren kost.
Het Aardri/jlcskundig teekenboek van Bos bestaat
uit twee cahiers. Het eene bevat 16 duidelijke
kaartjes van Nederland en zijne bezittingen, het
tweede is van netten voorzien, waarop deze
kaartjes gemakkelijk kunnen worden nageteekend,
terwijl op de bladzijde tegenover elk kaartje
ruimte is gelaten voor schriftelijke aanteekeningen.
Het werkje zal in de praktijk zeker voldoen.
Aan Leerboeken voor rekenkunde ontbreekt het
zeker niet, en indien men dus al niet zeggen
kan, dat het leerboek van Dr. Kors over dit on
derwerp in eene langgevoelde behoefte voorziet,
men kan er wel van getuigen, dat het door een
leeraar is geschreven, die in de praktijk zijne
sporen heeft verdiend, en de vruchten zijner
ervaring op even duidelijke als wetenschappelijk
juiste wijze mededeelt. Het boek van Dr. Kors
bevat geen voorrede, waarin de schrijver zich
(zooals enkele van zijne collega's wel eens doen)
op die goede eigenschappen beroemt. Des te aan
genamer is het ons, er de aandacht op te kunnen
vestigen.
Adversaria, stelselmatige aanteekeningen maken,
die behoorlijk ordenen, bewaren en aanvullen, is
eene kunst, waarin de meesten onzer gymnasiasten
het nog niet ver zullen hebben gebracht. Dr. J.
van Wageningen Jr. komt hun in zijn Gids voor
Gymnasiasten op praktische wijze tegemoet, en
heeft Dr. Wohlrab's geschrift Die altklassischen
Realien im Gymnasium" bewerkt op eene wijze,
die de jeugdige beoefenaars der klassieke talen
zeker spoedig op prijs zullen leeren stellen, zonder
dat de tragen van geest er een -pons asinormn
in zullen vinden.
ZIJN ZOON.
Naar het Duitsch van THEODOR HEKZL.
Steeds somberder wordt het late
namiddaglicht in de groote zaal van de rechtbank der
gezworenen. De hoofden der toeschouwers in de
achterste rijen verdwijnen langzamerhand in de
snel toenemende schemering van den winterdag.
Slechts de in de voorste banken gezeten per
sonen kan de beschuldigde van zijne plaats af
nog onderscheiden. Daar zitten zij, zonder iets
te doen en oplettend toehoorende, met de hand
achter het oor, de stamgasten van dit lokaal,
procureurs in den dop, advocaten zonder
practijk. En onder hen bevindt zich iemand, wiens
bleeke gelaatstrekken de beschuldigde zoo goed
kent: zijn zoon Verderop zitten de ver
slaggevers, gejaagd, maar met een gezicht waar
uit de verveling spreekt; diep over hun papier
heengebogen, verzamelen zij aanteekeningen voor
het ochtendblad. De beschuldigde is zoo ver
stompt door de reeds twee dagen durende te
rechtzitting, waarin al het uitvaagsel, al het
verborgen lijden uit zijn leven wordt omgewoeld,
dat hij nu slechts voortdurend strijdt met eene
dwaze begeerte om op te staan, en den presi
dent om licht te verzoeken voor de arme schrij
vers, die daar hunne oogen zitten te bederven.
Waarom heeft men eigenlijk het gas nog niet
aangestoken? Och. alleen om den spreker niet
te storen. De officier van justitie heeft het
woord.
Hij heeft het reeds sedert anderhalf uur. Hij
giet de volle schaal van huisbakken zedelijkheid
over het hoofd van den schuldige uit. Het komt
niet te pas meer uit te geven, dan men inkomen
heeft! Het komt niet te pas op grooten voet te
leven, wanneer men reeds niet meer aan zijne
verplichtingen kan voldoen. Men mag niet in
een equipage rijden, terwijl de niets kivaads ver
moedende schuldeischers in het stof te voet
gaan!
Het komt niet te pas, het aan n toevertrouwde
geld van weduwen en weezen te verduisteren!
En jaren lang heeft dit onbeschaamde spel voort
geduurd! Jarenlang heeft de beschuldigde den
schijn aangenomen, een eerlijk man te zijn, heeft
hij allerlei eereposten bekleed, zich langs
slinksche wegen de achting zijner medeburgers ver
worven, den prikkel des nijdg diep in het hart der
onvermogenden geboord. Zijn goochelaarswagen
midden op den rijweg, waar slechts particuliere
rijtuigen, vrij van alle schuld mogen rijden
wanneer tenminste... En van dit bijzondere
geval gaat de spreker over tot de bekende
algemeene beschouwingen terwijl de advocaat van
den beschuldigde voorloopig strijdlustig zijne
manchetten recht trekt. Ook hij is een meester
van het woord.
De zwakke plaatsen in de redevoering van
zijn geachten tegenstander en schitterenden
voorganger bespeurt de scherpe blik van
den verdediger en in dezen ridderlijken woor
denstrijd zal hij die goed te pas weten te
brengen. Ook hij zal van dit bijzondere geval
zich onverwacht verheffen tot algemeene beschou
wingen, natuurlijk van eene andere zijde. Want
tot algemeene beschouwingen komt men van de
meest verschillende kanten.
De officier van justitie besluit zijne rede. Bij
de volledige berouwvolle bekentenis van den be
schuldigde de eenige verzachtende omstandig
heid, zooals later zal worden vermeld moet
men onvoorwaardelijk de rechtvaardige schuldig
verklaring verwachten. De spreker hoopt, dat er
eenstemmigheid zal heerschen onder de leden der
jury, als eene schitterende voldoening voor de op
brutale wijze beleedigde openbare zedelijkheid.
Teekenen van instemming onder de toehoorders.
De president berispt deze buitensporigheid ea
kondigt eene korte pauze aan. De beschuldigde
ontvangt van zijn buurman, den veldwachter een
wenk om op te staan. Terwijl hij weggaat, ziet
hij met een glimlach naar de plaatsen der toe
schouwers, hetgeen door strenge waarnemers als
een teeken van ruwheid en onverschilligheid
wordt aangenomen. Maar hij heeft slechts zijnen
zoon toegelachen, om hem troostend te kennen
te geven, dat dit alles hem niet pijn deed. De
pauze is voorbij. Nu stralen de gaslichten. Allen
verschijnen weer, geheel verfrischt, zooals na de
eerste acte in den schouwburg. Ook de beschul
digde voelt zich beter. De hoofdpijn, die hem
eerst loodzwaar drukte, is nu een weinig ver
minderd. »De advocaat van den beschuldigde
heeft het woord !"
Maar voordat deze gevolg geeft aan
deuitnoodiging van den president, maakt hij een kleine
kunstmatige pauze. Alles moet doodstil zijn, op
dat geen zijner kostbare woorden verloren ga.
Juist voor het begin heeft hij Benige fijuepomtes
iets verrukkelijks voor fijnproevers de grovere
argumenten die daardoor ook een zekerder uit
werking zullen hebben, worden wijselijk voor het
slot bespaard: allerlei sentimentaliteiten,
advocaten-lyriek, kleine drukkingen op de traanklieren.
Zulk eene reclame, als dit proces zal niet gauw
weerkomen.
«Mijne heeren van de jury!"
In het begin luistert de beschuldigde naar de
vloeiende, met zorg opgebouwde volzinnen. Maar
al die feiten heeft hij in de laatste twee dagen
zoo dikwijls hooren vermelden, dat zij hem lang
zamerhand onverschillig en vreemd werden, in
dezelfde mate, als de heeren van de jury meer
en meer ermee vertrouwd worden. Ook kan hij
waarlijk zija eigen lot niet herkennen in deze
toch zoo meesterlijke schildering.
Het ontbreekt aan kenmerkende trekken, die
echter ook niet voorkomen in de acten van het
proces. En eene lichte verdooving overvalt hem,
eene aangename vermoeidheid. Het is hem te
moede als iemand die in den sneeuw verdwaald
is, wanneer het kritieke oogenblik van slaperig
heid begint.
Hij staart droomend voor zich uit.
Maar zóó zou hij spreken, wanneer de schaamte
hem niet weerhield:
Heeren van de jury !
Kent gij mijn zoon ? Daar zit hij een lieve
jongen hij heeft natuurlijk gebruik gemaakt
van zijn recht, om geen getuigenis af te leggen.
En wat had hij ook kunnen getuigen ? Hij wist
immers nergens van. Hoewel het zijn schuld,
zijn schuld alleen is, dat ik nu naast den veld
wachter voor u zit.
»O ! gij begrijpt mij verkeerd, heeren van de
jury. Hij is onberispelijk, goed van gedrag en zoo
braaf, zoo braaf! Wanneer n uwer de inspraak
van zijn geweten volgt en een rechtvaardig en
zachtmoedig man, een barmhartig rechter is, dan
wensch ik hem zulk een zoon. Van zijn eersten
dag af heeft hij mij gelukkig gemaakt, en slechts
nmaal ongelukkig. Dat zal ik u straks ver
tellen. Het is de reden, waarom ik hier zit.
Toen hij werd geboren, werd de wereld plot
seling zoo vol .... Gij weet, dat ik van goeden
huize ben, eene sorgvuldige opvoeding heb ge
noten en mijne jogd zorgeloos heb doorgebracht..
Ook mijn huwefik behandelde ik niet als een,
ernstige zaak. l had een ruim bestaan, ik
nam een oude irnoa over waar moest dan
de ernst vandaai komen ?
De huishoudiig werd op grooten voet inge
richt. Dat zijn de groote verteringen, die de
officier van jusltie mij voor de voeten werpt.
Maar die groot verteringen waren
gedurendelangen tijd te 'echtvaardigen, en toen zij dat
niet meer waren kon ik ze niet opgeven, zonder
mij zelven op e geven. Het kleed werd niet
te wijd, maar iet lichaam vermagerde langza
merhand.
En toch wer< ik ernstig door mijn zoon.
Eeeds toen hij »g in de wieg lag genas hij mij
van allerlei spittende en lichtzinnige levensop
vattingen, die i! vóór zijne geboorte had gehad.
Kinderen zijn Oize beste leermeesters. Van hem
leerde ik, het even op eene verstandige wijze
lief te hebben. Vant hij was mijn leven, de
onbegrensbare votrtzetting van mijn wezen, de
waarborg, dat ik steeds tot de levenden zou
blijven behoorei, in de gedaante van mijn zoon,
van mijn kleiuaou altijd jong, altijd schoon
en sterk, in sbeds toenemende veredeling . . ,
Zoo gaat het imners met eiken vader. Ik maak
ook slechts meBing van dit welbekende, vanzelf
sprekende feit, omdat bij mij de liefde voor mijn
zoon iets zenurachtigs had. Van den eersten
dag af was il doodelijk van hem, hartstochte
lijk, onzinnig. Ik had om zoo te zeggen een
monomanie voa mijn zoon.
Maar, wat zoideriing is, ik verwende hem toch
niet. Och hij leeft ook zulk een goeden aanleg.
Hij heeft zulk een trouw, standvastig hart, een
instinctmatig jevoel voor alles wat verheven is,
en medelijden net elke ellende. Menige leer van
menschlievendbid heb ik te danken aan zijn
stamelenden findermoad, waaruit «onbewuste
wijsheid" spral En ik wende mij aan, de heer
lijk verjongde wereld te zien met zijne onbedorven
oogen. Zoo wed ik ook in dien zin met mijnen
zoon opnieuw gboren ... Die eerste jaren worden
voor mij nog 'erhelderd door den blonden glans
zijner lokken. iVat waren dat onvergetelijke ritjes
door de kamerük waa het paard, en hij, hu ! en bo l
roepend, in zijie handjes klappend, was de ruiter.
Toen werden wij ouder en begonnen te leeren.
Ik met hem mede. Ik was zoo eerzuchtig, mij
niet door hen te willen laten overvleugelen in
kennis. Zoo werd mijue oude wetenschap weer
opgefrischt, naar al die schoolrommel bespaarde
ik ons beiden
Mijn Hans werd niet onnoodig geplaagd, hij
zat nooit ogesloten met andere mishandelde
kinderen. Sanen streden wij met de helden van
Homerus, enlazen de Anabasis, en toen wij met
de terugkeecnden de zee de zee weerzagen,
toen overvielons gelijktijdig eene huivering van
ontroering. 3n de kennis der natuurkrachten!
Wat was ma in die wetenschap vooruitgegaan, in
den tijd dat ii er niets aau had gedaan l Hoeveel rui
mer was de rereld geworden sedert ik de school
boeken uit aijne jeugd had dichtgeslagen! ....
Neemt mij :iet kwalijk dat doet eigenlijk
niets ter zate. Ik wil alleen maar zeggen, dat
ik de speelmikker en de medeleerling van mijn
zoon ben gefeest. Toen hij ouder werd, werd
ik zijn vried. Hij heeft nooit een geheim ge
had voor mij ik evenmin voor hem, behalve in
den laatsten tijd. Van mijne bedriegerijen had
hij niet het ainste vermoeden hij wist alleen
dat ik zorga en strijd liad.... Hoe aanhanke
lijk en haneijk is hij altijd geweest.' Ziet, daar'
zit hij onbewegelijk, sedert het begin van het
proces. Allesu heeft hij dikwijls tegen mij ge
glimlacht tij wil mij laten weten, dat ik een
vriend bij lij heb, hoewel zijn hart nog meer
bloedt, dan tet mijne....
En hoe ij er nu toe kwam, een misdaad te
begaan uit vinstbejag ? Voor alles: de feiten,
waarvan de officier van justitie melding heeft
gemaakt, zijl alle juist. Sinds meer dan drie
jaar was ik insolvent, en ik wist het. Ik heb
bedrogen, en groote sommen verduisterd. Heeren
van de jury In een geval als het mijne is het
slechts om ten eersten leugen te doen. Het
overige volgi vanzelf, men is niet meer vrij, te
doen, wat aen wil. Men steekt in het moeras,
en hoe mee) men zich inspant, er uit te komen,
des te diejer zinkt men erin.... Hoe ik nu
tot het eers;e bedrog ben gedreven? De kolen
mijnen, waavau gij alles weet, verslonden belang
rijke somma en brachten niets op. Ik had van
mijn credietreeds tot het uiterste gebruik gemaakt.
Maar toch was mijn toestand in 't geheel niet
bedenkelijk. Toen gebeurde het, dat ik voor
een zeer forten tijd twee dagen vijftig
duizend guden noodig had. Binnen twee dagen
had ik wissls te innen tot hetzelfde bedrag. Om
niet eerst jeld te moeten opnemen, nam. ik de
37 T.dl el 1)7 bG
T.h5f, 38 g.h5: D.h5f 39 K gl, D h2f 40
Kil, D.hlf 41 K.e2, D.h5f l 42 K.d3, D.fój 43
K.c4, D.cGf 44 K.b3, D.böf 45, K a3 en wit ont
snapt. Speelt zw. 37.... .hödan antwoordt wït
38 T.eG dreigende 39 T.i'G ; 40 hG!
38 D.f5 X «H! D.f7 X fC
39 T.el e7f K g7 f8
40 L.eSXföT.hS hG
41 L. 16 g7f K.f 8 X e7
42 L.g7 X hG K.e7 16
43 K.hl g2 do d5
44 L.hG f8 K. fG 17
45 L. 18 b4 L.f4 e5
4G L.b4 c3 c!5 _ d4
47 L.c3 d2 L.eó f G
48 K.g2 f,> K.f7 e
49 K.13 e4 a7 aG
50 c2 c3 d4 d3 '
51 K.e4 X d3 bG b5
52 L.d2 e3 L fG e7
53 L.e3 d4 L.e7 f 8
54 K.d3 e4 aG a5
55 a2 a4! b5 x a4
56 L.d4 bG a4 a3
57 b2 x a3 a5 a4
58 L.b6 d4 K.eG f 7
59 c3 c4 L.f 8 X a.'J
60 c4 c5 L.a.'! cl
61 c5 cG L.cl f4
62 K.e4 d5 a4 a3
63 K.d5?c5 a3 a2
64 K.c5 b4!
hiermede is zwart's laatste hoop vervlogen n.l.
64 K.bG? L.e3!f wint.
64 .... L.f 4 dGf
65 K.b4 b3 K.f 7 eG
66 h5 h6 en zwart geeft op.
In ons vorig nummeer gaven wij de bekroonde
partij tusschen Weiss en l'ollock, om nu onzen
lezers in de gelegenheid te stellen zelf een oordeel
te vellen over de waarde beider partijen, geven wij
bovenstaande partij tusschen Showalter en Lipschutz.
Daar de Amerikaansche meesters, het niet eens zijn
op dit punt, zouden wij gaarne het oordeel der
Hollandsche schakers hierover vernemen, en ver
zoeken wij den liefhebbers ons per briefkaart, hetzij
aan de redactie van dit blad, of aan ons adres
Doelenstraat 19, mede te willen deelen aan welke
partij zij de voorkeur geven.
Den uitslag der stemmen deelen, wij in een
volgend nummer
De heer L. van Vliet schrijft ons uit Londen
het volgende: De afloop van het groote handicap
(voorgavej tournooi, heeft aanleiding tot een
kruis. vuur van uitdagingen gegeven, Bird (2e
prijsi winner) daagt Lee uit. Deze verlangt echter een
i sterkeren tegenstander dan Bird, en.werpt Lasker
j de handschoen toe; die op zijn beurt Bird tot
retourmatci om £. 20 uitdaagt! Van deze drie
raatches krat waarschijnlijk alleen die tusschen
Lee en Laker tot stand. Blackburne heeft voor
goed alle )nderhandelingen met Lasker afgebro
ken, daar deze de £ 20 inzet niet op den be
paalden t$ heeft gedeponeerd.
Wilhelm Steinitz, eerste kampioen der wereld
is voornenens een schaaktournée door de
Vereenigde Saten te ondernemen; hij heeft onder
anderen en uiterst voordeelig engagement voor
Bt. Francico aangenomen zoodat zijn reis (voor
zeker een ware triomftocht) zich van New-York
tot 'tvern Californie zal uitstrekken.
Onze laidgenoot R. 1. Loman te Londen, deelt
ons mede dat hij op 't oogenblik twee matches
onder hanien heeft. In een match tegen Mr. Ross
won deze Ie twee eerste partijen, vervolgens won
L. drie a maakte vier remise. In een anderen
Match te$en den amateur Champion" van En
geland, G E. Wainwright heeft hij vier partijen
achtereentilgend gewonnen zonder een enkele
remise of /erliespartij. In den laatsten match tus
schen Loaan en Wainwright. Januari 1890 was
het resultat W5 L2.
Uit een zoo even ontvangen Engelsch blad zien
wij, dat mze landgenoot, ook de 5e partij van den
match tegm den amateur-champion" van Engeland
gewonnen heeft. In hun laatste match was de stand
Wainwrigit 5, Loman 2 L2. In den returnmatch.
W. O en L. 5.