Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 682
van Katkoff, van de Gazette de Moscou, komt het
doordat het een overlooper der liberale partij
geldt.
it de provinciale pers betreft, deze bestaat
lijk gezegd niet, daar ze of reeds langen
.Dit rooropgesteld, zien wij den tegenwoordigen
toestand van de Russische pers. Vooreerst is zij
gebonden aan de censuur, dat wil zeggen, dat zij
nooit of bijna nooit den staat van de openbare
meening kan uitdrukken, tenzij deze meening
precies overeenkomt met de inzichten van het
gouvernement. Wel is waar zijn de dagbladen, die
m Sint Petersburg verschijnen, vrijgesteld van het
voorafgaande onderzoek, dat nog voor die der
provincie bestaat; maar talrijke strafbepalingen
Z^jn altyd gereed om bij de minste schuld op hen
Beer te dalen. Deze strafbepalingen zijn de vol
gende : lo. de waarschuwing, door het orgaan van
de Gazette Offitielle; 2o. tijdelijke schorsing; 3o.
het verbod om advertenties op te nemen, of bij
afzonderlijke nummers verkocht te worden; 4o.
staking. Zij worden in naam van den minister
van Binnenlandsche Zaken toegepast. De
hoofd1 redacteurs zijn verantwoordelijk voor alles wat in
hun blad verschijnt, en opdat ze zich niet ver
gissen in de keus van onderwerpen om over te
redetwisten, wordt er hun' van tijd tot tijd een
circulaire gestuurd, die de vragen aanwijst, welke
met stilzwijgen moeten worden voorbijgegaan, die
welke mogen behandeld worden, maar alleen op
eene zekere wyze, en volgens de officieele uit
drukking: met de grootste omzichtigheid."
Andere keeren, worden de directeurs der
dagblalêen door den minister uitgenpodigd tot eene bij
eenkomst, waar hij hun in eigen persoon uitlegt
hoe h|j verlangt dat het een of ander onderwerp
wordt voorgesteld. Het is opmerkelijk dat in dit
geval niemand bij de oproeping ontbreekt, en dat
de wenschen van zijne Excellentie een wet zijn
toor alle bladen, want de meest buitengewone
eenheid van meening openbaart zich dan omtrent
liet onderwerp in questie. Somtijds toch nog ge
beurt het, dat eeu onafhankelijke geest het waagt,
niets van de zaak te zeggen, of zelfs een mee
ning uit te spreken eenigszins verschillend van
die, welke men van hem verwacht. Maar het
geTal is zeldzaam, want de ontevredenheid van de
censuur openbaart zich dadelijk in een stortvloed
van waarschuwingen, weldra gevolgd door schor
sing en zelfs door afschaffing.
Onder de dagbladen, die in de tien laatste jaren
dit lot ondergaan hebben, kan men een der be
langrijkste en best gestelde noemen, die ooit in
Rusland verschenen zijn, de Golos. De eigenaar
van dit blad wa,s persoonlijk zeer rijk en, wat
zeldzamer is, zeer onafhankelijk. Hij wilde voort
gaan, omtrent verschillende vragen zijn eigen
meening te zeggen, en sommige administratieve
misbruiken te gispen. Zulk een schrijver kon niet
geduld worden; hij toonde, zooals men in de
officieele taal van het land zegt, betreurenswaar
dige neigingen, zijn blad werd veroordeeld. De
Golos had op dat oogenblik een oplage, grooter
dan die van alle andere Russische bladen, men
schatte haar op 30,000 exemplaren.
Dikwijls weet de minister, alvorens zijn toe
vlucht te nemen tot zulke geduchte wapens, die
hjj in de hand heeft, het door een reeks van kleine
vervolgingen zoo aan te leggen, dat hij langzaam
aan het blad, dat hem niet beviel, doet sterren.
Bijvoorbeeld: hy zal het verbieden de onder
werpen aan te raken die tot zijn bijzonder vak
behooren. Is het blad opgericht om de Joden te
verdedigen, dan zal het geen woord mogen zeg
gen over de Joodsche quaestie. Heeft het een
clientèle van landbouwers? Het zal dan aan het
blad verboden worden landbouwquaesties te be
handelen. Somtijds wordt aan het blad als
censor een ambtenaar aangewezen in een stad
ver verwijderd van die waar het blad uitkomt,
hetgeen natuurlijk gelijk staat met eene
terdoodveroordeeling, omdat het goedkeuren der proeven
noodzakelijk is. Vooral onder de laatste regeering
is dit middel van onderdrukking gebruikt en met
zulk een succes, dat tot op het oogenblik der
troonsbestijging van den tegenwoordigen Czaar, bijna
alle dagbladen in de provincie verdwenen waren.
Het ging evenzoo met de tijdschriften, die aan
hetzelfde stelsel onderworpen waren: in 1884
leefde er nog een, van alle die eenigeu invloed
hadden gehad, de Messager Européen.
Zooals men gemakkelijk kan begrijpen, hebben
deze voortdurende vervolgingen de Russische pers
- er toe gebracht, een soort van geheime taal uit
te denken, die hare lezers eindelijk wel gaan ver
staan. De kunst om de dingen te laten raden
zonder ze te zeggen, en te zorgen dat men ze
tusschen de regels leest, is tot een aardige hoogte
gebracht. Maar het is eene gevaarlijke toevlucht,
omdat de beoordeelaar niet gewoon is bij de
woorden stil te staan, en niet gehouden is de re
denen op te geven van zijn strengheid.
Tegenwoordig is het meeste verspreide blad te
Sint Petersburg de Novoye Vremya, die omstreeks
25,000 exemplaren drukt. Het is het Slavische
blad bij uitnemendheid, altijd gekant tegen alles
wat uit den vreemde komt, denkbeelden, instel
lingen of koopwaren. Als het ontbreekt aan nieuws
en de Novoye Vremya niets heeft om te verslin
den, doet ze het de Joden. In den loop der
laatste anti-Semitische onlusten liet zij geen dag
voorbijgaan zonder tot hare groote voldoening te
vertellen, dat de Israëlieten zelf schuld hadden
aan de buitensporigheden die zij te lij den hadden,
en dat het eenige middel eene algemeene verban
ning was.
Twee dagbladen worden door het gouvernement
gesubsidieerd, het Journal de Saint-Pétersbourg
en de Vedomosti, het eerste, dat, zooals men
weet, in het Fransch uitkomt, dient tot orgaan
aan het ministerie van buitenlandsche zaken; het
tweede, dat in het Russisch verschijnt, is de
spreektrompet van het ministerie van openbaar
onderwys en zonder mededinger voor de
alledaagschheid en oudheid van zijn laatste nieuws."
Nog moet men noemen de Novosti, die veel
gematigder is dan de Novoye Vremya in zake de
buitenlandsche staatkunde ; ook worden er dikwijls
persoonlijke lieflijkheden tusschen de beide bladen
gewisseld, die den lezer, aan den toon der pers
in vrije landen gewoon, de haren te berge doen
r\jzen.
Te Moscou is het eenige blad van belang de
befaamde Gazette, zoo lang geredigeerd door den
heer Katkoff, den ministermaker". Na zijn dood,
heeft ze veel van haren invloed verloren.
Wat
eigenlijk ._.
tyd verdwenen is, of al hare macht en levenskracht
verloren heeft. Hetzelfde kan gezegd worden van
de twee officieele organen, de Russki Mir en het
Staatsblad, die vroeger degelijke hoofdartikelen
bevatten, en nu eenvoudig mededeeling geven van
wetten, besluiten en benoemingen.
V A, R I A.
PLASTISCHE KUNST.
THÉRESE SCHWARTZE.
In het verslag omtrent de Internationale Kunst
tentoonstelling te München, aan de Kölnische door
haren correspondent gezonden, komt omtrent
Thérèse Schwartze het volgende voor:
Eene parel der tentoonstelling zijn de
Hollandsche weesmeisjes van Thérèse Schwartze te
Amsterdam. Psalm 146. v. 9" noemt zij het stuk.
Het vertoont zeven jonge meisjes in het zonder
ling costuum van een Hollandsch weeshuis, om
het haar witte hoofddoeken, van achteren geknoopt,
de kleederen half zwart, half rood. De vrij licht"
schilderkunst heeft, zooals men weet, genoeg
Hollandsche weeshuismotieven verwerkt. Thérèse
Schwartze schildert donker, niet vlokkig weeke
techniek, zooals die jaren geleden in de M
nchener school ook dikwijls is beoefend geworden, en
levert voortreffelijke portretten van realistische
scherpte, waarin op innemende wijze het
zieleleven is uitgesproken.
Het oudste der meisjes, dat op een harmonium
speelt, is een roerend schoon type van een
16jarig meisje, op wier onschuldige trekken tevens de
voorbeeldige ernst ligt, dien brave vlijtige leer
lingen in de hoogere klassen van zulke inrichtin
gen tegenover jongere medeleerlingen plegen aan
te nemen. Ook de andere meisjes zijn lieve, naieve
verschijningen, zonder eenige damesachtige ver
troeteling krachtig gekenschetst. \\ie ooit een
opvoedingsinstituut voor vrouwen bezocht heeft,
kent deze typen, die in den netten eenvoud van
haar kleeding, de zedige opgeruimdheid van haar
blikken, niet onvoorwaardelijk schoon zijn, maar
de kuische betoovering van den eersten meisjes
leeftijd, de zich deftig aanstellende bevalligheid
der leerjaren veel zuiverder uitdrukken dan de
hoogere burgerscholiersters der groote steden.
Nevens de poëtische schoonheid der oudste leer
lingen vertegenwoordigt de jongste allergeestigst
den onwillekeurigen kinderhumor. Het twaalf
jarige kind zingt met \jverige vroomheid, en zet
met het scheve hoofd en het open mondje in 't geheel
geen verstandig gezicht. Maar dat is juist het
grappige kind, dat zijn plicht doet met den
ge? dachteloozen ijver der gehoorzaamheid, dat tot de
onderwijzeres als tot een heilige opkijkt, en een
goedkeuring hooger schat dan de ervaren mannen
van de wereld een grootkruia met brillianten. Het
kind heeft de handjes zonderling onartistiek in
elkaar geslingerd, en de korte mouw toont een
mageren kinderarm, die evenals de smalle schouders
nog van groeien, ontspruiten spreekt. De handen
der harmoniumspeelster en de naast haar staande
zangeres van denzelfden leeftijd, de verscheiden
heid van individualiteit in al deze meisjegezichten,
de teedere modelleering van die wangen en fijne
neusjes, dat alles zijn meesterstukken, en wanneer
het oog deze gansche groep aandoenlijke kinder
kopjes overziet, dan prevelt de lip zacht Heine's
verzen:
Mir ist, als ob ich die Hiinde
Auf Haupt dir legen sollt,
Betend, dass Gott dich erhalte
So schön, und rein und hold!
De kunstkenner denkt echter tegelijk aan die
groote portretschilders, in het Amsterdamsch
Rijksmuseum hangen, en Thérèse Schwartze be
hoeft zich naast deze niet te verbergen.
OudNederlands kunstenaarsgeest rust op dit meester
werk, dat in zijn treffend schoone waarheid, ge
paard met de volle plastiek en warmte der
afwerking menig hooghartigen heer toeroept:
Eene vrouw heeft u overwonnen!"
HET MUSEUM EN DE TEEKENSCHOOL VOOR
KUNSTNIJVERHEID TE HAARLEM.
Het verslag, dezer dagen uitgebracht door den
Raad van Bestuur van het Museum en de
TeeTtenschool voor Kunstnijverheid in het Paviljoen
te Haarlem, luidt zeer gunstig. Twaalf en een
half jaar heeft nu de inrichting bestaan, en of
schoon nog menig plan ver van bereikt is, is alles
op den goeden weg.
De schoone verzameling afgietsels, welke de
groote zalen van het Paviljoen sieren, is eenig
in ons land. De oude en nieuwe kunst-industrieele
produkten vormen reeds een belangrijk geheel
de boekerij bevat ruim 3000 kartons en 500 boek
en plaatwerken de aan het Museum verbonden
school, waar verschillende kunstambachten onder
wezen worden, neemt ieder jaar aan degelijkheid toe.
De afdeeling Gipsafgietsels werd in verschil
lende rubrieken weder aangevuld.
Aan het Louvremuseum, waar de oorspronke
lijke stukken zijn opgesteld, werd een afgietsel
gevraagd van twee boogschutters en de daarbij
behoorende ornementale versiering der geëmail
leerde kroonlijst van het voormalig paleis van
Artaxerxes te Susa in Susiane, dat weldra in het
Museum zal worden geplaatst.
Van de overige rubrieken willen wij hier slechts
de voornaamste stukken aanhalen : een fries, frag
ment van een relief, voorstellende Assourbanipal
op de leeuwonjacht, uit het paleis van
Koujoundshik; een Assyrische stoel met voetenbankje; ecu
dolk met schede en een degenkling, fraai
gedamasceerd werk uit de wapenfabriek te Toledo.
Eenige oude tinnen borden en kannen werden
aangekocht, die door hunne schoone vormen als
voorbeelden zeer geschikt zijn; een zeer fraai
voorbeeld hiervan, een tinnen bord met rijk ver
sierden rand naar teekening van Theod. de Bry,
werd aangekocht bij de firma Brateau te Parijs;
onder de nieuwe afgietsels op metaal zijn vooral
merkwaardig het kind met den dolfijn, bekroning
eener fontein in den hof vanhet Palazzo"Vecchio te
Florence, vervaardigd door Andrea del Verrocchio
(1432?1488) en het beeld van Hendrik IV, koning
van Frankrijk, als knaap, waarvan het origineel
in zilver vervaardigd door den beeldhouwer
Francois Joseph Bosio f1769?1845) zich in het Louvre
te Parijs bevindt. Een huisschel van gesmeed ijzer,
vervaardigd door J. Kruijer, mr. smid te Haarlem;
een afgietsel van een gedeelte van het koorge
stoelte te Dordrecht; eene Hollandsche kaaspers,
eene linnenpers, twee banken, een dekenkist met
koperen beslag, een lessenaartje Lodewijk XV,
een toiletkistje, een tafel Renaissance en eene
zeer fraai gebeeldhouwde trapleuning Lodewijk
XIV. Op de Parijsche tentoonstelling werd verder
nog aangekocht een zeer fraai met ivoor, metaal
en diverse houtsoorten ingelegd oud Perzisch
spiegelblad uit Sjiras en verschillende rijk ver
sierde lakwerken uit Kasjmir, onder welke een
theetafeltje bijzondere aandacht verdient; eenige
zeer belangrijke oud-Perzische stukken uit de
verzameling van generaal Lemaire, die op last
der Fransche regeering vele produkten van
oudPerzische kunst bijeenbracht. Verschillende platen,
uit oud-Hollandsche tegels samengesteld, werden
in de tegelkamer geplaatst; in bruikleen werd
afgestaan door heeren Curatoren der Leidsche
Universiteit eene aanzienlijke verzameling
glasen aardewerk, benevens eene zeer complete ver
zameling Delftsch aardewerk door den heer E v.
S. te Haarlem, en een rijk versierde Japansche
kast door den heer Rouwenhorst Mulder.
De decoratieve paneelen, die boven de galerij
der groote middenzaal zijn aangebracht om den
stijl en het karakter der decoratieve schilderkurst
in verschillende tijdperken weer te geven, zijn
vermeerderd met de copieën van eene
Pompejaansche muurschildering en van een paneel Louis
XIV uit het lustslot te Versailles, vervaardigd
door den heer C. Bosman. Slechts twee paneelen,
de Grieksche kunst en de Italiaansche Renaissance,
ontbreken nu nog aan deze serie.
De boekerij is thans behoorlijk geregeld en alle
deelen zijn van de in den catalogus vermelde
nummers voorzien ; verschillende geschenken wer
den daarvoor ontvangen van het Ministère de
l'instruction publique et des Beaux-Arts" te Parijs",
van een aantal particulieren, van de K. K.
Porzellan Manufactur te Berlijn en eenige binnen- en
buitenlandsche fabrieken.
De volgende tentoonstellingen, in de lokalen
van het Museum gehouden, werden veel bezocht;
l Mei?5 Mei 1889: Japansche teekeningen en
aquarellen; 5 Mei?l Juni: Bouwkunst in Spanje;
2?1G Juni; Antieke beeldhouwkunst, Egyptisch,
Grieksch en Romeinsch; 16 Juni?13 Juli: Per
zische bouwkunst; 13 Juli?4 Augustus: Stoelen
uit verschillende tijdperken; 3 Augustus?l Sep
tember: Kasten uit verschillende tijdperken,
Fransch en Duitsch; l September?8 November:
Fotografische afbeeldingen van de Internationale
Tentoonstelling te Parijs; 8 November?l Decem
ber; Italiaansche schilderkunst en antieke beeld
houwkunst; l Dec. 1889?31 Jan. 1890:
Bamboemeubelen; l Maart?l Mei: Oude waaiers en
kanten. Bovendien werd terzelfder tijd in de ro
tonde van het Museum tentoongesteld: gedurende
de maanden Juni en Juli: Studiën der meest
gevorderde leerlingen; vooral het kunstnaaldwerk
trok zeer de aandacht; G?20 October -. Borduur
werken, vervaardigd door Mohajirsche vrouwen;
l December?26 Januari: Decoratieve schilder
kunst; 26 Januari?9 Februari: Nieuw aange
kochte fotografiën Parijsche tentoonstelling; 9 Fe
bruari?2 Maart: Japansche kunst; 2 Maart?l
Mei: Verschillende studiën der leerlingen van de
Teekenschool voor Kunstnijverheid; Maart:
OudKoptische stoften.
De heer W. Sijthoff te Leiden heeft de uitgave
op zich genomen van het belangrijk plaatwerk
Het Museum van kunstnijverheid te Haarlem".
In de vormorij werden van verschillende voor
werpen afgietsels genomen, o. a. van den eiken
houten stoel van Louise de Croy, Hertogin van
Aerschot, gemalin van Maximiliaan van
Bourgcndië, met gesneden paneel, waarop het wapen der
Hertogen van Aerschot, en de monogrammen L.
C. M. L. en M. L. L. C., uit het midden der 16e
eeuw, waarvan het origineel, afkomstig uit de
kerk te Gapinge, zich in het Museum van het
Zeeuwsch Genootschap te Middelburg bevindt;
van een Petrusbeeld met baldachijn, afkomstig
uit de oude Abdijkerk te Middelburg, van ver
schillende Indische en Japansche voorwerpen.
Aan het verslag is toegevoegd eene voordracht,
door Dr. K. Kuiper, leeraar aan het Gymnasium
te Haarlem, in tegenwoordigheid van een groot
aantal genoodigden gehouden over het
Menanderbeeld, waarvan voor korten tijd een afgietsel
in het Museum was geplaatst; terwijl het jaarver
slag omtrent de lotgevallen van den teekencursus
door den directeur, den heer E. von Saher, werd
uitgebracht.
in hun land wel kennen, zeer, zoodat men om
nadere inlichtingen verzocht. Het blijkt nu, dat
getelegrafeerd was dat de inzegening door de
geestelijkheid des trois rites geschied was. Op het
bureau had men gegist welke die drie gezindten
konden zijn; de eene was de Roomsch-katholieke,
de andere de Grieksch-orthodoxe, men besloot, daar
er geen Protestanten daar te lande zijn, dat het
een Joodsche moest zijn. Het blijkt nu, dat erin
Galiciëook een Armenisch-katholiek aartsbisschop
is, en deze tot mede-inzegening van Mickiewicz,
die een vurig katholiek was, werd toegelaten.
De ondernemende uitgeversfirma S. W. Sijthoff
te Leiden zal een nieuwe, betrekkelijk goedkoope
editie de wereld inzenden, Sijthoff's Woordenboek
voor Kennis en Kunst, eene encyclopedie, welke
bijna onder ieders bereik zal vallen. De 10 deelen,
in fraaie, stevige linnen banden, zullen 19 gulden
kosten, werkelijk een geringe prijs voor een werk
dat op de hoogte van zijn tijd is. De heer Sijthoff
weet sinds lang wat in Nederland succes kan
hebben: de goedkoope Van Lennep-, Cremer- en
Von del-uitgaven hebben het bewezen; ook dit
woordenboek zal, ofschoon ieder in zijn vak na
tuurlijk gaarne de grenzen iets verder zag uit
breiden ten koste der andere vakken, den weetlust
van het algemeen bevredigen.
Wetenschap.
De Koninklijke porselein-fabriek te Berlijn heeft
een technisch kunststuk volbracht, dat eenig in
zijn soort kan genoemd worden: een badkuip na
melijk van 182 cM. lengte, 88 cM. breedte, 58
cM. hoogte, uit n stuk.
Te Milaan is een maatschappij opgericht, voor
de electrische verlichting van den Dom aldaar.
Wanneer voldoende kapitaal bijeen gebracht is,
zal op de hoogste spits van het gebouw een groote
licht-bol worden aangebracht. Het plan vindt
veel steun.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Uit Graz wordt gemeld, dat op Hamerlings
sterfdag in het huis door hem van 1862?1889
bewoond, Ilamerlinggasse No. 6, een ge
denksteen met relief-portret van den dichter
onthuld is, het werk van den beeldhouwer
Brandstütter te Berlijn.
's Namiddags werd ook een gedenksteen onthuld
in de herberg zum Fuchswirth", waar Hamerling
zijn König ton Sion dichtte, daarna een koor
gezongen en een krans nedergelegd. 's Dichters
85jarige moeder woonde eerstvermelde plechtig
heid bij.
In het bericht omtrent de begrafenis van Mic
kiewicz in de Poolsche koningsgroeve te Krakau,
kwam ook voor, dat het lijk door een Rabbijn
was ingezegend. Deze bijzonderheid verwonderde
de te Parijs aanwezige Polen, die de toestanden
DE HERVORMING DER TIJDSBEPALING.
Daar er weder veel gesproken en geschreven
wordt over de invoering van een wereldtijd en
een hervorming onzer tijdmeters, is het niet on
belangrijk te vernemen, wat een deskundige, de
heer Von Nordling, in de Brusselsche Revue
Scientiftque daaromtrent zegt en welke voorstel
len hij doet. In de eerste plaats, betoogt hij, moet
de aanwijzing der uren veranderd worden. Vroe
ger bepaalde men de dagen naar zons op- en
ondergang; na lang zoeken en beproeven bepaalde
men de lengte van den dag niet langer naar deze
zeer veranderlijke punten, doch naar den waren
middag", zijnde het oogenblik, waarop de zon de
meridiaan eener plaats kruist. « De tijd tusschen
den eenen middag en den volgenden verdeelt men
van oudsher in tweemaal 12 uren, een even zon
derlinge als ongemakkelijke verdeel ing; den datum
rekent men van middernacht tot middernacht. De
hervorming, zegt men, kan eenvoudig zijn; in plaats
van na 12 uur weder van U, 2, 3 enz. te tellen,
gaat men voort: 13, 14, 15 enz. tot 24 uur. Wer
kelijk hebben reeds de praktische Amerikanen
sedert 1887 het 24-uren-systeem voor een groot
deel van hun spoorwegnet ingevoerd en zoowel
het publiek als het personeel vinden het een ver
betering.
't Is intusschen de vraag of ons conservatief
Europeesch publiek zich aan zulk een nieuwigheid
gewennen zou en dan moesten niet alleen de
wijzerplaten, maar ook de slag der uurwerken
veranderd worden; 't zou evenwel moeilijk gaan,
om een klok 24 slagen te laten doen, want wie
zou tot zooveel willen tellen ? De vraag, hoe men
een eenheid van tijd zal vinden, is dan ook veel
gewichtiger.
Genève komt de eer toe het eerst met het oude
stelsel te hebben gebroken: 't voerde den len
Januari 1780 uurwerken met een middelbaren
tijd in. Londen volgde in 1792, Berlijn in 1810,
Parijs in 1816. Sedert wees elke wijzerplaat den
middelbaren tijd voor de plaats zelve aan, wat
echter weer het nadeel heeft, dat deze middel
bare tijd voor iedere andere plaats een andere is
en alle plaatsen der aarde in de richting van
oost naar west of omgekeerd op een ander tijdstip
middag hebben. Met de invoering der spoorwegen
werd hiervan het ongemak eerst deugdelijk ge
voeld ; men moest voor grootere uitgetrektheden
een eenheid van tijd aannemen en nu komt deze
weer niet overeen met den tijd in de plaatsen
ieder afzonderlijk.
Zoo verschilt bijvoorbeeld de Parijsche tijd met
dien van Brest 27, met dien van Nizza 20 minu
ten ; gene is hij vóór, deze na, het totaal verschil
bedraagt dus 47 minuten. In verschillende landen,
bijvoorbeeld in Engeland, Zweden, Japan en de
Vereenigde Staten is daarom een eenheid van tijd
aangenomen; maar overschrijdt men de grenzen
dier landen, dan heeft men weer het oude onge
mak.
AVie bijvoorbeeld van Parijs naar
Konstantinopel reist moet tienmaal zijn horloge verzetten:
te Avricourt 23 minuten voor den Elzas, te Kehl
voor den tijd van Baden, te Mühlacker voor dien
van Wurtemburg, te Ulm voor dien van Beieren,
te Simbach voor dien van Praag; vervolgens nog
te Bruck, Belgrado, Zaribrod en Mustapha-Pascha:
het totaal-verschil bedraagt n uur 52 minuten.
Om dit en dergelijks te verhelpen, kan men, meent
de heer Von Nordling, tot een der drie volgende
maatregelen zijn toevlucht nemen:
1. Invoering van een volstrekten plaatselijk en
tij l, gelijk die alleen in Noord-Duitschland be
staat ; maar daarvan wil niemand meer iets weten.
2o. Invoering van een wereldtijd, maar die
brengt weer andere last met zich. Tegenwoordig
nemen alle beschaafde volken aan, dat te midder
nacht een nieuwe dag begint, waarbij zij zich
naar hun meridiaan richten, zoodat voor verschil
lende plaatsen der aarde ook de datum
verschillend is. Met de invoering van den
wereldtijd zou de nieuwe datum voor de
geheele wereld op hetzelfde oogenblik beginnen;
wanneer men dus met de nieuwe datum-bepaling
te Parijs of te Greenwich te middernacht begon,
dan zou de nieuwen dag te Tonkin om ongeveer
7 uur in den morgen, te Sidney omstreeks 10 uur
's morgens, in Nieuw-Zeeland te 12 uur 's mid
dags en te San Francisco om 4 uur 's namiddags
aanvangen. De woorden gisteren," heden",
morgen" zouden zoodoende allen zin verliezen
of geheel van beteekenis moeten veranderen.
3o. De invoering der uren-zonen, een compromis
tusschen den volstrekten plaatselijken tijd en den
wereldtijd. De schrijver is voor deze methode,
die door de Amerikanen reeds gevolgd wordt.
Men heeft daar de aarde verdeeld in 24 zonen,
waarvan ieder een uur met de volgende verschilt.
Alle plaatsen derzelfde zone hebben op hetzelfde
oogenblik middag, en wel een uur vóór of na de