De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 21 september pagina 3

21 september 1890 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE AMBTEK&AMltfER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ? macMtist «f als ofiwder dienst te doen aan boord ?van koopvaardijschepen" en tot «herziening van de petaoneele bdasiing en van den zoutaccijns." ite koloniale paragraaf laat teel te vragen over. D» koffieoogst is niet meegevallen; een zuinig finan cieel beheer is geboden; Benige openbare werken tatmen op Java nog wel worden uitgevoerd, en daarvoor Dehoeft geen nieuwe leening te worden aangegaan .,. dat is alles. Noch de steeds voortwoedende Atjeh-oorlog, noch de dwaze onderneming op Florea, noch de SuriBaajjüsche grens-quaesti<«, noch de opium wor den !JB&e*,éen woord herdacht. En het was nog irël 3e minister van koloniën die de rede uit sprak. Zou hij het misschien niet fatsoenlijk geTOnden hebben, veel over zich zelf te spreken ? Met de gebruikelijke gelegeuheids- speechen werden daarna de beide Kamers door hunne voor zitters tot srbeidzaam-zijn aangemaand. In de Eerste Kamer vroeg de heer A. C. Wertheim dadelijk vergunning tot het houden van een inter pellatie over den toestand in Suriname iets wat door de stilzwijgende troonrede niet geheel onnoodig was. Na deze parlementaire aankondi ging ging ons Hoogerhuis op reces. De Tweede Kamer zette zich tot het opmaken der nominatie voor het voorzitterschap. Evenals het vorige jaar werden de heeren Beelaerts van Blokland, van der Schrieck en Cr me r s onderscheidenlijk tot eersten, tweeden en derden candidaat geproclameerd; eii bij koninkIjjk besluit werd de heer Beelaerts tot voorzitter herbenoemd. Het inleidend woord, waarmede deze zijn betrekking aanvaardde, kenmerkte zich door een zinspeling op «hetgeen elders bestaat en voorvalt", en de ver wachting dat men hier niet »eenig ander ver tegenwoordigend lichaam en de daar gevolgde practijk als doorgaand voorbeeld ter navolging zou kiezen." De voorzitter dacht zeker aan het incident uit de laatste kamerzitting en zijn woorden moesten zoo iets verbeelden van: »ik verzoek den heeren beleefd elkaar geen onaangename uitdrukkingen toe te voegen, niet te gaan vechten of elkander voor den rechter ie dagen; in het algemeen een beetje parlementair met elkander om te sraau." Alsof zoo'n opwekking in ons «parlementair par lement" nog iioocüg ware \ De begrooting is nu ingediend met een geraamd nadeelig saldo van negen en een half millioen en daarmede zitten wij wederom mid den in de parlementaire car p igue. Kunst en Letteren. HET TOOXEEL TE AMSTERDAM. Kon. Vereeniging Het Neder landsen Tooneel" : Het einde der eeuw. «?Salon des Variété»" : HookiePookie. Schouwburg ..Frascati": De Kre kel en de Mier. Eet einde der eeuw (Paris fin de siècle) van Ernest B!urn en Baoul TocJ-é, het blijspel dat door Het Ned. Tooneel" in het Grand Thetee" wordt voor het voetlicht gebracht, is geen vertooning van een geschiedenis. Het is meer een typeering van personen fin de siècle. Het huisgezin aan het eiude dezer eeuw van zenuwen en van ijzer helaas niet van zenuwen van ijzer van de eeuw van de Eiffeltorens en het hypnotigme, wordt bv. getypeerd door do familie de Boissy-Godet. De Markies de Bui?.yGodet is een staatsman en heeit wel eens in de acht dagen den tijd om zijne vrouw te zien. Zijne echtgenoote herinnert zich op een goeden dag, dat zij ergens iu een klooster eeu huwbare dochter heeft, verloofd met eeu jongmecsch wiens naam en gezicht zij niet kan onthouden. Zij heeft het ook zoo druk met veertien liefdadigheidsgecootschappen, met bals en diners, dat zij aan die jongelui bijna niet denken kan. Het jonge merjsch in quaestie, de heer de Mirandol, moet nog altijd zijn aanstaande voor het eerst zien, ofschoon de huwelijksdag reeds bepaald is, en bovendien aiort hij nog zien af te komen van een vriendinnetje, waarmse hij anderhalf jaar het lief deelde. Gelukkig heeft de jonge dame, die een spaar duitje heeft, zelf huiselijke plannen en de Miran dol komt er dus gemakkelijk af. Dit vriendinnetje, spaarzaam en ernsiür, dat geen schuine grappen kan aanhooren en in haar salon het rookeu verbiedt, is de demi-uumdaine fin de siècle. De dames van de groote wereld zijn verkwistend, lichtzinnig, ijdel en harteloos. De Don Juans fin de siècle, type de hertog De Linarès, zijn galant en dienstwillig, zij be talen anoniem de hooge modiste-rekeningeu der schoone baronessen en markieziunen en ti-chfu dan als rente een zoet loon. Het geld vooral is de spil, waarop de eeuw aan haar einde draait ach ! zooveel eeuwen hebben dat reeds gedaan, mij dunkt dat is niet juist het kenmerk van de negei.timde. Het is ook hier weer C/iassei Ie naturel, il recient au yalnp. De oude, eeuwig jonge lijfde zegeviert over al het /in- f/e Siecl", en het blij spel van dien naam eindigt dan ook met een dubbel huwelijk, waarbij de belanghebbenden in den daarvoor vastgestelde n tijd zich voorstellen, htt bekende half dozijn ttr voorkoming van het uit-terveu van twee oude naaien, bij den bur gerlijken stand te zullen doen inschrijven. De heer de Mirandol toch vindt onverwacht zijn aanstaande en krijgt haar litf, en zijn vriei.d Royer hervindt eeu nichtj», dat eens voor zijn neus weggekaapt werd, doch rui weder vrij is. Het bal bij mevr. Des E/iif/lotte.?, waarop de Mirandnl zijn hart verliet, is het glanspunt van het blijspel. Ik waardeer de grappige gesprekkeu fin de siècle, die ik heb aangehoord, maar ik gelo'.i' vast dat als de darms-arlisten, FrcLkrl, De Vries, Holtrop, Poolman, Pauwels, L»rjöen Smits, niet zulk een pracht van toiletten veitoonden, e.i a!s de hh. Sehulzp, Movin, Clous Schoonhoven, De Jong, Tourniaire, v. Dommelen, kortom al de beste blijspelkraehten, niet relief gaven aan die chique eostumes door een bijbehoorendea achter grond te vormen, dat dan Htt einde der Eeuw niet veel succes zon hebben ; maar het moet ge zegd worden dat de dames in de costnmes onvervalscht fin de siècle zijn. In den Salon des Variétës" wordt een revue vertoond getiteld Hookie-Pookie Deze heeft boven de andere kertmsstukkea. voor, dat zij oorspronkelijk is e.u eenig. De an dere schouwburg-directies zijn over de grenzen een blijspel gaan halen, hebben de liedjes laten vertalen, en een pjar toespelingen op stedelijke febeurtenissen er in laten brengen; voor den alon hebben de auteurs van Kaar den Eiffeltoren zich weiier aan het werk gezet. In het vorige jaar zijn zij met hun arbeid zeer goed geslaagd, natuurlijk was men zeer nieuwsgierig hoe het resultaat nu zou zijn. Men zou deze vragen kuunen stellen : Is wat zij gemaakt hebben een revue, is die goed ge maakt en hoe wordt zij vertoond ? Ik wensch deze vragen eenigszins uitvoerig te beantwoorden. De draad, die door het geheele stuk loopt, is een losse grap. Een jong meisje, frisch, overmoedig en lief, staat op het punt zich te verloven met een flinken, degelijken jongen. Zij wil echter het bewijs hebben dat hij minder gewoon is dan zijn mede minnaars en zij daagt hem uit dit door een geestigen zet te bewijzen. Hij neemt de wedden schap aan en gaat aan het werk, gesteund door zijn aanstaanden schoonvader, den alrnachtigen commissaris van de tram, die hem door zijn in vloed het baan'je bezorgde van wethouder van publieke vermakelijkheden. In het tweede bedrijf begint EU de eigenlijke revue. Wij bezoeken de hoogere burgerschool voor meisjes en zien hoe de heer v. Heem, de wet houder, een verandering in de wijze van doceeren brengt. In plaats van boeken gebruikt hij bij het on derwijs poppen, die spreken en bewegen. Zoo komen Slanley en Emin Paclia op. Bismarck als ex-kanselier bespreekt den toestand van Europa, en wij worden door een aapjeskoetsier herinnerd aan den bloei en bet verval van de rijtuigmaatschflppij. Etliion biedt den burgemeester van Korstcndam zijn electrisch licht aan, en dfze zou gaarne aannemen en het licht in bent er hebben, maar wordt daarin verhindert door meneer I.c.g.a. van de gasmaatschappij, met wie hij een contract beeft. De scholieren worden intussehen oproerig en naar de gewoonte onzer dagen houden zij een werkstaking. De wethouder weet hen echter te bewegen zich bedaard te houden en onder zijn aanvoering houden zij, als de heeren van gymnasium en H. B. S., ^Vrijwillige Wapenoefeidr.gen." Al deze vertooningen kunnen de schoone tramcommissarisdochter echter niet verteederen eu v. Heem moet wat anders bedenken. In het tweede bedrijf organiseert hij met zijn schoonvader en licmbrandt, die daartoe van zijn voetstuk komt, een schoonheidscoiicours, dat mis lukt door de tegenwerking van xijn aangebedene, die et n vertooning a la Afiss Fay houdt en de mededingsters zoowel als het publiek zoo weet te boeien, dat niemand naar het concours gaat. In dit bedrijf speelt, mede ten tooueele, het drama van de Hobbemastraat of den afgesloten rijweg af, met den tramcommissaris en een zeke ren mr, kleedennaker als hoofdpersoon Van Ileeiu is natuurlijk door zijn aanstaande zeer gedupeerd, maar bemotit zich ook uaar h'iar zin wel wat veel niet een jonger zu-je. De twist loopt zelfs zoo hoog dat de jonge dame, ms-j. Cleo, zegt: »Ik wil i.iet me; r met je spreken!" en e. Heem trekt hiervan partij om e-u zwijgwetlótrijd voor te stellen. Als hij Cleo tot spre ken kan overhalen, is zij overwonnen en z;d hun huwelijk doorgaan. Voor dezen wedstrijd komt men nu bijeen in een kapperswinkel (waar altijd zooveel gebabbeld wordt, dat een zwijgconcours er jui.-t past), en. men wordt verplaatst iu het vraagstuk van de Zondagsrust voor barbiers. Hier komt ook de bektnde kater Sara jianujiticuni uit den winkel van Bols ten tooneele, na dat hij op de kattsuteritoonstelling don prijs voor den zwaaisten kater heeft behaald. Den j.iUgdigeu wethouder loopt het echter nuö. Hij gei ft in een pantomime zijn hart lucht en wil de hand aan zijn levi-n slaan, Vergif', een sprong uit het venster, een strop, een scheermes kunnen hem niet helpen, hij verkiest dm dood door den kogel. Wf-1 vergeet hij den kogel op htt pistool te doen, maar h t maakt indruk genoeg op mej. Cleo, die om de d- ur gluurt, om haar tot spre ken te nopen. Zij roept: Heuri, wat wil je doeii !" en is overwonrei'. Ten slotto komen wij iu de mr..e van den Stadsschouwburg bijeen, om de verloving te vie ren eu hier passeert de schouwburgi{uatstie de revue. Htt slot wordt nl. gevormd door de vertooning in dissolfimj tien::; van schouwburgpleinen met toepasselijke muzitkbejreloiding. E-.rut ziet men een plan van herbouw van den Stadsschouwburg, dan komt het Paleis voor Volksvlijt met Wagnt.-rmiiziek; vervolgen» ln-t halvv Paleis veibouwd tot schouwburg, begeleiding: Kom, laten wjj den boel maar deeleu ;'' (.inde-lijk tie schouwburg op de Weteringschans, miuiek : »Ks war zu se! u ge'.ve-ei>;" en ten slotle ziet men den Salon van builen onder het spelen van HookiePookie marsch. De inhoud i:! dus ver chi'ler.d genoeg en er zijn weinig voorvallen uit het afgeloopeu jaar die in dezs revue niet genoemd wordtin. Voor zoover ik bedenken kan, mist men alleen den val van mr. Iv-uch'.'iiius als minister van Koloniën, ma.-.r wellicht hetft me>i zich niet te hoog iri de politiek wültn su-ktu. De iió'luonza wordt natuur lijk herdacht. llookia Putii;ie voldoet das als reviia aan de «l.jr oud- rleelen zijn puiiten. Zoo ile per bi-werHn eischen, in ccliter feu paar zwakke soon va;i oVn Cutümissi-ris van de tram. In het Ie bedrijf \\onit de verachting te zijnen aan/.ien --vat hoog ge.-pannC'i. Als hij juuir het .stadhuis telefoneert: ->Ik heb een nieuwen wethouder gemaakt dat is goed, hé?" denkt men dat hij een hoofdrol zal spelen. Ik heb niets tegen de overdrijving van zijn macht, die past hi een revue, maar hiervan had dan later meer moeten blijken, maar als Commissaris van de tram doet Duivendal niets meer dan zijn neus aan de schutting stooten. Eveneens is er te weinig handeling in de rol van mej. Cleo, die anders in het Ie bedrijf nog al praats heeft. Behalve dat zij in het 3e bedrijf als Miss Fay optreedt, vergenoegt zij zich met een plaatsje op den achtergrond of achter de d«ur. Een derde grief is het slot ran het 3e bedrijf. Hier wordt de actie besloten met de woorden van Duirendal: Laten wij nu maar gaan dan sen!" Dat is toch wat erg luchtig opgevat. Het stuk bleek bij de eerste vertoouing te lang te zijn, toen is er in gesnoeid; misschien is daarmee het slot van het bedoelde bedrijf er slecht afgekomen, maar dat is jammer, omdat een onhandig slot de indruk van een geheel be drijf bederven kan. De grappen in de revue, de toespelingen en de woordspelingen zijn voor het meerendeel zeer goed gevonden. Het muzikale gedeelte, door den heer Renard bewerkt, is gedeeltelijk gevarieerd op bekende airtjes, gedeeltelijk oorspronkelijk, over het ge heel zeer aardig. De naam ookie Pookie.' zal menigeen wel licht wat vreemd geklonken hebben. Hookic-Pookie is het opschrift hovende glaee-a la-vanille-lta.iTetjes, waarin ijs uit de tweede hand rondgeveut wordt. Wat de auteurs doen vertoonen is ook uit de tweede hand, want alles is «schon dagewezen'', reeds eenmaal vertoond op het groote wereldtooneel, en boven wat zij dus rond venten schre ven de bewerkers ook: Rookie Pookie.' Den heer Poolman, als de wethouder, komt voor een groot deel de eer van het succes toe, waarin Ilookie-Pookie zich mag verheugen. Hij is hier w:êr de kunstenaar uit de abonnements-voorstellingen en zijn pantomime in het 4e bedrijf is een kunststukje van gebarenspel. Naast hem staan mevr, Poons-v. Biene, van wie het jammer is dat zij wat onverstaanbaar zingt, de heer Bigot, hoewel hij niet altijd even rolvast is, de heer Pilger en mej. Blankenstein in kleinere rollen. Mej. Benkers is veelal te kalm; als er meer gloed en leven, in haar spel was, zou haar rol ook meer uitkomen. De vertooning loopt anders goed van stapel, al gebeuren er kleine onregelmatigheden ; maar wie kan er wat aan doen a!s een pistool weigert af te gaan ? Wij kunnen dus ten slotte zeggen dat de in houd den naam van revue wettigt en dat de be werking, behoudens de gemaakte opmerkingen, wel eenig succes mocht doen verwachten de tot het uiterste hoei-je gevulde zaal, bewijst iederen avond dat de vertooning een succes is. De heeren Prot hebben in bun schouwburg weder een i.iouwe operette voor het voetlicht ge bracht, en wel cene in een ereheel nieuw genre. Het is De Krekel en de Mier, volgens de be kende fabel bewerkt door de heeren Cbivot en Duru met m u ziek van Edmond Audriin, en uu vertaald door G. H. Felix. De uuteuis hebben n wijziging aangebracht in Aesopus' werk. Als de krekel rm en ver laten bij do mier zal aankloppen om hulp, droomt zij wel dat zij verstooten wor H, docli in haar slaap ree is, zonder dat zij het wiet, wordt zij opgenomen ia het rijkvooriiene boerenhuis, waar men er zich een vieusrde van maakt haar te doen gevoelen hoe welkom zij is. De eigenlijke geschiedenis is deza. Tfiêrè.-<e en Murgrédel zijn twee nichtjes; de eerste litf, zorgeloos en ijdel, de andere eenvou dig, werkzaam en bedaard. Thércsc's ideaal is een j.'lnats aan de opera, Margrcdd dweept met een volle graanschuur. Grcdel huwt dan ook een welgestelde!) b;>erenzoon. Tl/érèse ontvlucht het dorp om haar fortuin te zoeken. Zij komt dan ook aan de opera, heeft succes en is weldra een ster, waartiaur zich maar al te veel op plukken belaste handen uitstrekken. Een harer aanbidders, die het liefdespel begon om de aandacht van een andere liaison af te wende", brai.dt zich echter aan het minnevuur. Hij krijgt T/'n'rène waarlijk lief, eu a's deze. hoorende van zijn vorige veibintcuis en hoe zij tot speelbal was bestemd, caur haar dorpje terug vlucht, volgt hij haar. Als zij dan terug is in het huis, waar zij op groeide, komt hij tot haar eu biedt haar zijn hart, zijn naam en zijn hand. Er is iets zacht, aandoenlijks in deze operette. Gewoonlijk maakt men in deze zangspelcn alleen keni is met heel domme, zeer lichtzinnige nienschen. Hier is het meereudeel der personen krachtig en goedmoedig braaf, zooals welgestelde boereu niet gulden haar en gouden, hart kunnen zijn. Het verhaal speelt in de nabijheid van Straats burg eu iu die stad in 17.10, het komt mij echter voor. dat er in plaats van handeling, lijdsbegrip en costuüies eenige inconsequenties schuilen. Ik beho.i' niet te zeggen, dat de decoraties bijzonder fraai zijn. Dat is een der groote pun ten in de vertooning vaa een operette bij de hh. Prot. Vooral de zaal in liet pu:e:s van. den hoiiutendant trekt de aandacht en het wiiitergezicht in het laat-te bedrijf evcnzoo. Het tooueel van den droom is bekoorlijk. De drie bedrijven der operette zijn verdeeld iu acht tafereelen, wat natuurlijk monteering en costumeering niet vergemakkelijkt, maar etn aan gename afwi.-seling mogelijk maakt. De vortooiiing rust vooral op de schouders van me r. P>u<lerma:i, eu de hh. Kreeft eu De Keukelaere, De dames Culp-Kiehl, v. Wosterhoven en de hh. v. Boem, Bud'-rmau en Kelly nemen e^n minder voorname plaats 'n. De wijze, waarop de arlisten van de Frascati schouwburg zich kwijten van hun taak, is genoeg bek;.'iid. Mevr. Culp-Kiehl zor.g, toen ik de voorstelling bijwGüiwlf, niet zoo helder als men van haar gcwoou is, de rol van tevredene, wtik/ame en be middelde boerin is haar overigens b:-st toever trouwd. Hot liiudeiballet in het tv.eecle bedrijf, hoe aardig uitgevoerd, kan mij ni«t belRW». j Ik meen, dat men kinderen slechts bij oogp J noodzakelijkheid op de planken moet brenge*«li i niet ter opluistering van een vertooning, dteoofe '* zonder hen evengoed geslaagd mag genafflad . worden. Fa. DE FAMILIE KEGGE. De h.h. Jan C. de Vos en W. UMI Korta», directeuren van den Tivoli-aehouwbarg te Rot terdam zenden ons, naar aanleiding van, het feit dat door de h.h. Alex. Faassen & Co. te Rotiardain het in studie nemen wordt aaagekonrJigi van een tooneclspol in 4 bedrijven, door ean on genoemd schrijver, naar de Familie Kegge, «&. Hildebrand's Cauiera Obscura bewerkt, en bon van verschillende kanten de vraag gesteld is -óf dit Willem van Zuylen's bewerking was, watrma reeds geruimen tijd geleden de opvoering do«r het tooneelgezelschap werd aangekondigd, d«n volgenden brief van den heer Willem van Zuylen, opgenomen in de Nieuvre Rotterdamsche Courant van 17 September 2e blad B. Greaehte Redactie! Niet zonder eenige voldoening zie ik, dat do« een tooneelgezelschap hier ter stede (niet dat van den Tivoli-schouwburg) eene bewerking van Hildebrand's Camera Obscura wordt aangekondigd. Wie tot dusverre nog de heilzame werking vaa concurrentie ook op artistiek gebied, mocht be twijfelen, zal nu toch wel bekeerd zrjn, WMEt teiwijl de eerste uitgave der Camera Obscuai reeds van 1839 dagteekent, en er tot voorkorten tijd niemand aan dacht een gedeelte daarvan te dramatiseeren, is er, nadat ik in uwe courant van 10 Juni jl. de eer had mijne bewerking aan gekondigd te zien, oen tot dusverre n.'et genoemd dramaturg opgestaan, die, zeker zonder nevenbadoeling, zich door hetzelfde onderwerp zoo geïn spireerd heeft gevoeld, dat hij het denkbeeld vaa mij heeft..., overgenomen. Want dat hier aan bloot toeval gedacht moet worden, lijdt hij mij geen twijfel. Er zullen natuurlijk wel weer kwaaddenkend« incnschen zijn, die zullen willen beweren, dat het gebruik maken van een dergelijk toeval, u>at hot doel orn uit begripsverwarring munt te slaan oven indclicaat is als het gedeeltelijk nabootsen van een fabrieks- of handelsmerk; het is mij iategendeel aangenaam te kunnen conslateeren dat ik anderen in het vinden van een gtlukk'g idee behulpzaam heb kunnen Hjn. De aanleiding tot dit briefje is dan ook alleen de vrees, dat er nog meer Families Kegge te voorschijn zullen komen, en ik dan gaarne, al» het op nummeren aankomt, voor mijne bewer king het volgnummer n behield. Hoogachtend, WILI.EM VAN ZUYLEN HET TOOXEELSAIZOEX TE PARIJS. Het nieuwe winter-saizoen te Parijs belooft, wat het tooneal betreft, bijzonder belangwekkend te worden. Do Coiuédio Fram;ai-;e heeft een nieuw stuk van Duraas eu een van anlou iu het voor uitzicht; de beide schrijvers, elkanders buren te Marly-le-Roi bij Parijs, ziju nog aan bun t>tukkea bezig. Intusselien is Sardou met Moreau reed klaar inet d;; C'-éofiüti'e, waarover wii onlangs schreven on waarvan Sarah B^raharut zich iets schitterends voorspelt. Do opvoering zal weer aite weelde vercenigen. Ook de muziek zal er een groot aandeel in hebben; er zijn niet minderdaa vier groote nummers voor gecomponeerd, een Oo.sterschc symphonie rnet harpen bij de aankomst van Cleopatra, een klein ballet, eene symphonie voor een watertocht op d«n Nijl, en cin1lelrjk««a j koor, de aanroeping der priesters van Osiris tot Typhon, Jen god der onvveders. lift stuk zal in. Amerika de groote uttruction vormen; na de tournee van Sarah Bcrnhrirdt denkt miss Davenport hot daar in het Engelsch te spelen; zij heeft dat opvoeringsrocht voor 100,000 francs van de auteurs gekocht. De Porto Samt-Martin gaf nu' reeds :.!(),(X)0 francs aan costumaa uit. Het Odcon heeft eene reeks van nouveau'es op de werf. Reeds is geopend met Le secret de 6fi.lbei'tc van Mas.siac, dat echter geen succes ge weest is; het middelpunt der actie j's zonderling, onduidelijk en pénible. Voorts Les sincères, een bijna geheel onbekend stuk van Xarivaux, en de Rome et Juliette van Shakcsp ar-, met de muziek vaa Berlioz. Porel brengt m; ziett aan, waar hij kan; h..j,t is geen geheim meer, dat ij gaarne met Lamoureux de directie dor Groote Opera gehad liail, en dat zou zeker iets goed^f voor de opera, geweest zijn. Porel met zijn smaak voor mije enscènc en zijn vindingrijkheid, L moureux metzijit streven naar moderne muziek, ;:onden er veel ge daan hebben, en niet als Kit t en Gailhard enkei geld zoeken te inaken met oud decoratief en. ouderwetsche kunst. Het OJcon zal dit jaar ook Ibsen geven. Dat Porel, ondanks zJ,'n schijnbare neiging tot verkwisting, wel weet wat hij doet, blijkt daaruit, dat hij de ontvangsten v. n het Odcon, die in 1880 ruim 300,000 francs bedroe gen, nu op 700,000 gebracht heeft. Zijn prachtlietcle zal hij aan hot eind van het saisoen bot vieren met een Chineesch stuk. Le mariage de Pi'-ki van Simoud; hij heeft in Judtth Gauthier's j\farcnan:le de soiirircs zooveel beliooilijks en ar tistiek Japarisch geleverd, dat ook dit hem wel toevertrouwd is. In het Gymnase (Jat nu nog Paris fin de siedt geeft) bogint de directeur Victor Koning in het eind van dezen maand met L" ar t de tromper lei femmes, van Paul Kerrier en Xajac. 3Iaar men verwacht er ook een stuk van Dauder, ditmaal niet uit een roman getrokken, maar geheel nieuw en zeer moreel, r.aar men zegt. De titel is nog niet gevonden. Dan een geldstuk van Obnet, naar een roman Un deniicr rimaitr, (een Birch Pfeiffer naar een Marlitt), en, wellicht eerst tegen den vol genden winter Honncur d'artiste van Octave Fcnillct. Het Palais-Iloyal begint min of rceer kalm, zeker ora de climcx te kunnen volhouden, met een stuk van Valabrègue, Le pompier de JuMne, Daarop zullen volgen Les femmes des amis, van

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl