De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1890 21 september pagina 6

21 september 1890 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

!ïii"iiltiÉiililtiÜi'i"ttÉiillti iTfflfattiiiiltiii T'" DE AMSTEKDAMMEB, WEEKBLAD VOOK NEDERLAND. . 691 stroom spat op en kleurt de bladen der »i»is, maar de uren volgen zonder rust, ukken wisselen af, en terwijl men na het nog zou willen omzien, wordt men voorten verrijst het andere reeds weer voor k «off. EB lichamelijk staat de journalist stil als een seiiipaal in het veld. Met zijn armen het spookachtig instrument tijdingen over, .pitalen vormen of tronen doen wankelen, zelf beweegt het zich niet van zijne plaats. gaat het dag aan dag voort, personen en tenissen overvallen den journalist op het wachtst, bij is gewoon aan een komen en ; aan het opwerpen en napluizen van de it onderscheidene vraagstukken, tot op eens ?qp een schoonen zomerdag hem de tijding beMkt, dat de verloftijd is gekomen. Plaats iemand, die gewoon is zijn leven door te brengen te midden van het geraas van draaiende «B dreunende machines, eensklaps 's nachts op «en stil plein; hij zal hetzelfde gevoel hebben als WD journalist, die ontwaakt en zich niet behoeft ', , * bemoeien met zoovele zaken, die hem geen bet^ltajg inboezemen en zoovele personen die hem ?te kunnen schelen. pan moet een reisje in het vooruitzicht zijn, «en zomerzon door het venster schijnen de koffer reeds gepakt en het reisplan bel z\jn, besproken in de verspreide vrije uren, een journalist de zijne kan noemen tracht tf( O dan voor te stellen wat hij gevoelt! t Q' zoo'u eerste dag! Het plaats nemen op - pp, team, die hem anders naar het bureau brengt; ,ife aanblik van het ruime spoorwegstation met g&B gewone alledaagsche bedrijvigheid, den JBnizenaar van het dagbladbureau toch zoo fMeiod, en bet heerlijke denkbeeld, dat hij bij ?ffcie ademhaling van de locomotief al het dage"ie gewurm en gezwoeg verder achter zich Het niet gebonden zijn aan tijd, de willekeur Jn het gaan langs de straten, onverschillig rechts «f links om, waar het goeddunkt, waar het aan genaam schijnt; het wandelen in vreemde steden, ta<wcheu onbekende menschen ; het aanschouwen tan de plaatsen waar gebeurtenissen voorvielen, «ie groote beroering te weeg brachten, maar naast alles, voor alles en boveu alles de rust foor het hoofd, voor de zenuwen ... Daar is geen kloppen aan de deur, dat een «Ogewachten en ongewenschten bezoeker aankon digt; daar is geen brievenbesteiler, die een epis tel van den een of anderen schrijverianus mee kan brengen. De menschen, die zich hier aan melden, kunnen slechts vrienden zijn, en de brieVM, die hem hier opzoeken, slechts nieuws van thuis. Als 's morgens de dag begint grijpt hij, als Wn rijkaard in zijn schatten, rond in den over vloed van uren, die nog te besteden zijn, en als de nacht komt kan hij 't hoofd neerleggen, droomen van de weelde, die hij genoot, en van het genot dat nog te wachten staat in die dagen, die komen zullen en nog de zijne zijn. Hij zwe'gt in de vrijheid, hij bedwelmt zich «an de rust, en hij verheft er zich op dat vcor Veertien dagen het verleden, het heden en de toekomst zijn vrij onbetwistbaar eigendom zijn. Ik heb nooit behoord tot de reinigers, die er dagboeken op na houden. Arme dagboeken, met 9»«r begonnen in net schrift, met natuurbeschrij vingen en geestigheden, vervolgd nut korte ver meldingen 's nachts bij een kaars en slaperig neergeschreven, geëindigd met poilood-krabbels eu hier en daar een gedroogde bloem ! Mijn eenig dagboek is een klein kasboekje, waarin ik mijn uitgaven neerschrijf, toegeliclit en uitgebreid door «en menu van een lekker diner, een kleine photographie, een tramkaartje of een wijnkaart. En ia het eigeulijk niet voldoende ? De bóteïrekeuing vertelt waar men geweest is, de tramkaartjes en entree bewijzen wat men gedarende den dag gedaan heeft; weet men dan ?eg wat men gegeten en gedronken heefr, en boe een plekje, dat ons erg aanstond er uitzag, wat wil men dan nog meer ? Het aandenken van een lieve reisgenoote, van een vriend gevonden in een streek, waar men wellicht nimmer terugkeert, moet in het hart een plaats vinden. Stel u voor dat men van den hartel ijken kerel opschrijft: Heden maakte ik kennis met den heer Fritz Braun . . ." bah ! een reisherinnering in den vorm van een proces-verbaal. Neen ! een krans van eikenloof, wat gedroogd bergkruid, laat dat een souvenir zijn, dat tot het hart spreekt, dan kan later niemand zich vroolijk Maken over dien meneer met zijn mallen naam, want die souvenirs zijn stom voor elk ander dan Voor den eigenaar. Die mag ik dan ook wel, die reisherinnerin gen, zoo bescheiden en zoo veelzeggend. Ik be waar ze gaarne, en in mijn schrijftafel liggen ze in bundeltjes naar de volgorde der jaren als leliquieëu uit mijn jeugd. Maar waar ik altijd het land aan heb gehad, dat is aan die laatste dagen van het verlof. Op een zekeren morgen komt men tot de ontdekking, dat men bijna door ziju sclioone boorden heen is, dat men nog ma^r een paar zakdoeken heeft en dat een schoen stukgeloopen is. Oin goed te laten wasschen blijft men niet lang ge-noeg op een plaats, het hoognoüdige kan men koopen, maar niet te diep in de zak petast, want ook aan reisgeld komt een eind. Het reispak wor.lt stoffig en, als alle kleedingBtukken die niet geheel in orde zijn, maakt het, dat men zich onbehagelijk gevoelt. Dan komt er nog een regenbui, waarop men niet rekende. Het stof wordt kleverig. De hoed is zwaar en lijkt wel te wijd geworden, en men kan met als tegenwicht tegen onaangename ervaringen een extra fijne flesch bestellen. In plaats van het ' lekkere diner, met een goed glas wijn, een kopje kolfie en een glaasje cognac na, eet men reeds uit zuinigheid a la carte en drinkt er bier bij. Het is duidelijk, dat het tijd wordt om huis waarts te keeren. Gelukkig, -n ie het bijtijds begrijpt. Gelukkig hij, die aan de vreemde goden op een gegeven ooge-nblik de-n rug wc.et toe te keeren, want het is of de huisgoden er dank baarder om zijn en hem een aangename tehuis komst bereiden. Men moge met een zucht en een bezwaard hart in den trein stappen, de invloed der huis goden verandert gaandeweg de stemming. Het is reeds een paar dagen veranderlijk weör geweest, nu pakken de wolken zich in een echten regenhoek samen, en nog niet king is men on derweg of de bui breekt los. De landschappen, die er zoo vroolijk uitzagen beschenen door de zomerzon, zij krijgen eens klaps een somber aanzien. De beboschte bergen, daar in de verte, verdwijnen achter het r< gengordijn, de grindwegen worden doorweekt, de wagenuporen staan vol water. De boomtakken in de boschgroepen, waur men doorrijdt, zwiepen nat heen en weer, en sprenkelen tallooze water droppels naar alle kanten. Er komt wind op en het wordt koel. Men mag blij zijn zoo droog te zitten. Bij de halten ziet men toeristen door de stadjes trekken, met moeilijke stappen over de ongelijke keien, met opgestoken parapluies en omgeslagi-n broeks pijpen. Zij schijnen door en door nat. Men hui vert en denkt; Liever zij dan ik." Zoo komt de juiste stemming langzamerhand den terugkeerende innemen. De gedachte aan een welverlichle kamer tehuis komt op, en men vergelijkt de gezellige avondjes aldaar, met de uren, als de dag om was en de tijd van slapen nog niet gekomen, doorgebracht in de groote zaal van een hotel. Zoo nadert men de groote stad, waar het hart des lands klopt. Bij de douane heeft men reeds met een vroolijk gezicht gezegd, dat er niets te onderzoeken was. De conducteurs zijn weer Hollanders met be kende gezichten, en ook het landschap heeft het eigenaardige vaderlandsche uiterlijk aangenomen. De avond begint reeds te vallen en altijd hotst men voort op de ijzeren baan. Nu komt de lust om de oogen te sluiten en het is of de trein er een slaapdeuntje bij zingt van »weer thuis, weer thuis." Boven de stad hangt een dichte, rossig ge kleurde nevel, reeds van verre zichtbaar. Nog een kwartier, nog tien, nog vijf minuten; de bagage moet bijeengepakt, men staat voor het portier gereed uit te stappen nog vóór de trein stopt. Dan een geluid van remmen en onder het hooge glazen dak staat de wagen met eea schok stil. Het is hondenweer. De straten glimmen, de lantarens druipen spoedig in de tram. Terwijl men door het bespatte en beademde gks tracht uit te zien, rijdt men langs de bekende winkels, soms ziet men een kennis voortbaggeren dour de plassen. Eindelijk is men thuis, vermoeid, gekreukeld, ook nat, maar tevreden het doel bereikt te heb ben en gelukkig den volgenden dag niet weer op reis te behoeven. De huisgenooteu zitten met nieuwsgierige gezichten Ie luisteren, de hond is het luidruchtigst in zijn blijdschap. En in zijn eigen huis, op zijn eigen plaats komt de reiziger tot rust. itet voldoening kan hij terugzien op de verloopen dagen, maar ook met voldoe) ing rondom zich IK en. Er zegt iemand: .,Ja, oost, west, thuis best'.'', en hij stemt glimlachend toe. Hij drinkt met genoegen den stevigen Hollandsche grog en onthaalt zich zelf weer op een siga;ir van Sumatratabak. Hij praat zoolang het hem Inst, en gaat dan naar zijn eigen kamer. En als hij. nog eer s uitkij kende, de bezemwagens der stadsrtiniying langs het hing hoort rollen, slaakt hij eeu diepen zucht en zegt met vo'.doeiiicg: »Ja. Goddank, weer thuis'.'' VLAAM8CHE In het goud der klimmende morgfit.,zon, hoe heerlijk liggen daar de nialsche, groene Vluauische beeniden, waar de Schelde zoo fiïsch en schilderachtig door heen kronkeli ! ll->ndom en zoover het "gezicht draagt-, U.iunen dorpjes met hunne puntige torentjes op; hiir en daar dringt zich <ie massa van eer e b'l"kkigen ka-4eeldoiijoa vooruit; van de ma-ten der seluiit'-n vin den stroom wappert het helroode ZondagvMu.fjo; als bomkleurige stippen ia de weiden graast liet vee. 't Is vandaag Vermis te Eisen de meest bezr.elite en leïnigste" kermis van 10 uur iu het ronde. Hebt gij .goesting"? we gaan er henen. We volgen den Sche'dedijk tot aan gindse!.en steenoven, van daar leidt het pad ons rechtstreeks naar 't dorpken. Weldra benu rken wij de eerste huizen op de groote dorpsbaau ; de herbergen zijn te herkennen r,-.in den groenen Meit.'ik die uit 't zo'derve-nsttr steekt. In dea ---Appelaar" zal er gedanst worden; reeds is men dn p; er aan 't muziek malen op een schretu^end orgue de Barbarie". Jan Sies uit den »Leeuw" staat op den drempel zijner deur smakelijk zijn pijpken te rooken en wenpcht ons goeden morgen: laten we Jan Sies den «penning jonnen" en een pintje »OudeDaersch" bestellen. In de gelagkamer zitten een achttal boeren rond de groote tafel geschaard, aandachtig te luisteren naar Gust, den oudsten zoon van Pier Sies, die de Ga\ette van Gent luidop aan 't lezen is. Daarvoor krijgt Gust van de boeren eene pint en wordt een beroemdheid op den koup toe. Vroeger tijd dachten de boeren het voor niets van den jongen gedaan te krijgen, mi'ar toen hij hun eens het blad voorlas, de re gels altijd door volgend zonder zich aa» de ko lommen te storen zoodut niemand iets ver stond hebben de boeren begrepen dat alle arbeid loon verdient. Volgeladen rijdt de brouwersksr voorbij ; de herbergiers doen hunnen voorraad in 't groot op, want sedert menscheugeheugen wordt er op eene Elsenkermis gedronken?Log zooveel. Aan elke herberg rollen de blozende gasten eene of meer zware tonnen af eene of meer volgens de berekeniug van den waard. Kijk, de hoogmis is gedaan. Het volk stroomt den tempel uit; eer,-1 »de gemeene lui", mannen en vrouwen, deze laatste met den aartsvaderlij ken zwarten kapmantel omhangen en de witte kaakmuts op; de huismoeders, die zich met epoed uit de voeten maken, de jonge lieden en dito dochters, die schuchter op 't kerkplein blij ven vrijen in alle eer en deugd, volgens de rikomendatie van den Herder. Daarna komen de rijke boeren buiten, den buik vooruitgestoken, zoodat de zware gouden horlogekettirg goed zichtbaar blijft, met hunne achtbare en opge smukte wederhelften, fier als pauwlunen, met hun kermisvolk dat dora-deftig volgt, allen in de volle bewustheid van den ongemeenen indruk dien zij op hunne minderen teweegbrengen. Alvorens de beenen onder de kermistafel te gaan uitsteken doen die voorname menscben met hunne orerkomst een toerken door de ge meente. Bij hunne verschijning nemen de dorpe lingen eerbiedig de pet af, doch zij zelve verla gen zich niet te groeten, tenzij voor personen van stand en rang : voor deze lui ontblooten zij zich allerootmoedigst den schede1. Rond twee uur wordt de kermis-tafel afgedekt. Uit al de naburige dorpen en wijken komen de bezoekers aan: Kompauies" dar.slustigejongens en meisjes te voet; boerenzoons op kloeke rossen gezeten ; anderen in phnëtous, tilburys, sjeezeu en alle mogelijke twee- en vierwielige rijtuigen. ja zelfs honden karren uit het dichtbijgelegen Peteveld. Drie uree : vespers en lof zijn uit. Al het volk wandelt nu het kerkplein op, want daar zullen de volksspelen plaats hebben. Vier barakken staan er : a. een schiet kraam ; b. een Waaïsche wafe'.kraam ; c. eece kijkkast; d. eene peerdekensmoleu. Die onmogelijke kermismuzïek schettert u wel oorendol; de draaiorgels doen u wel ijzen, maar let eens op, wat pleizier, wat bonte wemeling. viit le\ren in die uitgelaten menigte! »All:i, diij keers veur vijf eens!" schreeuwt het wijf uit den »Tir instructif', terwijl ze maar voortdurend de geweren volpompt. Heur echtge noot ligt achter de 'ent, zat a's een zwijn, te snorken, tot groot genoegen der jongens die met stroitikens in zijne ooren komen kittelen eu aan zijne beenen trekken. Rt-eds heeft de suhittvrouw 'ncn vollen emmer water naar de deug nieten grklet-t, met liet spijtig gevolg dat zij hc-uren man doornat gooide, terwijl de wegspe tende snaken er ongehinderd van afkwamen. Rood van toorn heeft zij bare pomp-bezighedeii weer hernomen. De kijkka.-t heeft veel te doen : voor een hal ven stuiver is Let dea bezoekers (J er K) si n ker mis gegeven ui de beruchte moorderijen, branden, 01-ge'uk ken en andere voorvallen der laatste tijden in oojreni-chou-.v te nemen: "t is de eeiste maal, zoo veiklaait de ini/»'ivario, dat hij El.-enkerirus m> t zijne tegenwoordigheid verten, en hij acht zich iier over den bijval dien hij van \ve:;e het achtbaar publiek ontmoet. De paarde.kensmc.-Jen is het domein der jeugd. Voor 'jii'ri cent mogen de liefhebbers 'nen langen draai maken, en dan p skeeren'' ze nog dun ring te trelHif. wat r-'cKt get-ft op eenen kostc.ii.ozeu toer. De snukeu hinden zelf den boel aan gang; daarvoor lai'.t de baas iedereen op zijne beurt een reisje alzon ' (d. i. zot.der betalen) meè,ioei\ De baas zeïf staat te musiceeren op een piepend orgeltje. liet volk laat zich nog al aanli.kken door de watt Is, beipnets en patates-fiites van de wafclkruam : 'ie dikke bazin nut heure schele dochter kan op tijd de klanten r.iet gerieven. -.?Mastkiimming! llastkiimming l" roo-pen de opgetogen jongens. En inderdaad schuins over den »Martiko" staat een hooge mast geplant, dragend6 bovenaan eenen hoepel met korinten' brooden, plunjes, schoenen en kousen behan gen. De mast ziet bruin van de zeep die er aan gestreken ia om het klimmen moeielijker te ma ken : doch cle mededingende jonge schavuiten weten wel raad daarmee, en hunne broekzakken ziin gevuld met asch, waardoor ze meer »pak" hebben. Ook duurt het niet Lans of al de prijzen zijn beneden, alhoewel meer dan een mededin ger het halfweg moest opgeven, een begeerigen blik werpend naar den hoepel, zoo hoog! Nu is het de beurt aan 't kikvorschen rijden. Op een kruiwagen moet iedere medekamper een vorsch zitten hebben, en wie dit dier het gauwst naar een bepaald punt kan voeren is overwin naar. Wanneer de vorsch zich »koes" houdt, is de kans nogal gunstitr, maar wie 't met ren «sprino-er" te doen heeft! 't is miserie", roept Kerel Van Hijfte, die zelf met den zijnen geenen weg weet. Dit ?pel geeft aanleiding tot de koddigste tafereeltjes, en gelachen of er wordt! Nog meer andere vermakelijkheden zijn er, zooals »koordeke springen", »kuipke steken", »wit en zwart", »kattekoersen", enz., te lang om te melden. De herbergiers hebben tafels en stoelen buitengebracht, daar het binnen te warm is; geen plaatsje blijft onbezet en er wordt ferm ge dronken. Ia de muziektentf-n is het een gedurig komen en gaan van vroolijke paren: ziet hoe de lus tige boerendeernen blozen van 't gesprorg en 't gedans ! Op het Westeindeken is e«i balspel gelegd: de »maats" zijn meest in hemdsmouwen om den Zondaagschen frak niet te bevuilen. Allen han gen hun spel aan, alsof het »een huis met twee stagiën gold'1, zooals de ehampitlcr lachende zegt. De overwinning wordt met een rondeken bier gefeest, te betalen door de verliezende partij. Zoo wordt het stilaan Fchemeravond, het ge woel vermindert en sterft uit; men hoort nog enked het geluid der draaiorgels in de herbereen waar gedanst wordt. Het kermisvolk keert huis waarts, de kompanies trekken zingend op, de rijtuigen nemen den vollen draf: want in de verte dreigt een nakend onweer. HEKMAN BOGAEED. Brussel, September 1890. VOOR DAMES. i'en bi'uiflsjnpon. HJocmcn drogen. De slunqen i'ftn Cleojidtra. De ondulatew.?Thee en koffie. Eene lezeres van Figaro vraagt: Is voor een bruidskleed wit fluweel toegelaten? Naar mijne meenina is dat veel gedistingeerder dan het vul gaire wit satijn, waarin tegenwoordig de keukenmeisjes al gaan trouwen; terwijl het drapeeren van wit flnv.-eel een veel acstetischcr geheel geeft dan het satijn." I'if/nro wacht do meenineen van zijn lezeressen in. Voor ons land, waar de meisjes niet in't al gemeen zoo jong trouwen als in Frankrijk, schijnt ons de vraaa; niet moeielijk op te lossen, Een tengere, blonde, meisjesachtige bruid van twintig jaar zal er al te belust en beladen uitzien in een zwaar gedrapeerd kleed van wit fluweel; een statige vrouw van dertig zal hot weer heter Mee den dan satijn, mits haar bruidegom niet een ai slecht figuur maakt naast iets zoo vorstelijk plechtig-s. De inzendster schijnt intusschen te verge ten dat er satijn en satijn is; er zijn immers, zware soorten -peiiu de mie en satijn, die mot een kanten draperie ovcrsluieril. in 't geheel niet voddig of vulgair staan, zonder dat men, gelijk in F.nneland moer dan in Frankrijk reeds ge schiedt, zijn keus vestigt op borduursel van witte bloemen, wit damast, randen van witte vederen, en andere, wijzigingen, die alle zoo zwaar niet zijn als wit fluweel. * * * Er zijn nog bloemen, en bij do manie van ka nerversiering die ons bezielt, is het drogen van bloemen iu den zomer eene aardige rcssourco voor den winter. Dezer dagen zag ik in eene ruime eetkamer ieder der s-taalgravures in lijs! en over schaduwd door een grooten bundel siergrasseu en gedroogde bloemen, iedere bundel zoo los achter het schilderij gestoken, hetgeen allfraardigst stond. Het drogen van bk.cmen intusschen, als het niet is om zo plat achter eins of tusscheri bladen te plakken, is een moeüijk werk; men. doet het best. door er een kleine machinerie voor aan te schatten. Men neemt gestampte lei, zandsteen c f' zand, van, dewijl die zich door een prachtig slot ken merkte. Daarna kwam de beer C. met heia aan den slag die echter in twee partijen hot onderspit moest deiven. De zittirgon vimu-ii. behalve-Zater dag en Woensdagavond plaats in een der lokalen van het caféde Roode Lcoinv", Vijgendam. Zaterdagavond zal hij in het Vereenigd Amstordamsch scbaakgenootscliMp proeven geven van zijn geschiktheid om een aantal simultaan partijen te speler, waarin hij door ving er. juist spe.1 niimunt. Belangstellenden kunr.cn zich aar.me'i!e;i aan liet lokaal om zich door een Jer leden te laten introduceren. Tus-schen Lee en Biackburr.e is een match tot stand gekomen, welke gedeeltelijk te l!:a.Ü'ord eu gedeeltelijk te Londen zal worden afgespoeld. Do inleg zal zijn pel. st. ~2(\ waarvan (jutislierg voor ieder speler pd. st. ~> heeft Ingedragen om hot uitsluitend recht te bobben op de bij die goiegenbcid te spelen partijen. Loc heeft zich i laatsten tijd tot een speler var, den eersten (pgewerkt. Blackburne speelde '20 simultaan pa waarvan hij li) won eii 2 remi^3 maakte. bekende mersier l'oplawski. deelde niet l'estalozzi de beide hoofdprijzen. Bovendien verkreeg lic eerste i;og de speeiaslpiijs. door de Bieslaner verecnigii-.g geschonken, voor de schcoüst gespeelde partij. De match tusschcn >.!;.:?: Judcl en Showalter die onlangs in St. Louis uitgevochten werd, is met 7 tegen .'!. zonder oi-n cukele remise- partij, ten gunste van eer^tges.ocmden matador uitge vallen. Sbowalter echter heeft l:e.;:i tor con nieuwen maicii opgevorderd, v.-eike op vcrx'vk va/i JudJ ei'i.it in Jai.uari 'l.'l ka;i p'.aa'.s heljlirn. In het touniooi van de schaakclub te Chicago uden de prijzen ten deul a^i. : J. II. lun. alter niet l:i, L. i.,rjdemai::i niet 1 11/3 en \V. II. '!. I'ollock met 11 punter.. Deze laatste ging van daar luisr Cincinnal.i or.i met con schaakautomaat AjceV genaamd, die de bekngstóiing in hoogj i:i;;tc wikt, een match l'o'do.k wou Probleem So, ;'8 van II. Mer.dcs da Costa. ZWART te Te WintertliiU- heeft onla'. l schaaktournoui plaats gehad. '.et X-.vitsersohe iu 15or!i;ii \vulte^on i! eu oi.tvir.g van den inlog, zijnde Dol], l'1'1 - ., gdk-elio, M. Tihi..ori!i i:; lV-ter>bi;rft' heeft W. Stoinitz in Nc\ï-V..r;i \ooi'L"C>l;i..'e;; 00:1 oorrespor.dci'.tiematch por !;^!M l e1.:1, l _'"'.' rmbels 'c f pelen. Zoo dra Stcii.i;;; zal de si.rij.i a b pion d e WIT :> zetten l i M t'L b5 cu () 'Vx ^ J f g mat-. c3 en e 7.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl