Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 685
vermoordt. De beschrijvingen van de stad
yoBd en van de bewegingen van maanlicht
,Ü| wolken in verband met Ni n a's gemoedsstem
ming in het eerste der bedoelde gedeelten, en
^ÉB bet musiceeren van baars vaders gasten,
terwijl Nina zelf in het open venster geleund
tfyaA, in het tweede, zijn kalm en toch gloedvol
it& brengen het gewenschte effekt te weeg.
Aïs voorbeeld van de wijze, waarop de
schrijf.*!«-opmerkt en weergeeft, zij het volgende aan
gehaald:
De zon was ondergegaan aan een onstuimig ge
kleurde lucht; een toornig rood vlamde in het Wes
ten, en zette zich voort over een fel blauwen onder
grond in purperen, stormachtige veêron.
De bergen hieven zich fantastisch af tegen den
stralenden horizon, donker vooruittredend als een poort
Van licht; de Eijn schoen haastiger voort te vlieten,
geluidloos zijn geheele vlakte voorbij te schuiven,
dien glana tegemoet in de verte. Doch meer naar
het Oosten was het brandend azuur verbleekt, tot een
fijn en lichtend blauw, dat ongemerkt verzwom in
een effen parelgrijs; boven de bergen in schemering
vertoonde zich daar een bleek glanzende stip, als
was het een ster van zeldzamen gloed en grootte ;
het was de sikkel der maan, die langzaam opschoof
tegen de lucht, stil omhoog klimmend achter de
bergen, en eindelijk geheel zichtbaar, een oogenblik
rosten bleef op den donkeren bergkop, als een
gou.deu, gekromden horen. (Blz. 171?72).
Niemand zal deze beschrijf ing anders dan
bedaafd, waar en knap kunnen noemen. Met nauw
keurige zorgvuldigheid he«ft de schrijf-ter al de
tHuièraeelen van het landschap bekekeu en mede
gedeeld. In dit aangehaalde stukje vindt men
echter de gemoedsstemming der personen niet in
bet landschap weerspiegel.!. Het is a's een schu
tterig'jfl tusschen de andere tekst opgehangen. De
«chrijfster geeft het dan ook alleen om eens te
?beschrijven boe mooi een avcnl zijn kan, zonder
verdere betrekking tot de handeling van het
vernaai. »Zvj (Nina en J.diannes de Duhscher)
temden zich nauwelijks lopnr. ken van dien aan
blik", volgt erop. Niet wijl zij daarin een
zinBebeeld of een weerspiegeling hunner gemoeds
stemming meenden te b'speuren, ma»r omdat
die lucht enz. in zichzelf zoo schoon is. Dit is
htet ver.-chil tusachea deze beschrijving en bijisa
all« andere.
I» de meening gewaagd, dat de auteur van
sGevlr«;kt'' een der beste nederlandsche
romansebfijfeiers van dezen tijd is ?
20 Juli '90. A. J.
V A K I A.
PLASTISCHE KUNST.
Sedert l Augustus zijn in het Museum van
Kunstnijverheid te Haarlem eone verzameling
gekleurde platen tentoongesteld van de meest
belangrijke muurschilderingen die gedurende dezo
eeuw uit de lava waaronder Pompeji bedolven
lag te voorschijn werden gehaald.
De repvoductiëu zijn op groot formaat met de
meeste zorg behandeld en geven een getrouw en
jjiist beeld dezer verrukkelijke versieringen, die
et» Romeinen met zooveel smaak wisten aan te
Het Museum vrerd gedurende de maand Juli
bezocht' door 1483 personen.
De Roemcensche regoering heeft kortelings
prgzen van 15000, 7000 en 3000 francs uitgeloofd
voor de beste ontwerpen van een monumentaal
gebouw voor het Huis van Afgevaardigden en een
ander voor den Senaat te B'ikarest. Architecten
van elke nationaliteit worden ter mededinging
'üitgenoodigd De antwoorden op deze prijsvraag
moeten worden ingezonden voor den löen No
vember e.k. Voor nadere bijzonderheden wende
men zich tot het secretariaat van den minister
raad te Boekarest of de Roemeensche gezant
schappen te Berlijn, Athene, Konstanrinopel,
Londen, Parys, St. Petersburg, Rome, Weenen
en Brussel.
TOONEEL EN MUZIEK.
De Scala te Milaan. Weinige dagen geleden
berichtten de bladen, dat "het Milaneescbe
Scala-theater gevaar liep zijn
gomeente-subsidie te verliezen. De Frankfurter Zttj. verneemt
tians van haren correspondent nadere bijzonderhe
den. Hot gemeentebestuur van Milaan stond de
Scala een jaarlijksch subsidie van 300,000 lire toe,
een aanzienlijke som, die uit de zakken der
Milaneesche burgers in den buidel van een uitge
ver, van een impresario, van een beroemden
tenor, eener gevierde prima-donna vloeit, zonder
dat de belastingbetalende ingezetenen daarbij ook
maar 't geringste voordeel hebben. De prijzen
van den schouwburg zijn namelijk zoo buitensporig
hoog, dat het alleen aan hen vergund is, die
ruimschoots met aardsche goederen gezegend zijn,
dezen zoogenaamden tempel der kunst te betreden.
Voor gewone stervelingen en met hen be
hoort een stedelijke commissie toch in de eerste
? plaats rekening te houden valt aan een bezoek
der Scala ten eenenmale niet te denken. De
entree bedraagt 5 lire; voor een zitplaats betaalt
men bovendien nog 10 tot 25 lire. De loges,
tweehonderd in getal, zijn het eigendom van geld
mannen en aristocratische families. Wie dus het
offer brengt en 5 lire entreegeld betaalt, heeft
daarvoor het zeer twijfelachtige genoegen, den
geheelen avond staande, de maar zelden goede
opvoering eener opera aan te hooren? neen, te
willen aanhooren; want het ongegeneerde ge
babbel der loge-eigenaars, die nu eenmaal meenen,
daartoe volkomen het recht hebben, belet hem
zijn volle aandacht aan orkest en voordracht te
schenken.
Het is daarom licht te begrijpen, dat de Mila
neesche burgerij de afschaffing van het subsidie
voor den Scala-schouwburg reeds lang heeft
gewenscht, te meer daar de jaarlijks op die wijze
doelloos besteede sommen vrij wat beter gebruikt
konden worden. Milaan, een stad van bijna 400.000
inwoners, bezit, niettegenstaande zijn ongezond
bronwater de hoofdoorzaak is van talrijke gevallen
van typhus in het heete jaargetijde, geen water
leiding ; bezit slechts een zeer beperkt aantal
instellingen van openbaar nut en geen openbare
badinrichtingen.
Op de pleinen ontbreekt alle plantsoen, in de
breedste straten vindt men geen enkelen boom;
't zou dus hoog-noodig zijn, dat men hierin ver
betering bracht en meer bedacht was op het
welzijn der irgezetenen, in plaats van een
inrichting te subsidieeren, welke voor den midden
stand en het armere volk ontoegankelijk is.
Do beweging tegen de Scala duurdo dus reeds
gernimen tijd, maar zonderling genoeg mis
schien uit aangeboren eerbied voor de Milaneesche
gros boimets had nog niemand het gewaagd
den stier bij de horens te grijpen.
Onlangs echter kondigde een veelgelezen
Milaneesch blad aan, dat ecu zijner redacteurs, de
bij de laatste gemeente-verkiezingen gekozen
socialist Gnocchi-Vïani, in den gemeenteraad het ,v
voorstel zou doen tot afschaffing van hot bewuste
subsidie. Terstond trok een deel der pers zich de
zaa.k aan en vooral was het do hoofdredacteur j
van een gematigd on ernstig blad die in een
aantal artikelen bet noodzakelijke bepleitte en
voornamelijk op het bouwen van inrichtingen voor
kostclooze volksbaden aandrong. Zoo staan de
zaken thans.
Uit betrouwbare bron verneemt dezelfde be
richtgever nog, dat de burgemeester van Milaan,
graaf Bclinzaghi, besloten heeft, het voorstel te
ondersteunen en men mag dus hopen, dat de
wensch van zoovelen verwezenlijkt zal worden.
Dit zou niet minder in het belang der kunst dan
in dat der stad Milaan zijn. Is het eenmaal zoo
ver, dat het subsidie vervalt, dan word r. het de
taak van een particulieren ondernemer of van een
maatschappij, om den Scala-schouwburg, zoowel
met het oog op do kunst als in stoffelijk opzicht,
weder tot aanzien te brengen.
Men meldt uit Londen: That Girlt een
tooncelspel door II. Hamilton en mevrouw Oscar
Beringer, bevat vele zeer dramatische tooneclcn
en behandelt een in menig opzicht nieuw thema.
Aan het stuk ligt een roman van Clernentine
Black ton grondslag, en er treden, gelijk bij der
gelijke bewerkingen gewoonlijk het geval is, een
aantal overtollige personen in op. Onder hen be
hoort de twaalfjarige Amerikaansche Aphrodite
Dodge, een waar enfant terrible, dat al te zeer
op den voorgrond geschoven wordt, omdat de
vroeg-rijpe Vera Beringer op dat oogenblik deze
rol speelt. Dit is te meer onverdraaglijk, uu
de neuswijze Aphrodite bovendien op de hande
ling al zeer weinig invloed uitoefent. Deze valt
voor in een Zwitsersch pension, waar zich de
gepensioneerde kapitein \Yenfworth heeft inge
kwartierd; zijn tijd verdeelt hij tusschen twee
bezigheden: hij speelt valsch kaart en zoekt voor
zijn eenige dochter Iris een man. Twee preten
denten naar baro hand doen zich op. De eerste,
Lumley Brcreton, dien papa Wentworth bij 't
kaartspel duchlig geplunderd hoeft, dringt aich
op een brutale manier aan de dochter op, wordt
afgewezen en zweert wraak.
De tweede aanbidder, de rijke Philip Challoner
is, zonder zich te daclareeren, afgereisd en nu
schrijft Brereton in zijn naam een vurige liefdes
verklaring aan Iris, en weet zoodoende een bundel
brieven machtig te worden, waarin het meisje
haar liefds voor don ridderlijken squire bekent,.
van wien het, heet, dat hij zich mt twijfel nau
haar nabijheid onttrokken heeft. De verloving
wordt publiek en een dag bepaald, waarop bet
huwelijk zal plaats hebbon. Onnoodig te zeggen,.
dat alle zoogenaamd van Philip Challoner ont
vangen brieven, valsch zijn. Dit wordt opgehelderd
als Philip onverwacht naar Zwitserland terugkeert.
Iris verneemt, hoe wreed zij bedrogen is en valt,
door smart en schaamtegevoel overweldigd, don
man te voet, voor wiens bruid zij zich heeft uit
gegeven. Dit zeer pakkende tooneel leidt in het
3e bedrijf tot een bevredigenden afloop; Chal
loner vraagt de hand van Iris voor zich zelf.
Het stuk beleefde zijn premiere in den
Ilayinarketschouwburg, waar het voortreffelijk gespeeld werd.
OceT de figuranten van het Tiiéatre Franems.
De Parijsche Eclair doet eenige mededelingen
over het figurantenwezen in Frankiijks hoofdstad.
De figuranten-plaatsen aan het Théatre Franc ais
zijn het meest gezocht. Godard, die het toezicht
over do figuranten heeft en met hun aanstelling
belast is, geniet een jüarlijksch tracternerit van
1800 fr. Onder de figuranten, die dagelijks dienst
doen, virdt men ververs, graveurs, photographen;
ook is er een leeraar in de wiskunde onder hen.
De figuranten, die slechts bij gelegenheid gebruikt
worden, behooren, zoo zij niet op de planken
staan, tot het dienstpersoneel der ministeries. De
vrouwelijke figuranten hebben meestal den leeftijd
bereikt, waarop zij wel eenige aanspraak hebben
op den bijnaam vieux tableaux, die men haar ge
meenlijk geeft. Het figuranten-personeel wordt
niet gewaarschuwd wanneer men zijn diensten
verlangt; het leest de biljetten, waarop de
tooneelvoorstellingen worden aangekondigd en ver
schijnt uit eigen beweging en stipt op tijd. De
vrouwelijke figuranten krijgen per avond 5 fr.. de
mannelijke 2*4 tot 3 fr.; de beide negers in L'i
fille de Rohnid zelfs 4 fr. Van de beide eerste
figuranten der Opera is de een wagenmaker, de
ander werkman in een pijpenfabriek. De overigen
zijn winkelbedienden, teekenaars, straatwerkers
en couranten-omroepers. Elk hunner ontvangt
slechts l fr. per avond. In do andere schouw
burgen krijgt de eerste figurant van do directie
een bepaalde som, waarvan hij het noodige per
soneel betaalt. Dit geeft aanleiding tot een
schromelijk misbruik, daar de eerste figurant, om
zichzelf te bevoordeelen, zoo goedkoop mogelijk
figuranten ziet te vinden en dezen niet zelden
slechts 75 centimes per -avond laat verdienen.
Napels met groot succes opgevoerd. Het stuk heet
Graziella, en speelt op het eiland Capri.
Dostojeffsky'a beroemde roman Itaskolnikoff is
door Dr. Ernst Koppel en Eugen Zabel voor het
tooneel bewerkt; binnenkort zal het nieuwe stuk
te Leipzig in den vorm van een tooneelspul in
vier bedrijven worden opgevoerd.
LETTEREN EN WETENSCHAP.
Uit het leven van Hermrtnn Sudermann. Wij
lezen in hot Deutsche RttchMatt: Ook op
het leven van den vroegcren hoofdredacteur van
dit blad, den dichter Hermann Sudermann, hebben
de hoo^e tolgelden invloed uitgeoefend. Zijn vader
was eigenaar eener bierbrouwerij in het
OostPruisische Heydekrujr, niet ver van de Russische
grenzen. De kleine burger daar had het zoo ver
gebracht, dat hij zich niet meer uitsluitend of
zelfs bij voorkeur inet oei: bon-el moest te vreden
stellen, maar zich ook de weelde van een glaasje
bier mocht veroorloven, E'i papa Sudcrmann was
hierdoor in staat gesteld zijn zoon een gymnasium
te laten bezoeken en vervolgens eerst te
Koningsbergen en later te Berlijn to laten studeercn.
Toen echter in het jaar 1879 de nieuwe hooge
tolgelden werden ingevoerd, verminder.len de ver
diensten der grensbevolking aanzienlijk; het glaasje
bier moest worden afgeschaft en men keerde
weder tot den borrel terug. Dientengevolge zag
papa Sudermann zich verplicht zijn zoon te Ber
lijn' een brief te schrijven, die ongeveer luidde:
Geliefde zoon, de tijden zijn hier aan de grenzen
zeer slecht door do nieuwe hoo»e tolgelden ? de
menschen verdienen niet zooveel meer om een
glas bier te kunnen drinken; zij vergenoegen zich
weer met een borrel en ik ben derhalve niet in
staat, je den wissel nog langer toe te zenden.
dien je tot dusver geregeld ter voortzetting van l
je studiën van mij hebt ontvangen; jo moet nu i
maar zien, hoe je je verder helpt."?Ku Suder- j
mann Junior zag zich daardoor genoodzaakt zijn
studiën, voor het beoogde examen, te laten varen i
en een plaats als huis-or.derwijzer bij den lier- i
lijnschen auteur Hans Hopfen aan te nemen. !
Zoodoende werd hij in een kring van schrijvers i
en politici ingeleid en kwam in kennis met den
vrijzinnigen afgevaardigde voor den Rijksdag, die
het Deutsche Rcichsblatt heeft opgericht. Deze
zag in hem iemand van buitengewone gaven en
noodigde hem uit hoofdredacteur te worden van
het op te richten blad. Maar de opgedane erva
ring omtrent de tolgelden heeft er wellicht toe
bijgedragen in Sudermann den echt vrijzinnigen,
ja democratischen geest te ontwikkelen, welk ook
zijn algemeen bewonderd drama Die Elire ademt.
Een nieuw drama van den Italiaanschen schrijver
Cimino (bekend als schrijver van de tooneel werken
van Altri usi en Romanzi nostrani en van den
roman Due Donne is te Milaan, te Turijn en te
In eene préface bij een boek van Caliban
(Emile Bergerat) dat weldra verschijnen zal, zegt
Alphonse Daudet over den stijl" het volgende:
Ifler auteur, die dien naam werkelijk verdient,.
heeft aijn fabrieksmerk, waaromtrent men zich
niet vergissen kan, een geheel persoonlijke wijze
van voltooien zijner phrase, hetgeen men in de
redactién In griffe noemt een voorrecht der
hoogste «mandarijnen". Die stijl of liever die per
soonlijkheid van uitdrukking is iets geheel
eigcnaardigs, geheimzinnigs; of misschien zit, daarin
nog niet hetgeheele karakter van den schrijver, maa.r
toch wel dat onnavolgbare, zeldzame, dat men
iemand niet geven en niet leeren kan, dat men
niet met inspanning kan bereiken of met geld
koopen, wat op den pas des schrijvers als merk
baar teeken" zou kunnen vermeld worden. Goed
schrijven, daarnaar streeft het geheele jonge
Frankrijk. Vooral de kleine Parijzenaars, die van
jongs af de litteratuur met de lucht inademen,
zoodra zij den neus over de muren van bet Lycée
steken, hebben spoedig de vaardigheid van den
stijl geleerd, alle wendingen en samenvoegingen,
alle verwikkelingen van den modernen volzin.
Maar hoe verfijnd ook de wendingen van de jon
geren mogen zijn, die in onze voetstappen treden,
er zijn er weinige, die werkelijk iets eigenaardigs l
bezitten. Van vele ouderen kan men hetzelfde
zeggen. O mijn vrienden, een eigen stijl, een eigen
zinbouw'. Wie heeft daarvan als schrijver niet
gedroomd, evenals de oude acteur van de villa
met de groene jaloezieën, dicht bij de rivier ca
niet te ver van zijn theater. En in de ambitie
om een persoonlijken vorm te bezitten, moet men
de verklaring vinden voor zoovele boeken, die ons
iu bun wonderlijke wijze van uitdrukking geheel
onverstaanbaar schijnen. Het publiek wc-et niet
wat er mede te beginnen, en maakt er zich
vroolijk over, maar diegenen lachen niet, die weten,
wat het een vrccselijke straf is, levendig, waar,
misschien oorspronkelijk te gevoelen, en geen uit
drukking te vinden; zijn krachten iti te spannen,
zijn nagels stuk te bijten, en tegen een gesloten
poort op te stormen, die zich zonder ecnigeu
weerstand, bij de minste aanraking opent voor
de gelukkigen, de begaafden, de schrijvers van
geboorte."
De statisticus Wil!. Scharling, hoogleeraar aan
de universiteit te Kopenhagen, heeft
mhetDeenscbe Tijdschrift voor Volkshuishoudkimde een leer
rijk, maar niet zeer rooskleurig artikel over den
wasdom van Kopenhagen gepubliceerd. Den In
Februari van dit jaar telde de stad met
Fredoriksborg, dat met haar samengesmolten is zonder
zonder echter n gemeente uit te maken, ruim
359,000 inwoners; dit is in de laatste tien jaren
eene toename van 98,000 inwoners. In 1880 was
het vermoedelijk inkomen van iederen belasting
plichtige gemiddeld 2G15 kronen, in 1888 bedroeg
bet 247!) kronen. De toename van bevolking heeft
Kopenhagen hoofdzakelijk daaraan te danken, dat
de stad de arbeidskracht die op het land te veel
was, heeft opgenomen. liet voornaamste bedrijt
was in de tien laatste jaren de bouwindustrie en
wat daarmee samenhangt. De bouwwerken deden
menschen toestroomen, en de stroom van menschen
maakte nieuwe bouwwerken noodig. Kopenhagen
heeft van zich zelf geleefd", zegt de professor.
Het ia de laatste tien jaren verbouwde kapitaal
schat hij op 200 millioen kronen. Het geld kan
niet eenwig dnren; in allen gevalle zal men het
kapitaal niet altijd in bouwwerken beleggen. Er
moet een stilstand komen, die gelijkstaat met een
voortdurende werkeloosheid der metselaars, meent
hij. Van 1880?89 kwamen er jaarlijks gemiddeld
2500 woningen bij, terwijl het aantal
belastingbetalenden inet 1500 toenam. In 1889 vermeerderde
het gjtal der betrokken woningen met 2300, rat
der belastingbetalenden met slechts 450. d. w. z.
het inkomen van 4/5 der bijgekomenen was be
neden de 800 kronen jaarlijks. Tegelijk met dit
kapitaalverbruik nam de handel af, omdat een
groot deel van den expeditiehandel, dien Kopen
hagen vroeger bijna uitsluitend tusschen de land
bouwers en het buitenland dreef, op de provin
ciesteden overging, die buitendien aan de hoofd
stad een aanzienlijk doel van hare afnemers ont
trokken. De provinciestederi zijn veel zelfstandiger
geworder,. Eene verbetering van de nijverheid,
den handel en de scheepvaart der hoofdstad is
r.oodig. Niet ten onrechte zegt de heer Scharling,
dat de brutale vetdorringpolitiek", die het door
voeren van de tolverbetering en andere maatre
gelen beeft verhinderd, de voornaamste oorzaak
Is van een onvoldoenden vooruitgang der bedrij
ven.
Jeune fille aux yeux noirs," is een van de
poëtische uitdrukkingen, die weer door de mo
derne wetenschap in den ban gedaan zijn. Er zijn
geen zwarte oogen. Volgens dr. Bertillon, wiens
stelsel van anthropometrie den mensch nauwkeu
riger beschouwt dan eenig ander, wordt er geen
zwart oog ter wereld gevonden, wel bruine en
vooral blauwe.
Do meeste oogen zijn twee of driekleurig, en in
deze menging speelt geel eene voorname rol.
Bert.llon stelt de volgende zeven groepen vast, naar
de grootere of kleinere hoeveelheid gele stof (pig
ment) in de iris:
1. Iris zonder pigment,, blauw of leikleurig;
rondom de pupil kan men een nog donkerder
blauwen stralenkrans aanwijzen, maar geen gele.
a. Bliiuive oi leikleurige iris met lichtgele:: krans.
3. Dezelfde iris met grooteren, oranjegek-n
stralenkrans.
4. Li'ikleurigo of geelachtig-groene iris, met
noot bruinen stralenkrans.
5. Dezelfde iris met kastanjebruinen krans.
f>. De donkerbruine kleurstof vormt geen krans,
maar verbreidt zich over de geheele iris, waarin
men alleen eenige geelachtig groene stralen on
derscheidt.
7. Geheel bruine iris zonder eenige andere
menging; deze oogeu gaan voor zwart door.
Aanstaanden Zondag zal te Evrei'x een
standUeeld worden onthuld voor den Franschen genees
heer Daviel, die in 174G te Parijs voor de eerste
maal de kunstbewerking heeft toegepast van het
lichten der katarakt (grauwe staar), met andere
woorden, van het uit het oog verwijderen, der
troebel geworden lens.
Daviel werd tengevolge van het welslagen di-r
operatie benoemd tot oogheelkundige van den
kon.ng van Frankrijk, en zijne halp werd aan da
meeste Europoesehe h' ven ingeroepen. Zijne me
thode vond zooveel bijval, dat hij ui no maar.d
twee honderd zes katarakt-operaties verrichtte,
waarvan honderd twee en tachtig met het beste
gevolg.
Bij de inwijding van het standbeeld zullen de
minister van onderwijs Bourgeois en eene dele
gatie van de Académie de miïdeemn tegenwoor
dig zijn.
Uit Utica in den Staat New-York wordt ge
meld, dat Dr. Peters, directeur van het
Liehfieid-observatoriuni en hoogleeraar iu de
sterrokunde aan bet Hamilton College, plotseling is
overleden. Peters werd in 1813 te Koldenbüctel
bij Eidcrstedt geboren, stud-jcrde te Herliju in
wiskunde en sterrekunde, was m Kopenhagen en
in Uöttingen werkzaam en nam van 1838 tot 18-13
onder leiding van Sartorius von Walur=hauscn
deel aan de topographische opneming van d. u
Aetna. Later verkreeg hij sene aar.stelling te
Napeis, die bij tengevolge v?Ji politieke
verwikk.-linuen verloor. In 185G trok hij naar Amerika,
waar hij in de Vereenigde Staten word aange
steld bij de kustopmoting en twee jaren later
U.noemd werd tot dirceteus van de stencwacht te
Clint'ui. Zijne waarnemingen waren hoofdzakelijk
gericht op kometen en kleine planeten, van welke
hij er i::i-er dan veertig heeft oiitdi-.kt. iH-ze
oi.ldckkinjjen stonden in verband met ecu
onivaii;,rijkcn arbeid, de door hem uitgegeven serie van
sterrekaarten.
Uit, Konstau'inopel meldt men voor 31 Juli j!.:
Dr. Sciilii-niium heeft de opgravingen te Hissaraü:
moeten siak'.-n, omdat du niuesten zijner
werklieden ziek ligijen aan andtu'daagsclio koorts ea
lw::dien i:og (les nachts veel last van slangcsi
hadden. Kim uitvoerig bericht omtrent du gnhu.o
opsravini>(Mi kan binnenkort wonk-n tegemoet ge
zien. In hut dorp l'cnebli bij Salouike zijn ver
scheiden ouden koperen munten en marmeren
doodkisten gevonden. De deksels van laatstge
noemden ziiii met bloemen en vogels versierd.
Tolstoï's Krtiizer-Sonate staat in de Vereenigdo
Staten een reusachtig debiet to wachten, l'o
post-directie van het vrije land heeft nameli_,k,
naar men uit Xew-York bericht, aan de post
kantoren opgedragen het zedelooze" boek van.
de verzending uit te sluiten. De uitwerking van
dit verbod z.al natuurlijk zijn, dat nu ook zij, dio
zich anders om de zwakke schepping van
den Russische!! auteur weinig zouden hebbeu be
kommerd, de Krcnzer-Soiiate zullen lozen, Eenigo
Dnitsche schrijvers zoo beweert de Küln. '/A<j.
koesteren het voornemen, de post-directie der
Vereenigde Staten vriendelijk to verzoeken, ia
het belang van het debiet hunner werken, deze
met een dergelijk verbod te treffen.