Historisch Archief 1877-1940
!ïii"iiltiÉiililtiÜi'i"ttÉiillti iTfflfattiiiiltiii T'"
DE AMSTEKDAMMEB, WEEKBLAD VOOK NEDERLAND.
. 691
stroom spat op en kleurt de bladen der
»i»is, maar de uren volgen zonder rust,
ukken wisselen af, en terwijl men na het
nog zou willen omzien, wordt men
voorten verrijst het andere reeds weer voor
k «off.
EB lichamelijk staat de journalist stil als een
seiiipaal in het veld. Met zijn armen
het spookachtig instrument tijdingen over,
.pitalen vormen of tronen doen wankelen,
zelf beweegt het zich niet van zijne plaats.
gaat het dag aan dag voort, personen en
tenissen overvallen den journalist op het
wachtst, bij is gewoon aan een komen en
; aan het opwerpen en napluizen van de
it onderscheidene vraagstukken, tot op eens
?qp een schoonen zomerdag hem de tijding
beMkt, dat de verloftijd is gekomen.
Plaats iemand, die gewoon is zijn leven door
te brengen te midden van het geraas van draaiende
«B dreunende machines, eensklaps 's nachts op
«en stil plein; hij zal hetzelfde gevoel hebben als
WD journalist, die ontwaakt en zich niet behoeft
', , * bemoeien met zoovele zaken, die hem geen
bet^ltajg inboezemen en zoovele personen die hem
?te kunnen schelen.
pan moet een reisje in het vooruitzicht zijn,
«en zomerzon door het venster schijnen
de koffer reeds gepakt en het reisplan
bel z\jn, besproken in de verspreide vrije uren,
een journalist de zijne kan noemen tracht
tf( O dan voor te stellen wat hij gevoelt!
t Q' zoo'u eerste dag! Het plaats nemen op
- pp, team, die hem anders naar het bureau brengt;
,ife aanblik van het ruime spoorwegstation met
g&B gewone alledaagsche bedrijvigheid, den
JBnizenaar van het dagbladbureau toch zoo
fMeiod, en bet heerlijke denkbeeld, dat hij bij
?ffcie ademhaling van de locomotief al het
dage"ie gewurm en gezwoeg verder achter zich
Het niet gebonden zijn aan tijd, de willekeur
Jn het gaan langs de straten, onverschillig rechts
«f links om, waar het goeddunkt, waar het aan
genaam schijnt; het wandelen in vreemde steden,
ta<wcheu onbekende menschen ; het aanschouwen
tan de plaatsen waar gebeurtenissen voorvielen,
«ie groote beroering te weeg brachten, maar
naast alles, voor alles en boveu alles de rust
foor het hoofd, voor de zenuwen ...
Daar is geen kloppen aan de deur, dat een
«Ogewachten en ongewenschten bezoeker aankon
digt; daar is geen brievenbesteiler, die een epis
tel van den een of anderen schrijverianus mee
kan brengen. De menschen, die zich hier aan
melden, kunnen slechts vrienden zijn, en de
brieVM, die hem hier opzoeken, slechts nieuws van
thuis.
Als 's morgens de dag begint grijpt hij, als
Wn rijkaard in zijn schatten, rond in den over
vloed van uren, die nog te besteden zijn, en als
de nacht komt kan hij 't hoofd neerleggen,
droomen van de weelde, die hij genoot, en van
het genot dat nog te wachten staat in die dagen,
die komen zullen en nog de zijne zijn.
Hij zwe'gt in de vrijheid, hij bedwelmt zich
«an de rust, en hij verheft er zich op dat vcor
Veertien dagen het verleden, het heden en de
toekomst zijn vrij onbetwistbaar eigendom zijn.
Ik heb nooit behoord tot de reinigers, die er
dagboeken op na houden. Arme dagboeken, met
9»«r begonnen in net schrift, met natuurbeschrij
vingen en geestigheden, vervolgd nut korte ver
meldingen 's nachts bij een kaars en slaperig
neergeschreven, geëindigd met poilood-krabbels
eu hier en daar een gedroogde bloem ! Mijn eenig
dagboek is een klein kasboekje, waarin ik mijn
uitgaven neerschrijf, toegeliclit en uitgebreid door
«en menu van een lekker diner, een kleine
photographie, een tramkaartje of een wijnkaart.
En ia het eigeulijk niet voldoende ?
De bóteïrekeuing vertelt waar men geweest is,
de tramkaartjes en entree bewijzen wat men
gedarende den dag gedaan heeft; weet men dan
?eg wat men gegeten en gedronken heefr, en
boe een plekje, dat ons erg aanstond er uitzag,
wat wil men dan nog meer ?
Het aandenken van een lieve reisgenoote, van
een vriend gevonden in een streek, waar men
wellicht nimmer terugkeert, moet in het hart een
plaats vinden.
Stel u voor dat men van den hartel ijken kerel
opschrijft: Heden maakte ik kennis met den
heer Fritz Braun . . ." bah ! een reisherinnering
in den vorm van een proces-verbaal. Neen ! een
krans van eikenloof, wat gedroogd bergkruid,
laat dat een souvenir zijn, dat tot het hart
spreekt, dan kan later niemand zich vroolijk
Maken over dien meneer met zijn mallen naam,
want die souvenirs zijn stom voor elk ander dan
Voor den eigenaar.
Die mag ik dan ook wel, die reisherinnerin
gen, zoo bescheiden en zoo veelzeggend. Ik be
waar ze gaarne, en in mijn schrijftafel liggen
ze in bundeltjes naar de volgorde der jaren als
leliquieëu uit mijn jeugd.
Maar waar ik altijd het land aan heb gehad,
dat is aan die laatste dagen van het verlof.
Op een zekeren morgen komt men tot de
ontdekking, dat men bijna door ziju sclioone
boorden heen is, dat men nog ma^r een paar
zakdoeken heeft en dat een schoen
stukgeloopen is.
Oin goed te laten wasschen blijft men niet
lang ge-noeg op een plaats, het hoognoüdige
kan men koopen, maar niet te diep in de zak
petast, want ook aan reisgeld komt een eind.
Het reispak wor.lt stoffig en, als alle
kleedingBtukken die niet geheel in orde zijn, maakt het,
dat men zich onbehagelijk gevoelt. Dan komt
er nog een regenbui, waarop men niet rekende.
Het stof wordt kleverig. De hoed is zwaar en
lijkt wel te wijd geworden, en men kan met als
tegenwicht tegen onaangename ervaringen een
extra fijne flesch bestellen. In plaats van het
' lekkere diner, met een goed glas wijn, een kopje
kolfie en een glaasje cognac na, eet men reeds
uit zuinigheid a la carte en drinkt er bier bij.
Het is duidelijk, dat het tijd wordt om huis
waarts te keeren. Gelukkig, -n ie het bijtijds
begrijpt. Gelukkig hij, die aan de vreemde goden
op een gegeven ooge-nblik de-n rug wc.et toe te
keeren, want het is of de huisgoden er dank
baarder om zijn en hem een aangename tehuis
komst bereiden.
Men moge met een zucht en een bezwaard
hart in den trein stappen, de invloed der huis
goden verandert gaandeweg de stemming.
Het is reeds een paar dagen veranderlijk weör
geweest, nu pakken de wolken zich in een echten
regenhoek samen, en nog niet king is men on
derweg of de bui breekt los.
De landschappen, die er zoo vroolijk uitzagen
beschenen door de zomerzon, zij krijgen eens
klaps een somber aanzien. De beboschte bergen,
daar in de verte, verdwijnen achter het r<
gengordijn, de grindwegen worden doorweekt, de
wagenuporen staan vol water. De boomtakken in
de boschgroepen, waur men doorrijdt, zwiepen
nat heen en weer, en sprenkelen tallooze water
droppels naar alle kanten. Er komt wind op en
het wordt koel.
Men mag blij zijn zoo droog te zitten. Bij de
halten ziet men toeristen door de stadjes trekken,
met moeilijke stappen over de ongelijke keien,
met opgestoken parapluies en omgeslagi-n broeks
pijpen. Zij schijnen door en door nat. Men hui
vert en denkt; Liever zij dan ik."
Zoo komt de juiste stemming langzamerhand
den terugkeerende innemen.
De gedachte aan een welverlichle kamer tehuis
komt op, en men vergelijkt de gezellige avondjes
aldaar, met de uren, als de dag om was en de
tijd van slapen nog niet gekomen, doorgebracht
in de groote zaal van een hotel.
Zoo nadert men de groote stad, waar het hart
des lands klopt. Bij de douane heeft men reeds
met een vroolijk gezicht gezegd, dat er niets te
onderzoeken was.
De conducteurs zijn weer Hollanders met be
kende gezichten, en ook het landschap heeft het
eigenaardige vaderlandsche uiterlijk aangenomen.
De avond begint reeds te vallen en altijd
hotst men voort op de ijzeren baan. Nu komt
de lust om de oogen te sluiten en het is of de
trein er een slaapdeuntje bij zingt van »weer
thuis, weer thuis."
Boven de stad hangt een dichte, rossig ge
kleurde nevel, reeds van verre zichtbaar.
Nog een kwartier, nog tien, nog vijf minuten;
de bagage moet bijeengepakt, men staat voor
het portier gereed uit te stappen nog vóór de
trein stopt.
Dan een geluid van remmen en onder het
hooge glazen dak staat de wagen met eea
schok stil.
Het is hondenweer. De straten glimmen, de
lantarens druipen spoedig in de tram. Terwijl
men door het bespatte en beademde gks tracht
uit te zien, rijdt men langs de bekende winkels,
soms ziet men een kennis voortbaggeren dour
de plassen.
Eindelijk is men thuis, vermoeid, gekreukeld,
ook nat, maar tevreden het doel bereikt te heb
ben en gelukkig den volgenden dag niet weer op
reis te behoeven. De huisgenooteu zitten met
nieuwsgierige gezichten Ie luisteren, de hond is
het luidruchtigst in zijn blijdschap.
En in zijn eigen huis, op zijn eigen plaats
komt de reiziger tot rust. itet voldoening kan
hij terugzien op de verloopen dagen, maar ook
met voldoe) ing rondom zich IK en. Er zegt
iemand: .,Ja, oost, west, thuis best'.'', en hij
stemt glimlachend toe. Hij drinkt met genoegen
den stevigen Hollandsche grog en onthaalt zich
zelf weer op een siga;ir van Sumatratabak. Hij
praat zoolang het hem Inst, en gaat dan naar
zijn eigen kamer. En als hij. nog eer s uitkij
kende, de bezemwagens der stadsrtiniying langs
het hing hoort rollen, slaakt hij eeu diepen zucht
en zegt met vo'.doeiiicg:
»Ja. Goddank, weer thuis'.''
VLAAM8CHE
In het goud der klimmende morgfit.,zon, hoe
heerlijk liggen daar de nialsche, groene
Vluauische beeniden, waar de Schelde zoo fiïsch en
schilderachtig door heen kronkeli ! ll->ndom en
zoover het "gezicht draagt-, U.iunen dorpjes met
hunne puntige torentjes op; hiir en daar dringt
zich <ie massa van eer e b'l"kkigen ka-4eeldoiijoa
vooruit; van de ma-ten der seluiit'-n vin den
stroom wappert het helroode ZondagvMu.fjo;
als bomkleurige stippen ia de weiden graast liet
vee.
't Is vandaag Vermis te Eisen de meest
bezr.elite en leïnigste" kermis van 10 uur iu het
ronde. Hebt gij .goesting"? we gaan er henen.
We volgen den Sche'dedijk tot aan gindse!.en
steenoven, van daar leidt het pad ons rechtstreeks
naar 't dorpken. Weldra benu rken wij de eerste
huizen op de groote dorpsbaau ; de herbergen
zijn te herkennen r,-.in den groenen Meit.'ik die
uit 't zo'derve-nsttr steekt. In dea ---Appelaar"
zal er gedanst worden; reeds is men dn p; er aan
't muziek malen op een schretu^end orgue de
Barbarie". Jan Sies uit den »Leeuw" staat op
den drempel zijner deur smakelijk zijn pijpken
te rooken en wenpcht ons goeden morgen: laten
we Jan Sies den «penning jonnen" en een pintje
»OudeDaersch" bestellen.
In de gelagkamer zitten een achttal boeren
rond de groote tafel geschaard, aandachtig te
luisteren naar Gust, den oudsten zoon van Pier
Sies, die de Ga\ette van Gent luidop aan 't
lezen is. Daarvoor krijgt Gust van de boeren
eene pint en wordt een beroemdheid op den
koup toe. Vroeger tijd dachten de boeren het
voor niets van den jongen gedaan te krijgen,
mi'ar toen hij hun eens het blad voorlas, de re
gels altijd door volgend zonder zich aa» de ko
lommen te storen zoodut niemand iets ver
stond hebben de boeren begrepen dat alle
arbeid loon verdient.
Volgeladen rijdt de brouwersksr voorbij ; de
herbergiers doen hunnen voorraad in 't groot op,
want sedert menscheugeheugen wordt er op eene
Elsenkermis gedronken?Log zooveel. Aan elke
herberg rollen de blozende gasten eene of meer
zware tonnen af eene of meer volgens de
berekeniug van den waard.
Kijk, de hoogmis is gedaan. Het volk stroomt
den tempel uit; eer,-1 »de gemeene lui", mannen
en vrouwen, deze laatste met den aartsvaderlij
ken zwarten kapmantel omhangen en de witte
kaakmuts op; de huismoeders, die zich met
epoed uit de voeten maken, de jonge lieden en
dito dochters, die schuchter op 't kerkplein blij
ven vrijen in alle eer en deugd, volgens de
rikomendatie van den Herder. Daarna komen de
rijke boeren buiten, den buik vooruitgestoken,
zoodat de zware gouden horlogekettirg goed
zichtbaar blijft, met hunne achtbare en opge
smukte wederhelften, fier als pauwlunen, met
hun kermisvolk dat dora-deftig volgt, allen in de
volle bewustheid van den ongemeenen indruk
dien zij op hunne minderen teweegbrengen.
Alvorens de beenen onder de kermistafel te
gaan uitsteken doen die voorname menscben
met hunne orerkomst een toerken door de ge
meente. Bij hunne verschijning nemen de dorpe
lingen eerbiedig de pet af, doch zij zelve verla
gen zich niet te groeten, tenzij voor personen
van stand en rang : voor deze lui ontblooten zij
zich allerootmoedigst den schede1.
Rond twee uur wordt de kermis-tafel afgedekt.
Uit al de naburige dorpen en wijken komen de
bezoekers aan: Kompauies" dar.slustigejongens
en meisjes te voet; boerenzoons op kloeke rossen
gezeten ; anderen in phnëtous, tilburys, sjeezeu
en alle mogelijke twee- en vierwielige rijtuigen.
ja zelfs honden karren uit het dichtbijgelegen
Peteveld.
Drie uree : vespers en lof zijn uit. Al het
volk wandelt nu het kerkplein op, want daar
zullen de volksspelen plaats hebben.
Vier barakken staan er : a. een schiet kraam ;
b. een Waaïsche wafe'.kraam ; c. eece kijkkast;
d. eene peerdekensmoleu.
Die onmogelijke kermismuzïek schettert u wel
oorendol; de draaiorgels doen u wel ijzen, maar
let eens op, wat pleizier, wat bonte wemeling.
viit le\ren in die uitgelaten menigte!
»All:i, diij keers veur vijf eens!" schreeuwt
het wijf uit den »Tir instructif', terwijl ze maar
voortdurend de geweren volpompt. Heur echtge
noot ligt achter de 'ent, zat a's een zwijn, te
snorken, tot groot genoegen der jongens die met
stroitikens in zijne ooren komen kittelen eu aan
zijne beenen trekken. Rt-eds heeft de
suhittvrouw 'ncn vollen emmer water naar de deug
nieten grklet-t, met liet spijtig gevolg dat zij
hc-uren man doornat gooide, terwijl de wegspe
tende snaken er ongehinderd van afkwamen.
Rood van toorn heeft zij bare pomp-bezighedeii
weer hernomen.
De kijkka.-t heeft veel te doen : voor een hal
ven stuiver is Let dea bezoekers (J er K) si n ker
mis gegeven ui de beruchte moorderijen, branden,
01-ge'uk ken en andere voorvallen der laatste
tijden in oojreni-chou-.v te nemen: "t is de eeiste
maal, zoo veiklaait de ini/»'ivario, dat hij
El.-enkerirus m> t zijne tegenwoordigheid verten,
en hij acht zich iier over den bijval dien hij van
\ve:;e het achtbaar publiek ontmoet.
De paarde.kensmc.-Jen is het domein der jeugd.
Voor 'jii'ri cent mogen de liefhebbers 'nen langen
draai maken, en dan p skeeren'' ze nog dun ring
te trelHif. wat r-'cKt get-ft op eenen kostc.ii.ozeu
toer. De snukeu hinden zelf den boel aan gang;
daarvoor lai'.t de baas iedereen op zijne beurt
een reisje alzon ' (d. i. zot.der betalen) meè,ioei\
De baas zeïf staat te musiceeren op een piepend
orgeltje.
liet volk laat zich nog al aanli.kken door de
watt Is, beipnets en patates-fiites van de
wafclkruam : 'ie dikke bazin nut heure schele dochter
kan op tijd de klanten r.iet gerieven.
-.?Mastkiimming! llastkiimming l" roo-pen de
opgetogen jongens. En inderdaad schuins over
den »Martiko" staat een hooge mast geplant,
dragend6 bovenaan eenen hoepel met korinten'
brooden, plunjes, schoenen en kousen behan
gen. De mast ziet bruin van de zeep die er aan
gestreken ia om het klimmen moeielijker te ma
ken : doch cle mededingende jonge schavuiten
weten wel raad daarmee, en hunne broekzakken
ziin gevuld met asch, waardoor ze meer »pak"
hebben. Ook duurt het niet Lans of al de prijzen
zijn beneden, alhoewel meer dan een mededin
ger het halfweg moest opgeven, een begeerigen
blik werpend naar den hoepel, zoo hoog!
Nu is het de beurt aan 't kikvorschen rijden.
Op een kruiwagen moet iedere medekamper een
vorsch zitten hebben, en wie dit dier het gauwst
naar een bepaald punt kan voeren is overwin
naar. Wanneer de vorsch zich »koes" houdt, is
de kans nogal gunstitr, maar wie 't met ren
«sprino-er" te doen heeft! 't is miserie", roept
Kerel Van Hijfte, die zelf met den zijnen geenen
weg weet. Dit ?pel geeft aanleiding tot de
koddigste tafereeltjes, en gelachen of er wordt! Nog
meer andere vermakelijkheden zijn er, zooals
»koordeke springen", »kuipke steken", »wit en
zwart", »kattekoersen", enz., te lang om te
melden.
De herbergiers hebben tafels en stoelen
buitengebracht, daar het binnen te warm is; geen
plaatsje blijft onbezet en er wordt ferm ge
dronken.
Ia de muziektentf-n is het een gedurig komen
en gaan van vroolijke paren: ziet hoe de lus
tige boerendeernen blozen van 't gesprorg en 't
gedans !
Op het Westeindeken is e«i balspel gelegd:
de »maats" zijn meest in hemdsmouwen om den
Zondaagschen frak niet te bevuilen. Allen han
gen hun spel aan, alsof het »een huis met twee
stagiën gold'1, zooals de ehampitlcr lachende
zegt. De overwinning wordt met een rondeken
bier gefeest, te betalen door de verliezende
partij.
Zoo wordt het stilaan Fchemeravond, het ge
woel vermindert en sterft uit; men hoort nog
enked het geluid der draaiorgels in de herbereen
waar gedanst wordt. Het kermisvolk keert huis
waarts, de kompanies trekken zingend op, de
rijtuigen nemen den vollen draf: want in de
verte dreigt een nakend onweer.
HEKMAN BOGAEED.
Brussel, September 1890.
VOOR DAMES.
i'en bi'uiflsjnpon. HJocmcn drogen.
De slunqen i'ftn Cleojidtra. De
ondulatew.?Thee en koffie.
Eene lezeres van Figaro vraagt: Is voor een
bruidskleed wit fluweel toegelaten? Naar mijne
meenina is dat veel gedistingeerder dan het vul
gaire wit satijn, waarin tegenwoordig de
keukenmeisjes al gaan trouwen; terwijl het drapeeren
van wit flnv.-eel een veel acstetischcr geheel geeft
dan het satijn."
I'if/nro wacht do meenineen van zijn lezeressen
in. Voor ons land, waar de meisjes niet in't al
gemeen zoo jong trouwen als in Frankrijk, schijnt
ons de vraaa; niet moeielijk op te lossen, Een
tengere, blonde, meisjesachtige bruid van twintig
jaar zal er al te belust en beladen uitzien in een
zwaar gedrapeerd kleed van wit fluweel; een
statige vrouw van dertig zal hot weer heter Mee
den dan satijn, mits haar bruidegom niet een ai
slecht figuur maakt naast iets zoo vorstelijk
plechtig-s. De inzendster schijnt intusschen te verge
ten dat er satijn en satijn is; er zijn immers,
zware soorten -peiiu de mie en satijn, die mot
een kanten draperie ovcrsluieril. in 't geheel niet
voddig of vulgair staan, zonder dat men, gelijk
in F.nneland moer dan in Frankrijk reeds ge
schiedt, zijn keus vestigt op borduursel van witte
bloemen, wit damast, randen van witte vederen,
en andere, wijzigingen, die alle zoo zwaar niet
zijn als wit fluweel.
* *
*
Er zijn nog bloemen, en bij do manie van ka
nerversiering die ons bezielt, is het drogen van
bloemen iu den zomer eene aardige rcssourco voor
den winter. Dezer dagen zag ik in eene ruime
eetkamer ieder der s-taalgravures in lijs! en over
schaduwd door een grooten bundel siergrasseu
en gedroogde bloemen, iedere bundel zoo los
achter het schilderij gestoken, hetgeen
allfraardigst stond. Het drogen van bk.cmen intusschen,
als het niet is om zo plat achter eins of tusscheri
bladen te plakken, is een moeüijk werk; men.
doet het best. door er een kleine machinerie voor
aan te schatten.
Men neemt gestampte lei, zandsteen c f' zand,
van, dewijl die zich door een prachtig slot ken
merkte.
Daarna kwam de beer C. met heia aan den
slag die echter in twee partijen hot onderspit
moest deiven. De zittirgon vimu-ii. behalve-Zater
dag en Woensdagavond plaats in een der lokalen
van het caféde Roode Lcoinv", Vijgendam.
Zaterdagavond zal hij in het Vereenigd
Amstordamsch scbaakgenootscliMp proeven geven van zijn
geschiktheid om een aantal simultaan partijen te
speler, waarin hij door ving er. juist spe.1 niimunt.
Belangstellenden kunr.cn zich aar.me'i!e;i aan
liet lokaal om zich door een Jer leden te laten
introduceren.
Tus-schen Lee en Biackburr.e is een match tot
stand gekomen, welke gedeeltelijk te l!:a.Ü'ord eu
gedeeltelijk te Londen zal worden afgespoeld. Do
inleg zal zijn pel. st. ~2(\ waarvan (jutislierg voor
ieder speler pd. st. ~> heeft Ingedragen om hot
uitsluitend recht te bobben op de bij die
goiegenbcid te spelen partijen. Loc heeft zich i
laatsten tijd tot een speler var, den eersten
(pgewerkt.
Blackburne speelde '20 simultaan pa
waarvan hij li) won eii 2 remi^3 maakte.
bekende mersier l'oplawski. deelde niet l'estalozzi
de beide hoofdprijzen. Bovendien verkreeg lic eerste
i;og de speeiaslpiijs. door de Bieslaner
verecnigii-.g geschonken, voor de schcoüst gespeelde partij.
De match tusschcn >.!;.:?: Judcl en Showalter
die onlangs in St. Louis uitgevochten werd, is
met 7 tegen .'!. zonder oi-n cukele remise- partij,
ten gunste van eer^tges.ocmden matador uitge
vallen. Sbowalter echter heeft l:e.;:i tor con nieuwen
maicii opgevorderd, v.-eike op vcrx'vk va/i JudJ ei'i.it
in Jai.uari 'l.'l ka;i p'.aa'.s heljlirn.
In het touniooi van de schaakclub te Chicago
uden de prijzen ten deul a^i. :
J. II. lun. alter niet l:i, L. i.,rjdemai::i niet 1 11/3
en \V. II. '!. I'ollock met 11 punter..
Deze laatste ging van daar luisr Cincinnal.i or.i
met con schaakautomaat AjceV genaamd, die
de bekngstóiing in hoogj i:i;;tc wikt, een match
l'o'do.k wou
Probleem So, ;'8 van II. Mer.dcs da Costa.
ZWART
te
Te WintertliiU- heeft onla'.
l schaaktournoui plaats gehad.
'.et X-.vitsersohe
iu 15or!i;ii
\vulte^on i! eu oi.tvir.g van
den inlog, zijnde Dol], l'1'1 - ., gdk-elio,
M. Tihi..ori!i i:; lV-ter>bi;rft' heeft W. Stoinitz
in Nc\ï-V..r;i \ooi'L"C>l;i..'e;; 00:1
oorrespor.dci'.tiematch por !;^!M l e1.:1, l _'"'.' rmbels 'c f pelen. Zoo
dra Stcii.i;;;
zal de si.rij.i
a b
pion
d e
WIT
:> zetten
l i M t'L
b5 cu ()
'Vx
^ J
f g
mat-.
c3 en e 7.