De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 14 september pagina 5

14 september 1890 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ?waarin Bismarck een Titan genoemd wordt, en ?'die waarin op de Wacht am Shein wordt gedoeld. L. B. schryft in proza: Hier rust al wat van den Titan overbleef. Niet velen van zijn maat zou de aarde kunnen dragen. Een aantal woordspelingen zijn niet weer te geven. P. M. W. geett: 'k Had op mijn schaakbord volkeren en vorsten als figuren (staan; Nu heeft de Dood schaakmat" gezegd, en 'k lieb mijn (laatsten zet gedaan. Er is iets weemoedigs in het denkbeeld van S. S. P.: Een ijzeren staaf, geroest door tijd en tranen. Aan hetzelfde hebben de heereri H. en Thomas ?Ingram gedacht: Hier rast hij, wiens bevel niets in Euroop' weerstond ; Wiens woord de rijken vestte, ontbond en weer verbond. Twee keizers droegen, n verwierp zijn nukken, Maar voor n Koning moest zelfs Bismarck bukken. Dat van den heer Ingram luidt: Dan treed ik af l O ga niet Keen, En alle macht blijft U alleen! Dan treed ik af l Een keizer kwam, Die 't dreigend woord te ernstig nam. Dan treed ik af l ;, Welaan, treed af l" Sprak de Echo, wijzend op een graf. Van twee zeer korte is het eene zeer karakte ristiek, het andere geestig; W. zegt: De eerlijke makelaar". Rescontredag. De ander, E. E. O. P.: i,Een journalist is iemand, die in zijn vak mislukt lis." Prins Bismarck. Hij leefde als staatsman, Hij stierf als journalist. X. brengt de Wacht am Bhein in herinnering: Hij zwijgt, wiens woorden keizcrswoorden waren, En geen alarm, geen waper.sein, Komt hem meer wekken, die zoovele jaren Waakte-aan den Rijn. Marie!" geeft in proza een der beste: Hier slaapt In den gr"nd van zijn Vaderland, Hij die hqt' groot genoeg maakte Om iiem eea waardige rustplaats te zijn. Het allerbeste is zeker wel dat van H. G., in ?den grond onlogisch, maar goed klinkend. Dat was de reus van Bloed en Ijzer, Met voeten van Leem. Het Bloed, vraag er Frankrijk naar ; Het Uzrr, Duitschland bezwijkt er onder. Hut Leem is hier. Dan komen er een reeks flauwiteiten, en het korte, onvertaalbare van Punch: Here lies Bismarck; He made his mark. Wellicht lokt het de lezers van het Weekblad, hunne krachten aan een grafschrift in onze taal of in het Duitsch te bepioeven. VARIA. TOONEEL EN MUZIEK. Een aantal Leden-Kunstenaars van de Maat schappij tot bevordering der Toonkunst", hebben bij het Hoofdbestuur dier Maatschappij een pro test ingediend naar aanleiding van het feit, dat opnieuw bij de benoeming van een Directeur eener afdeeling van genoemde Maatschappij, te Rotter dam, de keuze gevallen is op een buitenlander. Ten derde male, in den loop van enkele jaren" .zeggen zij, werden bij benoemingen door een der afdeelingen de Nederlandsche kunstenaars voorbijgegaan. Indien men, bij gebrek aan geschikte personen onder de Nederlandsche kunstenaars, zich tot be kwame personen in het buitenland hadde gewend, of indien men buitenlandsche beroemdheden hadde uitgenoodigd, om aan het hoofd te staan van het muzikaal leven in de belangrijke steden van ons land, ieder zou deze handelwijze hoewel haar betreurende gebillijkt hebben. Noch het een, noch het ander is echter het geval. Onder de Nederlandsche kunstenaars kan men mannen aanwijzen wier talent gerust op een lijn geplaatst mag worden met dat der bekende buitenlaiidsche dirigenten; men behoefde zich dus ?daarom niet te wenden tot buitenlandsche kun stenaars. En evenmin kan men zich verontschuldigen daarmede, dat n der mannen aan wien de lei ding der muzikale belangen is toevertrouwd ge worden, een beioemdheid is. Zelfs was het bij hunne benoeming bekend, dat deze personen of niet, of slechts zeer weinig gelegenheid hadden gehad, om hun talent als directeur in de praktijk te oefenen." Do onderteekenaars vragen daarom welke redenen mogen er bestaan, om, in plaats van de toonkunst te bevorderen en de kunstenaars in de gelegenheid te stellen, de hun geschonken talenten ten bate van hun vaderland te ontwikkelen en te gebruiken, de kunst in hare ontwikkeling tegen te gaan door aan de mannen van talent de ge legenheid te ontnemen hunne gaven ten toon te spreiden en ze ten nutte der Kunst aan te wenden." Onder de onderteekeningen komen o. a. de na men voor van de kunstenaars: Frans Coenen, Dan. de Lange, Richard Hol, W. F. G. Nicolai, J. C. Boers, Sam. de Lange, H. A. Meijroos, Henri Vink, W. Robert, C. L. M. Wirtz, G. A. Heinze, A. J. Westrus, Henri Bosmans, Ant. Averkamp, Henri Tibbe, Leonard v. Loenen, C. v. d. Lin den, enz. enz. De componist sir Arthur Sullivan en de libret tist Gilbert hebben, gelijk dezer dagen voor de rechtbank te Londen bleek, in de laatste zeven jaren van den directeur van het Savoy Theütre aan tantième samen 180,000 pond (2,160,000 gul den) ontvangen. Hun condities waren: de helft voor hen, de helft voor den directeur, die dus in dezelfde zeven jaren netto ook dezelfde som ge maakt heeft. Onder de zeven operetten waar over het contract loopt, behooren De Mikado, Patience en De Gondeliers. Het proces ontstond over de verdeeling van de opbrengst der Gonde liers over de laatste drie maanden. De bruto-ontvangst had in dien tijd bedragen 20000 pond, de kosten 11000 pond; de winst was dus 9000 pond of 108,000 gulden. Aan een harsenberoerte is dezer dagen te Pyrmont overleden Ludwig Deppe, de voormalige orkest-directeur der Berlijnsche opera. Deppe was een uitstekend musicus en een voortreffelijk diri gent. Maar hij kwam, tijdens zy'n directie, her haaldelijk in onaangenaamheden met de musici en de zangers der opera, en bij zijn zwak zenuw gestel werd hem zijn betrekking ondragelijk. Hij leidde de Silesische muziekfeesten, die ook door hem in het leven werden geroepen en vooral hierdoor heeft hij zich verdienstelijk gemaakt. Een tijdlang gaf hij den regeerenden keizer onder richt in het klavierspel. Mevrouw Cosima Wagner, de heeren Kommerzienrath Grosz, Generaldirektor Levi, hofka pelmeester Mottl en regisseur Fuchs beraad slaagden dezer dagen te München over de voor stellingen te Bayreuth in het volgende jaar. Men besloot, behalve Parsifal en Tannhauser, ook Tristan und liolde te doen opvoeren. Verschil lende kunstenaars zijn ter medewerking uitge noodigd. LETTEREN EN WETENSCHAP. De Turkestansche bibliotheek te Taschkent, eene Makomedaansche boekverzameling, die tegen woordig tot de grootste van dergelijke verzame lingen der Islamietische literatuur behoort, heeit een belangwekkend verleden. Als stichter van deze voor oriëntalisten en geschiedschrijvers in hoogen graad gewichtige bibliotheek is de generaal v. Kaufmann te beschouwen, die terstond na de verovering van Samarkand zijn geleerden secre taris A. F. Kühn opdroeg, uit te vorschen waar de beroemde bibliotheek van Tamerlan, waar over Perzische en Arabische schrijvers zooveel hadden verteld, te vinden was. Men kwam even wel al spoedig tot de ontdekking, dat van al de boeken, welke de geweldige veroveraar uit alle deelen van het toen zoo hoog beschaafde Azi naar zijne residentie had laten bijeen brengen, evenmin als van zijn op bloed en puinhoopen ge grondvest wereldrijk, meer een spoor was te vin den. Wel ontdekte Kühn bij de Mullah's en de Muzelmansche geleerden van Samarkand en Taschkent een groot aantal zeldzame boeken en handschriften, die hij tegen vergoeding of door geweld wist machtig te worden, op die wijze den grond leg gend tot eene groote bibliotheek in Centraal-Azië. Zij werd na de verovering van Khiwa door de gedeeltelijke toevoeging van de kostbare boekerij van den aan de Turkmenen ontsnapte Khan-Mahomed-Eacbim zeer verrijkt. Het paleis van den Chan moest echter, om deze schatten nog te kunnen redden, door een sterke afdeeling kozakken afgezet worden, omdat 20,000 zoo pas bevrijde Perzische slaven het Russische leger op een afstand van 7?9 kilometer als hongerige jakhalzen volgden, en elke gelegenheid aangrepen om zich door diefstal, roof en brandstichting op hunne voor malige heeren en pijnigers te wreken. Later werd zij uitgebreid door do inlijving van den boekenschat des Khans van Kokand ; deze bestond voor het mcerendeel uit theologische geschriften. Niet al de boeken echter bleven in Taschkent; een groot gedeelte werd geplaatst in de keizerlijke bibliotheek te Petersburg, o. a. de beroemde, in Kufisch schrift, op gazellenhuiden geschreven eerste Koran van Osman, den derden opvolger van den profeet en den feitelijken grondlegger van de dynastie der Omajeden. Dat werk heeft reeds in 1878 den verren weg vau de oude Mongoolsche keizerstad Samarkand naar de residentie van den blanken Czaar aan de oevers van de Neva moe ten maken. Desniettegenstaande kan de Turke stansche bibliotheek te Taschkent altijd nog tot de grootste boekerijen van Aziëgerekend worden; zij bevat behalve vele kostbare drukwerken nog n Turksch, zes Arabische en 69 Perzische ma nuscripten, die voor het meerendeel van historisch belang zijn. Behalve A. F. Kühn heeft ook E. T, Koll zich ten opzichte dier bibliotheek zeer ver dienstelijk gemaakt. Hij heeft voor eenigen tijd al de in Taschkeut bijeengebrachte boeken in een Persische, Arabische en Türkische Bücher und Handschriften der ftentlichen Türkestanischen Bibliothek zu Taschkent" getitelden catalogus beschreven en gerubriceerd. Eerst daardoor is de bibliotheek in den waren zin des woords voor de wetenschap toegankelijk gemaakt. B. Gustaf Gans Edler von und zu Putlitz, die reeds eenige jaren geleden het bestuur van den groothertoglijken schouwburg te Karlsruhe om gezondheidsredenen moest neerleggen, is in de vorige week overleden op het adellijk landgoed Retzen, waar hij den 20en Maart 1820 het le venslicht aanschouwde. Gustav zu Putlitz, die als jongmensch te Maagdenburg werkzaam was als referendaris, trad weldra uit den staatsdienst, om zich uitsluitend aan zijn letterkundigen arbeid te wijden. Den meesten opgang maakte zijn sprookjesboek Was sich der Wald erzahlt, dat langen tijd de lievelingslektuur was van alle jonge meisjes met poëtische neigingen en van vele dweepzieke jongelingen. Intusschen haakte de schrijver naar andere lauweren en voortaan werkte hij uitsluitend voor het tooneel. Hij legde zich aanvankelijk op het blijspel toe en zijn Badekuren kwamen in de meeste Duitsche schouwburgen voor het voetlicht. Later ontwaakte in hem de lust, de groote klassieke voorbeelden in treurspel en historie-spel na te volgen. Zijn eerste poging leed schipbreuk. Daarentegen ver wierven zijn Testament des grosgen Kurfürsten en zijn Don Juan d'Austria een uitbundig suc ces. Uit den laatsten tijd van zijn schrijversloop baan zijn de aardige blijspelen Die Mse Schwiegermutter en Spielt nicht mit dem Feuer afkom stig, benevens het treffende tooneelspel Rolf Berndt. Gedurende korten tijd was Gustav zu Putlitz in de journalistiek werkzaam als feuille'ton-redactenr der Spenerschen Zeitung. De Messager d'Odessa bericht, dat bij het del ven van een graf op het kerkhof te Kertch, een sarcophaag uit de jaren 1500 tot 1800 is ontdekt, in volkomen gaven toestand een lijkkist bevat tende, waarin men den schedel heeft gevonden van een jong meisje. De haren van den schedel zijn onveranderd gebleven. Voorts heeft men over blijfselen van stoffen en aarden en glazen vaat werk gevonden. De sarcophaag wordt gerestaureerd en zal naar St. Petersburg worden overgebracht, om een plaats te krijgen in het maseum van oud heden van Kertch. EEN MAN VAN INITIATIEF. Een geschiedenis uit Hongarije, door J. SIKLÓSY. En weet gij, mijne heeren, wat ik u ten slotte nog zeggen wilde V Het vervult mij met droefheid als ik zie dat het jonge geslacht juist in de hooldzaak zooveel bij ons ouden ten achter staat. Het is wel waar, de jongelui brengen tegenwoordig heel wat schoolkennis mee in dienst, en zij zien er uit als olficieren van de garde, mooi op het oog, maar verder niets. De een is al net als de ander! De dienst wordt slecht verricht, en verder leven zij voor hun plezier. Denkbeelden houden zij er niet op na. Waarin wij, mannen van den ouden stempel uitmuntten, dat was het initiatief. En toch waren wij maar eenvoudige mannen, uit alle beroepen gerecruteerd, van den militairen dienst, den koopmansstand, achter de schaaf bank vandaan, ja, er waren heel wat verloopen lui on der, die zich toch weer in de hoogte wisten te werken. Want er waren altijd mannen bij, die hun geest richtten op de verheffing van het spoorweg wezen. Hoe had ik het anders tot iets kunnen brengen ?" Deze afscheidsrede hield de hoofdinspecteur Felsenschneider, die indertijd als gepasporteerd onderofficier bij de spoor was gekomen en door 2de Jaargang-. Schaakspel. 14 September 1890. ieder. p.lnïet 1U/2 De groote wedstrijd te Manchester is Maandag .j.l. atgeloopen. De 7 prijzen werden aldus ver deeld. ! Dr. Turrasch. (Xenrcnbtrg) Ie pr. £80 in. 151/2 winstp. J. H.Blaekburne (Londen) 2e t CO 121/o II. E. Bird 13e £50)?l "met 12 en | >~ ' '!J wiustp. Capt. lackenzie (New-Yor1,.;) te ,?4(J e J. Gunsberg ) loc £ 3( en > (Londen) \ }?",""\ winstp. J. Mason J Joe £2oJ'ederJ ieder. Alapin (Petersburg)), .- . v. Scheve (Berlijn) i7e.» -t10 *3'6-8 lcdcl Tiusley (Londen) J U "-mstpuutcu. Verder behaalden Taubenhaus 10i/2; Scballopp 10; Gunston en Lee 9; Mortimer 81/2; Owen 71/9; Muller 7; Thorold G; Locock 5i/2; v. Vliet 5 e'n Gossip 4'/2 winstpunten. Aan een Engelsch blad ontleenen wij het navol gende: De 29-jarige Dr. Siegbert Tarrasch uit Neurenberg kan na zijne schitterende overwin ningen te Breslau (1889) en nu te Manchester met het volste recht aanspraak maken op den titel van eerste schaakkampioen der wereld. Zoowel het feit dat hij twee jaren achtereen volgens op twee greote internationale wedstrijden den len prijs behaalde, als dit, dat hij op deze beide tournooien geen enkele partij verloor, is in de gcheele geschiedenis van het schaakspel zonder voorbeeld. De eenige schakers van dun eersten rang, die aan geen dezer beide wedstrijden deel namen zijn : Wilhelm Steinitz New-York en Max Weiss, Weenen, en zij alleen hebben dus het recht hem dien rang van Worldchampion" te betwisten. Het is echter niet waarschijnlijk da,t een match met een dezer beide meesters tot stand zal komen, daar drukke beroepsbezigheden Dr. Tarrasch verhinderen veei tijd aan het edele spel te wijden. Wanneer men bedenkt, dat hem gedurende de laatste jaren, ten eenenmale alle oefening heeft ontbroken, dan zijn zijn jongste zegepralen over geroutineerde beroepsspelers zooals Blackburne, Mason en Gunsberg, die hij beide kecren versloeg, des te opmerkelijker. In zijn spel vereenigen zich alle eigenschappen, die den hedendaagschen inatch en tournooi?peler onontbeerlijk zijn. Ten slotte kunnen wij mededeelen dat hij voor nemens is, in het najaar to Berlijn een match om 1000 Mark met Em Lasker te spelen." De beide volgende partijen zijn gespeeld op het tournooi te Manchester. I-IOLLANDSCHE PARTIJ. Tinsloy. Scballopp. Wie. Zwart. l d-i fó 17 gh5: gf5: 2 P.f3 P.iW 18 eff): K.h8 3 Pc3 eG 19 e4 Dh4 4 e3 L.c7 20 T f4 T g8| 5 L.<!3 0?0 21 K.hl Df'G G L ria bG 22 Pc7 : D.g7 7 0?0 L.b7 23 D.e2 T.acS 8 P e5 dG 24 l'.e.i D.f7 9 P f3 P.bd7 25 L.c3 d5 10 P «5 D.eS! 2G e 5 Tc6 11 P.êG: D.gtï27 T.el P .f 8 12 f3 T.fcS 28 P.f8: D.f8: 13 g-i P.hó 29 U> Ld8 14 L f5: D.f6 30 T.g-1 T g4: 15 P.e4 L.e4 31 D.g4 : D.17 l G fe4: gG : 32 T.gl Geeft op. GUIOCO PIANO. Gunsberg. Wit. l e4 v. Scheve. Zwart. e5 2 P.f3 P.c6 het uitvinden van een nieuwen verzame de loonlijsten en de kolenrekeningen had gemaakt. Na aldus zy'n hart te hebben uitg hy' voor het front der employés in z gen om de inspectiereis weer voort te i was niet de eerste keer, dat wy' zulk katie van hem hoorden, maar nu hl woorden eene byzondere uitwerking, heette dat er een nieuwe dienstregeling ( was, met gewijzigde voordrachten voorye..^?, en bijzondere bepalingen voor bevorderingen ten de ranglijst om. Men zag dus nu eene fetie in de woorden van den waardigen amotenaar, en de meesten vatten voor zich het beslait op, over de zaak na te denken. Wel is waar was bij de meesten ook nu weer by de eerste do beste kegelpartij deze hoogere ingeving verdwenen, maar er waren er toch, die heimelijk plannen maakten om de directie voorstellen te doen over nieuwe maatregelen, den dienst betreffende. De ee» beweerde, dat het doelmatig zou zyn, de wisselschijven blauw te verven, waarmee ook een nieuwe signaalkleur voor voorzichtig" werd ge creëerd ; een ander meende, dat men in plaats van drie kloksignalen er vier moest geven, voor iedere wagenklasse een afzonderlek; de derde, een aspirant-ingenieur, construeerde (op het papier wel te verstaan) reusachtige buffers. voor locomotieven, om bij eventueele botsing doft schok te verminderen; en ik van mijn kant betrad den weg der humaniteit en maakte het plan v<Mr een pensioenfonds voor rangeerders en naChtWijr kers. Wie echter het diepst peinsde en niet e« rustte vóór hy een idee vond, dat was onze flt tionschef, een buitengewoon ontwikkeld man, die met zijn tijd meeging, wetenschappelijke werkea las en dus voor ambtenaar in het geheel niet deugde. Alleen de kolossale protectie hield hem op zijn post, waar hij trouwens niet anders te doen had dan het opzicht te houden over den dienst. Hij wilde nu ernstig aan het hervormen gaan; de richting die hy daartoe moest inslaan vond hij by gelegenheid, dat hy een standje maakte aan een ladingmeester, een gesjeesd student, die een waggonlading verkeerd gespecificeerd had. Hoe komt het toch, Rothmüller, dat je die vergissing hebt begaan 't Je doet anders je werk zoo best, veel beter dan de anderen, en bent om je nauwkeurige lijsten bekend op de baan. Je be grijpt, als ik daar kennis van geef, dat je benoe ming tot magazynmeester weer een poos wordt uitgesteld." Rothmüller, een schrandere maar wel wat wy'sneuzige jongen van even in de twintig, wilde maar niet gelooven dat hij zich zou vergist hebben ;ny haalde verscheidene stukjes papier uit zijn zak, ging naar zijn lessenaar en begon een vergelijking te maken met het ladingsregister. De stationschef keek den schralen, gebrilden employéover den schouder en riep : Wat heb je daar voor hieroglyphen? Zyn dat stenographische teekens? Kun je stenographeeren?" Jawel, chef, dat is stenographie. Ik heb er examen in afgelegd en zelfs een prijs gewonnen. Ik neem de colli altijd stenographisch op en ben daarom veel eerder klaar dan anderen." De stationschef zag den ladingmeester een geruimen tijd peinzend aan, en toen hij heenging, verzocht hij den jongen man, hem 's avonds in zijne woning te komen opzoeken. De arme em ployéwist volstrekt geen verklaring te -vinden voor die bijzonder groote eer, maar de stations chef was er. Het idee was gevonden, een inder daad grootsch idee: de stenographie in den spoor wegdienst ! Rothmüller was een en al verbazing, toen hij bij den stationschef aan tafel zat en hem door mevrouw de lekkerste hapjes werden voorgezet. Ja, dit zou voortaan zijn vaste plaats en hij een geregelde gast zijn! Hij zou niet langer ladingmeester zijn, ten minste het werk behoefde hij niet te doen; ook den vernederenden titel zou hij niet lang meer behouden, maar hy' zou tot goederenklerk benoemd worden, daarvoor stond de chef hem borg. Hij bleef tot laat in den nacht met zijn chef praten, en wat zij samen bespraken, werd den volgenden morgen officieel aan het beambtenpersoneel bekend gemaakt. Alle jongelui werden bij dienstorder op de koffie geïnviteerd. De vrouw van den chef, een engelachtig lief mensch, ( deelde reusachtige havanna-sigaren rond en de chef ontwikkelde zijn programma. Zijn station, zeide hij, zou een proefstation worden voor een nieuwigheid, die furore zou maken in den spoor wegdienst. (Hoort! Hoort!} Het standpunt der kostbare minuten was nu overwonnen. In n zoo'n minuut zou in de naaste toekomst onge looflijk veel kunnen verricht worden. Het niet te vermijden geschrijf bij de treinen, dat zoo in gewikkeld schijnt, zal dan kinderspel zijn. In n minuut zal men bij de uren van vertrek heele berichten op de tijdtafels kunnen schrijven. Kortom, de stenographie zou wonderen verrichten en by', de stationschef, zou er zich voor spannen om de stenographie bij de spoor ingevoerd te kry'gen en haar een voorname plaats in den dienst te bezor gen. (Levendige bijvul en een stormachtig geroep: Hoera voor den duf!) Onze geestdrift bekoelde daarop wel eenigszins, toen de stationschef ons meedeelde, dat nog dien eigen avond in de wachtkamer Ie klasse een ge regelde cursus voor stenographie zou geopend worden; en wie goede vrienden met hem wilde blijven, voegde de chef er bij, moest geen enkele les verzuimen. Ieder wilde natuurlijk goede vrienden met den chef blijven. Maar het was toch een onpleizierig geval, met het oog op de vrije dagen en onze verschillende connecties in de stad. Ieder besloot intusschen voor zichzelven, zoo weinig mogelijk te leeren en onder de les stiekum zijn correspondance cFamour te voeren. Dat ging gemakkelyk genoeg, omdat de chef, als een der ijverigsten, altijd vooraan aan de serste tafel zat, opdat hem geen woord zou ontgaan van de wijsheid die Roth müller verkondigde. Deze deed het werkeHjk niet slecht; hij verstond de stenographie volgens het systeem-Gabelsberger zeer goed en hij bezat oogenschijulijk ook paedagogïsch talent, want zelfs den stationschef maakte hij standjes, als deze iets niet dadelijk begreep. Professor Rothmüller was namelijk een pretmaker, en sinds hij aan de tafel van den chef gratis den kost kreeg en geen ma

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl