De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 24 augustus pagina 6

24 augustus 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEKPAMMEE, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 687 : »ÏTu ?" vroeg de prins. Wilt gij uw leven Jredden, beken dan alles l" »Ik heb alles gezegd, wat ik weet," antwoordde n Toch drong de prins nog verder bij linm aan E «B plotseling vloog een andere deur der zaal ff- open4- en eene vrouw, in de hevigste ontroering, >!' Knelde op KoediakofT toe. Het was zijn echtge'. ''.aWrte. Zij weende, zij trok hein naast zich op t l «feite, escape en pprak hem toe. T I>èprins hoopte blijkbaar dat haar smetkbe*" jden haar man zouden overhalen, ea om daaraan nog meer kracht bij te zetten, zeide hij tot .- Eoediakoff: «Denk aan uw vrouw. Wat moet J f i van haar worden, wanneer gij moet s-terven ? G|j zijt in het buitenland geweest; gij hebt ge zegd, dat alle Czaren vermoord moeten worden. Gij hebt een geheim genootschap in Petersburg gesticht. Nu zijt gij in OLze har,d, gij en bijr.a dettig acdeieu hier, bij ia dertig «L deren in Moskou. Hoe? gij lacht? Nu, gij zult niet altijd lachen !" zoo besloot hij, toornig over het verjreefsche van zijne laatste poging, om Koediakoff bekentenissen over hel Europeesche om'weutolingcomitéte ontlokken, want ook in het bjjzijn van zijne vrouw bleef hij kalm ontken nen, iets van de zaak te hebben geweten. Eindelijk kwam de laatste groote behande ling- der zaak. en de welsprekendheid van Koe diftkoff's advokaat maakte zichtbaar indruk op zijn rechters, zoodat de gevangenbewaarders, " die Koediakoff naar zijn kerkerhol terugbrach ten, niet wisten, of zij te doen hadden met iemaud, die den volgenden dag in vrijheid ge steld of met iemarid die gehangen zou worden. De volgende dag bracht den gevangene nieuwe ? hoop' op vrijspraak, want een officier fluisterde hem toe: >De andere is van daag opgehangen !" Daarmede bedoelde hij Karakasoff. >M'aar gij", zoo ging de officier fluisterend VObrt', «wordt vrijgelaten. Gij kuat er zeker van lijn. Men heeft het vooruit gezegd". i' . En de commandant was zoo vriendelijk tegen Koediakoff als nooit te voren. Dés te bitterder was dus zijn teleurstelling, toen hem zijn vonnis van ambtswege werd aan gekondigd. Hij verloor zijn rechten als staats burger en werd naar een der afgtlegenste deelen van Siberiëgezonden. Toen de vestingcommandai>£ liet hoorde, troostte hij zijn gevangene met déwoorden: »Gij zijt er nog goed afgekomen, Koediakoff!" In den nacht werd hij afgehaald en door eenigc soldaten naar de kerk van de vesting Peter-Paul geleid, waar n vesper gehouden werd. Vandaar bracht men heai naar do wachf. Vroeg in dea nlorgeü, het was October, zette men hem en de andtte veroordeelden op eeii ladderwagen, die doof troepen te paard en te voet omgeven was. De vensters van de straten, door welke de stoet nioest, offl naar degeiechtsplaats te komen, waren niet dames bezet, en de nieuwsgierige menigte zat tot op de daken. Het scheen wvl eeu lijkstoet, zóülangzaam tn plechtig bewoog hij zich voort, en daarbij was bet weder zoo droefgeestig en kii, dat de veroordeelden van koude of koorts klappertandden. Het plein, waar de galg stond, was aan alle kanten door soldaten omgeven. Toen de ver oordeelden van den wagen waren geklommen werden zij elk aan een paal gebonden. Aan elk van hen werd volgens de rechterlijke uitspraak déterechtstelling in schijn voltrokken. Men gooide ten zak over hem heen, deed hem een strop los om den hals en zoo hield men hem 10 minuten lang vast. Daarca bevrijdde men hem van het touw en las hem de begenadiging des Keizers voor. De beul nam hem den zak af en zeide tot hem : »Dat zult ge wel niet weer doen !" Dadelijk na deze tepronkstelling bracht men de ougelukkigen naar het station en zoo naar Moskou. Vandaar werden zij op wagens verder ovrt den Oeral in het binnenland van Siberië' getransporteerd. De gewone verschrikkingen van dezeri tocht over een afstand van een-gn duizen den mijlen werden nog vermeerderd door het barre winterwter. JJaur de meusch, dat weten de menschen, kan meer verdragen dan een wild dier. Koediakoff kwam als een gebroken man te Berkojansk, een klein Jakoetisch dorp in OostSiberië. Het was erger dau eene veroordeeling tot dwangarbeid in de mijneu. Hij woonde daar in een tent, die hij met twee soldaten uit het land, hun gezinnen en huisdieren, deelde. Niets, wat tot ver lichting van zija lot kon bijdragen, werd hem toegestaan. In deze eenzaamheid schreef hij verscheidene werken eu zond demauu-ciipteu naar Petersburg; waar zij ecbttr niet aankwamen. Ifi het jaar 18o'9 verloor hij zijn verstand. Eerst in 1874, misschien ook later, stemde de regeering op herhaald aandringen van den gouverneur er in toe, hem naar een krankzinnigengesticht te Irkoetsk over te b.engen, waar hij kort daarna, nioét zijn gestorven. Hoe de aanteekeniugeu over zijn leven, door hem zelf, haren weïf naar Genève hebben gevonden, hield het nihilistisch omweutelingscomité, toen het voor eenige jaren zijn gedenkschriften in het licht gaf, geheim. Een Fransche vertaling verscheen kort geleden te Parijs. HERBERGKERMI3SEX IN VLAANDEREN. 't Is Zondagnamiddag. Van 't kleine kerkto- j rentje is het pas half drie geslagen. llu&tig en kaïm ligt daar liet West-Vlaamsen dorpje als in gedommeld onder den gloed der zomerzonne. Vespers en Lof zijn aan, loom en traag sluipen de tonen der gewijde muziek door de openstaande venstors van Gods huis naar huilen. Geen niensch vertoont zich op de hrcede dorpsstraat, do houten molen ginds achter het kerkhof, steekt als wan hopig zijne reuzenarinen omhoog, geen enkel windje beweegt de toppen dor slanke keerspopu lieren, die zich pijlrecht in de onbewolkte lucht verheffen; het waterrad op de beek nevens de pastorie ligt stil: voor de poort der .brouwerij ligt de zwarte wacbthond in het zand te slapen. Achter het kassijn" der herberg do Kroone" staat Sarei, de waard, den blik onbestemd ten J hemel gericht. De man heeft zijn baardbrandertje in den mond en is gansch omringd van den grijzen tabakrook. Stav.eia, zijne wettige huisvrouw, zit de annoncen van den Volksvriend" to spellen en geeuwt bij tusscheirpoozon haren mond wijd open van louter verveling. Z'hecft vandaag nog geen levende ziele gezien, zooals ze in gemoedc- aan Sarei verklaart, en, op heur conscientie, nog geen pinte" heeftze mogen tappen. Ja," bekrachtigt Sarei, terwijl hij op den vloer spuwt, de gasten vergeten den weg noa de Kruune" heeltemoal! 't Es nie telken Zundag kermis, en, jedorie! junkhicd zuukt junkhicd! Moar anfin F' hesluit hij Moa 't zal veranderen,''herneem' de waard met waardig" gebaar, den vinger naar een onzicht baar iets opstoketid, veranderen ial 't! Vanvandoag af alle Zur.dagen die God verlient, goati we hanckapping hoüun alle Zundagen , en dan goan we, jedoric, wel wa ziene!" Sarei klopt zijn pijpkeu uit. stopt het opnieuw en doet het branden. Na vier of vijf krachtige trekken gedaan te hebben, maakt hij rechtsomkeer en verdwijnt door het achtenk'inkcn. Moeder Stancia zegt niets, en neemt nu uori Aankondiger ter band, tot ze weer aan 't geeuwen, valt \an louter verveling. Sarei is naar den stal gegaan, en met spada en hamer gewapend gaat hij een soort toestel aan 't optinimcren, dat er uitziet als een kleine galg. Nu heeft hij een bodemlooze ijzeren kan, een kiete", gekregen, die hij aan zijne galg vasthangt. Hij vaagt nu ook hooi zorgvuldig het hof rein, en nadat Lij zijn werk met niet weinig zelfvoldoening heeft beschouwd, gaat hij over de haag Dorus roepen ('s buurmaus oudsten rekel), die na het herhaald geschreeuw van Sarei van den hooizolder, waar hij lag te slapen, afgerold komt. Sarei draagt den jongen den last op, aan uitgang van 't lof, tleri dorpelingen to gaan ver kondigen j,dat bie Sarei Sierens, icn de Kruune, om vier uur, hanekapphig uitgcschricven wordt. lenleggeld: 10 centen. Elkeen zegge 't verder." En nog vóór vier nar zit de Kroone stampvol." Sarei heeft het achlerpoorlje van 't hof openge maakt, langswaar de dorpsbengels binnen mogen tegen betaling van een cent in de handen van Dorus, die verantwoordelijk is voor de goede orde zoowel als voor de ontvangs't. Langs daar komen ook de moeders binnen, met of zonder tülrijk kroost aen den rokke ofte opten aermü", nemen plaats op do ruwe houten, banken rond het baispel en bestellen ceuen kamper" bier of een Jrnpnelken. De jongens zijn ongedurig" en houden een getier en lawijd, zoo erg dat de krachtdadige tusschenkornst van Dorus meer dan eens noodzakelijk wordt. Ah l nu gaat de achterdeur der herberg open. Al de verbruikers komen met hunne pint naar buiten om hij de hanekappiug tegenwoordig te zijn of er aan doel te nemen. Sarei is den haan in zijn kot gaan vangen en komt met het schreeu wend slachtoffer vooruit, liet arme dier wordt in de Jdcte" gehangen, den kop j;aa,r onder, zoodat deze slechts alleen zichtbaar blijft. Iedereen zwijgt nu, want het langgebcidu oogoublik is daar: reeds zijn al de mededingers in hemdsmouwen eu op' hunnen post. Lowiti do mulder, in de wandeling ook wel de Beeste" gehectcis, is de eerste opge schreven en opent derhalve der. kamp. Lowio wordt door Sarei geblinddoekt en krijgt een kwade, ver roeste kiivalericsavel in do hand. liet kracütigen zwaai en nijdige inspanning doet de mulUcr het wapen op den uithiingenden kop terecht komen, zoo danig dat het bloed van den snavel druipt, doch de haan is niet ontlioold en Lowie is geen winner. Hein de Slijper is geen zierken gelukkiger, daar hij slechts het lijden van 't ellendige dier komt vergrooten. Het dozijn kampers die volgen slagen, de ccno op de kan, de andere op den half afcebeulden kop van 't steeds levende bee»t, tot ein delijk een meer gelukkige den haan heel ei; pausen weet te onthoofde.a. Nadat men vooreerst wel on derzocht heelt of alles in rcchtveiriggcid" toe ging, en of blinddoek niet ion kanicraderie" gespannen was. krijgt do overwinnaar Gantcclaer" tot prijs; het dier wordt op ecr.cn i-tok gehangen en stoetsgewijze twee- of driemaal rond Sarel's i hof gedragen. De mannelijke aanschouwcrs trekken met de kampers weer de gclagkamer binnen om er bij pint en pijp den ufgeloopen strijd te kornmeiiieeren. Na heeft moeder Stancia do handen vol werk; j tappen; glazen spoelen en afdrogen ; eens met du j klanten rncciikkcn; kortom, al de beslommeringen der waardin ecner welgekalandeerde doening. De zorgzame moeders zijn nu;t hun zegen huis waarts gewandeld; do dorpssnaken bobben joelend en stoeiend liet hof ontruimd, en zijn reeds aan 't spelen op het kerkplein. De Kroone schijnt dien avond niet te willen sluiten: er wordt gedronken en gezongen laat in den avond, tot de drinkebroers zwijmelend bedde» waarta zeilen. En reeds heeft ncjt waakzame klokje elf uur verkondigd, wanneer het licht in du Kroone uitgedraaid wordt, en de nachtstilte door niets meer gestoord wordt dan door het dronkcmansgezang van een bocrenknecht: tEn wie van al die heeren hei Karlientje nie gezien.'" Sedert eenige jaren behooren hauekappingeu en hanegevechten tot do zeldzaauihoden in onze vlaamsche gewesten. Dank zy der kracht dadige houding van politie en gerecht hebben dio barbaarschheden op de meeste dorpen opgehou den : alloen in de onmiddelijke nabijiieid der grenzen boort men nog' we! van har.ogevcchtcn gewagfin, welke aanleiding geven tot weddingen van belang; maar weldra zal ook daarvan wij hopen het vurig rüets meer verblijven. IIjilUlA.N UOGAEKL». Brussel, Augustus 1890. zinnig. Zij geeft bijna nooit een. bloem vóór ? Januari, soms in de beate kassen eerst ia Maart en April. En nog zijn er van de zesduizend of ! meer soorten van rozen slechts zeer weinigen, die l zich laten iorceeren. En deze nog benooren tot de soorten die of niet milddragend of niet bij zonder mooi zijn; terwijl allo omstandigheden j moeten meewerken: deskundige cultuur gedurende ' het vorige jaar, vervolgens in den winter niet enkel lucht, licht, warmte en afgepast vocht, maar ook in ieder geval zon, en, als deze wat lang ontbreekt, moet men het aantal uren roet electrisch licht VOOil DAMES. Voor de Serre. Smyrnusclie tapijten. l'auïticui'lceiich. lierytoMi'tten. Er zijn vakken die plotseling opkomen, alge meen in den smaak geraken, en van ceno min of meer verachte besogne tot de liefhebberij van beschaafden, Ideschen en verfijnden gaan beuooren. Een voorbeeld Liervan is in deze dagen de rage voor bloemen. Met enkel de geurige kelken of bonte bladen, maar ook de geurige niest en de zwarte aarde gaan tegenwoordig door handen, die zich voor-menig ander handwerk te goed zouden rekenen. De eer.e helft van het bloemenvak is het bouquetten maken, de andere helft bet kwcckeri l der planten. Bij geen feestelijkheid, klein of groot, mogen bloemen meer ontbreken, en hetzij cigengeschikte of eigen gekweekte bloemen hebben daarbij dubbele waarde. In den zomer is daar geen verdienste aan, in den winter begint men langzamerhand ook alles te kunnen krijgen wat men wil. Te Berlijn, te Hamburg, te Londen, komen in den-winter dagelijks verscheidene wagon ladingen bloemen uit liet Zuiden aan, maar lang zamerhand loeren ook do noordelijke tuiniers, bijna tegen gelijken prijs, een aantal bloemen te leveren. Het ware is echter, zelf de bloemen te kweeken, en wij willen zien welke soorten daarvoor het meest geschikt zijn. Opmerkelijk is het, dat de bloemen die zich in het voorjaar het eerst vertoonen, niet het ge makkelijkst in don winter to kweekcn zijn ; vroege zomerbloemen zijn dankbaarder dan de eigenlijke kinderen der lente, liet vroegst in den winter bloeit en het meest in de wereld der weelde ver spreid is de Jit/«cinth; reeds in October kan men haar in bloei hebben, en weldra volgt haar de kleine rood en gele Duc van 'loll-iuln. Nog steeds-, ondanks de concurrentie, die vooral in Duitschland reeds vrij gevaarliik begint te Morden, heeft daarvan Haarlem, door de gesteldheid van zijn grond, bet monopolie; het voorziet zoowel St. Petersburg en Berlijn als Londen en NewYork; Amerika is hiervoor een reusachtige af nemer. De meest gezochte en belangrijkste broeikasplant is de lelie-i:an-clalni\ er worden millioer.en in omgezet. Hierin doen Berlijn, Hamburg en het Zuiden van Engeland haar best; wel komen de grootste, sterkste, geurigste planten, ook al dooi de eigenaardigheid van den grond, uit het midden van Frankrijk, maar er is ook een Bcrlijnsche firma die reeds >2 miliioen planten ieder jaar verzendt. Het kwceken ervan cischt veel zorg; vóór het openen dor kleine klokjes i;i December of Januari mouten de bloemen drie weken lang aan eene temperatuur van JO ;i .'!5 lïaumur, bij zeer vochtiïc lucht, zijn blootgesteld. Omstreeks Kerstmis is er ?.l heel wat meer te krijgen; bij de hyacinthen, leliën van dalen eu tulpen komen dan reeds de tir-rcitFcu, de iscilla, do us/ilea, de Japansehe cumdlia, de amarullis, de snctmchnl, do xpireu. en de fraaie rlicrphmtcn in bloem. DU vlier hcett dit voor, dat hij niet, £ls de mcostc anderen, volop licht noodig heeft; zijn l/ioc-soms komen in volslagen duisternis tot ontwikkeling, als hij maar warinte en vocLt heeft. Hierin hebben de Parijsche tuiniers het al heel ver gebracht; hunne bloeiende vlierstruiken geu ren reeds in bet begin van November in de blocmwinkels op don boulevard Voor de broeikas zijn nie'. de witblouiende, maar de paarsbloeicnde het meest geschikt; door bet in do;,ker kwecken weet men de bloem toch wit of slechts even rose getint te houden. Het zijn twee soorten van de heel gewone vlier, de J.laoiy- en konh.gsvlier, wier prachtige bioemirossen ia den winter een groote rol in de tisinicis-kunst Hielen. De edelste aller planten, de ruos, iszcercigcngcen kunnen volhouden, want Is'izza, Genua, Parma, zenden dagelijks de gemakkelijk gekweekte rozeknoppon van het Zuiden, netjes in vloeipapier gepakt, bij tallooze duizenden tegen betrekkelijk geringen prijs af. Op de verre reis verliezen deze bloemen een weinig geur e u frischlitid, en dit j ziet een biocinkcnnur spoedig- genoeg; dit is dan ook de eeiiige roden, waarom de pogingen in het Koorden nog niet opgegeven zijn. Te Berlijn, Oresden en Kastel kweekt men niet zorg broeikasrozen, 011 de Palmengarten te Frankfort heeft sinds jaren met succes zijn bezoekers in dan winter een rozencollectio getoond. Men kan deze opnoeming met een aantal num mers vermeerderen ; de caialogus onzer groote bloemisten bevat nog heel wat namen, maar wie begonnen is, zijne serre met de bovengenoemde to voorzien, bieidt van zelf zijne verzameling, zoowel als zijne ondervinding uit. * * * De Smyrnasche tapijten komen, gelijk men weet, slechts voor een heel klein, deel uit Suiyrna, zij worden in afgelegen dorpen in Klein-Aziëgewe ven, en alleen over Sinynia uitgevoerd. De meest geliefde soorten, die grover, (likker ea warmer dan de kortgeschoren Perzische tapijten zijn, ko men uit Oesebak, Giurdes, Koela, DemmUchik, Jielos, Ladik, Pergsimos en Sparta. Oescbak (-JO.OOO inwoners), is de hoofdstad dezer industrie De stad ligt in een uiterst vruchtbare streek, en hare in woners staan allen meer of minder direct tot de tapijtweverij in betrekking. Do tapijten gaan langs twee wegen naar Smyrna: over Alasclichir. het eind station der lijn Smyrna-Gassaba ('J^ kameeluren van Ocschak) of Schimrie, het laatste station der zijlinie van Soetledsciii van de Aidin-lijn (U uren van Oeschak). Koela en Giurdes zijn kleinere stadjes, ieder van 15000 inwoners. Giurdes heeft zijn industrie te danken aan een brand die het nijvere Demirdschik verwoestte; de inwoners kwamen naar Giurdes en brachten er de tap ij tween'ndustrie; later trokken zij weer naar hun stad, en hun tapijten zijn nog ineer gezocht dan die van Giurdes. Do industrie is uiterst eenvoudig. De wol is die der vetstaartcu, een zeker soort van schapen uit die streek. De mannen wasschcn de wol en de vrouwen sj innen ze ; het verven geschiedt in de zoogenaamce Boy:i Hanes; voor een vierkante cl tapijr, heelt men vier kilo draad noodig. De wecfstoel bestaat uit twee dikke palen, in do grond geplant; twee dwarshouten dier.cn om den schering- oi kettingdraad vastte houden ;aan den voet van dezen primitieven weetstoel zitten dikwijls twaalf arbeidsters op een rij; boven haar hoofd zijn de spoelen aangebracht, waarom de wol gewikkeld is. Een tapijt kan iedere begeerde lengte krijgen ;. maar de breedte hangt van de grootte van den weefstoel af Is deze tien el breed, dan kan het tapijt van een tot tien el breedte krijgen. To Oeschak, waar f>00 weefstoelen zijn, is de gemid delde breedte twaalf ellen. Door dit primitieve werk krïj'jt men zachter, maar ook lor.scr werk dan het labriekuwerk ; de kleuren worden er ook beter in verbonden. De weeiVtcelen worden enkel door vrouwen meest jonge meisjes, bediend; zij worden zoowel onder bet werk als bij het komen en naar huis gaan door oude vrouwen bewaakt, ledere arbeid ster kan per ilag een vierkante el léve-run, het loon komt tegen :"H) centen per dag Do werk plaatsen zijn meest ellendige hutten; een fabrickant die een mooi huis mat ramen liet bouwen vond geen werksters, want. de mannen wilden niet, dat hunne vrouwen door de voorbijgangers gezien. zonden worden. l>o beste tapijten komen uit Oeschak; maar ook. eene slechte soort, ue Barbana, (ie eenige waarbij niet voor de kleur wordt ingestaan, komt daar vandaan. Da mindere soorten komen uit KoeSa, waar de schering uit hcimip, en uit Giurdes en Demird;.chik, waar zij uit katoen bestaat; in Oescbak is ook de schering wol; de fijnste qualitcit van Oeschak beet Tek Jplik. De uitvoer is meest naar Amerika en Engeland ; do tapijten laten zich r,aar het patroon iiidoelen in Sarpat Kiliit (scheve patronen). J.'iprat (bladTWEEDE KLASSE. C. Tinholt, Amsterdam J. J. Speet, Breda Tot ous leed'.vezen zien wij dat liet probleem No. .')."> niet goed is. Wij hebben don maker daar over aaiigesrhrev'.'n. waarop wij zijn antwoord. wachtende zi.in. In il e plaats daarvan geven wij No. ."ii van dcr.zcil'len inaker, welk probleem naar wij meenen ruiaischoots de moeite van de lief hebbers zal boioonon. Probkdu >o. .'J1! \.!'. pioi. Joh. A. B"i icr te Giaz. 'A- Ar " K Süsholz, Delft l : l ; ,; A, Bcchger, Leiden . O ,0 M. A. van llhijn, Lelden.... l N. "W. van Lcnnep, Aniilerdüm O Y± P. Schipper, Alkmaar i l l l :; ? ;: ^V.'\X l l V, l O L. Gans, Amsterdam l ; Y^ ' O , l j O M. Elzas, Zutphen ' O . O ! O i ! O i ! O U l 10 4>; l 'l 4 ? l i l ? r, l .'iL D. Sarluis, 's Ilage O O c d e f WIT In 3 zetten mat.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl